Paardrijden, zo doe je dat!
Caroline Stamps
Het uitgangspunt voor dit boek is kinderen die er over denken om paard te gaan rijden te informeren over alles wat daar bij komt kijken. ‘Een goede ruiter is voorbereid’.
Het belangrijkste is het om te weten met wie je te maken hebt: het paard, een edel dier, intelligent en gevoelig. Wat voor paard zou bij jou die gaat rijden passen: er wordt besproken wat voor rassen er zijn, hoe een paard de wereld ziet, en op welke manier hij communiceert.
Een beginnende ruiter start waarschijnlijk op een manege. Ook daar wordt over verteld: over de eerste les. En vooral over hoe je al die attributen die ze daar hebben moet gebruiken bij de verzorging van je paard. Het is wel duidelijk dat je meer tijd kwijt bent met dat verzorgen dan met rijden! Voor je klaar bent met de verschillende soorten borstels, de spons en het zweetmes, de roskam en de hoevenkrabber! Het zweetmes - ik had er nog nooit van gehoord - dat dient om het zweet te verwijderen na een inspanning. Het heet mes, maar ziet er heel anders uit. Terwijl je het dier verzorgt leer je je paard, je maatje, kennen. In het hoofdstuk over de eerste les wordt precies uitgelegd hoe je moet gaan zitten, en hoe je kunt blijven zitten. Wat draf, galop en zo allemaal is.
Het boek is handig onderverdeeld - met een inhoudsopgave - en ieder hoofdstuk is voorzien van mooie en vooral ook duidelijke foto’s. Grote bladvullende foto's met kleinere die details laten zien. Je vindt er aanwijzingen hoe je het beste met het paard om kunt gaan, en tegelijk leer je heel veel over het dier zelf. Het boek is dus ook heel handig als je een werkstuk wil maken. Er zijn geen grote lappen tekst, maar korte informatieve stukjes, in duidelijke taal. Er staat van alles in bijvoorbeeld over dressuur, over westernrijden en nog andere manieren van rijden. Leuk ook: hoe je je paard mooi maakt voor een show.
Dit boek is bijna compleet: over de kosten wordt niet gesproken, niet over dier ten behoeve van het paard zelf en al die attributen, maar ook niet over een dierenarts. Ook over fokken wordt niets verteld, maar dat lijkt me dan weer logisch als het boek bedoeld is voor een beginnende ruiter.
Achterin vind je een verklarende woordenlijst.
De conclusie van de schrijver, die ik onderschrijf, is: behandel je paard op de juiste manier en geniet!
ISBN 9789089418401 | Hardcover | 64 pagina's | Baeckens Books | augustus 2016
Leeftijd: 8+
© Marjo, 20 november 2016
Lees de reacties op het forum en/of reageer:
De arend
Renne
Renne
In dit derde deel uit de serie Wilde dieren in de natuur wordt het leven en gedrag van de steenarend besproken. Gelijk als we het boek openslaan zien we afbeeldingen die de ontwikkeling van deze arend, van lief wit pluizig kuikentje tot volwassen vogel toont.
Vervolgens lezen en zien we op de gekleurde en gedetailleerde illustraties waar deze arend woont, namelijk in de bergen. We zien hem o.a. vliegen en bovenop een bergtop zitten waarvandaan hij alles in de gaten houdt. Op de volgende twee pagina's wordt alles over de bouw van de arend verteld en zo komen we te weten dat zijn vleugels uitgestrekt wel 2.20 meter lang zijn! Hij wordt niet voor niets 'de machtigste vogel van de bergen' genoemd. Aan het uiteinde van zijn snavel zit een haakje en de randen zijn heel scherp. Ook zijn klauwen zijn zo scherp als een mes...
We lezen dat een arend niet gauw zal vechten met een andere arend en hij blijft zijn hele leven bij één vrouwtje. We zien hoe de arend danst om zijn vrouwtje te veroveren, ze grijpen soms zelfs elkaars poten vast om samen door de lucht te zwieren!
Ook wordt precies uitgelegd hoe ze hun nest bouwen en hoe ze later hun jongen verzorgen. Arenden eten het liefst marmotjes... maar ook konijn of andere knaagdieren, reptielen, kleine vogels en heel soms een lammetje of een berggeitje maar die zijn vaak al ziek.
Er wordt nog veel meer verteld, zoals wie zijn vijanden zijn, welke soorten arenden er zijn, hoe de jongen opgroeien en wanneer ze uitvliegen enz.
De getekende illustraties geven een goed, helder beeld bij al die informatie.
'Voor alle natuurliefhebbers vanaf 5 jaar' staat op de cover te lezen, maar die leeftijd vind ik persoonlijk wat te laag. De gebruikte woorden in de, overigens duidelijke, tekst zijn voor die leeftijd nog te moeilijk. Hoewel achterin het boek wel een woordenlijst staat onder de titel 'leuke woordjes om te leren' waarin aan aantal van de gebruikte moeilijke woorden worden uitgelegd.
Maar geïnteresseerde kinderen vanaf een jaar of zeven zullen zeker enorm genieten van dit boek. Het is ook uitstekend te gebruiken om er een spreekbeurt mee voor te bereiden.
Een mooi verzorgd, informatief boek.
ISBN 9789044827460 | Hardcover | 27 pagina's | Clavis Uitgeverij | juni 2016
© Dettie, 08 juli 2016
Lees de reacties op het forum en/of reageer:
We gingen op krokodillenjacht
Bibi Dumon Tak
Bibi Dumon Tak
Bibi Dumon Tak is vrijwilliger bij de dierenambulance in Amsterdam. Ze heeft er al eerder een boek over geschreven. Ook in dit boek vertelt ze weer avonturen die zij als bijrijder meegemaakt heeft. En over haar collega’s.
Er is het verhaal over de mevrouw die belde dat haar hond waarschijnlijk een kip heeft doodgebeten bij de buren. Ze durft er zelf niet naar toe. Wat blijkt: die buren, dat is een woonwagenkamp. De ambulance rijdt uit, en ze zien inderdaad een stil hoopje veren liggen op het pad bij het kamp. De kip is dood. Maar de woonwagenbewoners reageren heel laconiek. Ach, die kip is van niemand, loopt er zomaar rond. En nee, ze willen hem niet houden voor de soep of zo...
De ambulance rijdt uit voor alle dieren, ook voor spinnen (!) en muizen. Zolang het maar geen wilde dieren zijn, die redden zichzelf wel. Tenzij ze gewond zijn. Daarom zitten er mensen aan de telefoon die eerst allerlei vragen stellen, voor ze besluiten er een ambulance op af te sturen. De krokodil? Dat was echt een melding: in de stad vind je de vreemdste dieren: leguanen, parkieten, vossen.
Maar natuurlijk ook zwanen en eenden. Vooral in het voorjaar zijn er veel meldingen over jonge eendjes en pulletjes (jonge zwanen) of andere vogeltjes die uit het nest gevallen zijn. De ambulance haalt ze allemaal op. Meestal om ze naar de vogelopvang te brengen. Katten en honden gaan naar het asiel als ze van niemand zijn. Of natuurlijk terug naar de eigenaar.
Vaak komt er een dierenarts aan te pas. Voor gewonde dieren, maar zijn ze eenmaal in het asiel, dan worden ze ook nagekeken.
Katten kunnen in de boom klimmen, of onder een motorkap kruipen; spinnen kunnen meeliften in een zending uit de tropen. En auto’s rijden katten of honden aan. Er gebeurt altijd wel iets. Natuurlijk lopen niet alle verhalen goed af, daar worden geen doekjes om gewonden. Het zijn levensechte verhalen.
Bij ieder hoofdstuk wordt in verhaalvorm verteld over een bepaalde gebeurtenis. Leuk: onder aan de pagina staat een afbeelding: een kat; een zwaan; een kreeft. Na het verhaal waar ook al veel wetenswaardigheden in staan, volgt er nog een stukje informatieve tekst. Over botulisme; over hoe je dieren kunt helpen. Over straffen die mensen kunnen krijgen als ze hun dieren niet goed verzorgen.
ISBN 9789045118284 | Hardcover | 144 pagina's | Querido | september 2015
Leeftijd vanaf 9 jaar
© Marjo, 16 oktober 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer:
Pad
Stephen Savage
In onze tuin zitten padden. Grote (vrouwtjes, die 13 centimeter lang kunnen worden) en kleinere (mannetjes, niet groter dan 7 centimeter) en ook van die schattige minipadjes. Gisteren zat er zelfs eentje binnen..
Tijd om eens uit te zoeken waar ik mee te maken heb!
Ik wist dat het padden zijn en geen kikkers, maar wat is precies het verschil?
Dat blijkt eigenlijk heel makkelijk: padden ( Latijnse naam: bufo bufo) hebben een bobbelige huid terwijl kikkers glad zijn, en padden hebben korte achterpoten, terwijl kikkers lange poten moeten hebben om goed te kunnen springen. Iets wat je niet meteen ziet is dat kikkers tanden hebben, en padden niet.
Waarom zitten die beesten in mijn tuin? Ik heb geen vijver. Maar dan lees ik in dit boek dat ze een waterplas alleen maar nodig hebben om te paren en eieren af te zetten, verder leven padden grotendeels op het land. En ze zijn dol op tuinen zoals de mijne: veel plantengroei, veel vochtige plaatsen met veel bladafval, en afgelopen jaren had ik heel veel slakken, vooral naaktslakken. Ra ra hoe zou het nu komen dat ik er dit jaar niet zo veel zie?
Hoe kwamen ze dan in mijn tuin, die toch goed afgeschermd is? Ze blijken goed te kunnen klauteren, dus dat raadsel is ook opgelost.
Ieder jaar staan er langs de weg achter ons huis bordjes met ‘opgelet: paddentrek’ erop. Aan de ene kant is er een bos, aan de andere kant, een stukje verderop een flinke vijver. En daar huppelen onze padden ieder voorjaar als de temperatuur boven de 7 graden komt richting water, om daar te paren en eieren te leggen. De ouders gaan meteen weer weg, zij laten hun kroost aan hun lot over.
En als die eieren, de kikkerdril of kuit genaamd, uit komt zien we hoe dikkopjes binnen een paar dagen de kunst van het zwemmen meester worden, na een week of 8 achterpoten krijgen, rond de 11e week voorpoten. Klaar is pad: voor zijn eigen oversteek naar een plek om te leven.
Onderweg daar naar toe zijn er nogal wat kapers op de kust. Dat is niet zo erg, want pa en ma hebben daar al rekening mee gehouden: ze leggen tussen de 600 en 4000 eitjes! Je kan wel stellen dat ze voor de voedselbank werken: Libellen, kevers, vissen en als ze groter zijn egels, vogels en slangen doen er hun voordeel mee.
Wat ze niet weten is dat de meeste slachtoffers vallen door de mens. Ondanks die bordjes. Maar de kadavers blijken toch te verdwijnen, en niet omdat de gemeentereiniging ze opruimt.
Wat eten die padden nog meer als ze eenmaal hun domicilie gekozen hebben? Naast slakken eten ze wormen, en insecten en als het zo uitkomt lusten ze ook wel een klein padje. In dit boek staan prachtige foto’s hoe een pad een prooi verschalkt.
Hm, ze mogen in de tuin blijven, maar aaibaar zijn padden echt niet. Het blijven koudbloedige beesten die je maar beter niet op kan pakken. Hun huid is vies, ook een kat of hond zal er liever afblijven, en bovendien hebben padden gifklieren, die voor huidirritatie kunnen zorgen.
Het boek heeft naast prachtige foto’s een duidelijke indeling en alles wordt duidelijk uitgelegd.
Prima voor iemand als ik die even wil weten hoe het zit, maar het is zeker een boek dat nuttig is voor het maken van een werkstuk of om een spreekbeurt te houden (dan maar geen levende padden meenemen naar school...)
ISBN 9789055661404 | Hardcover | 32 pagina's | Corona | januari 2009
Vertaald uit het Engels door T Dijkhof Leeftijd vanaf 8 jaar
© Marjo, 16 augustus 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer:
Vogelgids voor Kids
Marc Duquet
Vogels observeren en herkennen
tekst: Marc Duquet
illustraties: Jean Chevallier
Voor iedereen die nog wat wil leren over onze gevederde vriendjes - jong of oud - is er nu dit boekje. In het kort wordt verteld wat er zo speciaal is aan deze dierensoort. In het volgende hoofdstuk wordt verteld hoe je dat moet doen: vogels spotten. Want er staan tips in die je beter tevoren kan weten: waar je op moet letten bij het spotten van vogels en welke hulpmiddelen je kan gebruiken. Nu gaan ze daar wel ver, er worden zelfs merken van verrekijkers genoemd, maar dat er ook beschreven wordt hoe je met zo’n ding moet omgaan, is wel weer handig.
Sommige tips zijn echt op kinderen gericht, maar zijn denk ik niet overbodig voor een volwassen beginnende vogelaar. Waar je bepaalde vogels zoekt, in welke tijd van het jaar je ze kan aantreffen, hoe je ze benadert, en vooral dat je er van af moet blijven!
Het is een lekker handzaam boekje, dus makkelijk mee te nemen.
In het tweede deel van het boek komen de meest voorkomende vogels individueel voorbij, ingedeeld op habitat.
Ze krijgen dan een hele pagina voor zichzelf: een afbeelding natuurlijk, wat hij eet, een beschrijving en vaak een leuk of interessant wetenswaardigheidje.
Prettig is dat het verschil tussen mannetje en vrouwtje ook duidelijk aangegeven wordt. (Ik weet dat ik daar zelf nogal eens moeite mee heb. Is het nu een vrouwtje van deze soort, of is het een ander soort?)
Er is nog wat aandacht voor de geluiden die ze maken, ook handig natuurlijk want ze laten zich niet altijd zien, en dan volgt nog informatie voor als je echt verslaafd raakt aan het vogels kijken. Want je bent niet de enige! Er zijn verenigingen voor, bijeenkomsten, en natuurlijk ook boeken.
Eén opmerking: waarom is een vertaling uit het Frans nodig? Hebben wij zelf geen mensen die zo'n gids kunnen maken speciaal voor Nederland? Want ik kan me niet helemaal aan de indruk onttrekken dat er toch wel vogels in staan die je hier stukken minder ziet. Dus zijn er misschien ook wel die je in onze lage landen juist vaker ziet en die hier niet in staan?
De illustraties zijn fraai en duidelijk, de informatie helder en ter zake, en met achterin een aantal pagina’s waarop je zelf kunt aangeven wat je gezien hebt, en een potloodje erbij, zoals je bij een agenda wel eens aantreft, is het boek helemaal af. Alleen was het misschien handig geweest als die vogels daar op alfabet hadden gestaan, maar een kniesoor die daar op let.
Neem dit boekje mee, en ga de natuur in. En o ja: lees eerst nog even de regels zoals die achter in het boekje staan…
ISBN 9789052108674 | Paperback | 191 pagina's | Tirion Uitgevers | mei 2012
illustraties: Jean Chevallier Vertaald uit het Frans door Lily van Haren
© Marjo, 12 augustus 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer:
De arend
Renne
Renne
In dit weer zeer fraaie boek wordt van alles verteld over de arend.
De afbeeldingen zijn zeer precies uitgevoerde tekeningen die weergeven hoe deze machtige roofvogel er uit ziet: natuurlijk de zeer opvallende snavel (die hier bek wordt genoemd??) en de krachtige klauwen, met vlijmscherpe nagels. En de mooie bruine ‘broek’ die een arend heeft is ook heel duidelijk te zien. Er wordt verteld dat de spanwijdte van zijn vleugels wel 2 meter en twintig centimeter lang kan zijn. Als je je voorstelt dat je zo’n vogel in je huiskamer hebt, krijg je een idee. Een vliegende deur zeggen ze wel eens..
Na een paar pagina’s blijkt het boek te gaan over de steenarend, slechts een van de vele soorten. En die komt nu net in onze contreien niet voor.
De informatie over jongen krijgen, wanneer de jongen uitvliegen, en voor wie de arend zelf bang moet zijn komen voor de meeste soorten wel overeen. Als je het hoofdstuk leest over de prooi van de steenarend, wie de dieren zijn die moeten maken dat ze wegkomen als hij overvliegt, zie je ook veel overeenkomsten. Vossen, konijnen en hazen, hermelijnen, jonge geitjes en lammetjes en meer van dit soort kleine dieren hebben wij ook. Maar in Nederland leven geen marmotten in het wild, en laat dat nou net het lievelingskostje zijn van een steenarend! In België kan je hem wel tegenkomen, nou ja, over zien vliegen.
Er is een hoofdstuk dat gaat over hoe de mens in de loop der tijden deze machtige vogel is gaan vereren. Hij is een mythisch wezen geworden. Er staat een kort regeltje over hoe de arend als symbool staat afgebeeld op schilden van ridders, maar waarom niet vermelden dat hij ook nu nog in vele landen afgebeeld wordt als wapendier?
Als laatste wordt vermeld dat de arend tot de familie van de Accipitridae behoort, dagroofvogels. En er volgt een rijtje ‘familieleden’ met afbeeldingen, en hier miste ik in het rijtje onze eigen buizerd, en ben even gaan snuffelen:
De Accipitriformes zijn een orde van vogels. De orde telt 4 families met in totaal 260 soorten.
Familie Accipitridae (Havikachtigen)
Familie Cathartidae (Gieren van de Nieuwe Wereld)
Familie Pandionidae (Visarenden)
Familie Sagittariidae (Secretarisvogels)
De havikachtigen (of sperwerachtigen, arendachtigen zijn een familie van vogels uit de orde van de Accipitriformes. Het zijn dagroofvogels. Tot deze familie behoren onder andere de arenden, buizerds, gieren van de Oude Wereld, wouwen, sperwers, haviken en kiekendieven. De familie telt rond de 250 soorten.
Dus de buizerd en de steenarend zijn takken van dezelfde familie, zoals alle in het boek vermelde familieleden, maar de buizerd werd niet belangrijk genoeg bevonden voor een vermelding.
Dit allemaal terzijde. Het is een heel fraai uitgevoerd boek, met verder heel goede informatie.
Want of deze opmerkingen allemaal belangrijk zijn in een boek als dit is natuurlijk de vraag. Het is immers heel duidelijk dat het voor jonge kinderen bedoeld is, je merkt het duidelijk aan de manier waarop de lezer wordt aangesproken. De tekeningen zijn prachtig, en ach, als een jonge lezer zich dezelfde vragen stelt dan is er elders wel extra informatie voorhanden.
ISBN 9789044827460 | Hardcover | 27 pagina's | Clavis Uitgeverij | juni 2016
Leeftijd vanaf 5 jaar
© Marjo, 24 juli 2016
Lees de reacties op het forum en/of reageer:
Giga grote dino's
Marie Greenwood
Veertien pagina’s heeft dit boek slechts, maar verwacht nu niet dat kinderen snel klaar zijn met dit boek. Het zijn stevige kartonnen pagina’s, die uitklapbaar zijn. Er staan zeven dinosauriërs in, die je door de pagina’s uit te klappen helemaal kunt aanschouwen. Op die uitklappagina’s staat ook nog heel veel informatie: welk dier je precies ziet en waar en wanneer het leefde. Waar er overblijfselen gevonden zijn en door wie – vaak niet in zijn geheel natuurlijk!
Er wordt verteld hoe het dier er uit zag, wat het zoal deed de hele dag – voor zover bekend natuurlijk. En van welk hedendaags dier het waarschijnlijk de voorouder is.
De Suchomimus, om bang van te worden: gelukkig leeft hij niet meer! Een dino die negen meter lang was, en ruim drieënhalve meter hoog! Hij woog vierenhalve ton!! Dat is onvoorstelbaar!
Je kan maar beter een Euoplocephalus tegenkomen: dat is tenminste een lobbes... Ha, ha, hij is nog altijd zes meter lang en bijna twee meter hoog! Maar hij eet geen vlees. Toch is het maar goed dat hij niet meer op deze aardbol rondloopt: als jouw gezicht hem niet aanstond kon hij met zijn staart een zwieper geven en dan kon je dat niet navertellen...
Het is een prachtig vormgegeven boek, dat behalve veel kijkplezier ook heel veel informatie geeft.
Voor kinderen natuurlijk, maar ook voor volwassenen! Had dit maar bestaan in mijn jonge tijd!
ISBN 9789025755218 | Hardcover | 14 pagina's | Gottmer | maart 2014
Vertaald uit het Engels door Margot Reesink Leeftijd vanaf 4 jaar
© Marjo, 24 juni 2016
Lees de reacties op het forum en/of reageer:
De kat
Tekst: Jozua Douglas
Illustraties: Hiky Helmantel
In dit mooie boek vol illustraties kun je van alles lezen over de kat.
Het begint met een heel kort verhaaltje over Jelle die Saartje de kat van zijn opa mag verzorgen. Maar wat is eigenlijk een kat? Waarvoor heeft hij snorharen? Waarom heeft een kat klauwen? En waarom draait een kat met zijn oren? Dat wordt allemaal verteld in dit boek.
Misschien wist je wel dat de kat familie is van de tijger en de leeuw, maar in het boek kun je zien dat nog veel meer dieren die bij de kattenfamilie horen. Er zijn ook een heleboel soorten katten, zoals langharige, kortharige en zelfs kale katten! Die zie je ook allemaal in dit boek.
De kat 'spreekt' ook een eigen taal. Als de kat spint dan 'zegt' hij dat hij het naar zijn zin heeft. Maar soms mauwt hij omdat hij eten wil, of bang is of boos is. Als je een kat in huis hebt leer je die taal vanzelf kennen. Dit boek helpt je een beetje om die kattentaal te leren begrijpen.|
Ook kun je lezen hoe je een kat moet verzorgen, wat een kat eet en wat hij leuk en niet leuk vindt.
Middenin het boek zit een uitklapplaat waarop je een kattententoonstelling kunt zien en in korte tekstjes wordt verteld wat daar allemaal gebeurt.
Doorheen het boek staan ook allemaal weetjes en verder kun je nog een stripverhaaltje, twee kattenliedjes, leuke knutseldingen en een kattenquiz in het boek vinden.
De afbeeldingen zijn allemaal heel duidelijk en passen goed bij de korte informatieve teksten.
Kortom, opnieuw een heel leuk boek uit de
willewete serie.
ISBN 9789044821970 | Hardcover | 29 pagina's | Clavis Uitgeverij | november 2014
Formaat 26,8 x 25,8 cm | Leeftijd: 5+
© Dettie, 07 januari 2015
Lees de reacties op het forum en/of reageer:
Dolfijnen
Tekst en illustraties: Barbara van Rheenen
Een boek uit de willewete serie. Deze serie bestaat uit informatieve prentenboeken die een antwoord geven op de vragen van jonge kinderen. In dit mooie deel lezen we alles over dolfijnen.
Dankzij heel duidelijk getekende illustraties kun je de verschillen zien tussen de diverse soorten dolfijnen. Zoals de
tuimelaar die er uitziet zoals Flipper, een dolfijn uit een erg populaire televisieserie uit de jaren zestig van de vorige eeuw. Hij is lang, slank en grijs met een vriendelijke 'lachende' snuit. De
hectordolfijn is zwart/wit en lijkt eerder een dikke grote vis dan een dolfijn. Toch is ook deze 'kleine' dolfijn nog 1,2 - 1,5 meter. De
franciscana ziet er weer heel anders uit met zijn kleine lichtbruine lijf en lange snavellachtige bek. Ik wist niet eens dat er zoveel verschillende dolfijnen zijn!
Je ziet deze mooie dieren afgebeeld op een wereldbol dus je ziet gelijk in welk gebied van de wereld ze leven.
Daarna wordt er van alles over de dolfijnen verteld; hoe ze leven, wat ze lekker vinden om te eten, hoe de kleine dolfijntjes op de wereld komen en hoe deze daarna verzorgd worden, (kleine dolfijntjes moeten ook heel veel leren net als kinderen), hoe ze jagen, spelen etc.
Ook wordt duidelijk uitgelegd hoe de dolfijnen met hun oren kunnen 'kijken' en waarom ze soms last van de mensen hebben.
Het hele boek is geweldig interessant en vlot en speels om te zien en te lezen. De gekleurde afbeeldingen lichten de uitleg uitstekend toe. Doorheen het boek staan ook nog allemaal weetjes over dolfijnen en in het midden van het boek zit een mooie uitklappagina waarop allerlei dieren te zien zijn die ook in en bij de zee leven zoals de aalscholver of de zeeanemoon.
Erg leuk is het steeds terugkerende meisjesfiguurtje in de afbeeldingen, ze zwemt mee, of zorgt voor een klein dolfijntje of speelt met de dolfijnen.
Aan het eind van het boek staat als extraatje ook nog hoe je een zeeaquarium kunt maken én een miniquiz met vragen waarvan je de antwoorden op kunt zoeken in het boek, of misschien kun je, als je goed gelezen hebt, ze gelijk al beantwoorden!
Opnieuw een fantastisch deel uit deze serie.
ISBN 9789044820164 | Hardcover | 32 pagina's | Clavis Uitgeverij | mei 2013
In samenwerking met natuurhistorisch museum Naturalis. Voorlezen vanaf 5 jaar, zelf lezen vanaf ca 7 jaar
© Dettie, 12 augustus 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer:
Zoo de ruimte in!
Frank Pollet
Frank Pollet begint met te vertellen waarom hij dit boek ging schrijven: dat er vanaf 1961 mensen de ruimte in geschoten zijn en zelfs op de maan hebben gewandeld, dat is algemeen bekend. Maar wist je dat er - voor het zover was – vele dieren dezelfde weg zijn gegaan? En dat er daarvoor vele dieren ‘gebruikt’ zijn om zo ver te komen?
Pollet begint met een voorgeschiedenis. Wat is de ruimte? Wat is atmosfeer?
‘Al vele eeuwen fantaseerden mensen over hoe het zou zijn, daar ver, boven in de ruimte…
Rond 160 na Christus verzonnen mensen verhalen over het verlaten van de aarde. De mensen wilde absoluut, koste wat kost, de lucht in.’
Ene
Lucianus van Samosata schreef toen al een soort fantasyverhaal over een ruimtereis. En Jules Verne! Die leek een voorspellende gave te hebben, zozeer bleek zijn verhaal ‘van de aarde naar de maan’ een grond van werkelijkheid te bevatten. Via het buskruit dat in China uitgevonden werd, al in de 10e eeuw, en
Konstantin Tsiolkovski die in de 19e eeuw schreef over kunstmatige satellieten, komen we bij de wereldoorlogen. Omdat de mens oorlogszuchtig is, wil overheersen, is er in de loop van de jaren steeds gewerkt aan nog ‘betere’ oorlogswapens, met nog meer vernietigingskracht.
In 1937 kwam Werner von Braun in
Peenemünde terecht, waar Hitler een wetenschappelijk centrum had gesticht. Zo werd hij onbedoeld een van de aanstichters tot de
Koude Oorlog en de
wapenwedloop. Toen de Amerikanen en de Russen de Duitsers overwonnen, namen de Amerikanen de wetenschappers mee, en kreeg Rusland de beschikking over de laboratoria en papieren.
Op twee fronten begon het geëxperimenteer: ratten, cavia’s, vuurvliegjes, honden en apen, zelfs bijen en vlinders gingen de ruimte in. De meeste dieren overleefden het niet, maar wat maakte het uit dacht men. Het waren maar dieren!
En daarom is het een heel goed idee geweest van Frank Pollet om eens aandacht te besteden aan al die arme dieren. Was dit nu allemaal wel nodig: is er iets goeds uit voortgekomen, of dit pure waanzin? Is het wel goed dat men zomaar denkt te kunnen beschikken over andere levende wezens? Is dit niet pure dierenmishandeling?
Een informatief boek waar feiten belangrijker zijn dan de vormgeving, en daardoor zeer geschikt voor een leergierig kind.
ISBN 9789079552849 | Hardcover | 104 pagina's | Uitgeverij Kramat | oktober 2012
Leeftijd vanaf 10 jaar Met originele foto’s en een index.
© Marjo, 05 februari 2013
Lees de reacties op het forum en/of reageer: