Bette Westera

 

Hou oud is Sinterklaas? Hou oud is Sinterklaas?


Bette Westera, winnares van de gouden griffel 2015, geeft in verhaalvorm antwoord op allerlei vragen die Mees heeft over Sinterklaas en zijn hulpjes.

In het titelverhaal zijn Mees, mama en Meike in de keuken pepernoten aan het bakken, want Sinterklaas komt die dag aan in Nederland. Straks gaan ze lekker naar het Sinterklaasjournaal kijken maar eerst maken ze samen het deeg en ondertussen stelt Mees allemaal vragen aan mama over Sinterklaas. Wat hij vooral wil weten is hoe oud Sinterklaas nu is. Mama denkt dat hij wel honderdvijftig jaar is maar dat vindt Mees wel gek. Waarom kan Sinterklaas dan wel zo oud worden en opa en oma niet? Gaat Sinterklaas dan nooit dood? Mama weet het ook niet goed hoe het zit, misschien vanwege de traditie zegt ze, maar dat vindt Mees helemaal moeilijk om te begrijpen. Mees besluit het maar aan Sinterklaas zelf te vragen als hij op school komt en dat vindt mama een heel goed idee.

En... hoe zit het nou? Volgens Joeri en Najib bestaat Sinterklaas niet. Zij zeggen dat  papa en mama voor de cadeautjes in zijn schoen zorgen... Maar papa en mama weten nergens van. Mees laat het er niet bij zitten, hij móet het weten.

Amerigo, het paard van Sinterklaas, komt natuurlijk ook voor in de verhalen. Als oma en Mees naar het winkelcentrum gaan omdat Sinterklaas daar is, denkt Mees dat het niet Amerigo is maar Bingo, het paard van de manege waar oma werkt. Dat kan toch niet? Want Amerigo komt uit Spanje niet uit de manege.

Ook de grappige, lenige hulpjes van Sinterklaas, de Pieten, worden niet vergeten. Maar er gebeurt iets raars, als de Pieten op school komen zijn ze ineens allemaal wit! Hoe kan dat nou? Wat blijkt? Sinterklaas is al oud en in zijn verstrooidheid is hij helemaal vergeten iets te bestellen...

En zo staan er allemaal korte verhalen in dit boekje waarin op een heel vlotte manier heikele punten rond Sinterklaas besproken worden. Het zijn erg vlotte, onderhoudende verhalen die op een leuke, licht humoristische manier inspelen op de gedachten die kinderen kunnen hebben. Het onschuldige zit er nog helemaal in. Onder elk verhaal staat een verwijzing naar de pagina waar de antwoorden op Mees' vragen staan. Daar kun je o.a. lezen hoe oud Sinterklaas is, waarom de Pieten niet meer allemaal zwart zijn, waarom we onze schoen zetten, waarom Sinterklaas snoepjes en cadeautjes geeft enz.

De afbeeldingen van Barbara de Wolf die bij de verhalen afgedrukt staan, zijn heel bijzonder. Haar collages bestaan uit getekende figuurtjes, waarvan de ledematen apart uitgeknipt zijn net als de gebruiksvoorwerpen en het meubilair. Daarna zijn ze laagsgewijs weer opgeplakt zodat er diepte in de afbeeldingen ontstaat. De illustraties bij de antwoorden op de vragen zijn precies het omgekeerde, dat zijn namelijk uitgeknipte silhouetten.
Beiden vormen van de afbeeldingen zijn heel  apart om te zien.
Kortom, in zijn geheel is het een vermakelijk boekje geworden waarbij je ook nog het een en ander over Sinterklaas en zijn Pieten opsteekt!

Het boekje is gemaakt naar het idee van Sandra Lijesen, hoe het boekje verder tot stand kwam is HIER te lezen.

Zie ook het inkijkexemplaar


ISBN 9789462286708 | Paperback met flappen | 32 pagina's | SBA Pers | oktober 2015
Leeftijd: 6+

© Dettie, 07 november 2015


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Kietel nooit een krokodil Kietel nooit een krokodil


Roverhoofdman Rimpelbaard had twee brutale zonen,
zeven zakken zilverwerk, een kist vol blinkend goud,
een heel gehoorzaam dochtertje, een hol om in te wonen...


Maar ook roverhoofdmannen hebben niet het eeuwige leven en voordat hij zijn laatste adem uitblies adviseerde hij zijn kinderen om rovend door het leven te gaan. 'Maak ieder bos onveilig, laat sporen van vernielingen na, versla draken, hak koningen in mootjes, neem prinsessen bij de neus maar', benadrukte hij, 'kietel nooit een krokodil! '

Zijn dochter was heel 'braaf' en volgde vaders woorden op. Ze roofde en plunderde en was de schrik van de omgeving. De twee zonen trokken zich niets van vaders laatste woorden aan. Ze hingen een beetje rond en deden niets, ze gingen juist dwars tegen vaders laatste wens in. Ze zwaaiden naar de koningin en kóchten hun boodschappen in plaats van ze te stelen.
Ze waren echter ook enorm eigenwijs en gingen op zoek naar een krokodil, die zouden ze wel eens even lekker gaan kietelen! Natuurlijk ging dat niet goed en het was maar gelukkig dat hun stoere zus net in de buurt was. Vanaf die tijd was zij de baas. Haar vader zou trots op haar geweest zijn, zij was een échte Rimpelbaard!

Bette Westera kan als geen ander een ritmische, vloeiende, rijmende tekst in elkaar zetten waarbij het lijkt alsof het haar geen enkele moeite heeft gekost. In een interview, waarin zij ook uitgebreid ingaat op haar rijmende teksten, zegt Bette Westera:

Een goed prentenboek begint bij de tekst, al zijn er ongetwijfeld uitzonderingen op de regel. Ik ben schrijver, dus ik schrijf mijn verhaal en pas als ik er helemaal tevreden over ben gaat dat, via de uitgever, naar de illustrator. De illustrator voegt met zijn of haar tekeningen iets toe aan mijn verhaal. De tekst kan niet zonder het beeld, het beeld niet zonder de tekst. Een prentenboek waarin tekst en beeld precies hetzelfde vertellen is geen goed prentenboek. Er moet spanning zijn tussen wat je ziet en wat je hoort of leest.
Ik ben de schrijver, ik bedenk het verhaal. Ik denk wel in beelden, maar niet in concrete, getekende beelden. Mijn eigen beelden laat ik los op het moment dat ik mijn verhaal aan een illustrator geef.


Toen Khing laatst aan mij vroeg of zijn tekeningen bij “Kietel nooit een krokodil” nu niet heel anders waren geworden dan wat ik me had voorgesteld, antwoordde ik zonder aarzelen: ja, heel anders. Hij keek me een beetje bezorgd aan en vroeg of ik dat dan niet erg vond. Nee, zei ik, helemaal niet, integendeel. Als tien vakkundige illustratoren illustraties maken bij hetzelfde verhaal doen ze dat tien keer anders en allemaal goed.


Thé Tjong Khing heeft al meerdere malen bewezen dat hij een tekst haarfijn aanvoelt en weet dan precies de goede tekeningen daarbij te maken.

Het grappige in dit boek is, dat de zonen aanvankelijk afgebeeld worden met kleding en attributen uit deze tijd. Ze luieren met uitklapstoeltjes achter een windscherm en dragen moderne kleren terwijl hun zus zo uit een roversboek lijkt te zijn gestapt met haar lange rok met brede riem en hoge, stoere, zwarte, platte laarzen. Pas als de twee jongens haar meehelpen worden zij ook 'ouderwetse' rovers.
De afbeeldingen hadden van mij persoonlijk wel iets meer vaart mogen hebben, ze zijn een beetje statisch maar wel humoristisch en mooi gedetailleerd en passen verder, zoals gemeld, goed bij het verhaal.
Al met al een leuk, vloeiend lopend verhaal met daarbij mooie, gekleurde, zorgvuldig afgewerkte, afbeeldingen.


ISBN 9789025759131 | Hardcover | 32 pagina's | Gottmer | november 2014
Afmeting 28,3 x 25,8 cm | Leeftijd: 4+

© Dettie, 28 november 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Sint gaat op gym Sint gaat op gym


Al vanaf de eerste pagina begint het gnuiven en gniffelen.De Sint ligt op een sofa in zijn witte onderhabijt zich verveeld koelte toe te waaien met een handwaaier. Hij verveelt zich te pletter. Het is pas augustus en het duurt nog zo lang voordat hij weer naar Nederland mag.
Hij vindt het in Spanje zo warm en zo saai! Sint heeft nergens zin in en maken zich zorgen. De Pieten zijn het met elkaar eens, Sinterklaas is vervelend van verveling. Er moet wat gebeuren.

Hij moet aan judo gaan doen, beslist Knutselpiet en hij maakt een prachtig judopak, 'Veel te wijd',  zegt Zeurpiet. Maar judo is niets voor de Sint. Na de heup-, been- of handworp komt hij nauwelijks meer overeind. Het judopak gaat uit en het voetbalpak gaat aan. Maar Sint snapt de spelregels niet goed, dat voetballen wordt ook niets.

En dan... zien we die arme Sint helemaal in de knoop in zijn Sintondergoed, aan de ringen hangen. Hij probeerde een vogelnestje te maken...

Daarna krijgt de Sint een tutu aan, want hij moet dan maar gaan balletten. 'Mannen dragen geen tutu', zeurt Zeurpiet. Maar ook dat wordt helemaal niets. En zo ploetert de Sint door...
We zien hem prachtig afgebeeld als sumoworstelaar, als schoonspringer, als gewichtheffer... maar helaas, het is allemaal niets voor de Sint.
En dan weten ze het! De Sint gaat op...

Hilarisch verhaal, in mooie vlotte taal geschreven. Vooral de zure opmerkingen van Zeurpiet zijn grappig. Hij zegt wat veel mensen zullen denken. Het leuke is dat zelfs onze eigen Sinterklaasverslaggeefster Diewertje Blok ook nog in het verhaal voorkomt.

De helder gekleurde afbeeldingen van Sylvia Weve zijn eveneens erg komisch. Vooral de Sint aan de ringen is schitterend evenals de Sint in zijn balletpak mét zijn Sinthandschoenen aan! Hij blijft ten alle tijden wel Sinterklaas natuurlijk!
Bette Westera en Sylvia Geve vormen een mooi koppel, ze voelen elkaar haarfijn aan en dat komt in dit boek prima tot uiting.
Erg leuk voorlees- en kijkboek.

N.B. Bij de kleuteruniversiteit is een digibordles rond dit boek te bestellen.


ISBN 9789025754457 | Hardcover | 32 pagina's | Gottmer | september 2013
Leeftijd: 5+

© Dettie, 09 november 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Hét lijfboek Hét lijfboek


Als je een kind iets wil leren over zijn of haar lijf dan moet je dit boek erbij pakken. Op een heel speelse manier komen ze dan alles te weten over hoe het lichaam werkt.

Te beginnen met het hoofd want daarin zitten je mond, neus, oren en ogen waarmee je kunt proeven, ruiken, horen en zien. Maar hoe kan het dat jouw hersenen aan jou vertellen dat je een beker ziet? Of dat je een roos ruikt? En waarom worden oude mensen vergeetachtig? En hoe voelt het je als je zoent, of hete soep eet, of een losse tand in je mond hebt?
Via tekst en tekeningen maar ook via heel leuke rijmende versjes en liedjes kun je dat allemaal leren.

Maar iemand bestaat niet alleen uit een hoofd natuurlijk, daar moeten ook een romp en benen aan. Dat hoofdstuk begint gelijk met een leuk liedje over 0-benen-Johnny die je op de bijgeleverde CD kunt beluisteren. Met een lekker Amerikaans accent zingt O-benen-Johnny zijn cowboylied. Verder kun je lezen hoe slim kleine kinderen zijn als ze iets willen hebben, ze kruipen, schuiven op hun billen of hun buik tot ze er zijn. Bovendien zijn ze héél lening, ze stoppen met gemak hun teen in hun mond. Als kinderen groter worden, groeien vooral hun romp, armen en benen, hun hoofd groeit grappig genoeg lang niet zo hard mee. Ook hier staan weer geweldige tekeningen, liedjes en versjes bij.

En zo wordt het hele lijf besproken zoals je huid en je haar, waarbij Annie M.G. Schmidt jaloers had kunnen worden over het gedichtje over het ruime vel van tante Annabel. "

[...]
Lieve tante Annabel,
koop toch eens een ander vel.
Het hoeft geen haute couture te zijn,
niet deftig en niet duur te zijn.
Koop gewoon iets simpels
met wat minder rimpels.
[...]


Tante Annabel peinst er gelukkig niet over en gelijk heeft ze, ze is prachtig mooi als je haar alleen in haar onderbroek met rimpelvel en al afgebeeld ziet.

Ook de maag en darmen komen aan bod. Daarbij horen drie liedjes, de eerste over een buik die niet wil eten, waarin een kind zingt over zijn zieke buik. Het tweede liedje gaat over een jongetje die heel erg nodig een heel grote plas moet doen, maar hij zit in de trein naar Berlijn en plassen op die bielzen is niet fijn. En dan komt het hilarische lied over neuspeuteren, boeren en winden laten. Foei foei foei wordt er met een zwaar Russisch accent gezongen. Maar de koningen die daarvoor de gevangenis in moesten hebben wel enorme lol!

Via hart, bloed en longen komen we bij de botten en spieren waarbij ook weer allerlei weetjes en uitleg staat. Ook hierbij weer een heel grappig lied over de spierpijn van papa die aldoor zo nodig de bergen op moet rennen.
Ook de werking van zintuigen en zenuwen wordt heel helder uitgelegd. Hoe kan het dat het water in je mond loopt als je pannenkoeken ruikt? En waarom voelen we pijn als je bijvoorbeeld in je vinger snijdt? En wat doen zenuwen eigenlijk?
Het hoofdstuk seksualiteit en voortplanting is eveneens erg leuk gebracht. Heel duidelijk wordt uitgelegd waar de kinderen vandaan komen, en hoe alles bij een man en vrouw werkt. Schitterend is hierbij het vers Lang zullen ze leven! Over de race van de zaadcellen naar de eicel.
Ook over homoseksualiteit wordt prachtig verteld in een vers.

En dan komen we bij 'De dingen die je niet kunt zien'. Gedachten kun je bijvoorbeeld niet zien, waar wonen ze eigenlijk? Hierbij een rijm over sombere gedachten dat begint met

"Er zaten eens twee sombere gedachten
te wachten in het  hoofd van een mevrouw.
Te wachten en te wachten en te wachten.
Heel stil, tot die mevrouw ze denken zou.
Ze wachtten al een week en waren somberder dan ooit,
want sombere gedachten had ze nooit.


Het versje gaat nog twee coupletten verder. De twee sombere gedachten worden mager en bleek en stierven ongedacht na een week.
Hoe verzin je het!  In het stoere lied "We bouwen je lijf" wordt precies verteld wat cellen doen. Als je dit lied uit je hoofd leert kun je daarover nooit meer een onvoldoende halen op school. En waar voel je verliefdheid? En waar zitten boosheid en plezier en verdriet eigenlijk?

Het is ongelofelijk knap hoe Bette Westera in zulke korte teksten en geweldige versjes en liedjes het hele functioneren van het lichaam heeft kunnen beschrijven. Alles is met veel humor en inzicht gebracht, een kind heeft echt veel geleerd als het boek uit is.
Chapeau voor Bette Westra én Philip Hopman die dit allemaal zo geweldig in woord en beeld hebben gebracht!


ISBN 9789025744946 | Hardcover | 62 pagina's | Gottmer | februari 2010
Leeftijd: 5+

© Dettie, 17 september 2013


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Niet zoenen op de trampoline Niet zoenen op de trampoline


Wie het boek ‘Krullen en blubbershampoo’ gelezen heeft, kent de hoofdpersonen Kalle en Kimberley al. In dit verhaal wordt daar af en toe aan gerefereerd, maar je hoeft het niet gelezen te hebben om hier in verder te gaan.

In het eerste verhaal heeft Kalle de vakantie met zijn moeder (geen vader in beeld) doorgebracht op de camping. Daar heeft hij Kimberley ontmoet, net als hij acht jaar - o nee, toen waren ze zeven jaar natuurlijk! - en Kimberley was alleen met haar vader Kas daar.
Kas heeft net een nieuwe baan gekregen, hij is kok in een Zwitsers hotel, en daarom kunnen ze niet zoals afgesproken elkaar weer treffen op een camping.
Maar Kalle mag wel naar Zwitserland! In zijn eentje zelfs, met de bus mee! Wat een avontuur! Hij zit naast een dikke mevrouw, Ans heet ze, die steeds maar wil kletsen. Kalle verdiept zich in zijn boek van Bert en Bart die de wereld redden, maar de mevrouw ziet dat boek en wil het ook lezen: in haar boek staan geen plaatjes!
Nou, in dit boek wel, leuke kleurige illustraties. Dat moet die Ans dan maar eens lezen kan ze meteen lezen over de avonturen die ze zelf ook meemaakt, als ze eenmaal hun intrek hebben genomen in het hotel.

Kalle trekt veel met Kimberley op, maar er zijn nog meer kinderen. Ze roosteren deeg boven een vuurtje, maken een fluitjeswinkel van hun boomhut, en beklimmen de berg. Natuurlijk gaat het daar niet helemaal zoals het hoort: ze raken de weg kwijt. Nou, Kalle ziet het wel zitten om door een reddingshelikopter gevonden te worden. Dat gebeurt niet, maar de helikopter moet wel een keer komen…
Ook komt Kalles moeder toch naar het hotel – het blijft maar regenen in Nederland- maar ze doet net of ze een vreemde is. En niemand heeft het door!

Zo beleven de twee kinderen heel wat grappige en/of spannende avonturen. Kalle ziet het helemaal voor zich: als zijn moeder nu eens verliefd zou worden op de vader van Kimberley? Dan zouden ze een soort stieftweeling worden…

Het is een erg leuk pretentieloos verhaal over twee grappige en avontuurlijke kinderen. Leuk om voor te lezen, maar zeker ook om zelf te lezen!


ISBN 9789026132834 | Hardcover | 128 pagina's | VBK Media | april 2013
Leeftijd: 8+

© Marjo, 26 augustus 2013


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Miniheksen Miniheksen


De miniheksen toveren de hele dag door en toch verandert er helemaal niets in het bos. Dat wordt wel erg saai. Ze beginnen zich heel erg te vervelen. Elke dag toveren als er toch niets verandert heeft geen zin, ze stoppen maar met dat getover. Wat moeten ze nu?
Ze gaan kijken bij de duimdwergen, die toveren niet maar vervelen zich nooit, hoe doen ze dat?
De duimdwergen lachen om die miniheksen. Vervelen? Nee, ze vervelen zich nooit want ze hebben een geheim, ze sparen namelijk iets, iets heel kleins... en wel Miniheksen!
Het wordt een heel gedoe daar in het bos want de Miniheksen gaan natuurlijk onmiddellijk Duimdwergen sparen.
En dan komt Rimpelreus aandenderen, de grond trilt er van. En Rimpelreus spaart ook iets...

De tekst is vlot en de illustraties zijn erg grappig. Alle duimdwergen hebben een lange witte baard en enorme duim als neus. De miniheksen hebben lange tanden, een grote bos haar en een lange neus met rode vlekken erop die bijna tot op hun navel hangt. De reus heeft vier vingers en zes tenen en veel rimpels. De tekeningen zijn heel kleurig en gezellig druk.
Kinderen zullen het verhaal en de komisch afgebeelde figuurtjes prachtig vinden.

Zie ook het inkijkexemplaar


ISBN 9789026134500 | Hardcover | 30 pagina's | VBK Media | september 2011
Leeftijd: 4+

© Dettie, 29 september 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Ober er zwemt een kwal door mijn soep Ober er zwemt een kwal door mijn soep
alles wat je liever niet wilt weten over eten


Al in het eerste hoofdstuk wordt duidelijk gemaakt dat gewoontes veranderen: mensen van een of twee generaties terug zouden er niet over gepeinsd hebben om dingen als spaghetti op tafel te zetten, en wij griezelen  vooralsnog van het eten van sprinkhanen. Maar dat kan zomaar veranderen, waarom niet??
Niettemin lees je dit boek met verbazing: eten mensen echt dieren als ratten en cavia’s, of apen?  Dat lijkt ons vreselijk! En dan gaat het niet om de smaak, maar om het idee van wat je zit te eten. Maar het verandert immers al: ook in Nederland kun je bij de Chinees kwal eten. Of slang... En als een bisamrat ‘waterkonijn’ heet, smullen we er ook van!

’s Lands wijs, ‘ s lands eer, dat is de boodschap van dit boek, waarin Bette Westera ook behalve feiten, ook leuke anekdotes of grapjes heeft vermeld. En Sylvia Weve heeft er leuke tekeningetjes bij gemaakt.
Echt griezelig zijn de verhalen over kannibalisme. Hetgeen overigens niet betekent dat men mensenvlees eet, al kan dat wel. Kannibalisme staat voor het eten van soortgenoten. Een spin die haar eigen mannetje opeet na het paren ( dat doen ze) is ook een kannibaal. Daar hebben we helemaal geen moeite mee. Maar het verhaal van het vliegtuigongeluk in de Andes heeft veel ophef veroorzaakt: er is ook een boek en een film van: de overlevenden aten de gestorven medepassagiers, om zelf in leven te blijven... Maar dat is een incident, het is niet zo dat kannibalisme onder mensen iets normaals is. Toch kun je in Polynesië beter maar niet zeggen ‘ ik kan je wel opvreten’ Of ‘ je eet de oren van mijn hoofd’. Dat betekent daar namelijk dat je iemand uit de grond van je hart vervloekt!

Wat te denken van dingen die eerst lang liggen te rotten, om dan vervolgens als delicatesse verorberd te worden. Daar hoeven we niet eens voor naar het buitenland. In Limburg eten ze rommedoe, een stinkkaas . Een stukje verderop in Europa, in Sardinië eten ze kaas waar de maden uit moeten kruipen. Die eten ze met maden en al. Lopen de rillingen al over je lijf? Persoonlijk vind ik het idee van het eten van een ei met een halfvolgroeid kuiken er in nog erger. Dat doen ze op de Filippijnen. Gatver…
Toch.. wie weet wat onze (achter)kleinkinderen allemaal met smaak zullen verorberen!
Een leuk vormgegeven en vooral ook informatief boekje.
Een laatste opmerking: er wordt even terloops aandacht geschonken aan de bio-industrie. Het laat de lezer even nadenken over het absurde van het vetmesten van dieren in kleine kooitjes. Hoe kan dat nou lekker zijn?


ISBN 9789026126666 | Hardcover | 96 pagina's | Uitgeverij De Fontein | augustus 2009
Leeftijd: 9+

© Marjo, 18 september 2009


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Ober er zwemt een kwal door mijn soep Ober er zwemt een kwal door mijn soep
alles wat je liever niet wilt weten over eten


De kinderboekenweek 2009 staat in het teken van 'eten en snoepen in kinderboeken'.
Er zijn veel boeken uitgegeven met dit onderwerp en er worden veel grappige namen bedacht voor eten of snoep zoals  De Grote Vriendelijke Reus van Roald Dahl die  ‘snoskommers’ eet, Harry Potter snoept van ‘Smekkies in alle Smaken’ en Pluk van de Petteflet eet ‘hasselbramenjam’.
In dit boek zijn geen grappige, gekke namen bedacht maar is het eten zelf gek. Tenminste wij vinden het raar.
Het boek gaat over wat mensen in andere landen heel gewoon vinden om te eten terwijl wij er van griezelen.

Bijvoorbeeld wurmen, kakkerlakken of spinnen, of rauwe eieren die 100 dagen in de grond worden gestopt en daarna opgegeten worden. Of erger, eieren met kuikentjes erin die gekookt worden. In China vindenze  dat heel lekker. Ook cavia's, honden of apen worden in verschillende landen gegeten. Zelfs de kannibalen worden besproken!

Je maakt dus kennis met allerlei eetgewoontes. Bijvoorbeeld in Japan eten mensen kogelvis, die vis is heel erg giftig, maar een paar koks kunnen deze  vis zo schoonmaken dat ze alle giftige gedeeltes eruit kunnen halen, maar soms gaat het evengoed mis en gaan mensen binnen een paar uur na het eten van die vis dood. Waarom eten ze die vis dan, zou je denken, hij schijnt niet eens erg lekker te zijn. Maar sommigen vinden het gewoon spannend.
In China eten ze graag vogelnestjessoep, die soep wordt gemaakt van échte vogelnestjes. Die nestjes worden gemaakt door een zeezwaluw en die bouwt de nestje van zijn spuug. In Nederland kunnen we bij de Chinees ook vogelnestjes eten maar dan zijn die gemaakt van gehakt en ei. In Nederland eten we haring, dat is rauwe vis. Daar griezelen mensen uit andere landen weer van.
Ook heb je eten dat erg stinkt maar wel lekker is. Wij eten die ook, denk maar eens aan 'stinkkaas'. In Indonesië is er een vrucht, de doerian,  die zo stinkt dat er bij hotels en restaurants bordjes hangen waarop staat: "verboden voor doerians" Of: "Geen doerians mee naar binnen nemen" Of: "Dit hotel is doerianvrij".
Deze vruchten stinken dus wel heel erg maar ze smaken heerlijk zoet en kruidig.

Het boek is opgedeeld in zeven hoofdstukken. Die hoofdstukken bestaan uit weetjes, anekdotes, mopjes en verhalen over eten. Alles wordt in duidelijke, heldere taal beschreven.
Ik zal eerlijk bekennen dat ik sommige stukjes heb  overgeslagen. Vooral dat over de kannibalen. Getver dacht ik regelmatig bij het lezen van bepaald eten. Maar ja, de ondertitel zegt het al, er staat van alles in wat je (misschien)  liever niet wil weten over eten.
Wat me wel een beetje bevreemdde was dat er een recept voor kikkerbilletjes in staat. Zeker gezien de manier waarop deze verkregen worden. De 'billetjes'worden uit de levende kikker getrokken. En dat terwijl er her en der verspreid over het boek artikeltjes over 'wakker dier' worden geplaatst die juist wil dat dieren minder lijden. En... kinderen van 9 jaar die (enorm dure) kikkerbilletjes kunnen kopen? Of is dit recept er als grap in gezet?
Toch is het wel een erg apart en leerzaam boek. De informatie over de eetgewoontes worden afgewisseld met 'berichten'  bij www.waarbenjij.nu. waarin verteld wordt wat mensen allemaal zien en meemaken op reis bijv. hoe spinnen gevangen en gefrituurd worden.  De teksten worden afgewisseld met zwart-wit illustraties van Sylvia Wever.
Aan  het eind van het boek is een test opgenomen getiteld "Wat voor eter ben jij?" Die heb ik niet gedaan  na het lezen van dit boek vrees ik dat ik niet de 'allerseter' ben die ik altijd dacht te zijn.
Maar, als je het spannend vindt om over allerlei aparte dingen die je kan eten te lezen dan is dit boek echt een aanrader.


ISBN 9789026126666 | Hardcover | 96 pagina's | Uitgeverij De Fontein | augustus 2009
Leeftijd: 9+

© Dettie, 08 augustus 2009


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Alle Hens aan dek Alle Hens aan dek


Meester Dingemans zegt tegen Peter Paul dat hij een opstel moet schrijven over "Wat ik wil worden en waarom".
"Wilt u dan geen meester blijven?" vraagt Peter Paul... Soms begrijpen de meester en Peter Paul elkaar niet zo goed. Maar als Peter Paul het eenmaal snapt dan vertelt hij in zijn opstel dat hij piraat wil worden.
Piraten zijn sterk en dapper en hebben een papegaai die kan praten en ze hoeven niet naar school en hebben geen vervelende oppas.
De meester vindt het een goed opstel. "Je hebt veel fantasie, je kan wel schrijver worden." zegt hij. Maar dat wil Peter Paul niet, hij wil piraat worden!
Op weg naar huis doet hij zijn opstel in een flesje en gooit het in de vaart.

De volgende dag ziet hij het flesje in het water en haalt het er maar uit, straks vindt de oppas het en dan weet ze dat hij haar vervelend vindt. Maar er zit een briefje in van Kapitein Krauw! Hij is aangenomen als piraat, ze zullen hem die avond ophalen.
Zo begint het spannende avontuur van PéPé (de piratennaam van Peter Paul). Hij schrijft een briefje voor zijn vader, dat hij met de piraten mee is, en wordt 's avonds opgehaald door Hens 1, Hens 2 en Hens 4. (Hens 3 is overboord geslagen.) Kapitein Krauw is een papegaai! Hens 2 is een verstekeling, wat dat is weet PéPé eigenlijk niet, iemand die ver kan steken misschien? PéPé krijgt piratenles en de eerste les die hij leert is; Niet tegen de wind in plassen.
Hij leert enteren, en hij leert dat ook hij bedoeld wordt als de kapitein "Alle hens aan dek" roept en dat piraten gek zijn op chocolademelk mer rum. PéPé heeft echte piratenkleren gekregen en een lapje voor zijn oog net als Hens 1, 2 en 4. Hij heeft de tijd van zijn leven.

Ondertussen schrijft hij briefjes aan papa, zoals;

Lieve papa,
Vanavond aten we pannenkoeken met spek en stroop
Hens 1 is de scheepskok.
Hij kookt veel lekkerder dan de oppas
Hens 2 is verstekeling en Hens 4 de lichtmatroos
Hij steekt 's avonds alle lampen aan.
Hens 3 was de stuurman maar die is overboord geslagen tijdens een storm, dus niemand weet nu welke kant we op gaan.
Maar dat geeft niet, want op zee zien alle kanten er toch hetzelfde uit.[...]

Het eerste schip dat ze enteren is de Octopus Zeven... Van dat schip heeft PéPé gehoord, zijn vader zei dat daar geld in verdwenen was en dat hij daar naar op zoek moest. Het is een schip voor zieke kinderen. De piraten zijn blij, zij zullen dat geld wel vinden...


Het is een geweldig fantasierijk verhaal. Je zit af en toe te grinniken om de originele vondsten van Bette Westera. Vooral de verschillende betekenissen van woorden gebruikt ze goed.
Bij het boek zitten twee CD's waarop het verhaal verteld wordt door Frank Groothof. Zoals wellicht bekend, kan hij dat uitstekend. Je zit geboeid naar het verhaal te luisteren.
Barbara de Wolf heeft erg leuke, vrolijke zwart-wit illustraties bij het verhaal gemaakt. Ze doen me af en toe denken aan de illustraties van Fiep Westendorp, er is een zelfde soort humor in haar tekeningen.

Het verhaal is geschikt voor kinderen vanaf vijf jaar en om zelf te lezen vanaf acht jaar


ISBN 9789026126116 | Hardcover | 96 pagina's | Uitgeverij De Fontein | april 2009
Leeftijd: 8+

© Dettie, 20 mei 2009


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Zeg maar tegen de juf dat ik wat later kom Zeg maar tegen de juf dat ik wat later kom


Sander is een heel lief jongetje, hij doet precies wat zijn ouders zeggen. Hij eet zijn bord leeg want anders krijgt hij geen toetje zeggen zijn ouders. Hij loopt niet te dicht langs de zwembadrand want anders valt hij in het water. Zijn ouders zeggen altijd... want anders... Want anders... val je, verdrink je, krijg je dit niet, mag je dat niet.

Vooral papa is daar streng in, hij vindt dat je ook altijd moet doen wat je zegt want anders gelooft niemand je meer. Sander doet dus altijd precies wat zijn vader en moeder willen totdat hij lekker aan het springen is op een springkussen op een parkeerplaats in Frankrijk. Zijn moeder roept hem, hij moet nu meteen komen want anders... rijden ze weg zonder hem. Maar Sander komt niet, hij heeft er genoeg van, een stemmetje binnen in hem zegt: 'Nou en?' Dus Sander springt lekker door. Maar als hij eindelijk gestopt is zijn papa en mama weg. Hij ziet hun auto nergens meer. Daar staat hij dan, midden in Frankrijk, helemaal alleen...

Maar Sander vindt het eigenlijk wel leuk, eindelijk zonder papa en mama. Maar hij krijgt wel honger en dorst maar heeft helemaal geen geld. Hij ziet een vrachtwagenchauffeur een lekker broodje eten en cola drinken. Daar krijgt hij nog meer trek van. 'Vraag of jij ook wat mag.' zegt het stemmetje en na lang twijfelen doet Sander dat. De chauffeur heet Bert en is heel aardig. Sander mag met hem mee, terug naar Nederland. Maar willen Sander en Bert dat eigenlijk wel?

Het wordt een heerlijk avontuur. Ze maken een mooi kampvuur en roosteren worstjes en slapen overal maar... Waarom zijn ze zonder de vrachtwagen in Bretagne? En waarom hebben ze aldoor schapen achter zich aan lopen? En zijn de ouders van Sander helemaal niet ongerust? En hoe kopen ze nou eten als ze geen Frans kunnen praten?

Een geweldig, vrolijk verhaal, ik denk dat ieder kind wel een beetje droomt van zo'n avontuur. Lekker in een mooie vrachtwagen rondrijden met een gezellige, aardige chauffeur die altijd lacht.
Het stemmetje helpt Sander steeds als hij iets moeilijk vindt. Eigenlijk is Sander best wel dapper en hij ontdekt dat hij zonder steeds die 'want anders' praatjes van zijn ouders veel meer leert!


ISBN 9789026125614 | Hardcover | 144 pagina's | Uitgeverij De Fontein | oktober 2008
Leeftijd: 7+

© Dettie, december 2008


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Krullen en blubbershampoo Krullen en blubbershampoo


Kalle wil een vader want hij heeft er geen. Hij heeft aan zijn moeder gevraagd waarom hij geen vader heeft maar die wilde dat niet zeggen. 'Je hebt mij toch?' zei ze toen. Kalle fantaseerde vaak over hoe zijn vader eruit zal zien... je had nette vaders en slordige vaders en nette slordige vaders én slordige nette vaders... hoe zou zijn vader zijn? Hij hoopte op een slordige vader.
Toen hij zeven was vroeg hij een vader voor zijn verjaardag maar hij kreeg een hond. Daar was hij ook wel blij mee maar toch had hij liever een vader gehad. Andere kinderen van zijn klas hebben ook geen vader maar ze hebben hun vader wel gekend, dat is toch anders...

Als ze vakantie hebben denkt Kalle dat ze wéér op de fiets naar de Veluwe gaan en hij wil ook wel eens naar Frankrijk of eens met een auto op vakantie, altijd maar in Nederland blijven is niets aan... als hij nou een vader had, vaders hebben auto's. Maar zijn moeder heeft wel een verrassing voor hem, als ze aankomen is het een échte camping met een winkeltje en een meer! Niet een veldje tussen de bomen met een kraan en een washok.
Daar ontmoet hij Kimberley en zij is het gekste en leukste meisje dat hij kent. Hij vertelt haar dat zijn vader uit Afrika komt en een beroemde voetballer is bij Ajax! Maar op een dag vertelt Kimberley dat zijn vader op de camping is...

Mooi verteld, meestal grappig en af en toe ontroerend. Kalle wil zo graag een vader maar z'n moeder wil het er steeds niet over hebben, totdat zij beseft dat Kalle ook recht heeft op haar verhaal. Er staan grappige zwart-wit illustraties bij van Barbara de Wolf. Leuk boek.


ISBN 9789026123801 | Hardcover | 96 pagina's | Uitgeverij De Fontein | juli 2007
Leeftijd: 8+

© Dettie, september 2007


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Oma's rommelkamer Oma's rommelkamer


Sofia is dol op haar oma. Ze is dan ook heel blij dat ze met de Kerstvakantie bij oma mag logeren, helemaal alleen, want haar papa en mama gaan een paar dagen naar de Ardennen.
Oma heeft een hekel aan dingen weggooien, ze bewaart echt alles, kopjes zonder oren, oren zonder kopjes, maar daar kun je fijn museumpje mee spelen, vindt Sofia. En van knopen kun je kettingen rijgen. Sofia slaapt ook heerlijk in het oude logeerbed, dat in oma's rommelkamer staat, en waar de Donald Ducks onder liggen, gekreukt en vaak zonder kaft. De kamer staat vol met dozen. Grote en kleine, vol met allemaal leuke dingen.
Oma vindt het nooit erg als Sofia rommel maakt, of knoeit, want dat doet ze zelf ook. Maar tijdens deze logeerpartij gaan er dingen fout: oma vergeet een kalkoen te bestellen voor Kerstmis, denkt ze, maar als ze er dan toch maar gauw een bestelt heeft, en ze gaan die halen bij de slager, dan blijkt ze er twee besteld te hebben..
En als ze de kerstboom gaan versieren samen, klimt ze op het trapje, maar durft er dan niet meer af..
Sofia vindt het allemaal niet zo erg, haar moeder vergeet ook wel eens wat. Maar oma is zelf verdrietig, omdat er steeds meer gaten bijkomen.

"Ik ben verdrietig,"zegt oma.
"waarom dan?"
"om de stukjes die kwijtraken", antwoordt oma.
Sofia kijkt oma verbaasd aan. "we kunnen toch een nieuwe kopen?"
"Een nieuwe wat?"
"Een nieuwe puzzel. Van Sneeuwwitje. Of van Winnie de Poeh."
"Ik heb het niet over Sneeuwwitje of over Winnie de Poeh, "zegt oma. "Ik heb het over mezelf. Ik voel me net een oude puzzel waar steeds meer stukjes van kwijtraken."


En als papa en mama terugkomen blijkt dat die zich ook zorgen maken, zoveel zelfs dat ze willen dat oma in een bejaardenhuis gaat wonen. Maar dan willen ze oma's huis verkopen en dan gooien ze alles wat oma wil bewaren weg. Natuurlijk kan Sofia het niet tegenhouden, maar ze heeft net als oma heimwee naar het oude huis. Gelukkig heeft ze van papa een doos met spulletjes mogen inpakken, oortjes zonder kopje, en kopjes zonder oortje.

Het is een boek met een lach en een traan. Er wordt allemaal niet zo zwaar over gedaan, al is het natuurlijk moeilijk voor Sofia, en voor haar oma. Maar ze weten er het beste van te maken, en, zegt Sofia, "als je iets vergeet, zijn er toch meer verrassingen?"
Heel leuk boek!

Voorlezen vanaf ca. 6 jaar, zelf lezen vanaf ca. 8 jaar


ISBN 9085760100 | Hardcover | 123 pagina's | Uitgeverij De Fontein | augustus 2005
Leeftijd: 8+

© Marjo, september 2006


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Alle Hens aan dek Alle Hens aan dek


Ik was al een tijdje op zoek naar een voorlees boek over Piraten en kwam dit boek tegen. Deze week gelezen en wat een grappig boek.

Gaat over Peter Paul (Pe Pe) die in een opstel op school geschreven had , dat hij graag piraat wilde worden en waarom.
De brief belandt in een fles in de vaart. Kort daarna krijgt hij flessenpost van Kapitein Krauw (die een papagaai blijkt te zijn) dat hij is aangenomen en de volgende dag kan beginnen. Hij laat een briefje voor zijn vader achter en komt aan boord, alwaar vier mede piraten zijn, hens 1, hens 2 en hens 4 (hens 3 is ooit overboord geslagen helaas, maar duikt later in het boek uiteraard weer op).
Pe Pe wordt vervolgens getraind tot een echte piraat (eerste les..niet tegen de wind in plassen), en beleeft vervolgens allerlei avonturen.

Fragment:
Peter-Paul schrijft voor school een opstel:
Wat ik wil worden en waarom:
PIRAAT
Omdat piraten sterk en dapper zijn.
Omdat ze spannende avonturen beleven.
Omdat ze een ooglap hebben.
Omdat ze een papegaai hebben, die kan praten.
Omdat ze altijd op zee zijn en nooit naar huis hoeven.
Omdat ze ook niet naar school hoeven (want ze leren alles van hun vader en van hun papegaai).
Omdat ze geen moeder hebben (want die is dood).
Omdat ze geen oppas hebben (want die hebben ze met stofzuiger en al opgesloten in het ruim).
Omdat ze vrienden hebben die ook piraat zijn en daarom durft niemand ze te pesten met hun grote oren.
Daarom wil ik piraat worden.
P.P.

Ik heb het nog niet aan de praktijk getoetst maar ik vond het zelf al helemaal geweldig, ....goed geschreven en vooral erg grappig.
Het word aangegeven vanaf 5 jaar voorlezen, vanaf 8 jaar zelf lezen. Ik denk dat voorlezen ook wel vanaf iets ouder kan.
Mijn enige kritiekpunt is dat de grapjes af en toe wel erg op de voorlezer gericht zijn en aan de kinderen voorbij gaan, maar verder... erg leuk boek!

Alle hens aan dek is door de Griffeljury met Vlag en Wimpel 2003 onderscheiden


ISBN 9789026126116 | Hardcover | 96 pagina's | Uitgeverij De Fontein | april 2009
Leeftijd: 8+

© Willeke, mei 2005


Lees de reacties op het forum en/of reageer: