Recensies Jeugd

Junior monsterboek 6 Junior monsterboek 6
Twaalf duivelse griezelverhalen, geschreven met bloed en tranen...


De schrijvers van deze bundel vol griezelverhalen zijn : Nico De Braeckeleer, Rob Baetens, Johan Deseyn, Tamara Geraeds, Marina Defauw, Kris Kowlier, Ronald Verheyen, Bart Mertens, Karel Smolders, Tom Bergs & Kris van der Sande, Marie Uiterwijk.

Marie Uiterwijk verdient (opnieuw) een speciale vermelding: zij is verreweg de jongste schrijver met haar veertien jaar. Maar wat nog specialer is, is het feit dat zij al twee keer de verhalenwedstrijd won, die iedere keer verbonden is met het verschijnen van een nieuw Monsterboek. En na die tweede keer werd zij een vaste medeschrijver. Haar verhaal gaat over twee jongen die tegen het verbod van hun ouders in gaan kamperen in het bos. Als daar vreemde dingen gebeuren gaat een van hen op zoek naar informatie. Waar doet hij dat? In de bibliotheek!! Dat vind ik zo leuk gevonden: het is dé plek om dingen te weten te komen’ schrijft Marie. Haar idee van haar verhaal is ook leuk, en niet al te gruwelijk uitgewerkt. Prima! Dit is tenslotte een bundel voor kinderen.

Ook de verhalen van de Nico de Braeckeleer en Tom Bergs & Kris van der Sande zijn eerder leuke en een beetje griezelige verhalen, maar dat van Karel Smolders is al een graadje erger. Toch is het gegeven niet enger: er is een foute burgemeester, die druk bezig is iedereen die hem niet aanstaat te laten verdwijnen. Hoofdpersoon is Juno, en al is zij een heks, het is erg spannend of zij wel tegen dat monster op kan!

Alle verhalen zijn leuk hoor, maar er moet er altijd een het leukste zijn, en een het minst leuk.
Bart Mertens, de illustrator van het boek, wint de prijs voor het leukste verhaal. Hij vertelt in het voorwoord bij zijn verhaal ook nog dat de omslagtekening geïnspireerd is op het fipronilei! Grappig!
Dat is zijn verhaal ook, over een meisje dat koekjes moet brengen naar oma. Zij trekt haar rode trui aan met dat kapje, ook rood natuurlijk. Het best wel enge verhaal gaat in die stijl verder, en met al die verwijzingen naar het bekende sprookje is dat gewoon erg leuk!

Het minst leuke is dat van Rob Baetens, over een soort vampier. Ik weet dat hij beter kan, dus waar ligt het dan aan dat ik ‘Nacht van een Pamvier’ niet zo geslaagd vind? Waarschijnlijk aan de hoeveelheid informatie, er gebeurt in de eerste helft van het verhaal vrij weinig. Als dat eenmaal voorbij gelezen is, komt het allemaal goed, dat wel!

Verhalen waarin oude legenden of spookverhalen in een nieuw jasje worden gestoken, of een eigentijds vervolg hebben vind ik altijd leuk. Het verhaal van Kris Kowlier is er zo een.
Een spannend verhaal met een griezelig, maar ook romantisch tintje.

En dan is er natuurlijk de nieuwe prijswinnaar: Hanne Goorickx, elf jaar oud. Zij schreef: 'Slangengefluister', het laatste verhaal in het boek. Een lekker eigentijds verhaal over een moedig meisje: In de krant wordt gewaarschuwd voor de waarzegster, die op de winterkermis staat met haar stand. Nadja gaat er toch heen. Natuurlijk gebeurt er iets akeligs, de waarzegster is echt een heks!!!

Het was weer lekker griezelen met deze twaalf verhalen!


ISBN 9789462420748 | Hardcover | 303 pagina's | Uitgeverij Kramat | oktober 2017
Leeftijd: 10+

© Marjo, 01 maart 2018


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Zarja en de uil van Orplid Zarja en de uil van Orplid


‘Hij hoorde in de verte een hond huilen.
En iets wat leek op een kreet.
Hij wist dat hij moest gaan.’


Zarja is een jong meisje dat op zoek is naar haar uil. Al drie dagen roept ze hem, en loopt ze zoekend rond. De uil verdween toen ze samen aan het water liepen, daar waar aan de overkant het spookeiland ligt. Dat eiland heet Orplid en de uil heeft haar verboden daar heen te gaan. Maar nu moet ze wel. Haar uil is vast daar.

Het dier is heel belangrijk voor haar, hij heeft haar opgevoed, omdat ze geen moeder had. Dus stapt Zarja naar de veerman, die haar tegen zijn zin overzet. Het is gevaarlijk, zegt hij.

‘Er wonen alleen nog maar een kluizenaar, wiens naam niemand kent, en een handjevol dwerggeesten.’
‘Dwerggeesten?’


En de veerman vertelt het verhaal over de mensenkoning en de elfenkoning. De koning van de elfen was verliefd op de koningin, en hij was erg jaloers. Toen de koning en de koningin een zoon kregen, gebeurde er iets vreselijks. Wat precies, dat vertelt hij niet, ze zijn aangekomen bij het eiland.

‘Wees voorzichtig, Zarja!’


Door het lezen van dit prachtige sprookje, dat gelukkig, in tegenstelling tot de meeste sprookjes, een goede afloop heeft, heb ik heel veel geleerd.

Sieb Posthuma kende ik wel. Hij was een bekend illustrator, schrijver en ontwerper. Helaas is hij al drie jaar niet meer onder ons en werd hij slechts 54 jaar. Maar ik kende de schrijfster niet, en ging op zoek.

Christianne Stotijn (Delft, 1977) is een Nederlandse mezzosopraan. Op haar site vind je ook informatie over de Stichting Orplid opgericht in 2013 dat tot doel heeft om vernieuwende muziekprojecten te bedenken en uit te voeren van zowel voor het bestaande en nieuwe concertpubliek als voor kinderen. Zij maakte samen met haar vaste begeleider Hans Eijsackers een voorstelling ‘De Uilenpriesteres van Orplid’ .

If The Owl Calls Again verwijst dan weer naar een gedicht van John Haines.

En de naam Zarja is vast ook niet voor niets. Het was in 1900 de naam van een Russische onderzoeksboot, waarmee Baron Toll en drie metgezellen naar het legendarische Sannikovland zochten.

Mocht al deze informatie je niet interesseren dan blijft er nog altijd een prachtig kleurrijk geïllustreerd boek over met een sprookjesachtig verhaal over een meisje en haar uil.


ISBN 9789025871468 | Hardcover | 48 pagina's | Uitgeverij Leopold | november 2017
Leeftijd: 10+

© Marjo, 27 februari 2018


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Berkie wil een kerstboom zijn Berkie wil een kerstboom zijn


Diep in het bos woont Berkie. Hij woont er al lang.
Toen hij nog klein was heeft de wind hem hiernaartoe
gewaaid. Zijn wortels hebben zich vastgezet in de
bosgrond, tussen de andere bomen.


De andere bomen zien er heel anders uit dan Berkie. Zij hebben een donkere stam en zijn donkergroen. Berkie is de enige met een witte bast en lichtgroene blaadjes aan zijn takken. Toch maakt het niets uit want Berkie, de berk, en de dennenbomen zijn dikke vrienden. Samen spelen ze en krijgen les op de bomenschool. De eekhoorntjes en vogeltjes maken het ook niets uit in wat voor boom ze spelen of nesten bouwen.

Maar in de winter wordt alles anders, dan genieten de dennen, maar Berkie niet. Hij is zelfs treurig want zijn vrienden weten dat ze mooie kerstbomen zullen worden, maar niemand wil een berk als Kerstboom. Berkie droomt ervan dat ook in zijn takken prachtig gekleurde ballen hangen en zijn kruin zal fonkelen met mooie lichtjes en dat er pakjes rond zijn stam liggen...

De dennenbomen proberen hem te troosten. Berkie heeft wel een prachtige witte bast die bijna licht geeft als de maan schijnt. En zo noemen ze nog een paar mooie dingen op over Berkie. Maar het helpt niet, Berkie blijft verdrietig. Zijn vrienden kunnen het niet aanzien en bedenken een prachtig plan.

Ach wat een schattig boekje en wat een lief kerstverhaaltje. Echt een verhaal om rond de kerstdagen voor te lezen.
De afbeeldingen zijn ook vertederend. Alle bomen hebben een gezichtje en de vriendelijkheid spat er vanaf. Berkie, het witte berkenboompje, valt mooi op met zijn heldere stam en frisse blaadjes. En bij de dieren zie je dat ze heel blij zijn met hun fijne bomen. Hartveroverend is het moment dat alle bomen zich naar de verdrietige Berkie toe buigen om hem te troosten. Je zou er zo tussen gaan staan zoveel warmte stralen ze uit.
Kortom, een geweldig koesterboekje.

Dit boekje is er een uit dePixiboeken serie. Pixi-boekjes zijn speciale miniprentenboeken (10 x 10 cm) die voor een miniprijsje te koop zijn. Ze bevatten een volwaardig verhaal én illustraties in kleur. Pixi’s verschijnen altijd in series en elke serie bestaat uit acht titels. Dit boekje is er een uit de Pixie serie 07 Kerst.


ISBN 9789050652490 | Paperback | 24 pagina's | De Vier Windstreken | september 2017
Afmeting 10 x 10 cm | Pixie nr. 050 | Leeftijd: 4+

© Dettie, 20 februari 2018


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Lampje Lampje


Dit bijzondere verhaal begint vrij gewoon: er is een jong meisje dat haar moeder moet missen en wegens onvermogen van haar vader hun huishouden draaiende houdt. Zoiets hebben we al wel vaker gelezen. Maar na een introductie over wie Lampje is, en hoe het komt dat zij dit avontuur gaat beleven, zijn wij lezers al van plan om dit vrij dikke boek in een adem uit te lezen!

Augustus is de vuurtorenwachter. Iedere avond moet het licht aangestoken worden, en iedere morgen moet het weer gedoofd worden. Het is een waarschuwing voor schepen op zee, want als er geen licht is, lopen ze op de rotsen. En dat gebeurt op een stormachtige nacht. Er was geen licht. Waarom heeft Augustus het licht deze avond niet aangestoken?

Daar zit het bijzondere van dit verhaal: het is niet de man die iedere dag eenenzestig treden op en af gaat om het licht te regelen, dat doet zijn dochter, Emilia, oftewel Lampje. Haar vader is waardeloos als vuurtorenwachter: hij drinkt te veel sinds het overlijden van zijn vrouw, twee jaar terug, en hij heeft ook maar één been. Lampje ging van school waar ze nog maar twee weken zat, toen haar moeder ziek werd, om thuis in de toren alles te regelen. Om eerst voor haar moeder, en daarna voor haar vader te zorgen. En ook dus voor het belangrijke licht in de vuurtoren.

Maar op de avond dat het verhaal begint, is ze vergeten lucifers te kopen! ’s Avonds, bijna te laat, gaat ze naar het dorp, en kan nog net een doos kopen, maar onderweg naar huis krijgt de wind vat op haar en haar mandje. Weg lucifers. En die nacht loopt er een schip op de rotsen.

‘Vijfduizend dollar,’ hoort ze de juffrouw opeens zeggen.
‘Ruim. En dat brengen die spulletjes van jullie niet op, hoor, vijfduizend dollar.’
Van schrik gaat Lampje overeind zitten. De poes springt verontwaardigd op de grond. ‘Vijfduizend d…? Dat hebben wij helemaal niet.’
‘Natuurlijk niet,’ zegt juffrouw Amalia. ‘Niemand heeft dat. Daarom moet er ook voor gewerkt worden, daar helpt geen lieve moeder aan. En werken kun je toch wel?’
‘Wat moet ik dan doen? Waar moet ik dan werken? N… niet gewoon thuis?’


Zo gebeurt het: terwijl vader Augustus opgesloten wordt in de toren - met voldoende lucifers voor zeven jaar! - moet zijn dochter gaan werken voor de de admiraal, eigenaar van het schip. Zeven jaar lang.
In het huis waar ze heen gebracht wordt is, woont een monster. Tenminste, dat zeggen ze in het dorp, want iedereen die er werkte is er weggelopen. Er is alleen nog een huishoudster met haar verstandelijke beperkte zoon en een klusjesman. En iemand of iets in die kamer waar het meisje Lampje niet naar binnen mag.

Natuurlijk doet ze de deur toch open. En dan ontspint zich een wonderlijk sprookjesachtig verhaal over dapperheid, over de ander accepteren zoals hij is, een avontuur waarin je helemaal verdwijnt. Hoe zal het aflopen met dat moedige maar nog zo jonge meisje, dat moet opboksen tegen een realiteit die niet bepaald alledaags is?

Het is prachtig geschreven jeugdboek en dit is een debuut! Nu heeft Annet Schaap natuurlijk als illustratrice al heel wat boeken gelezen maar dat wil nog niet zeggen dat je zelf ook kunt vertellen. Nou: dat kan ze!
Ze schrijft bijzonder beeldend, filmisch, met een mooi taalgebruik en inzicht in de psychologie van de personages. Lampje is meestal het vertelperspectief, maar soms ook is het haar vader, of de huishoudster, en het werkt heel goed om af en toe vanuit een volwassen standpunt naar de gebeurtenissen te kijken. Daardoor hou je grip op de realiteit.
Een lekker ouderwets dus tijdloos avontuur.


ISBN 9789045120379 | Hardcover | 328 pagina's | Querido | november 2017
Leeftijd: 10+

© Marjo, 20 februari 2018


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Fladder, fladder, vleermuis Fladder, fladder, vleermuis


Een Pixie boekje (10 x 10 cm) op rijm over een jongetje dat 's nachts bij volle maan lekker aan het rondvliegen is met een vleermuis. Ze zwieren samen in het rond. Onderweg krijgen ze o.a. een tijdje gezelschap van een heleboel vuurvliegjes en even later zien ze een kat verwonderd kijken naar het stel.
Als ze moe zijn gaan ze even 'opsekop' hangen tot ze weer uitgerust zijn.
Maar het jongetje vindt het soms ook wel een beetje griezelig zo in het donker.

Vleermuis stop! Zie jij dat ook?
Die boom daar lijkt zo net een spook!
Ik voel me een beetje bang en klein...
't Is maar goed dat we hier samen zijn.


Frappant is wel dat het jongetje op de volgende bladzijde met een spook aan het spelen is!

Het verhaaltje is aardig maar niet spannend. Het kabbelt een beetje voort. Mogelijk kan dat ook aan de vertaling liggen, want daar waar Daniel Kratzke in mooi rijmend en ritmisch Duits het verhaal vertelt, is het eindrijm in het Nederlands soms wat vergezocht en zijn de zinnen niet altijd even mooi. Het verband van het verhaal raakt zo wat zoek. Met het ritme zit het gelukkig wel goed. Toch is het altijd jammer als een vertaling wat afbreuk doet aan het origineel, hoewel het natuurlijk wel erg lastig is om rijmende korte teksten goed te vertalen.
De afbeeldingen zijn vriendelijk en voornamelijk in grijstinten, met als kleuraccent de pyjama en cape van het jongetje.

Persoonlijk vind ik het een van de mindere boekje uit deze serie, maar het kan niet altijd feest zijn natuurlijk.

Dit boekje is er een uit de Pixiboeken serie. Pixi-boekjes zijn speciale miniprentenboeken (10 x 10 cm) die voor een miniprijsje te koop zijn. Ze bevatten een volwaardig verhaal én illustraties in kleur. Pixi’s verschijnen altijd in series en elke serie bestaat uit acht titels. Dit boekje is er een uit de Pixie serie 06 griezelen.


ISBN 9789050652438 | Paperback | 24 pagina's | De Vier Windstreken | september 2017
Afmeting 10 x 10 cm | Pixie nr. 044 | Vertaald door Merel de Vink | Leeftijd: 4+

© Dettie, 20 februari 2018


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Hoe niemand mij geloofde en ik bijna alles verloor Hoe niemand mij geloofde en ik bijna alles verloor


De twaalfjarige Iris is echt wat je noemt een paardenmeisje. Ze is extra blij met haar verzorgpony Binkie, omdat haar ouders, die een pannenkoekenrestaurant runnen, steeds minder tijd hebben voor hun kinderen. Haar broertje Sep lijkt niet te lijden onder het gebrek aan aandacht, maar hun oudste zus Alex doet steeds gekkere dingen, die behoorlijk opvallen: ze heeft piercings, doet hele bijzondere make-up op, en scheert zelfs haar hoofd half kaal. Haar ouders reageren nauwelijks. Pas als ze haar rapport overhandigt en aankondigt dat ze van school gaat, komt er enige reactie.

Iris weet dat allemaal, en ze aarzelt des te meer om haar eigen problemen bij haar ouders neer te leggen. Want problemen heeft ze. ‘Zeg het nou tegen je ouders’, pusht Lara haar. Lara is haar beste vriendin en de enige die weet dat Erik, de eigenaar van de verzorgpony handtastelijk is. Hij dringt Iris tegen een muur zodat ze niet weg kan, hij bedreigt haar. Iris wordt er wanhopig van: ze wil dit niet, en probeert de man zoveel mogelijk uit de weg te gaan. Maar hoe kan ze dan voor Binkie zorgen? Die moet iedere dag naar buiten, en de stal moet uitgemest worden! Erik doet dat werk niet. Expres niet natuurlijk.

‘Ik voel Erik overal in de kamer, ook al is hij er niet. Wanneer ik mijn ogen open, zie ik hem, en wanneer ik ze dichtdoe ook. De hele tijd zie ik zijn harde blauwe ogen voor me en zijn brede schouders. Ik voel me klein en kwetsbaar, als een mier in een zandbak met kleuters.’


Het is duidelijk dat er iets gebeuren moet. De pogingen om het papa te vertellen mislukken. Erik is ook al 30 jaar diens beste vriend! Hij zou het toch niet geloven!
Ze vertelt het tegen haar zus. En die is niet voor een gat te vangen. Ze bedenkt een plannetje. En ja, die opzet slaagt. Maar de gevolgen zijn ook heel erg. Thuis verandert er heel veel. En het ergste is dat Binkie ineens weg is! Iris is ontzettend verdrietig. Je zou misschien denken dat haar nieuwbakken vriendje Daan een vervanger is, maar voorlopig is het meisje nog zo jong dat de pony meer voor haar betekent dan wie ook. Er worden wel oplossingen gevonden, maar dat zijn niet de goede…

Natuurlijk gaat het boek over paarden, de schrijfster is tenslotte Gertrud Jetten, bekend om haar series over paardenmeisjes. En we lezen ook wel over rassen en krijgen tips. Maar het thema ongewenste intimiteiten en wat er aan te doen staat toch het meest op de voorgrond. De wanhoop, de (tijdelijke) oplevingen, en dan weer het verdriet wordt allemaal heel goed weergegeven. En niet te vergeten de schuldgevoelens zoals een slachtoffer die altijd krijgt.

Iris is echt een meisje van twaalf, een puber. School is belangrijk, de eindmusical in groep 8 en haar vriendje, allemaal heel belangrijk, maar Binkie is echt alles voor haar. We lezen hoe ze moed verzamelt, om het te vertellen, aan haar ouders en aan de psycholoog. En hoe ze alle ellende verwerkt.

Achter in het boek staan adressen vermeld waar kinderen terecht kunnen met hun vragen over dit onderwerp. Ook kunnen ze hier hulp krijgen wanneer ze misbruik vermoeden of zelf worden misbruikt.

Het is een mooi vormgegeven boek. De bladspiegel is ruim; boven de vrij korte, dus behapbare hoofdstukken staan leuke versierinkjes en de omslag is een mooie foto met positieve uitstraling. Alles komt vast wel goed dan...


ISBN 9789020624793 | Hardcover | 196 pagina's | Uitgeverij Kluitman | september 2017
Leeftijd: 10+

© Marjo, 01 maart 2018


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Kas bij de tandarts Kas bij de tandarts


Daar is die leuke Kas weer! De vorige keren dat we over hem lazen mocht hij o.a. bij opa en oma logeren en een andere keer was hij een beetje ziek. Gelukkig is hij weer helemaal beter en dat is maar goed ook want deze keer mag Kas namelijk voor de eerste keer naar de tandarts. Zijn handpop Kroko de krokodil mag mee, die heeft natuurlijk ook een heleboel tanden...

We zien Kas van tevoren druk bezig met zijn tanden extra goed te poetsen. ‘Kijk eens, Kroko! Zijn mijn tandjes al schoon voor de tandarts?’ Vraagt hij. Maar Kroko zegt natuurlijk niets terug. Mama wel, zij zingt zelfs een tandenpoetsliedje waardoor Kas precies weet hoe hij zijn tanden schoon kan krijgen.

De tandarts is heel aardig. Hij kijkt eerst maar eens Kroko's tanden na en die mag zijn tanden wel eens wat beter poetsen. Dan is Kas aan de beurt en wat zegt de tandarts? ‘Ik zie het meteen, jij poetst je tandjes wel!’ De tandarts is helemaal blij en Kas ook! Hij vindt het heel leuk bij de tandarts vooral als hij ook nog eens een prachtige nieuwe tandenborstel krijgt.

Thuis probeert Kas ook Kroko's tanden te poetsen, maar of dat helemaal goed gaat is nog maar de vraag. Gelukkig is mama er nog, en zoals bijna alle mama's oplossingen weten te bedenken, weet de mama van Kas dat ook. En zo loopt alles toch nog goed af.

Pauline Oud heeft de gave om in tekst en tekeningen allerlei onderwerpen op een eenvoudige manier weer te geven zodat kinderen precies zien en weten wat ze te wachten staat. In dit vrolijk geïllustreerde boekje zien we hoe de tandarts, zijn kamer en attributen eruit zien. Ook vertelt Pauline Oud dat de stoel en het hoofdeinde naar beneden gaat zodat je komt te liggen. Daarna zien we de tandarts (met monddoekje) de mond van Kas nakijken met het bekende spiegeltje en wasbakje. Zelf het mondspoelen na afloop wordt niet vergeten! Door Kroko de handpop ook in het verhaal op te nemen wordt het een speels en grappig geheel.
Erg leuk gedaan.

Voor- en achterin het boek staan verder nog enkele leerzame vragen zoals:
Waarmee poetst Kas zijn tanden?
Wat krijgt Kas van de tandarts?
Waarmee bekijkt de tandarts alle tanden?

Kortom, opnieuw een uitstekend boek van Pauline Oud. Hopelijk volgen er nog veel meer!


ISBN 9789044831665 | Hardcover | 27 pagina's | Clavis Uitgeverij | oktober 2017
Leeftijd: Vanaf 30 maanden

© Dettie, 27 februari 2018


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Aristoteles & Dante ontdekken de geheimen van het universum Aristoteles & Dante ontdekken de geheimen van het universum


‘Alhoewel de zomers meestal zon en hitte brachten, gingen ze voor mij over de regen die kwam en ging. En die me altijd achterliet met het gevoel dat ik alleen was.
Voelden alle jongens zich eenzaam?
De zomerzon was niet bedoeld voor jongens zoals ik. Jongens zoals ik hoorden in de regen.’


Het verhaal van de vriendschap tussen twee jongens wordt verteld door een van hen, Aristoteles. Vijftien is hij als hij de even oude Dante ontmoet. Dante is een goedlachse gevoelige jongen, die graag op blote voeten loopt…
Het tegenovergestelde van wat Ari is. Dat is een sombere, bozige tiener, die vooral bezig is het scherm dat hij om zich heen heeft opgericht in stand te houden. In de loop van het verhaal wordt het diverse keren geopperd: ‘ga in therapie’.

‘Ik was vijftien.
Het kon me allemaal niks schelen.
Ik voelde me kut.
Van mij mocht die stralende zon het blauw van de lucht laten smelten, zodat de hemel er net zo ellendig uit zou zien als ik me voelde.’


Dat is normaal, toch? Hij is een tiener! Het is normaal dat tieners wisselende stemmingen hebben. Onder invloed van hormonen zijn ze de ene keer verstandig en een andere keer niet voor rede vatbaar en barsten ze uit in een onverklaarbare woedeaanval. Ari’s boosheid gaat verder dan buien onder invloed van hormonen.

Zijn ouders begrijpen hem niet. What’s new? Maar er is meer aan de hand. Het is niet alleen het zwijgen van zijn vader, die met onverwerkte trauma’s zit van de Vietnamoorlog; het is niet het gezamenlijk zwijgen van de ouders over hun andere zoon, de elf oudere Bernardo die in de gevangenis zit; het is niet alleen dàt: Ari is gewoon boos, en hij weet zelf niet waarom hij zo boos is. Op zichzelf. Op de wereld.

Dante brengt verandering. Met hem kan Ari lachen, met hem wordt gepraat, echt gepraat. Samen ontdekken ze de geheimen van het universum, hetgeen betekent dat ze antwoorden proberen te vinden op hun levensvragen.
Verschillende keren worden ze in hun vrij rustige leventje opgeschrikt, en moeten ze zich aanpassen en opnieuw hun weg zien te vinden. Dan blijken ze toch ook geheimen voor elkaar te hebben.

Het verhaal speelt in 1987, in El Paso, een stad in Texas, waar de bevolking voor een groot deel uit mensen van Mexicaanse afkomst bestaat. Dat is best belangrijk om dit in je achterhoofd te houden, gezien de sociale kwesties die aangeroerd worden. Toch vertelt dit boek vooral het verhaal over vriendschap, over volwassen worden en dat is universeel. Want daar hoort ontluikende seksualiteit bij, meisjes, drank en drugs.
Grappig is het hoe de schrijver zijn hoofdpersonen hun naam waar laat maken: Aristoteles is de denker van de twee, terwijl Dante kunstzinnig is.

Een ontroerend verhaal met veel humor en scherpe zeer realistische dialogen. Het zal zeker veel jongeren aanspreken.

Benjamin Alire Sáenz (1954 Old Picacho, New Mexico) schreef eerder kinderboeken, nog een aantal YA-romans en gedichtenbundels. Die poëzie vinden we zeker terug in Aristoteles en Dante’.


ISBN 9789463491105 | Hardcover | 352 pagina's | Blossom Books | juni 2017
Vertaald uit het Engels door Aimée Warmerdam | Leeftijd: 15+

© Marjo, 20 februari 2018


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De wagen van Spijker De wagen van Spijker


Ook dit AVI E4 deeltje uit de serie Zelf lezen over Lang geleden... zit, zoals we inmiddels gewend zijn, weer vol informatie over een historisch figuur. Deze keer zijn het er zelfs twee en wel de gebroeders Hendrik en Jacob Spijker.

De inspiratie voor hun latere werk, het ontwerpen van auto's, deden ze op bij de werkplaats van hun vader. Die was namelijk smid en naast het plaatsen van hoefijzers voor de paarden maakte hij ook wagens en koetsen. Later deden de jongens hetzelfde. Ze hadden het erg druk en bouwden zelfs een grotere werkplaats, ofwel een fabriek.

Maar op een dag zien ze iets heel bijzonders, er rijdt een soort kar door de straat, maar dan zonder paard! Dat is dus de eerste keer dat ze een auto zien. En ze weten gelijk dat daar hun toekomst ligt... Maar eerst mogen ze nog een prachtige gouden koets maken, een koets die nu nog bekend is en nog steeds gebruikt wordt door de huidige koning en koningin. Daarmee verdienen ze zoveel geld dat ze een auto kunnen kopen! maar daar gaan ze niet in rijden... nee ze halen hem uit elkaar zodat ze zien hoe hij gemaakt is. Ze gebruiken de auto als voorbeeld voor hun eigen ontwerp...

'Als het lukt, gaan we auto's verkopen.'
'Hoe noemen we de auto dan?'
'Spyker,' zegt Jacob'.
'Spyker met een ij zonder puntjes.
Dat staat mooi.'


En zo begint de autocarrière van de gebroeders Spijker. Later beleven ze nog een heleboel met hun beroemde wagens en ook dat kunnen we in dit boekje lezen.

Het blijft leuk om op deze eenvoudige manier toch heel veel te weten te komen over het leven en werk van deze broers. De afbeeldingen zijn daarbij onmisbaar, deze maken van het verhaal een geheel. Ik hoop dat het duo De Wolf & Van Dam nog lange tijd doorgaan met hun geweldige boekjes. Je zou ze eigenlijk moeten verzamelen.

Zie ook het inkijkexemplaar


ISBN 9789000354672 | Hardcover | 32 pagina's | Van Holkema & Warendorf | september 2017
Leeftijd: 7+ | AVI E4

© Dettie, 20 februari 2018


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De witte stip De witte stip


Onesmus Malandi woont in een dorpje in Kenia. Voetballen is zijn lust en zijn leven. Als het even kan volgt hij stiekem de trainingen van de voetbalschool Ndoto Ni, wat 'Dromen bestaan' betekent. En dromen doet Onesmus... Hij wil later naar Engeland om mee te doen aan de Premier League.

Maar Ubora, de directeur van de voetbalschool even verderop wil Onesmus talent niet onder ogen zien, sterker nog, hij verbiedt Onesmus de entree op de trainingsvelden. De directeur heeft namelijk zijn eigen dromen. Hij wil dat zijn eigen zoon gekozen wordt door de scouts die regelmatig komen kijken of er nog nieuw talent is te vinden. En als Onesmus mee zou doen in de wedstrijden dan kon zijn zoon het wel vergeten, Onesmus is veel te goed!

Ook al weet Onesmus dat zijn ouders de school niet eens kunnen betalen, hij blijft toch hopen en geloven dat hij op een dag zijn droom waar zal kunnen maken, eens zal het gebeuren dat ze zien hoe fantastisch hij speelt. En die kans krijgt hij ook! De beste spelers van de voetbalschool moeten namelijk tegen een aantal jongens van het dorp spelen, zodat de getrainde voetballertjes goed opvallen tussen de slechte spelers natuurlijk.
Jongens kunnen zich voor een test aanmelden bij Habo, een van de trainers van de school. De beste spelertjes zullen geselecteerd worden. En zo komt het dat Onesmus en zijn goede vriend Jamar eindelijk wèl op het trainingsveld van de school mogen komen. Ze kunnen hun geluk niet op als blijkt dat ze gekozen zijn uit de lange rij met jongens die ook graag verder willen komen met voetballen.

Het is voor de jongens best vreemd om met een echte voetbal te spelen in plaats van een bal gemaakt van oude lappen. Ook krijgen ze echte voetbalschoenen en een echt voetbaltenue. En dat mogen ze allemaal nog houden ook! Dat alleen is al geweldig.

Natuurlijk valt het prachtige spel van Onesmus en Jamar op. Ze spelen de sterren van de hemel in zoverre dat gaat met een ongetraind team. De scouts zijn enthousiast. Maar de jongens hebben buiten de macht van de directeur gerekend. Die heeft nog een paar vervelende trucjes voor de jongens bedacht...

Ondertussen loopt het thuis bij Onesmus ook niet zo lekker. Zijn straatarme ouders werken elke dag heel hard op het land en nu is de oogsttijd aangebroken. Onsemus móet helpen en dat kan nu net niet. Als hij niet op de training verschijnt dan is het einde oefening. Dan kan Onesmus een glanzende voetbalcarrière wel vergeten. Onsemus is in heftige tweestrijd. Wat te doen?

Gerard van Gemert kan als geen ander een lekker spannend voetbalverhaal met een persoonlijk tintje schrijven. Bovendien heeft hij een prettige, beeldende vertel'stem'. Je ziet de jongens voor je en voelt de spanning van Onesmus en Jamar tijdens de trainingen en de wedstrijden.
Dit verhaal heeft dit bovenstaande ook weer allemaal in zich. Het bijzondere is echter dat het zich dit keer afspeelt in een klein plaatsje Kenia waardoor je terloops geïnformeerd wordt over de armoede en woonomstandigheden van de mensen die daar wonen. Vooral de blijdschap van de jongens rond hun nieuwe kleding en schoenen is iets om even bij stil te staan. Allemaal dromen ze van een beter bestaan en voetballen biedt ze die mogelijkheid... Dit is subtiel en mooi weergegeven door de schrijver.

Gelukkig komt er nog een vervolg want ik ben inmiddels erg benieuwd hoe het de jongens zal vergaan op hun weg naar de grote voetbalwereld.


ISBN 9789044831160 | Hardcover | 143 pagina's | Clavis Uitgeverij | november 2017
Leeftijd: 11+

© Dettie, 20 februari 2018


Lees de reacties op het forum en/of reageer: