De wagen van Spijker
Tekst: Arend van Dam
Illustraties: Alex de Wolf
Ook dit AVI E4 deeltje uit de serie Zelf lezen over Lang geleden... zit, zoals we inmiddels gewend zijn, weer vol informatie over een historisch figuur. Deze keer zijn het er zelfs twee en wel de gebroeders Hendrik en Jacob Spijker.
De inspiratie voor hun latere werk, het ontwerpen van auto's, deden ze op bij de werkplaats van hun vader. Die was namelijk smid en naast het plaatsen van hoefijzers voor de paarden maakte hij ook wagens en koetsen. Later deden de jongens hetzelfde. Ze hadden het erg druk en bouwden zelfs een grotere werkplaats, ofwel een fabriek.
Maar op een dag zien ze iets heel bijzonders, er rijdt een soort kar door de straat, maar dan zonder paard! Dat is dus de eerste keer dat ze een auto zien. En ze weten gelijk dat daar hun toekomst ligt... Maar eerst mogen ze nog een prachtige gouden koets maken, een koets die nu nog bekend is en nog steeds gebruikt wordt door de huidige koning en koningin. Daarmee verdienen ze zoveel geld dat ze een auto kunnen kopen! maar daar gaan ze niet in rijden... nee ze halen hem uit elkaar zodat ze zien hoe hij gemaakt is. Ze gebruiken de auto als voorbeeld voor hun eigen ontwerp...
'Als het lukt, gaan we auto's verkopen.'
'Hoe noemen we de auto dan?'
'Spyker,' zegt Jacob'.
'Spyker met een ij zonder puntjes.
Dat staat mooi.'
En zo begint de autocarrière van de gebroeders Spijker. Later beleven ze nog een heleboel met hun beroemde wagens en ook dat kunnen we in dit boekje lezen.
Het blijft leuk om op deze eenvoudige manier toch heel veel te weten te komen over het leven en werk van deze broers. De afbeeldingen zijn daarbij onmisbaar, deze maken van het verhaal een geheel. Ik hoop dat het duo De Wolf & Van Dam nog lange tijd doorgaan met hun geweldige boekjes. Je zou ze eigenlijk moeten verzamelen.
Zie ook het
inkijkexemplaar
ISBN 9789000354672 | Hardcover | 32 pagina's | Van Holkema & Warendorf | september 2017
Leeftijd: 7+ | AVI E4
© Dettie, 20 februari 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer:
Onze vakantie
Blexbolex
"Blexbolex (Frankrijk, 1966) doorliep de kunstacademie met de intentie een schilder te worden. Uiteindelijk ontdekte hij andere talenten en verliet hij de academie als zeefdrukkunstenaar. Vandaag werkt hij als illustrator en striptekenaar. Zijn werk is geïnspireerd door vintage design: hij mixt oude afdrukmethoden met nieuwe technieken en komt zo tot nieuwe, verrassende interpretaties. Als grafisch genie ontving hij de prestigieuze prijs Best Book Design of the World 2009 (het mooiste boek van de wereld) van de jury op de Leipziger Buchmesse voor zijn boek Allemaal mensen.
Voor het boek Seizoenen werd hij in Nederland bekroond met het Gouden Penseel."
In
Onze vakantie gebruikt Blexbolex (pseudoniem van Bernard Granger) opnieuw zijn speciale illustratietechnieken wat heel bijzondere afbeeldingen oplevert. Het boek is net als Allemaal mensen tekstloos en ik vraag me af of dat een goede beslissing is geweest. Het verhaal dat Blexbolex neerzet is namelijk niet zo makkelijk en op vele manieren interpreteerbaar.
We zien een meisje dat met veel plezier in een prachtige tuin aan een meer aan het spelen is. Ze wordt geroepen door haar opa en er verschijnt een klok in beeld.
Al gauw zien we dat ze langs de spoorlijn naar een station, genaamd Stramine, lopen. De klok tikt door... Op het station wacht een olifantje met kapiteinspet op zijn kop en een tas met golfclubs op zijn rug. Het meisje is er niet blij mee. Ze wil niet dat de aandacht van haar opa ook naar het olifantje gaat. Tijdens het eten is ze boos dat het olifantje aan tafel zit en morst met eten en drinken. Kortom, het meisje is razend jaloers.
Het olifantje is vriendelijk en probeert te spelen met het meisje, maar zij kijkt stuurs. Ze kan niet uitstaan dat het olifantje plezier maakt met opa. Ze pakt zijn bal af, giet water over zijn kop met de gieter maar wordt razend als hij haar vervolgens nat spuit. Ze slaat hem zelfs. Waarop het dier wegloopt... Hij heeft er genoeg van.
Vervolgens zien we opa zoeken naar het olifantje en op de afbeeldingen zien we het meisje ineengedoken zitten omdat ze bang is dat haar opa iets overkomt. Gelukkig gebeurt dat niet.
Tot zover is het verhaal goed te volgen maar daarna wordt het een mysterieus geheel. Opa neemt ze mee naar een soort kermis, we zien een jongetje maar wie hij is en wat hij betekent is mij niet duidelijk. Je kunt er alle kanten mee op. Uiteindelijk trekt het meisje dankzij haar jaloersheid aan het kortste eind. Tenminste dat maak ik er uit op. Maar zoals gezegd, echt duidelijk is het me niet. Er is op gegeven moment brand, of is het een vreugdevuur? Geen idee. En zo zijn er meer dingen in het laatste deel van het boek dat ik niet begrijp.
Voor mij is het boek dus te abstract, te interpreteerbaar. Maar dat wil niet zeggen dat het niet mooi is. De afbeeldingen zijn stuk voor stuk kleine kunstwerkjes in prachtige kleuren. En wie weet wat kinderen voor prachtige verhalen in de afbeeldingen zien... Dàt zal de grote verrassing zijn bij het bekijken van dit boek.
ISBN 9789044831252 | Hardcover | 120 pagina's | Clavis Uitgeverij | november 2017
Afmeting 22,3 x 16,4 cm | Leeftijd: 6+
© Dettie, 13 februari 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer:
Op stap met De Roskam
Tekst: Vivian den Hollander
Illustraties: Saskia Halfmouw
Extra veel leesplezier voor de kinderen die er van houden om over paarden te lezen: één boek, maar drie verhalen: Naar buiten!, Pony in nood en Slapen in een stal.
In alle drie de verhaaltjes is Paulien de hoofdpersoon. Zij krijgt paardrijles in manege De Roskam. Nou ja, ze rijdt nog op een pony, er is geen leeftijdsaanduiding, maar ze is nog een kind. Maar in het eerste verhaal vindt de leraar, Kees, dat ze al heel goed rijden. Tijd voor een buitenrit, vindt hij. Zal dat wel goed gaan? Niet alleen voor de kinderen, ook voor de pony’s is het erg spannend. Dat blijkt wel als ze een straatweg moeten oversteken. Er kan een heleboel fout gaan…
In
Pony in nood ziet Paulien een klein paard in de wei staan dat meteen haar aandacht trekt. Het dier ziet er helemaal niet goed uit, zo mager en zijn vacht is dof. Al brengt ze het paardje in de dagen erna wortels en brood, het gaat duidelijk steeds slechter met hem. Daar moet een dierenarts naar kijken. Maar wie is dan de eigenaar van dat paard? En waarom zorgt die er niet voor?
Verhaal nummer drie is een verhaal over een ponykamp. Zoals dat vaak gaat op zo’n kamp wordt er een spookverhaal verteld. En daarna gaan ze slapen. Ja, daar komt weinig van terecht! Zeker als ze dan ook nog vreemde geluiden horen! En de volgende nacht een speurtocht, dat is ook nogal eng.
Lekker spannend verhaal!!
De boeken zijn geschreven voor kinderen die al goed kunnen lezen, meestal is dat aan het eind van groep 4. AVI-E4 niveau dus. Vivian den Hollander heeft al heel wat boeken geschreven over de pony’s van de Roskam en Paulien. En op verschillende niveaus. Ze weet heel goed hoe ze haar woorden en zinnen moet kiezen. Er staan wel wat moeilijke woorden in, die vrijwel allemaal te maken hebben met paarden (drachtig, stijgbeugels), maar omdat deze boeken toch vooral ook gelezen worden door kinderen die van pony’s en paarden houden, zal dat geen grote problemen geven.
ISBN 9789000354085 | Hardcover | 96 pagina's | Van Holkema & Warendorf | november 2017
Leeftijd: 7+ | AVI E4
© Marjo, 13 februari 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer:
Werk aan de winkel
Folkert Oldersma
In een dorp waar iedereen iedereen kent, wonen ook Brit en Boris.
‘Boris is mijn vriend. Al vanaf dat we peuters waren, zijn we zo goed als altijd samen. Tenminste tot voor kort. De laatste tijd zag ik hem minder vaak. Hij heeft natuurlijk zijn eigen dingen, maar die had hij vroeger ook. Het was net of er meer afstand tussen ons was gekomen Het voelde soms wat ongemakkelijk. Volgens mij had dat te maken met het feit dat sommige kinderen smoesden dat we verkering hadden.’
Maar echt, zegt Brit: we zijn vrienden. Meer niet. Ze doen gewoon veel samen.
Als zij ontdekken dat Onno, die een winkel heeft in kunstspulletjes die hij zelf maakt, in de problemen zit, moeten ze hem natuurlijk helpen. Terwijl Onno nog in het ziekenhuis ligt omdat hij geopereerd moet worden, hebben Brit en Boris vrij spel: ze roepen de hulp in van hun dorpsgenoten die allemaal willen helpen. Allemaal, behalve die ene.
Ja, want er is iemand die er baat bij heeft als Onno zijn winkeltje moet opdoeken, en die persoon is nog gemeen ook. Hij probeert er met alle macht voor te zorgen dat de plannen van Brit en Boris niet lukken.
Een mooi verhaal over twee kinderen op de rand van volwassen worden. Want terwijl Brit hierboven geciteerd wordt, zegt Boris dit:
‘Verkering hebben we niet, al vind ik Brit toevallig wel de meest geweldige meid van de hele wereld. Ik zou best verkering met haar willen. Maar tegelijkertijd ook weer niet, want dat zou te vele gedoe zin. Verkering kan uitgaan en dan zou ik haar kwijtraken.’
De twee kinderen vertellen het verhaal om en om, hetgeen duidelijk wordt door hun getekende aanwezigheid boven de hoofdstukken. Een dubbel perspectief dus, dat maakt het verhaal nog levendiger, terwijl er een heleboel gebeurt waardoor je geboeid doorleest. Zal het de twee lukken om Onno te helpen?
Behalve dit leuke verhaal kan de lezer allerlei weetjes opdoen, en in het laatste hoofdstuk vind je nog meer tips over ondernemen. Met hulp van Brit en Boris kan je iets heel leuks opstarten, in de klas bijvoorbeeld.
Folkert Oldersma (Leeuwarden) is inmiddels opa van twee kleinzonen, en kent de belevingswereld van kinderen heel goed. Het plan is een serie rond het duo Brit en Boris te schrijven.
ISBN 9789044830903 | Hardcover | 102 pagina's | Clavis Uitgeverij | november 2017
Leeftijd: 8+
© Marjo, 13 februari 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer:
Operatie red een goudvis
De Beestenbus: Deel 1
Tekst: Victoria Farkas
Illustraties: Kees de Boer
‘Ik heb nog nooit zoiets verschrikkelijks gehoord,’ zei Ferdinand.
De anderen waren het met hem eens.
‘Dierenflats waarin vijftienduizend dieren gepropt kunnen worden,’ zei boer Willem.
‘Kleinere hokken dan ooit’, verzuchtte Fietje.
‘Gouden tralies om het geluk mee af te dwingen! Het moet niet gekker worden,’ vulde boer Willem Fietje aan.
‘Schokstokken,’ zei Raaf somber.
De anderen knikten stilletjes.
Suyckerbuyck, met zo’n naam verwacht je een deftige dame, een mooi huis en keurig opgevoede kinderen. Niet dat Raaf niet netjes opgevoed is, maar hij woont met zijn ouders in een gifgroene bus die al veertig jaar oud is. Ze hebben geen vast woonadres, want moeder Suyckerbuyck kan nogal eens verzeild raken in hooglopende kwesties. Ze is dierenarts en maakt ruzie als ze vindt dat mensen hun dieren niet goed behandelen. Haar man is dierenmasseur, en Raaf heeft een rariteitenkabinet.
Hij is net bezig een vlinder klaar te maken voor zijn verzameling als hij zijn moeder ruzie hoort maken. Ze is bezig met een hond die – net als het baasje - veel te dik is.
Zijn vader en Raaf kijken elkaar aan: dat wordt weer verhuizen! Ze pakken hun spullen, verzamelen hun dieren – hond, katten, konijnen en kippen - en vertrekken. Voor de zoveelste keer.
Raaf moet wel heel erg naar de wc, en die in de bus is kapot. Als ze een hotel zien, zegt moeder dat zij en papa boodschappen gaan doen, dan kan hij even dat hotel in. Maar daar staat een deftige portier en die laat geen vieze jongetjes binnen. Gelukkig logeert er een eigenwijs meisje in het hotel: Fietje. Zij helpt hem met de wc, maar ook met de operatie goudvis. Want wie houdt er nu visjes in een champagneglas!
Niet veel later ontmoeten de Suyckerbuyckjes boer Willem, die in een vervallen boerderij voor enkele dieren zorgt. Boer Willem heeft een akelige broer, met snode plannen. Plannen die verijdeld moeten worden! Want zeg nou zelf: beestenflats? Echt niet!
De lezers van Otje (Annie M G Schmidt) zullen het een en ander herkennen in dit leuke verhaal. Raaf is vast door Otje geïnspireerd. En nu maar hopen dat ook Raaf meer avonturen mag beleven en dat we die allemaal kunnen lezen!
Leuke tekeningen, en ook de binnenkant van de kaft trekt meteen de aandacht: al die leuke dieren!
Victoria Alexandra Farkas (Amsterdam, 25 april 1973) is een Nederlandse kinderboekenschrijfster, thriller-auteur en journaliste. Als je de boeken bekijkt die ze geschreven heeft, zie je dat de meeste een specifiek onderwerp aanpakken: anorexia, ongewenste klapzoenen van een tante, maar vooral dierenleed heeft haar aandacht. Al zijn de onderwerpen zwaar, de manier waarop Farkas schrijft is dat niet. Er is ook veel humor in het verhaal te vinden.
ISBN 9789048838837 | Hardcover | 176 pagina's | Uitgeverij Moon | november 2017
Leeftijd: 9+
© Marjo, 13 februari 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer:
Siem Subliem en Het Rode Gevaar
Landgoed Pierewaai: Deel 2
Tekst: Tosca Menten
Illustraties: Katrien Holland
Het tweede verhaal over Siem en zijn struisvogel Struis is net zo grappig als het eerste verhaal. Siem en Struis hebben namelijk al een groot avontuur achter de rug. Dat eindigde met de uitvinding van een lekker geurtje, Siem Subliem 1 heet het. De ouders van Siem, eigenaren van een parfumfabriek Hemelse Neuzen, zijn er reuze blij mee. Nu vinden ze het - bijna - niet meer erg dat Siem helemaal niets ruikt en hen niet op kan volgen. De rust lijkt teruggekeerd.
Maar niets is minder waar. Altijd immers, als er iemand een succes heeft, is er ook iemand die jaloers is. In dit geval is Karel Meur van parfumfabriek Geur & Kleur er bang voor dat hij failliet zal gaan. Er moet iets op gevonden worden. Als Karel Meur nu achter de formule kan komen, dan kan hij iets maken dat nog beter ruikt! Maar natuurlijk is die formule geheim…
Dan begint het avontuur, waarin een zingende detective met een pruik en een geurstok voorkomen, als ook een zeppelin, schildpadden, twee behangrollen én Siem verschillende keren een nat pak haalt. Als Karel Meur echter zijn tweelingdochters inzet om het geheim te ontfutselen aan Siem, ontstaat er geheel onvoorzien door hun vader een mooie vriendschap tussen de meisjes en Siem.
De dametjes Ploos en Toos staan nu voor een groot dilemma. Hun vader wil het geheim, en Siem wil juist dat niemand het te horen krijgt. Wat moeten ze doen? Hun vader blijkt wel erg ver te willen gaan om het Siem Subliem geheim te pakken te krijgen.
We weten het: Tosca Menten heeft een wonderlijke fantasie en bovendien een groot taalgevoel. Er zijn heel veel taalgrapjes, en doldwaze voorvallen, zodat je dit boek niet kunt lezen zonder te lachen.
Je kan dit boek lezen zonder het eerste verhaal te kennen, want gelukkig is er dat ‘vóór-Hoofdstuk’.
Zo snap je tenminste hoe Siem er bij komt om niet bij zijn vader in de parfumfabriek, maar op de struisvogelfarm, Landgoed Pierewaai, te gaan helpen. En hoe hij aan zijn toch wel vreemde vriend, Struis, komt.
Heerlijke dialogen ook:
‘Wat ga je dan doen?’
’Niks.’
Karel keek naar Henriëtte en vond haar ineens heel erg lui. ‘Zeg, wanneer ben je eigenlijk eens een keer klaar met niksdoen?’
‘Dat weet ik nog niet.‘
‘Dat weet je nog niet? Je hebt het er maar druk mee, met niksdoen. Pas maar op. Straks raak je nog overwerkt van al dat niksdoen! Moet je je eens voorstellen dat ik de hele dag niks doe. Nou?’
‘Luister,’ zei Henriëtte verstoord. ‘Zo schiet het niet op. Ik ga pas weer iets doen als ik klaar ben met niksdoen.’
‘En wanneer is dat?’ vroeg Karel.
‘Weet ik veel! Ik ben er nog niet eens mee begonnen!’ riep Henriëtte.
‘Doe dat dan!’
’Ik krijg de kans niet!’ (en zo kibbelen ze maar door: het Laatste Woord-spelletje, dat ze zo graag spelen)
Dit tweede boek heeft roze pagina’s en roze tekeningetjes, met opnieuw na ieder hoofdstuk wijze opmerkingen: ‘Zo vind je iemand een stinkende bok, zo kun je hem wel zoenen.’…
Tosca Menten (1961) volgde de Kunstacademie in Amsterdam en werd lerares tekenen en kunstgeschiedenis. Tot ze besloot iets leuks te gaan doen: schrijven!
Zolang zij de gave bezit om ofwel de goede kant, ofwel de verkeerde kant op te fantaseren, staat ons nog heel leuks te wachten!
ISBN 9789000351688 | Hardcover | 192 pagina's | Uitgeverij Van Goor | november 2016
Leeftijd: 8+
© Marjo, 20 februari 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer:
Vlucht uit het spullenparadijs
Tekst: Martine Glaser
Illustraties: Wilma van den Bosch
De tweeling Spiros en Stavros is nog niet zo lang in Nederland. Ze zijn met hun ouders bij oom Kostas, die een restaurant heeft, ingetrokken. Nou ja, ingetrokken, ze mogen in de loods wonen tot ze een eigen woning hebben. Hun vader die in Griekenland een belangrijke en sterke politieman was heeft een zware teleurstelling moeten verwerken: ze willen hem niet hebben bij de Nederlandse politie. Hij moet eerst de taal maar leren, zeggen ze. Dat vond hij zo erg dat hij op een bank is gaan liggen en de hele dag niets uitvoert. Hun moeder werkt de hele dag, na haar werk overdag bij oude mensen gaat ze ’s avonds nog in het restaurant aan de slag. De jongens gaan naar school, en kennen de taal al heel goed.
De verteller van het verhaal is Spiros, beter bekend als Einstein. Want zo is zijn moeder hem gaan noemen omdat hij zo slim is. Dat blijkt wel: in zijn verhaal haalt hij gedichten aan van Leo Vroman en hij maakt duidelijk dat zijn wijsheid komt uit bladen en boeken die gaan over psychiatrie voor welzijnswerkers of richtlijnen in de bejaardenzorg. Einstein is behalve verstandig ook veel voorzichtiger dan zijn doldrieste broer, die op alle voorstellen reageert met ‘yes’ en daarom Yes heet.
Het grootste probleem is natuurlijk hun depressieve vader, maar daarnaast hebben ze nog een oom: oom Pana, die sinds drie jaar in Nederland is. Oom Pana verzamelt… Nou ja, zou je zeggen, postzegels verzamelen, of misschien beeldjes van Griekse helden, dat hindert toch niet?
Maar oom Pana verzamelt spullen. Om naar Griekenland te sturen zegt hij, want in Nederland gooien ze spullen weg die nog heel goed zijn! Maar ja, hij stuurt niets op, hij blijft maar stapelen. En dat doet hij in de loods… Er is geen ruimte meer om te zitten, de bedden zijn zo hoog opgestapeld dat ze er niet meer in kunnen gaan liggen, en steeds komt oom met nog meer spullen aandragen. Als hij op een dag te maken krijgt met Joop Sloop loopt alles uit de hand…
Einstein en Yes proberen ieder op een eigen manier om te gaan met de situatie. Einstein door te lezen, soms zijn teksten zeer toepasselijk, en er staat ook nuttige informatie in de boeken, die overigens ook door oom Pana worden meegebracht. Yes bedenkt intussen de meest fantastische plannetjes.
Het is een verhaal over hoe het vluchtelingen (in dit geval economische) vergaat in Nederland. Martine Glaser heeft er een humoristisch verhaal van gemaakt, het spannende avontuur zal jongens en meisjes aanspreken. Einstein en Yes zijn herkenbare personages, en het avontuur dat zij meemaken is spannend. De achtergrond is bijzonder, heel handig wordt de problematiek van vluchtelingen vertaald naar de spullen in de loods:
‘U moet het echt terugbrengen naar waar het vandaan komt, oom Pana. Kom zelf maar kijken, er is geen plaats meer, echt niet.’
Martine Glaser stopte in 2007 als directeur van een woningcorporatie, en ging kinderboeken schrijven. De sociale problematiek die zij in haar loopbaan tegenkwam vertaalt zij voor kinderen op een speelse maar niettemin duidelijke manier.
ISBN 9789044831238 | Hardcover | 182 pagina's | Clavis Uitgeverij | oktober 2017
Leeftijd: 8+
© Marjo, 13 februari 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer:
Het grimmige bos
Een griezelig goed voorleesboek
Raaf en Papegaai
Tekst: Li Lefébure
Illustraties: Jenny Bakker
Als de herfst duidelijk zichtbaar is in het bos, geniet Papegaai. De kleuren zijn zo mooi, de herfst ruikt heerlijk en er is een fraaie lichtval door de bomen waar de bladeren langzaam naar de grond dwarrelen. Dat het de voorbode is voor de winter - met kou en minder te eten – vindt hij ook helemaal niet erg:
Als zijn vriend Raaf zegt:
‘Er is niets moois aan de winter. Aan ijzige kou. Ik kan het missen als verenpijn. De zon die op de bladeren schijnt, dat is pas mooi.’ Raaf hupte op zijn tak.
Papegaai moest lachen. ‘Het is ook niet de kou die mooi is, Raaf. Maar kijk nu eens naar het gekleurde bladerdek. Dat is toch schitterend! En dan sneeuw…Ik vind het prachtig als er een dik pak sneeuw in het bos ligt. Het lijkt dan net of de bomen een magisch laagje hebben dat licht geeft. Als de zon er op een bepaalde manier op schijnt, lijkt het zelfs blauw. En dan de pootafdrukken. Ik vind het altijd grappig om te raden van wie de afdrukken zijn. Maar ook geluiden vind ik mooi als er sneeuw ligt. Die klinken zo anders. Gedempter. Ik vind het bos dan zo vredig.’
Toch lijkt het Papegaai ook wel leuk om met zijn vriend naar Spanje gaan. Hij stemt dus toe. Maar... er blijken nog problemen te zijn in het bos, en zoals Papegaai zegt: als dat niet opgelost is, kan hij niet rustig overwinteren in Spanje!
Het begint met de wintervoorraad van Eekhoorn, die is gestolen! Dan wordt Bosmuis achtervolgd, het leek er op dat het Das was. Maar Opa Das ontkent: waarom zou hij Bosmuis achtervolgen? In de winter eet hij geen vlees…
De wijze Uil zal een nacht waken. De volgende morgen vertelt hij dat er niets bijzonders gebeurd is. Blijf rustig, zegt hij. Als er een vreemdeling in het bos is, komen ze daar vanzelf achter.
Raaf en Papegaai dachten al naar Spanje te kunnen, maar Kleine Vos verdwijnt bij het verstoppertje spelen.
Wat is er toch allemaal aan de hand in hun anders zo vreedzame bos?
Dit leuke verhaal zit boordevol informatie, die op een onnadrukkelijke manier verwerkt is. Je leert vanzelf, over de herfst, de winter en het bos met zijn inwoners.
De verhoudingen tussen de dieren is als die tussen mensen. Steeds rijzen er verdenkingen, die dan weer ontzenuwd moeten worden. Een vreemdeling die de boel op stelten zet, hoe ga je daar mee om?
De serie voorleesboeken over Papegaai en Raaf omvat 'De reis van Raaf en Papegaai', 'Expeditie regenwoud'; Naar de verre vlakte’ en ‘Naar het dak van de wereld’. Achterin het boek staan de reizen van Raaf en Papegaai aangegeven op een wereldkaart. Het zijn stuk voor stuk heerlijke boeken!
Misschien is deze wat minder avontuurlijk dan de eerdere boeken, maar herkenbaarheid is ook aantrekkelijk. Het zijn korte hoofdstukken en de zeer fraai levensechte tekeningen van Jenny Bakker zijn een genot om naar te kijken. Voorlezen lijkt me reuze leuk, je kan dan ook meteen de dingen uitleggen die voor de jongere kinderen nog wat moeilijk zijn. Bij het voorlezen kan je een duidelijke stem laten horen: de manier van praten van Uil is namelijk best wel plechtig, en Kleine Vos heeft ook een eigen stem.
Zelf lezen is prima natuurlijk, maar dan wel voor wat oudere kinderen.
Li Lefébure (1970, Rocourt, België) heeft Frans en Russisch gestudeerd maar schrijven is véél leuker vindt ze. Dat moet ze dan maar blijven doen!
ISBN 9789044830293 | Hardcover | 97 pagina's | Clavis Uitgeverij | september 2017
Leeftijd: 6+
© Marjo, 13 februari 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer:
Harrie den Haon van den Haajkaantseboan
Tekst: Erik van Os
Illustraties: Marieke Koenen
Harrie den Haon van de Haajkaantsebaon
heej ooveral nen heekel aon:
smèèrreges assie op moet staon,
saoves nòr zenen iepert gaon,
wè heetie daor nen heekel aon!
Wie dit kan lezen en begrijpen moet wel een Tilburger van geboorte zijn. Dit is namelijk het echte Tilburgse dialect. Niet alleen de taal, ook de tekeningen in het boek zijn voor en Tilburger heel herkenbaar. Overal vind je die typische Tilburgse gebouwen: bijvoorbeeld het kroepoekdak van het station, de kerk op de Heuvel, het paleis, het kerkhof aan de Bredaseweg, alles komt voorbij.
De achtjarige Harrie wil niets, nee, hij heeft overal een hekel aan. Een joch dat meer tegendraads is, heb je nog nooit gezien! Zelfs de Tilburgse kermis is niet goed genoeg voor hem!
Dit humoristische stripverhaal is een uitgave van de Tilburgse uitgeverij Zwijsen en de Stichting Tilburgse Taol. De tekeningen zijn grappig en kleurig, de tekst een uitdaging! Het boek wordt begeleid door een online animatiefilm met de gezongen versie van Harrie den Haon van de Haajkaantsebaon.
http://www.tilburgsetaol.nl/harrie
ISBN 9789048733507 | Hardcover | 32 pagina's | Uitgeverij Zwijsen | oktober 2017
Leeftijd: 8+
© Marjo, 13 februari 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer:
De vlucht van Omid
een waargebeurd verhaal over zijn reis naar Nederland
Lysette van Geel
1980, het is oorlog in Iran. Het land ligt onder vuur van Irak. De tienjarige Omid heeft er weinig erg in. Alleen weet hij dat zijn vader veel moet werken en dat hij daarbij gevaar loopt. De vader van Omid is chauffeur in het leger.
Omid heeft twee zussen, die al ouder zijn, achttien en vijftien jaar. Vooral Arezoo probeert hem te verwennen. Zij heeft namelijk dezelfde leverziekte die Omid ook heeft. De aandoening gaat en komt, maar het wordt steeds moeilijker om aan medicijnen te komen. Ten einde raad besluiten vader en moeder dat het gezin weg moet gaan uit Iran. Er worden plannen beraamd waar Omid niets van meekrijgt, tot de dag van vertrek. Farid en Hassan, vrienden van zijn vader, zijn er dan ook. Tot zijn grote verdriet ontdekt Omid dat zijn vader niet mee gaat! Te gevaarlijk, zegt zijn zus.
En dan begint de reis. Na een spannende autorit en een vliegreis komen ze aan in Moskou waar ze een tijdje wonen in een flat. Farid gaat op zoek naar een mensensmokkelaar, die hen verder brengen zal. In een veel te volle vrachtwagen, op elkaar gepropt met andere mensen komen ze in Duitsland. Vandaar gaan ze met de trein naar Amsterdam en vragen asiel aan. Dan begint het nieuwe leven: een nieuwe taal, een andere school, en heel andere gewoontes.
Dit verhaal vertelt heel duidelijk over de problematiek die een vluchteling meemaakt. Korte hoofdstukken en verteld vanuit Omid is het een mooi verhaal geworden voor kinderen. Het is spannend, maar niet zo erg spannend dat de ernst van wat er allemaal gebeurt verloren gaat.
Op de binnenkant van de omslag staat een kaart afgebeeld waarop de reis is aangegeven. Achterin staat een verantwoording van de schrijfster die het verhaal opschreef na vele gesprekken met Omid die nog steeds in Nederland woont.
ISBN 9789048835249 | Hardcover | 160 pagina's | Uitgeverij Moon | mei 2017
Leeftijd: 9+
© Marjo, 13 februari 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer: