Stefan Boonen

 

Mammoet Mammoet
over Theo, een van de beste jongens ooit


Dit is het verhaal van Theodore Bob Prinsel de Eerste. Je mag ook Theo zeggen.

Het verhaal begint gewoon nu, op een vrijdag. Hierzo. Theo zit op een houten vlot van boomstammen. De krokodillen liggen lui te slapen op een zandbank, en de vogeltjes... Vliegen weg want er grauwt iets. Is het een boszwijn of een mammoet? Theo pakt gauw zijn pijl en boog, bang is hij niet, zegt hij tegen zichzelf. Hij ziet een enorme schaduw met dikke poten en een bobbelneus. En die schaduw maakt geluid! Is het toch de mammoet? Theo spant zijn boog... de schaduw komt dichterbij...
'Theo, het is vijf na acht. Kom uit bad.' Het is Nannie Beenhaar. De pijl heeft doel getroffen. Plop op haar voorhoofd, zoals altijd.

Nannie is Theo's oppas, zijn coach, zijn zwaardvechtpartner, zijn reken-, taal-, dans- en zanglerares, kortom, Nannie houdt Theo de hele dag bezig, ze volgt een strak schema, en leert Theo alles wat hij moet leren van zijn ouders, die hij overigens zelden ziet.
Theo's ouders zijn rijk. Zijn moeder is baas van een koekjesfabriek en zijn vader is een filmster. Sinds kort wonen Theo en zijn ouders in een huis met zesendertig kamers, in de garage staan vier auto's en zeven fietsen. Naast het huis is een groot zwembad en een tuinhuis met zolder, waar Theo graag komt. Het ontbreekt Theo materieel aan niets.

Maar eigenlijk is hij heel eenzaam, hij mist Ada. Aan haar vertelt hij alle spannende dingen die hij meemaakt. Want tijdens het middagdutje en 's avonds als Nannie naar huis is, begint de dag pas echt voor Theo. Elke middag ontsnapt hij uit het raam van zijn slaapkamer en rent dwars door de tuin, hup over het hek, het oerwoud en de oertijd in. Daar beleeft hij pas échte avonturen met de Ruigtalerstam en hun vijand de Kraggkaken... hij ziet heuse sabeltandkonijnen. Soms ziet hij een enome drol, van de mammoet. Elke keer is hij, drijfnat van het zweet, net op tijd terug voordat Nannie hem roept. Thuis tekent hij een sabeltandkonijn, voor Ada...

Maar 's avonds is het vaak écht spannend, ook dan verdrijft hij zijn eenzaamheid met avonturen in het oerwoud. Samen met een Ruigtalermeisje gaat hij op zoek naar de Mammoet, want zij weet waar hij is, zegt ze... en met zijn tweeën strijden ze tegen de akelige Kraggkaken. Maar heeft Nannie hem wel genoeg geleerd? Kan hij die vervelende Kraggkaken wel aan?
Uiteindelijk wordt het een best wel gevaarlijk, Theo doet wat hij kan, maar is het genoeg?

Natuurlijk kennen we Stefan Boonen van zijn vele prachtige boeken vol fantasierijke taal. Hij weet altijd zo beeldend te schrijven dat je de door hem gecreëerde karakters helemaal voor je ziet. Maar deze keer is het anders. We hoeven ons Theo, Nannie, de dieren en de krijgers niet voor te stellen, want ze worden weergegeven in het boek. Het hele verhaal is namelijk getekend in rood met zwart tinten, een beeldverhaal dus. Theo is een klein jongetje met een spits neusje, grote uitpuilende ogen en een flinke bos zwart haar. Nannie is een struise, stoere vrouw met een enorme kin.

Het verhaal zelf is razendsnel, humoristisch en fantasievol, maar er zit ook een zachtaardige en serieuze ondertoon in. Nannie is wel stoer en stipt maar ze blijkt ook een goed mens te zijn, die erg gek op Theo is. Zij begrijpt zijn avonturen en gaat er in mee. Heel ver in mee zelfs.
En wie is Ada? Waarom ziet Theo haar niet zo vaak?

Aanvankelijk moest ik wennen aan dit boek, ik miste de mooie taal van Stefan Boonen, ondanks dat zijn woordvindingrijkheid ook veelvuldig in dit boek voorkomt. Ik wist niet zo goed wat ik van het boek moest vinden, door de enorme vaart in het verhaal ontging het me soms waar het nu uiteindelijk om ging. Ik werd teveel afgeleid door de drukke, levendige afbeeldingen om alles helder voor ogen te krijgen. Het kon natuurlijk aan mijn stemming van dat moment liggen, het kon eraan liggen dat ik moeite heb om een verhaal in beelden te verwoorden.
Maar nadat ik het verhaal een paar keer gelezen en bekeken heb, lijkt het wel alsof het open is gebloeit. Je ziet steeds meer details en ontdekt hoe grappig en apart het verhaal eigenlijk in elkaar zit.
Dus uiteindelijk kan ik niets anders doen dan een dikke pluim geven aan de schrijver én tekenaar. Heel knap gedaan.


ISBN 9789462911710 | Hardcover | 107 pagina's | Uitgeverij De Eenhoorn | oktober 2016
Leeftijd: 8+

© Dettie, 31 maart 2017


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Floris Oudbloed Floris Oudbloed
over een kabeljauw, leugens en de maffia


Gelijk vanaf het begin weet je dat het boek dat je gaat lezen bijzonder zal zijn. Door de titel weet je natuurlijk al dat het over ene Floris zal gaan maar als je voorafgaande aan het verhaal de lijst met personages leest, vallen onmiddellijk een aantal dingen op. De ouders en het zusje van Floris leven niet meer. Davy Doksels en Belinda Andermans zijn de bijna-ouders van Floris. Er bestaat een tante die gek is op het woordje 'meedogenloos' er is een meneer Panda, een fietsenmaker met een strafblad en een groot hart en ook nog ene Suzy Rouphooft ofwel Big Suzy die lid is van de Familie Circusmens...  Dat belooft wat! Maar het is wel Stefan Boonen die het boek geschreven heeft en van hem kun je altijd alles verwachten.

Laten we maar beginnen met de bijna-ouders van Floris, ze zijn 'zo saai als een gevouwen zakdoek'. Ze houden van verre planeten en rustige zondagen. Maar dat is niet erg. Floris valt zelf ook niet graag op. Op school is hij bijna onzichtbaar. Hij wordt daar soms een beetje goedmoedig mee geplaagd en ook dat laat Floris maar over zich heen komen. Van zich af bijten doet hij niet. Hij haalt liever zijn schouders op.
Maar alles verandert door de Floris spreekbeurt over wormen die afgewezen wordt door meester Sander, de spreekbeurt is... jawel, te saai. Floris krijgt de opdracht om na de kerstvakantie een spreekbeurt over de maffia te houden, dát is pas spannend. Floris vindt het maar niets, wat weet hij nou over de maffia? Maar als hij op zoek gaat naar informatie ontdekt hij wonderbaarlijke dingen en het zal later nog véél merkwaardiger worden! Maar dat weet hij op dat moment gelukkig nog niet.

Floris gaat ondertussen gewoon naar meneer Panda, de aardige fietsenmaker die Floris in dienst heeft genomen omdat hij zo handig is. Floris vindt het heerlijk om fietsen te repareren totdat ze tiptop in orde zijn. Floris wil vertellen over zijn spreekbeurt maar ook bij meneer Panda is het anders dan anders. Wat nooit gebeurt, gebeurt nu wel, Floris moet een eenwieler bezorgen bij ene Suzy, een vriendin van meneer Panda. Dat doet meneer Panda anders altijd zelf... van haar krijgt hij een cadeautje voor zijn twaalfde verjaardag, ook al zo gek, want hij is pas over twee maanden jarig. En waarom noemt die vrouw hem steeds Florian?

Daarna gebeuren er steeds meer heel vreemde dingen, Floris wordt bedreigd maar menen ze het nou echt? Hij wordt zelfs ontvoerd en weggestopt in een caravan. Maar er is ook iets met een gestolen schilderij én... de maffia!  Floris snapt er niets meer van. Hij piekert zich suf. Wat hebben meneer Panda, Suzy en 'tante' Martine Martina Oudbloed ermee te maken? Wat zijn ze met hem van plan? Zouden zijn bijna-ouders niet ongerust zijn? Wie is Jitta? Hoort zij ook bij de die rare mensen of is ze echt weggelopen, zoals ze beweert?
Lees het boek en je komt het te weten!

Het bijzondere is dat dit verhaal zich in drie weken afspeelt, van 18 december tot 7 januari.  Er wordt mooi ingespeeld op het jaargetijde en de kerstsfeer die in het land heerst. Zelfs de vroegere sluitingstijden op oudejaarsavond spelen een rol.
Het gaat o.a. ook over keuzes maken, staan voor wie je bent, wat wil je eigenlijk wel en niet in je leven? Floris wordt er op een onverwachte manier mee geconfronteerd, wat soms best moeilijk en een beetje griezelig voor hem is. Maar hij slaat zich er prima doorheen en dat onzichtbare? Dat is hij voorgoed kwijt!

Het is een spannend, origineel verhaal zoals alleen Stefan Boonen kan bedenken. Zijn verhalen gaan meestal over bijzondere kinderen, ze hebben altijd iets aparts, iets mysterieus, iets ongrijpbaars en toch ook iets vrolijks en dat is nu net de aantrekkingskracht van zijn boeken. Van de afbeeldingen van Tom Schoonooghe kan hetzelfde gezegd worden. De beide heren vullen elkaar mooi aan. Verhaal en afbeeldingen vormen namelijk een uitstekend geheel.
Kortom, opnieuw een erg fijn en bijzonder boek.


ISBN 9789461315397 | Hardcover | 159 pagina's | Van Halewyck | juli 2016
Leeftijd: 10+

© Dettie, 02 november 2016


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Met opa naar de Sint Met opa naar de Sint


Het is heel koud buiten en alle kleinkinderen staan dik ingepakt op hun opa te wachten. Sinterklaas komt vandaag aan met zijn boot en ze gaan er naar toe! Freya, Emma, Gitte, Pelle, Bram... ze hebben allemaal een Pietenmuts op en staan te popelen om weg te gaan. Maar opa is zo vreselijk traag. Als ze eindelijk in de haven staan te wachten op de boot blijkt dat de Sint al is gearriveerd! Hij is al in de stad!
Gauw rennen ze naar het grote plein. Arme opa, hij kan niet zo snel, hij rent hijgend en puffend achter de kinderen aan. Maar het is zo druk op het plein dat ze de Sint niet kunnen zien. Dat vindt opa wel heel zielig. Hij voelt zich best een beetje schuldig, dit alles komt omdat hij zo langzaam was.  "Zullen we dan iets lekker warms gaan drinken?" vraagt hij daarom aan de kinderen. Natuurlijk willen ze dat wel!

Zo komt het dat ze even later in een cafeetje allemaal achter een beker lekker warme chocolademelk zitten, mét een koekje. En dan gebeurt het!
Sinterklaas en zwarte Piet komen binnen, en vragen of ze erbij mogen komen zitten. Ze hebben het ijskoud. Opa geeft ze gauw ook een beker chocomelk. Maar Sint en Piet hebben eigenlijk geen tijd, er moeten nog zovéél cadeautjes rondgebracht worden, en dan krijgt Pelle een idee...

Opa kan bij mij niet meer stuk. In elk verhaal is hij de lieve, stuntelige opa die het allemaal zo goed bedoelt. Hij gaat altijd op pad met zijn kleinkinderen en zij hebben dankzij hem aldoor een erg leuke dag. Ook in dit boek is dat weer zo. Dankzij opa zitten de kinderen nu wel met Sint en Piet chocolademelk te drinken en gebeurt er daarna nog iets heel leuks. En zoals altijd stort opa bij thuiskomst in zijn luie stoel en valt meteen in slaap!

Marja Meijer heeft opnieuw heel sfeervolle, gezellige afbeeldingen in warme kleuren bij het verhaal geleverd. Hopelijk blijft opa nog een tijdje want ik zou de leuke verhalen over hem nog niet willen missen!


ISBN 9789044825848 | Hardcover | 27 pagina's | Clavis Uitgeverij | september 2015
Leeftijd: 4+

© Dettie, 10 november 2015


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Hier waakt oma Hier waakt oma


Stefan Boonen blijft je verrassen met zijn veelzijdigheid. Na de fantasievolle boeken als De Vindeling van Wammerswald, De jacht op Jozef Tentelaar, de Met opa... verhalen over de lieve opa die zijn kleinkinderen overal mee naar toe neemt of Mooi niet het boek over kunst, komt hij nu met een boek dat voornamelijk uit illustraties bestaat maar toch geen echt prentenboek of stripverhalenboek is. Het zit er tussenin, een soort kinderbeeldverhaal dus.

Het verhaal zelf is knotsgek. Het gaat over oma en haar kleinkinderen die weer een weekendje bij haar mogen logeren. Oma woont in het huis dat vroeger van een reus was. Hij heeft een tree van de trap stukgemaakt dus je moet goed opletten waar je loopt anders donder je  'in het zwart van de reus'. het grote bed van de reus staat er nog en daar slapen ze in. Maar eerst vertelt oma zoals altijd een verhaal dat soms eng, of vies of eng én vies is.
En als je hoofd nog niet moe is dan neemt oma je mee naar de dakgoot en vertelt ze over opa of de maan en soms zegt ze niet en zit je gewoon lekker te zwijgen.

Oma is oma en ze barst van de fantasie, ze geeft de kleinkinderen steeds een weekend om nooit te vergeten. Ze maakt alles lekker spannend, zelfs van het ontbijt weet ze iets bijzonders te maken, en als je dat niet leuk of lekker vindt dan is dat ook niet erg, want zo is oma. Haar jongste kleinkind (kleintje) vindt het bij oma wel heel leuk maar is ook nog een klein beetje bang voor de dingen die ze vertelt en doet.
Oma durft namelijk alles, ze loopt zomaar door de beek zonder schoenen aan, ze klimt in bomen 'en dan durven wij het ook'  maar lukt het kleintje niet dan is het ook niet erg. Dan helpt oma hem gewoon. Oma weet alles en vertelt de kinderen dat die grote afdrukken in de modder van het boszwijn zijn... misschien kunnen ze hem vinden. Oma verzint het waar je bij staat, maar leuk en lekker griezelspannend is het ook!

Opa wordt tijdens zo'n weekend nooit vergeten. Zoals altijd gaat oma met de hele stoet kleinkinderen op avonturentocht naar het graf van opa en dan vertelt oma hem wat ze allemaal voor leuks gedaan hebben, dan weet opa dat ook tenminste. En daarna... gaan ze met z'n allen een ijsje kopen bij Helga met de groene tanden maar dan moet je wel betalen met knars en dat ligt op de bodem van het diepe meer waar het water bijna zwart is... En zo gaat het door tot ze jammer genoeg weer naar huis moeten.
En ook al zijn ze nog bij oma, oma mist ze allemaal nu al, zegt ze...

De, zwart met oranje gekleurde, afbeeldingen en de tekst gaan naadloos in elkaar over. Ze vormen een prachtig geheel. De afbeeldingen zitten, net als het verhaal, vol humor.  Geweldig om te zien is ook de humeurige meneer Bordjes die met al zijn verbodsborden een grappig contrast vormt met de vrijgevochten, blije, vrolijke oma.
Bij het lezen en kijken hoor je de kinderen in gedachten al giechelen om die gekke, leuke, lieve, aparte, bijzondere en geweldige oma!
Chapeau voor zowel Stefan Boonen als Melvin (Wout Schildermans)


ISBN 9789058389695 | Hardcover | 88 pagina's | Uitgeverij De Eenhoorn | oktober 2014
Genoteerd op de Tiplijst Kinderjury 2015 | Leeftijd: 8+

© Dettie, 01 februari 2015


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De jacht op Jozef Tentelaar De jacht op Jozef Tentelaar


Volgens papa, Marcel Tentelaar, is Jozef uit de lucht komen vallen. Papa is nog steeds blij dat hij net op de goede plek stond om Jozef op te vangen.
Ze wonen met zijn tweeën in Koffiehuis Tentelaar. Het huis is piepklein en heeft wielen en pedalen en een stuur.  In het koffiehuis zelf, eigenlijk een hokje waar vader Tentelaar precies in past, wordt de lekkerste koffie die je ooit geproeft hebt gemaakt. Op woensdag en zaterdag kun je ook chocolademelk kopen, met schuim waarin papa Tentelaar de prachtigste figuurtjes tovert.
Moeder Annabella Victoria is weggegaan toen Jozef twee jaar was. Volgens papa hield ze teveel van Jozef en kon ze niet tegen het wonen in een stad. Mama is nu kapitein op een schip en stuurt twee keer per jaar een kaart naar Jozef. Al die kaarten hangen natuurlijk in Koffiehuis Tentelaar.

Mevrouw Elfrida, de schooldirectrice, vindt het koffiehuis maar vies en Jozefs' leven triest. Jozef kan 100 keer zeggen dat hij het fijn heeft bij papa, dat papa altijd leuk dingen bedenkt. Dat papa vindt dat je elke dag iets bijzonders moet doen - en lukt dat niet dan minstens één keer in de week. - Dat hij houdt van papa én het koffiehuis.
Maar mevrouw Elfrida luistert niet, ze houdt niet van bijzondere dingen. Kinderen moeten netjes zijn en naar school gaan en in een huis wonen. Ze praat met papa Tentelaar en stelt voor dat Jozef in het Vladdernaat gaat wonen, zodat hij een nette jongen zal worden en een goede opleiding krijgt. Natuurlijk wil papa niet dat Jozef daar gaat wonen ze hebben het veel te leuk samen.

Het Vladdernaat is van meneer Vlad, de rijkste man van de stad, hij heeft wel zeven fabrieken en 2 hotels, een gouden bed en nog wat dingen. Deze meneer Vlad heeft nu ook een raket laten bouwen en die vrijdag zal bekend worden wie daarmee naar de maan mag vliegen. Tot vaders eigen verbazing staat de naam van Marcel Tentelaar op het winnende briefje!
Marcel wordt bejubeld, hij is een held, maar 's avonds zegt hij tegen zijn zoon 'Ik ga niet echt hoor. [...] dacht je dat ik jou alleen zou laten? Dat kan toch niet. Kwibus.'

Maar alles loopt heel anders. Wat volgt is een prachtig, grappig, avontuurlijk, ontroerend verhaal over een vader en zoon, die stapelgek op elkaar zijn. Je snapt dat Jozef zoveel van zijn papa houdt want papa daalt steeds af naar zijn wereld. Jozef hoeft niet te voldoen aan al die vreemde regels van volwassenen. Hij mag kind zijn en papa is kind met hem, papa is de grote grappenmaker, papa verzint spannende avonturen, maar is gelijk Jozefs grote beschermer en levensleraar.
Papa is ook altijd eerlijk. Alles Tentelaar? vraagt Jozef dan als hij denkt dat papa zomaar wat verzint. En als papa knikt dan is het waar, maar soms is het leven niet uit te leggen. Als Jozef zijn vader iets vraagt waar geen antwoord op te geven is zegt vader Tentelaar  zachtjes:

'Dat weet ik niet'.
'Dat weet je niet?'
'Nee'.
Het bleef even stil. 'Sorry. het is nu eenmaal zo',  zei vader Tentelaar. Op fluistertoon ging hij verder. Dat het vaak leek alsof de wereld helemaal logisch was. En dat mensen, vooral grote mensen, precies wisten wat ze deden. Dat ze alles konden uitleggen. Dat ze over alles nadachten en dan verstandige beslissingen namen.
Volgens vader Tentelaar klopte dat niet.
Vaak deden mensen zomaar wat. Deden ze dingen die ze zelf ook niet begrepen. 'Ik ook', besloot hij. 'Snap je?'


Hiermee luidt vader Tentelaar zijn eigen beslissing in, die hij uit grote liefde voor zijn kind neemt. De beslissing is voor Jozef loodzwaar, het doet hem enorm pijn, maar uiteindelijk is Jozef de enige, juist omdat vader Tentelaar Jozef met heel zijn hart en ziel liefheeft, die precies begrijpt waarom vader die beslissing genomen heeft.
'Omdat hij dat graag wou... het is typisch Tentelaar.'

Dit is zo'n kinderboek dat je wilt bewaren en waar je later als volwassene vol liefde over praat. Een kinderboek zoals een kinderboek moet zijn. Vol vrolijkheid en grappen en fijne en bijzondere dingen maar ook ontroerend mooi.
Stefan Boonen laat de jonge lezer in zijn waarde, hij bereidt in zijn verhaal het kind wel voor met kleine zinnetjes en verwijzingen zodat het aanvoelt dat het niet aldoor vrolijk blijft en er iets moeilijks staat te gebeuren maar zakt niet af naar kinderlijke taal of vals sentiment.
Ook Jozef laat hij helemaal heel als hij het moeilijk heeft.  Jozef wordt geen stakker, maar een jongen met gevoelens zoals gevoelens kunnen zijn. Met zijn enorme inlevingsvermogen weet Stefan Boonen deze door elkaar gesmeten emoties op zijn eigen mooie manier weer te geven om ons daarna samen met Jozef naar het fonkelende, ontroerend einde te leiden.
Een prachtig, liefdevol, indrukwekkend boek.


ISBN 9789022329863 | Hardcover | 169 pagina's | Uitgeverij Manteau | oktober 2014
Met mooie kleurrijke, toepasselijke illustraties van Tom Schoonooghe | Leeftijd: 9+

© Dettie, 04 december 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De avonturen van Prinses Tilda De avonturen van Prinses Tilda


In het Parkpaleis woont Zijne Prinsesselijke Hoogheid Amanda Maria Elisabeth Cleopatra Tildamina, maar die naam is zo lang, iedereen iedereen noemt haar gewoon prinses Tilda.

Het paleis is heel groot met wel drie badkamers, een danszaal, de Zoete Kamer, de Zwaardenkamer en nog veel meer kamers... Maar prinses Tilda is het liefst in De Grote Koninklijke Tuin. En daar was ze toen dit gebeurde...
Ze zag een jongen lopen die liep te zwieren met z'n armen, hij speelde dat hij een vliegtuig was. Het was Bob, het hulpje die in de keuken werkte. Hij schrok zich naar dat hij zomaar een echte prinses tegenkwam. Prinses Tilda dacht dat hij vast kok wilde worden, maar nee hoor, hij wilde een leeuw in een circus worden. Dat vond prinses Tilda wel leuk, misschien konden ze alvast gaan oefenen. En even later liepen ze al grauwend en klauwend in het rond.
Maar daar kwam mevrouw Stiepeltjes, de kamerdame, aan. Ze verstopten zich snel en sprongen toen ze vlakbij was tevoorschijn. Mevrouw Stiepletjes gilde, ze schrok heel erg van de twee kleine 'leeuwen' en rende weg.
Daarna kwam er weer iemand aanlopen, weer verstopten ze zich en braww... weer sprongen ze tevoorschijn.  Maar oeioei deze keer was het de koning Kasperdocus zelf... dat was niet zo slim, maar gelukkig is de koning liever dan hij eruit ziet.

Hierna volgen nog drie leuke verhalen over prinses Tilda die allemaal beginnen met 'en daar was ze toen dit gebeurde...'
Tilda is een leuk, vrolijk maar wel een beetje ondeugend meisje. Ze doet het liefst alleen maar dingen die ze leuk vindt zoals spelen met Bob of lekker snoepen. Maar ja soms moet ze toch iets prinsesachtigs doen zoals leren dansen of, heel vervelend, op haar verjaardag in bed blijven liggen tot iedereen wakker is of nog erger... in bad gaan! Ze verzint allerei trucjes om er onderuit te komen maar natuurlijk lukt dat uiteindelijk niet want grote mensen winnen bijna altijd. Maar doordat ze al die dingen niet wil beleeft ze wel heel grappige avonturen.
Het zijn allemaal vlotte verhalen waarbij Peter Teunissen op elke pagina een vrolijke, gekleurde afbeelding verzorgd heeft.


Bij het boek zit een luister-CD waarop Ianka Fleerackers te horen is die de verhalen uit het boekje voorleest. Dankzij de achtergrondgeluiden en de zeer prettige stem van Ianka is het erg leuk om naar te luisteren.
Kortom, een fijn luister- en kijkboekje voor kinderen vanaf 4 jaar.


ISBN 9789002250248 | Hardcover | 47 pagina's | Uitgeverij Oogappel | oktober 2013
Leeftijd: 4+

© Dettie, 25 december 2013


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Elvis de Draak en de zeven zombies Elvis de Draak en de zeven zombies
Elvis de Draak: Deel 5


‘Rechtdoor,’ mompelde Elvis. ‘Dat is de kortste weg.’
Maar ook die langs het oude kerkhof, dacht hij erachteraan. Hij fronste. Normaal, op gewone dagen, maakte het hem geen moer uit. Al lagen er honderd kerkhoven op weg naar huis. Maar nu, in dat grauwe grijs en met die nattigheid, zag alles er anders uit. ‘


Dit lezen we al op de eerste pagina. Stefan Boonen heeft de lezer meteen te pakken.
Brrr, dat wordt vast en zeker griezelen… te verwachten met zo’n titel, maar je weet maar nooit met deze schrijver!
En ja hoor, ik verklap niet veel als ik nu al zeg dat hij je op het verkeerde been heeft gezet. Zijn zombies zijn namelijk de aardigste wezens die je je maar kunt voorstellen! Wordt er niet gegriezeld dan? Nou ja, dat toch wel… niet aan te ontkomen als je het hebt over dode mensen, die op een vreemde manier doorleven.
Elvis kennen we uit eerdere boeken, hij heeft er al wat avonturen op zitten. Dit keer wordt hij door zijn ouders op reis gestuurd.  Hij moet namens de familie die absoluut niet reislustig is, de begrafenis bijwonen van oudtante Ursula. Zij woont, woonde dus  ‘ergens in het Noorden.  Zweden of Noorwegen of nog verder weg. Een dorp in de heuvels, geloof ik.’ Zegt zijn vader.
Elvis gaat wel, het is toch herfstvakantie en er is thuis niets te beleven. Zijn ouders vinden raadspelletjes op de radio belangrijker.
En natuurlijk is het een avontuurlijke reis, met onverwachte gebeurtenissen. Behalve zombies is er een meisje van zijn leeftijd, een dorp waar het gevaarlijk is, en een bende die een attractie zoekt voor hun avonturenpark.
Het is een leuk en spannend verhaal, eigenlijk vind ik dit het leukste verhaal tot nu toe. Dit verhaal is realistischer, je moet het dus veel meer hebben van gewone humor. Die zit er volop in!
Niet dat zombies ‘normaal’ zijn, maar toch normaler dan een dronzel of krimpsel. Maar zeker niet saai, zoals hij thuis vertelt!

‘Je ziet er uit alsof je in een bos hebt gelogeerd. Ik dacht dat je een paar dagen langer weg bleef.’
‘Nah, het was er nogal…saai.
Ma de Draak hield haar hoofd scheef. ‘Je hebt toch niets doms gedaan?’


Ha  nou, als je wilt weten wat hij beleefd heeft op het verre eiland, dan moet je dit boek lezen! Veel plezier er mee!


ISBN 9789044818277 | Hardcover | 176 pagina's | Clavis Uitgeverij | december 2012
Leeftijd: 10+

© Marjo, 26 december 2012


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De Reus van de zomerflat De Reus van de zomerflat


"Op de eerste dag van de vakantie viel er een hond uit de lucht. Het arme mormel heette Fluffie. Een geen-merkhond met een bruine vacht en te korte pootjes."


Als je dit leest dan weet je al dat je een bijzonder boek in handen hebt. Het is Stefan Boonen weer gelukt om een heel apart verhaal te schrijven.

Fluffie is de hond van mevrouw Urgel, die in de Zomerflat woont, net als Albert Loofloos. Albert is elf jaar en woont met zijn moeder en vijf zussen op de zevende etage. Het flatje is heel klein, net als alle flats in de Zomerflat. Er is een keukentje, een badkamer zo groot als een zakdoek en twee slaapkamers. In de ene slaapkamer slaapt moeder, en in de andere de vijf zussen. Albert slaapt op de bank. Albert is gek op de Zomerflat, hij kent elk hoekje en gaatje van de flat. In feite is het een haveloze flat in een armoedig wijkje. Enkele verdiepingen staan leeg, maar dat vindt Albert juist wel spannend. Op de 5e etage heeft Rosie een winkeltje in haar huiskamer gemaakt, ze verkoopt alles, van brood tot balpennen, postzegels, kruiden, worst, zeep en wintersokken. De flat staat op een heuveltje en vlakbij is iets wat op een park lijkt.

Eigenlijk is Albert een beetje eenzaam, er wordt thuis nauwelijks naar hem omgekeken. Moeder is veel te druk om van zijn lange, magere zussen beroemdheden te maken, wat steeds maar niet lukt. 'Ik denk dat jij een vergissing bent' had zijn moeder ooit eens tegen hem gezegd. Misschien had de verpleegster in het ziekenhuis twee baby's verwisseld... Albert moet zichzelf maar zien te vermaken. Gelukkig heeft hij fantasie genoeg maar toch denkt hij dat het best wel eens een lange saaie vakantie kan worden.
Maar... op die eerste vakantiedag komt Kalinda, een meisje van Alberts leeftijd, in de flat wonen, op de 3e etage. Ze vindt de piepkleine flat vreselijk, wat moet ze hier? 's Nachts kan ze er niet van slapen en staart naar buiten en dan ziet ze hem! Ze gelooft haar ogen niet. Dat kan niet! denkt ze. Vier verdiepingen hoger ziet Albert hem ook, en hij weet zeker dat echt is. Hij ziet een reus!
De twee kinderen durven het nauwelijks aan elkaar te vertellen maar als ze het eenmaal weten dat hij en zij ook echt, eerlijk waar een reus gezien hebben gaan ze de reus zoeken. Waar weten ze niet maar hij moet toch ergens zijn. Ze maken plannen maar waar is de reus gebleven? Ze zoeken overal maar vinden hem niet.

Als de niet zo gevaarlijke bende van Snelle Djie op een dag Albert en Kalinda weer eens plaagt en ze moeten vluchten voor die vervelende bendejongens, ontdekken de twee kinderen de voetafdruk... een heel grote voetafdruk, de voetafdruk van de reus! En de reus komt tevoorschijn en praat met ze! Hij heet Frikxswald Pjiep, noem me maar Pjiep, zegt hij. De reus spreekt een apart taaltje maar ze begrijpen hem wel. Pjiep vertelt waar hij vandaan komt en wat hij komt doen. Maar de kinderen moeten beloven dat ze niemand vertellen over hem, en dat doen ze, hoewel Albert het wel héél jammer vindt. Hij wilde al zo lang dat er iets gebeurde waarvan de wereld zou opkijken... vooral zijn moeder. Dat ze zouden zeggen: 'Wow, dat is Albert Loofloos van de Zomerflat!'
Wat volgt is een verhaal dat deels ontroerend, deels vermakelijk maar vooral heel fantasierijk en bijzonder is. Er gebeurt van alles rond de Zomerflat, er komt zelfs een enorme storm langs de oude flat razen, zal dat allemaal wel goed gaan? Kunnen de kinderen hun geheim bewaren? Waar moet de reus heen en hoe komt hij ongezien aan eten? Blijft de bende van Snelle Djie de twee kinderen plagen? En hoe gaat het verder met Fluffie? Maar vooral hoe gaat het verder met Albert?

Stefan Boonen raakt precies de juiste toon zodat je meeleeft met de flinke, stoere, beetje eenzame Albert, met de bijdehante, slimme Kalinda en de vriendelijke goedige reus. Het is een verhaal met een vleugje melancholie maar ook veel humor.
De afbeeldingen van Tom Schoonooghe stralen precies dezelfde sfeer uit. Aan een kant is er die geestigheid en vrolijkheid en aan de andere kant zie je dat er zich meer afspeelt rond de personages dan alleen maar de vrolijke en uiterlijke zaken.
Het is een boek om te koesteren en vele malen te herlezen. Een prachtig verhaal!


ISBN 9789022327333 | Hardcover | 165 pagina's | Uitgeverij Manteau | oktober 2012
Leeftijd: 10+

© Dettie, 21 november 2012


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Met opa op de fiets Met opa op de fiets


Het is mooi weer en hupsalakee, opa pakt Isa op en zet haar op de stang van zijn fiets. Oma zwaait ze uit. Maar daar staat Gitte, zij wil ook mee. Opa zegt nooit nee dus hupsalakee, Gitte mag achterop de fiets van opa. Isa is niet zo blij, was ze net zo lekker eens een keer alleen met opa. Maar het is evengoed wel heel gezellig. Ze kijken naar de wolken. Ze zien er allemaal figuren in, de ene wolk is net een boom en het andere lijkt wel op een huis.

Ze fietsen langs Pelle en Bram die bij de beek spelen en die willen ook wel mee. En hupsalakee daar gaan ze mee op de fiets. Opa weet steeds wel een plekje te bedenken. Verderop zit Emma op een bankje en ja hoor, Emma wil ook mee. Hupsalakee Emma past ook nog wel op de fiets. Arme opa, hij trapt en trapt, het is best zwaar met al die kinderen op de fiets. En daar staat kleine Pieter, natuurlijk moet hij ook mee en hupsalakee, Pieter wordt op opa's schouders gezet...

De kinderen hebben veel plezier en arme opa trapt en trapt. Ze zien koeien, zwanen, eenden, zwaluwen, een heteluchtballon,  een oud kasteel. Ze fietsen over mooie weggetjes en over bruggetjes en opa krijgt het warm en wordt heel moe en dan... pats! Een lekke band! Gelukkig zijn de kinderen slim en bedenken ze een heel goede oplossing. En zo kunnen ze hupsalakee naar huis!
Eenmaal thuis krijgt iedereen een ijsje van oma, behalve opa, opa slaapt...

De opaboeken van Stefan Boonen en Marja Meijer zijn allemaal hartverwarmend. Of de kinderen nu bij opa logeren, of met opa spelen in de sneeuw of naar zee gaan, opa blijft het grootste lieve kind. Hij geniet net zo hard als de kinderen, alleen is hij wat sneller moe en mist zo heel veel ijsjes en andere lekkere dingen, want opa valt op het eind van de dag altijd in slaap. Arme lieve opa.
Oma zorgt voor de 'thuisdingen', zij doet de was, bakt pannekoeken of deelt ijsjes uit.

De afbeeldingen, in gemengde techniek, zijn vrolijk en warm van kleur. De tekst is opgebouwd uit korte zinnen en is in duidelijke letters afgedrukt.
Opnieuw een fijn opaboek.


ISBN 9789044802818 | Hardcover | 26 pagina's | Clavis Uitgeverij | 2004
(Dit boek werd bekroond met een Pluim van de maand en bewerkt voor televisie) | Leeftijd: 4+

© Dettie, 29 april 2012


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Nachtvuur Nachtvuur


‘Je kunt nooit meer terug naar vroeger.’

Het verhaal begint met de begrafenis van Elisa. Rob, de verteller, en hun vriend Giel zijn er bij. In flashbacks vertelt Rob het verhaal dat vooraf ging aan haar dood. Over de wraak op een (andere) dode. Volwassen zouden er geen goed woord voor over hebben, zo’n idiote onderneming is het in feite, maar de drie vrienden vinden dat ze niet alleen in hun volste recht staan, het is ook een soort genoegdoening. Dat is wraak natuurlijk altijd.

Meneer Franzen was de klusjesman op hun lagere school, waar hij hun drieën in de smiezen had. Hij was een vreemd mannetjes met grijpgrage handjes. Giel is de jongste broer van een beruchte tweeling, en heeft alleen daarom al een slechte naam. Rob als zijn vriend wordt daarin meegesleurd, en Elisa staat niet bekend als een zedig en volgzaam meisje.

Als de lagere school er op zit, zijn ze blij dat ze van meneer Franzen af zijn, maar wat schetst hun verbazing? Op een dag is hij op hun nieuwe school werkzaam. Zoals Rob het ziet, heeft hij snode plannetjes met hen, vooral met Elisa. Haar verleidt hij tot het maken van zogenaamde modelfoto’s, Giel belandt door zijn toedoen in het ziekenhuis. De drie jongelui nemen bij leven al wraak met enkele voor meneer Franzen vervelende acties, maar Elisa, in de wetenschap dat haar leukemie niet zal genezen  en dat Franzen ook kanker heeft, zegt op een dag: ‘als ik maar niet naast hem kom te liggen.’

Dat leidt tot een gruwelijk avontuur. Ze weten dat ze het niet hadden moeten doen, maar eenmaal begonnen, kunnen ze niet meer stoppen. Maar het zal niet zo eenvoudig zijn als ze gedacht hadden. En intussen blijkt dat ze niet alleen geheimen voor de buitenwereld hebben, maar ook voor elkaar.

Door Rob te laten vertellen, die de meest ‘normale’ van de drie is, wordt de spanning flink opgebouwd, terwijl je eigenlijk in het begin al weet wat de kern van het verhaal is. Een verhaal over de dood, over wraak, maar vooral over vriendschap.Akelig, maar ook mooi.

‘Er zijn dagen dat ik het gevoel heb dat ik niemand echt goed ken. Dagen dat ik met niemand een normaal gesprek heb, dat het alleen maar grijnzen en flauwe moppen en bubbelgumonzin is.
Toen pa pas dood was, zei ma soms dat ze hem zo hard miste dat het pijn deed. Dat ze er hoofdpijn van kreeg, en krampen in haar buik. Zo is het ook als je je eenzaam voelt. Alsof er onderhuids iets aan zit te komen. Alsof eenzaamheid de lightversie van de dood is.’


ISBN 9789044807912 | Paperback | 156 pagina's | Clavis Uitgeverij | 2007
Leeftijd: 14+

© Marjo, 03 april 2012


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Elvis de Draak en de voorlaatste dronzel Elvis de Draak en de voorlaatste dronzel
Elvis de Draak: Deel 1


Al op de eerste pagina wordt duidelijk dat Elvis geen brave jongeman is: hij spijbelt!
Zijn ouders bekommeren zich niet zoveel om hem, en waarom zou hij er niet van profiteren? Hij heeft een hekel aan gym. En juist op die dag dat hij alleen thuis is, wordt er een envelop bezorgd: post voor hem! Van wie is dat? Maar voor hij kan kijken gaat de telefoon, en een onbekende vraagt of ‘hij er zin in heeft’.
Tja, Elvis heeft de envelop nog niet goed bekeken, en de beller hangt meteen weer op.

In de envelop zit een cd-rom, waarin hem verteld wordt dat hij een oom heeft: Oom Hendrik die op het eiland Mabazo woont. En die oom vraagt hem of hij wil komen logeren in de herfstvakantie! Dat wil Elvis wel, een avontuur! Hij zal daar nee zeggen! Maar zijn ouders doen dat in eerste instantie wel, zijn moeder weet niet eens van het bestaan van haar mans broer. Maar als het doordringt geven ze al snel permissie: misschien is die oom wel rijk, en is Elvis de enige erfgenaam.

En zo stapt een tienjarige jongen in z’n eentje op het vliegtuig. Naar Miami. Al onderweg gebeuren er vreemde dingen. Iemand wil weten of hij soms Elvis is. Een andere onbekende duwt hem een doosje in zijn handen. En in dat doosje, want Elvis kan het niet laten om te kijken, zit een vreemd klein wezentje. Het kan praten ook! Het is Wub, de voorlaatste Dronzel. En omdat er mensen zijn die Wub willen hebben, zal Elvis heel wat meemaken voor hij eindelijk zijn oom Hendrik zal leren kennen.

Het is het eerste boek over Elvis. In de andere delen gaat het verhaal verder, maar gebeuren er ook op zichzelf staande avonturen. Zullen we in die nieuwe avonturen Harry, de piloot ook nog tegenkomen? Dat Elvis van Dr Wankel nog niet af is, dat lijkt wel duidelijk. En wat voor iemand is zijn oom Hendrik? En misschien zal Wub een vast vriendje blijven… of heeft die meer belangstelling voor de laatste Dronzel?
Een spannend verhaal, dat met veel humor en vooral veel fantasie verteld wordt.


ISBN 9789044809367 | Hardcover | 150 pagina's | Clavis Uitgeverij | juni 2010
Leeftijd: 10+

© Marjo, 30 oktober 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Met opa in het donker Met opa in het donker


Alweer het vierde boek over die leuke, lieve opa.

Deze keer mogen de kinderen logeren bij opa en oma. Ze gaan gezellig met z'n allen op de grote zolder slapen. Oma moet die avond naar een feestje dus opa blijft bij de kinderen. Oma kent opa ondertussen goed genoeg en vraagt aan de kinderen of zij goed op opa zullen passen!
Zo gauw oma weg is gaan ze gezellig verstoppertje spelen. Opa is de wolf en de kinderen zijn de zeven geitjes. Gelukkig vindt opa al zijn 'geitjes' terug. Maar dan moet opa zich verstoppen en dat kan hij heel goed, een beetje té goed zelfs. Waar is opa? En wat horen ze toch voor raar geluid? Het zal toch niet de wolf zijn? En het wordt buiten ook al zo donker...

Het grappige van de opaboeken is dat het verhaal steeds één dag beslaat en opa altijd 'het kind' is. Opa onderneemt van alles, verzint de leukste dingen maar hem overkomt ook altijd van alles terwijl het met de kinderen steeds goed gaat. Het zijn vrolijke, optimistische en toch ook realistische verhalen. Het zou zomaar echt zo'n dag bij opa en oma geweest kunnen zijn.

Ook dit boek is weer geïllustreerd door Marja Meijer. Ze weet er elke keer weer een vrolijke, gezellige boel van te maken. Op zolder hebben de kinderen hun slaapzakken, ligbedjes, stapelbedden en weekendtassen neergelegd. Het huis van opa en oma is ook echt een opa en oma huis. Geen moderne designmeubelen maar in de hal een kastje met een lampetkan erop. Verderop een grote bimbamklok met een schemerlampje met stoffen, geplooide bekleding ernaast. Een grote houten linnenkast op zolder en op de slaapkamer van opa en oma een groot eikenhouten bed met een houten kaptafel met driedelige spiegel erbij. Voor de kaptafel staat een poef van roze fluweel. Aan een klein kapstokje hangen de twee, beetje uitgezakte, ochtendjassen met een paar geruite pantoffels eronder. En natuurlijk een lekker groot, zelfgemaakt sprei op het bed, zo'n bed waarin je heerlijk naar verhaaltjes kunt luisteren die opa voorleest. Geweldig leuk gedaan. Alles straalt de veiligheid en vertrouwdheid uit die een huis van opa's en oma's kunnen hebben. Je zou er zo bij willen kruipen.
Opnieuw een erg prettig en vermakelijk opaboek.


ISBN 9789044815887 | Hardcover | 32 pagina's | Clavis Uitgeverij | oktober 2011
Leeftijd: 4+

© Dettie, 28 oktober 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Elvis de Draak en het geheim van de Grimps Elvis de Draak en het geheim van de Grimps
Elvis de Draak: Deel 2


‘Een speciaal bericht voor pipo’s
Er zijn er die denken dat de verhalen van Elvis de Draak over een draak gaan.
Dat is niet zo!
Elvis is een jongen.
Bijna een doodgewone jongen.
De Draak is zijn achternaam.
Simpel & Niks aan te doen.
Snappie?’


Gelukkig maar dat Stefan Boonen zijn boek zo begint, want ik was ook zo’n pipo.
Maar ook al is dat misverstand snel uit de wereld, het blijkt toch wel prettig te zijn als je de serie over Elvis begint met deel een. Dit is boek twee, en ik weet niets van het voorafgaande. Ik heb geen idee wie of wat een dronzel is. Nu kun je dit boek als zelfstandig verhaal lezen, maar toch, je mist iets.

Elvis logeerde bij zijn oom op een eiland: Mabazo, bij Barbados. Nu gaat hij naar huis. Als hij afscheid neemt van zijn oom zit die in een boek te lezen over de grotten van Grimp. Een legende zegt hij. Maar Elvis zal ontdekken dat dat niet helemaal klopt.
Op de overtocht naar Barbados ontmoet hij een stel meiden die zich zo aanstellerig gedragen dat Elvis het niet laten kan. Hij vraagt of ze misschien Mirabella gezien hebben. Dat is mijn spin, zegt hij, ‘zo groot’ en hij doet zijn handen ver uit elkaar. Natuurlijk laten de meisjes hem daarna met rust. Ze rennen echter wel naar de kapitein.
Maar ja, nu hij zoiets verteld heeft, gelooft de kapitein hem niet als hij waarschuwt dat er piraten aankomen. Weer zo’n stomme grap, denkt de kapitein.
En niets is minder waar. Het is het begin van een avontuur, waarin een lokhoorn, vreemde figuren en gevaarlijke grotten voorkomen.  Ook leert Elvis Angela kennen, een vrouw die niet opkijkt van vreemde gebeurtenissen, en die haar mannetje staat.

Het is duidelijk dat het geen straf zal zijn om ook deel een eens te lezen, want dat is vast net als dit verhaal een spannend avontuur, met  soms Vlaamse humor, en leuke vondsten. Soms is het verhaal wel wat ongeloofwaardig, maar dat mag gerust in een kinderboek vind ik. Je weet immers dat het geen realistisch verhaal is, dat is al wel duidelijk uit de eerste regels.


ISBN 9789044811186 | Hardcover | 142 pagina's | Clavis Uitgeverij | juli 2009
Leeftijd: 10+

© Marjo, 24 oktober 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De Vindeling van Wammerswald De Vindeling van Wammerswald


Voor je in het verhaal begint heb je er al zin in: In prachtige sierlijke letters wordt op de eerste pagina aangekondigd wat je allemaal gaat tegenkomen : een aangespoeld meisje, elf zonen, sakkersnotter, Mathilda, een beer, superdozers, tante Idaliek, een Donderkrak, spoken en een dorpje.

Je gaat gauw verder, en leest over een meisje van een jaar of tien dat op een koffer aanspoelt in Wammerswald. Het hele dorp staat op zijn kop. Wat moeten ze met dat vreemde kind? Al snel blijkt dat niet alleen de manier van arriveren vreemd is, het kind vertoont ook een erg eigenzinnig gedrag.
Agent Willy vindt het maar niks. Hij wil de indringer opsluiten of dan toch verjagen, zeker als ze hem aanrijdt met een tractor!

Bij de burgemeester, die moet bepalen wat er gaat gebeuren, stroopt hij zijn mouwen al op ‘zal ‘k moaken dat ze subiet verdwene is?’. Maar de burgemeester vindt het verhaal dat het kind vertelt over haar verleden te vreselijk voor woorden, en ze mag voorlopig blijven. Hij is degene die haar ‘Vindeling’ doopt, en omdat ze zegt dat ze haar naam niet meer wil horen, blijft ze zo heten.

De dokter verklaart haar gezond van lijf en leden en hij en zijn vrouw zijn een van de eerste kandidaten, als het er om gaat het meisje onderdak te bieden. Want ze moet toch ergens wonen, vinden de dorpelingen. De burgemeester heeft een oproep gedaan. De bakkersvrouw meldt zich ook. Zij heeft al elf zonen, en een dochter erbij lijkt haar wel leuk. Maar ook Jos, de garagehouder, zou het leuk vinden als Vindeling bij hem komt. Ze heeft al een baantje bij hem, dus waarom niet? Bij wie zal ze gaan wonen...
Zeker niet bij degenen die haar weg willen hebben: niet alleen de agent, ook de boswachter vindt het maar niks die nieuweling. Want dat vreemde kind gaat zo maar in haar eentje het Donkere Bos in, en vat sympathie op voor de beer, die de boswachter graag weg wil hebben.

Eigenlijk valt het boek uiteen in twee delen. Eerst het verhaal van haar aankomst en de beer, daarna het verhaal van het pretpark en de tante.
Het is een prachtig fantasieverhaal, met heel veel leuke vondsten. Veel humor. Het leest ook prettig door de vaak grappige dialogen, de prettige bladverdeling en de mooie tekeningen van Tom Schoonooghe.

Je moet Vindeling wel aardig vinden, ze is een heel lief kind, dat open staat voor de wereld en zijn bewoners, en nieuwsgierig van aard. Ze lijkt vaak ook verstandiger dan de volwassenen die haar omringen. Het lijkt me ook een heerlijk boek om voor te lezen, vooral in de scènes waarin de agent een rol heeft. En die vlamingismen zijn best te begrijpen en voegen toe aan de jus van het verhaal.

‘Bij de kapper waren er maar liefst twee dames die er aan dachten een flauwte te krijgen’


‘Volgens mij ben jij gesnoeid in je hersenpan!’


ISBN 9789022325971 | Hardcover | 168 pagina's | Uitgeverij Manteau | maart 2011
Leeftijd: 7+

© Marjo, 11 oktober 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Mooi niet Mooi niet
Over hedendaagse kunst


In dit boek krijg je een rondleiding door een oude fabriek waar vroeger kaas, yoghurt en room werd gemaakt. Nu hebben een aantal kunstenaars hun atelier, hun werkplaats, in 'De Fabriek'. Sommigen slapen er ook.
De Fabriek wordt gehuurd door een jonge kunstenaar, die de loper wordt genoemd omdat hij vaak door het park rent. Hij verhuurt op zijn beurt de ateliers aan de anderen zoals beeldhouwers, schilders, videokunstenaars en glasbewerkers en...
Sinds een poos woont er ook een jongen in het gebouw. De Melkjongen noemen ze hem en hij is de gids, hij geeft je de rondleiding door De Fabriek.

De Melkjongen praat graag en veel en vertelt je alles over de mensen die in De Fabriek werken en wonen. Maar dat niet alleen, hij vertelt ook hoe ze hun kunstwerken maken, hoe ze op het idee zijn gekomen, welke materialen ze gebruiken en waarom ze juist dát kunstwerk gemaakt hebben. De Melkjongen bezorgt niet alleen melk, koffie en chocolademelk, hij houdt de boel in de gaten en bewaart verhalen...

De rondleiding begint bij Ewald, die doet dingen met bloemen en glas. Van de lege melkflessen maakt hij kunstwerken. Hij slaat de flessen kapot en maakt van de scherven vazen in allerlei vormen en soms verwerkt hij stukjes van een bloem in de vaas. Hij snijdt zich wel twaalf keer per dag aan die scherven. De broer van de Melkjongen vindt de vazen wel knap gemaakt, maar niet mooi.
Een andere kunstenaar doet iets met oud glas vertelt De Melkjongen, en Marlies maakt dieren in glas, niet van die kleine glazen beeldjes maar heel grote dieren van drie of vier meter groot. Ze heeft een tentoonstelling in het bos gehouden. Dat was heel maf. Tussen de bomen stonden reuzegrote glazen beelden, allemaal belicht met spots in een of andere kleur en daarbij werd keiharde muziek gespeeld.

Je mag in alle ateliers kijken van de Melkjongen en hij vertelt steeds wat de kunstenaars doen. Zoals Louise die steeds schilderijen maakt van mensen die weggaan. Dit doet ze omdat er al vaak mensen van haar zijn weggegaan, haar achterlieten.

Ook vertelt de Melkjongen dat hij niet precies weet wat kunst is. Moet je iets mooi vinden omdat het kunst genoemd wordt? Nee, dat hoeft niet, zegt hij, je kan gewoon iets mooi of lelijk vinden.

Hij vertelt je van alles over allerlei soorten kunstenaars. Je hebt kunstenaars die dingen ontwerpen die je thuis gebruikt zoals een zoutvaatje of een koffiezetapparaat, een bank of een koelkast. Ook zijn er kunstenaars die expres 'rare' dingen maken omdat ze willen dat mensen er over praten. Of kunstenaars die heel gewone dingen anders laten zien, zoals bijvoorbeeld een krat met lege melkflessen dat tegen de muur gehangen wordt met een knalrood vlak eronder. Er zijn ook mensen die verhalen vertellen of schrijven, dat is ook kunst.

In het boek staat op bijna elke bladzijde een afbeelding. Daar kun je naar kijken en over nadenken, vind je het mooi, lelijk, gek of stom. Wordt het mooier of lelijker als je er langer naar naar kijkt. Daarnaast zijn er bladzijden waarboven staat 'Doe het zelf'. Op die bladzijden worden bijvoorbeeld dingen verteld wat je kunt doen als je op een tentoonstelling bent en naar een kunstwerk kijkt. Of hoe je een regenboog kunt vangen. Ook wordt gevraagd eens heel goed te kijken naar een gewoon ding, een vork of een paperclip, een pen, een schoen. Je krijgt allemaal ideeën over wat je er mee kunt doen.

Het is een heel apart en goed boek, echt een aanrader als je meer over moderne kunst wil weten. Je wordt rechtstreeks aangesproken door de Melkjongen, alsof je echt in gesprek bent met hem, en dat geeft het iets heel bijzonders. Het boek laat allerlei dingen van een andere kant zien en vooral zorgt het ervoor dat je beter en op een andere manier kijkt, voelt, proeft, hoort en ruikt. Want dat is wat een kunstenaar doet! 


ISBN 9789044810233 | Paperback | 87 pagina's | Clavis Uitgeverij | september 2008
vormgeving: Willo Gonnissen | Leeftijd: 10+

© Dettie, 08 juli 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De race van de rat De race van de rat


Jacks vader is er een tijdje tussenuit, hij zwerft ergens in Zuid-Amerika of zo. Jack wacht op zijn thuiskomst. Met zijn moeder, hoewel hij wel voelt dat tussen zijn ouders iets wringt.

Mama staat met een ijscokar in het park, en doet heel goede zaken. Jack helpt er als hij kan. Ze redden het wel samen. Moeders ijs is beroemd. Het is dan ook een heel oud familierecept. Op de achtergrond is er Koning opa, van wie mama de kar heeft overgenomen nadat hij een lichte hartaanval had gehad.

Opa mag zich niet opwinden, zegt de familie, en ze kijken dan ook met scheve ogen als opa Jack helpt met zijn zeepkist voor de jaarlijkse race: de race van de Rat. Want bij zo’n kist bouwen hoort natuurlijk ook het uitproberen. Niet dat opa er nog in gaat zitten, maar het is wel spannend...

Veel spannender blijkt evenwel de komst van meneer Hoflak, een concurrent. De eerste kennismaking loopt al fout, maar dat is niet zo gek. Hij laat duidelijk blijken dat hij aast op het plekje waar Jacks moeder staat. Natuurlijk wil zij daar niet op in gaan. Maar Hoflak houdt aan, en schuwt geen enkele methode.

Dan blijkt dat die Hoflak ook al betrokken is bij de zeepkistrace, doordat zijn akelige neven daar aan meedoen. Die neven doen nog meer wat Jack niet zint. Gelukkig is Jack niet alleen: Opa helpt hem, en Mattias, zijn vriend ook. Mattias heeft een leuk nichtje te logeren, die Jacks hart steelt en goede ideeën heeft. Zal het Hoflak lukken om het plekje te krijgen? En komt Jacks vader nog thuis?

Een spannend verhaal, over de dingen waar je als enige zoon met een enkele ouder tegen aan kunt lopen. Het legt een verantwoordelijkheid op de schouders van een kind, die daar maar mee om moet zien te gaan. Het is een vlot lopend, en spannend verhaal met genoeg humor om het allemaal niet te zwaar te maken. Vooral de streken die de twee vrienden elkaar leveren. Brr! Moet er niet aan denken dat ik daar het slachtoffer van zou zijn!


ISBN 9789044802412 | Hardcover | 170 pagina's | Clavis Uitgeverij | juni 2004
Leeftijd: 10+

© Marjo, 13 mei 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Tunnelbeest Tunnelbeest


Pieter verhuist met zijn moeder naar de overkant van de straat, nadat zijn ouders besloten hebben uit elkaar te gaan. De achterliggende oorzaak is het overlijden van Pieters zusje, zijn ouders bleven elkaar maar de schuld geven van het ongeluk dat haar overkwam.
Maar er gebeuren genoeg dingen die hem afleiden van de problemen. In zijn huis duikt ineens een meisje op, dat net zo plotseling weer verdwijnt. Er wordt steeds vaker ingebroken in de buurt, en de politie staat voor een raadsel, want er zijn geen sporen van braak. En de eerste droom in zijn nieuwe huis is een akelige nachtmerrie over een tunnelbeest. Zegt zijn moeder ook nog dat sommige dromen uitkomen! Als hij, klaarwakker na die droom, in de vensterbank zit, ziet hij buiten een schim met een zaklamp rondlopen. Dat moet dat meisje zijn! Maar ze is ineens weer weg.
De volgende dag wil hij weg van huis, weg van die vervelende Erik, waar zijn moeder nu iets mee heeft.  Hij gaat hardlopen in het park, zonder zijn vader deze keer. Hij weet niet eens of ze nog wel samen zullen lopen. Alles is anders. En terwijl hij daar over piekert, wordt hij ineens beentje gelicht en staan twee oudere jongens lachend boven hem. Ze beginnen te schoppen, en Pieter laat het maar gebeuren. Tot hij, en natuurlijk de twee jongens ook, een stem horen. Het is het meisje, die de knullen weg weet te jagen. Miro, want zo heet ze, staat duidelijk haar mannetje wel. Als hij haar nader leert kennen, hoort hij dat ze niet zo’n leuk leven heeft. Ene mevrouw Cools, de huishoudster, terroriseert haar terwijl ze erin slaagt Miro’s vader de indruk te geven dat alles op rolletjes loopt.
Maar Miro kent een geheime gangenstelsel, en samen met Pieter gaan ze op onderzoek uit. Zo komen ze zelfs bij de burgemeester, en ook Pieters vader wordt erbij betrokken als stadsarchitect. En Miro blijkt Erik te kennen…
Wat een saaie zomer leek te worden, is er een vol geheimen en avonturen.

Petjiepeltjes, dit is een spannend boek, in de zin van een echt avontuurlijk jongensboek. Er kan van alles, echt realistisch kun je het niet noemen. Nu hoeft dat ook niet, het is gewoon een lekker leesboek, zonder veel diepgang.


ISBN 9789068227758 | Hardcover | 162 pagina's | Clavis Uitgeverij | oktober 2000
Leeftijd: 9+

© Marjo, 02 mei 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Honderd procent Lena Honderd procent Lena


Dat heb je nou als je tevoren geen flapteksten leest. Bovendien had ik de boekjes van een andere 100 %  serie in mijn hoofd, toen ik dit boek van Stefan Boonen begon te lezen. En dus kreeg ik een klap in mijn gezicht toen op pagina zeventien gebeurde waar een ander dat al zou verwachten.

Bas, een jongen van twaalf vertelt het verhaal. Het begint allemaal heel blij, hij komt net kijken op het pad van de ontluikende puber, en kijkt op tegen zijn oudere zus Lena. Het is het verhaal van een gewoon doorsnee gezin, totdat Lena zomaar, zonder aankondiging in wat voor vorm ook, een einde aan haar leven maakt.

Het begint er al mee dat Bas uit de klas wordt gehaald door de directeur, en natuurlijk dat eerst op zichzelf betrekt. Wat heeft hij gedaan? Waarvoor krijgt hij op zijn donder? Maar als tot hem doordringt wat er gebeurd is, staat zijn wereld op zijn kop. Lena? Dat kan niet!  Zijn zus had hem ’s morgens nog gevraagd ‘Speel straks een liedje voor me, Bas.’

Dan volgt het verhaal van de verwerking. Gewoon doen kan niet meer. Het is alsof er een stempel op hem gedrukt is. Iedereen is gespitst op zijn reacties. Als hij lacht, voelt hij dat men naar hem kijkt. En toch moet het allemaal doorgaan: school, gitaarlessen, zwemmen, spelen met zijn vrienden. Bas heeft het met zichzelf al moeilijk, en dan komt er ook nog het verdriet van zijn ouders bij. Thuis is de sfeer om te snijden. Moeder huilt, vader zegt niets, en Bas houdt ook zijn mond. Ze zijn de familie Zielig.

Gelukkig is er de hond Mozart. De buurman vraagt hem met de hond te wandelen, en dat doet Bas steeds vaker. Met Mozart kan hij ellenlange gesprekken voeren. En onverwacht krijgt hij steun van Kirstin, die haar vader verloren is. Aan haar vraagt hij: ‘hoe lang duurt verdriet?’
Lena sterft op 25 april, het boek eindigt 4 augustus. Het verdriet is nog lang niet over, zoals Kirstin al zei. Maar ze moeten een weg vinden.

Het is een ontroerend boek, een zwaar verhaal ook. Kun je vertellen hoe je moet omgaan met verdriet? Stefan Boonen doet een poging in een fraaie stijl, met treffende zinnetjes, zonder aanstellerij, zonder opsmuk. Gewoon eenvoudig en mooi. Ook de veelvuldige witregels, de korte hoofdstukken werken daar aan mee. Je kan steeds op adem komen.
Het is waarschijnlijk voor kinderen die een geliefd persoon verloren hebben erg indringend en aangrijpend, want dat is het ook als je niets van dat hebt meegemaakt. Er staan dus adressen waar je terecht kunt, voor vragen of als je hulp wilt, achter in het boek, maar Stefan Boonen is een Vlaming, dus die adressen zijn allemaal in België.

‘Midden in de nacht. Tien over drie. Ik lig klaarwakker in mijn bed. Als ik mocht kiezen, zou ik nu baantjes trekken in het zwembad. Heen en weer, heen en weer.
Waarom huil ik niet?
Beneden hoor ik pa stommelen. Ma slaapt, dankzij de slaappillen die de dokter haar gegeven heeft. Als ik wil, mag ik bij haar in bed gaan liggen. Ik wil niet.
De komende dagen hoef ik niet naar school.
Lena is dood,‘ fluister ik tegen het donker. Wel tien of twintig keer. Speel straks een liedje voor me. Het laatste wat ze tegen me zei. Wist ze toen al wat ze zou gaan doen? Voor een trein springen. Hoe kon ze zo idioot zijn?
Ik knip mijn leeslamp aan en staar naar mijn prikbord. Daar hangt een groenblauw kaartje. Op Lena’s kamer hangt er ook zo een. We mochten samen naar een concert van The Chiefs, een groep waarvan ik maar één liedje ken. Lena heeft er twee cd’s van. De kaartjes waren een cadeautje van pa. Lena was pa om de hals gevlogen en had mij een flinke por gegeven. ‘Dat wordt een superavond, broertje.’


ISBN 9789044806366 | Hardcover | 128 pagina's | Clavis Uitgeverij | januari 2007
De illustraties, in de vorm van een soort collages, zwart-wit, zijn van Greet Bosschaert | Leeftijd: 10+

© Marjo, 18 april 2011


 

Mijn mama is een cowboy Mijn mama is een cowboy


Ik schuif snel een stoel onder de deurklink.
“Tessa, laat me binnen,” roept mama. Een woeste schim aan de andere kant van het ribbelglas. Scherp staal dat over het hout krast.
” Alleen als jij die bijl weglegt. “ De wind giert om het huis. Regen klettert tegen de ruiten.


Nou. Tja. Wat nu? Jullie vertellen waar het verhaal over gaat?
Dat zou toch jammer zijn. Het zou het verrassingsaspect helemaal weghalen. Want je bent als lezer na dit beginnetje heel erg benieuwd: wat gebeurt daar? Waarom staat die vrouw buiten in de regen met een bijl te zwaaien? Hoe komt het dat de dochter zich binnen schrap zet om haar binnenkomen te voorkomen?

Nee, ik vertel niet wat er aan de hand is. Wel wil ik vertellen dat het verhaal gaat over een bijzondere vrouw, en een moedig meisje. Over een stelletje mannen dat in hun vrije tijd graag cowboytje speelt, met echte paarden en tenten. Over een onroerendgoedmakelaar die een vies spelletje speelt.
Maar vooral over vriendschap, en je niet laten kisten!

Het is een leuk en spannend verhaal, met veel spitse dialogen, in korte hoofdstukken verdeeld.
Vol humor, ja, natuurlijk, Stefan Boonen zonder humor, dat bestaat niet. En nog een vleugje romantiek ook. Lijkt me een prima recept voor de jonge lezer! Ook voorlezen is leuk.

‘Paarden zijn zo…groot.
Nogal wiedes. Op een konijn kun je niet zitten.’


ISBN 9789068228175 | Hardcover | 122 pagina's | Clavis Uitgeverij | april 2001
Leeftijd: 9+

© Marjo, 06 april 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De Vindeling van Wammerswald De Vindeling van Wammerswald


Op een dag spoelde er een meisje aan op het Wapperstrand. Dat is een strook zand aan de oever van de rivier die langs het dorpje Wammerswald loopt. De schipper, mevrouw Kardoes vond haar en rende gauw naar agent Willy. Ze dacht dat het meisje dood was maar gelukkig was het niet zo.

"Toen ze bij het Wapperstrand kwamen, was het meisje niet meer dood. Ze had haar koffer naar de oude wilg gesleept en haar jurk aan aan een tak gehangen.
Het was een meisje met donker krullend haar en een vrolijke brede mond. [...]
'Ahum!' deed agent Willy.
Het meisje keek om. 'O, hallo', zei ze.
Ze wreef haar ogen uit en hield haar hoofd scheef.
'Is er iets?' vroeg ze.
Mevrouw Kardoes grinnikte. 'Ik dacht dat je dood was', zei ze.
'Nee hoor, ik ben alleen maar nat.'
Agent Willy rechtte zijn rug. 'Zo, eh' zei hij streng.
Een meisje in haar ondergoed, zo 's morgensvroeg op het strand.
Hij wist niet of dat kon in Wammerswald."


Het meisje weet niet meer hoe ze heet. Alleen dat ze gisteren nog in een tentje zat en nu hier is. Ze heeft alleen een rood koffertje bij zich. Mevrouw Kardoes neemt haar mee en bakt pannenkoeken. Heel Wammerswald weet binnen de kortste keren dat er een meisje aangespoeld is en dat meisje heeft een hut gebouwd en daar woont ze nu. Ze vertelt dat haar moeder dood en haar vader kwijt is en dat ze bij tante Idaliek woonde, zij is De Ergste Tante van de Hele Wereld. Ze moest van die tante in een tentje in de tuin wonen en op een nacht regende het zo dat ze gauw wat spullen in haar rode koffertje stopte en op de koffer ging zitten, ze spoelde weg en spoelde weer aan op het Wapperstrand.  De burgemeester vraagt 'Is dat de waarheid, kleine Vindeling? en vanaf die tijd heet het meisje Vindeling. Dokter Hendrik onderzoekt haar en verklaart dat Vindeling helemaal gezond is. Hij vindt dat de mensen van Wammerswald goed voor Vindeling moeten zorgen.

Vindeling vindt het heerlijk in Wammerswald. Iedereen is aardig tegen haar. Ze raakt bevriend met Mathilda, de dochter van de glazenwasser en ze vindt een baantje bij Grote Jos, de garagist van Wammerswald. Maar de burgemeester en de Denkraad hebben besloten dat Vindeling onderdak moet krijgen, ze moet bij iemand gaan wonen die als een vader... of moeder... of beide... voor haar zal zorgen.
Al gauw melden zich mensen zich kandidaat. De vrouw van de bakker wil wel een dochter na haar elf zonen, de dokter wil wel weer een kind in huis en Grote Jos vindt zo'n meisje om zich heen ook wel gezellig.

Maar niet iedereen is blij met Vindeling... Kan ze wel blijven? Ze zorgde wel voor een hoop gedoe met die beer uit het Wammerse woud. En waarom zoekt haar tante haar niet? En wat deed ze toen heer Waltz een pretpark wilde? En die keer dat het hele dorp in paniek was toen Vindeling verdwenen was... Willen de mensen uit Wammerswald wel zo'n meisje in hun dorp?

Opnieuw een heerlijk fantasievol verhaal van Stefan Boonen. Je blijft lezen tot het boek uit is. De bewoners van het dorpje hebben elk een heel eigen karakter en het is erg leuk om ze te leren kennen. Je moet bijna al bij voorbaat lachen als agent Willy er aan komt fietsen, wat zal hij nu weer te zeggen hebben in zijn eigen taaltje. Hij 'prut nogal vriemd' (praat nogal vreemd) En de burgemeester Meneer Santori, die zo graag plechtig spreekt, hoe zal hij aankondigen dat ze verzorgers voor Vindeling zoeken. En zal Willem, de zoon van de bakker, weer blozen als hij Vindeling ziet? En mevrouw Kardoes, die vlotte schipper (schipster zegt ze zelf), hoe zal ze omgaan met die rare heer Waltz?

Bij het verhaal over Vindeling en de Wammerswalders  staan zeer bijzondere, gekleurde afbeeldingen, gemaakt door Tom Schoonooghe, die de sfeer van het boek uitstekend weergeven.
Al met al een geweldig leuk boek waar kinderen vast heel erg van gaan genieten.


ISBN 9789022325971 | Hardcover | 168 pagina's | Uitgeverij Manteau | maart 2011
Leeftijd: 7+

© Dettie, 04 april 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Een zoen, alles voor een zoen Een zoen, alles voor een zoen


Prins Willem dacht dat hij alles had, maar op een dag keek hij door het raam en zag een jongen en meisje zoenen. Dat had de prins nog nooit gezien.
Hij vroeg aan zijn dienaar 'Wat zijn dat voor toestanden?' en de dienaar antwoordde: 'Ze kussen elkaar te pletter, baas.' En elkaar te pletter kussen doe je alleen als je verliefd bent. 'Dan krijg je de allerbeste, allermooiste, allerzachtste zoen ooit.' Nou, zo'n kus wilde de prins wel. Maar hoe kun je zo'n zoen krijgen? En hoe word je eigenlijk verliefd? De dienaars probeerden het uit te leggen maar ze konden niet voor hem verliefd worden, hij moest zelf maar iemand zoeken... En dat doet de prins.

Het is een vreselijk leuk en humoristisch verhaal. Het wordt in heel nuchtere taal verteld, zoals bijvoorbeeld de keer dat de prins bij een graaf met drie dochters komt. 'Kus met te pletter' zegt de prins dan en dat zie ik dan gelijk voor me en zit te grinniken. De prins is zo gewend te bevelen en zijn zin te krijgen dat hij denkt dat hij zo'n zoen ook gewoon kan afdwingen. 'Ik wil een verliefde zoen!' roept hij maar ja... dan moet hij eerst zelf verliefd zijn en dat snapt de prins maar niet. Hij gelooft eigenlijk niet meer dat dat 'te pletter kussen' echt bestaat...

Zal hij ooit eens zo'n heerlijke, prachtige zoen krijgen? Zo'n zoen waarvan je denkt... Wow.

De mooi gekleurde illustraties bij het verhaal onderstrepen de humor. Op de eerste afbeelding zie je de prins bovenaan een enorme gouden glijbaan zitten in een zaal waar langs de muur allemaal zwaarden hangen. Een dienaar is deze, staande op een ladder, met een plumeau aan het afstoffen. De lakeien vervullen in dit boek sowieso een komische rol. Ze zijn afgebeeld in allerlei vormen en maten. Vooral de afbeeldingen waarin de dienaren uitleggen wat verliefd zijn is, zijn heel grappig. En... de prins wordt natuurlijk  op een wit paard afgebeeld! Ik heb me kostelijk vermaakt met het verhaal en de afbeeldingen.

Kortom, het is een erg vrolijk, aangenaam en mooi verzorgd boek, echt een aanrader!


ISBN 9789047614398 | Hardcover | 32 pagina's | Uitgeverij Van Goor | januari 2011
Leeftijd: 4+

© Dettie, 21 januari 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Met opa naar zee Met opa naar zee


Even dacht ik dat er een foutje stond op de voorflap... in het boekje gaat opa met zeven kinderen op stap, maar het lijkt of er maar zes voor op staan. Lijkt dus. Die ene zit verstopt achter een handdoek. Dat begint dus al goed als je dit boekje gaat voorlezen. Want tellen hoort er dan ook bij!

Opa is de generaal, die met zijn soldaten op stap gaat. Oma is nog even bezorgd, kan hij wel op zoveel kinderen letten? Maar dat lukt prima. Of toch niet?
In de trein gaat alles nog goed, en op het strand leggen ze hun spullen neer en trekken gauw hun zwembroek aan...
Het zijn alle zeven brave kindertjes, die goed luisteren. Ze spelen goed samen en opa wil wel een ijsje halen. Maar de kinderen hebben hem helemaal onder het zand verstopt!

Ik vind het jammer dat opa op de volgende bladzijde er ineens uit is en alleen zand aan zijn knieën heeft. Waarom daar niet een tekening over? Dit ging heel abrupt. Het tekent het boekje: een braaf boekje, een braaf verhaaltje. Een dagje aan zee met zoveel kinderen dat zo perfect verloopt (nou ja, op dat ene na dan!), het is een wonder. Maar vooruit, dat mag wel in een prentenboekje.

Het is modern: geen ouders in de buurt, opa en oma passen op. Waarom dat zo is, wordt niet verteld. Is het gewoon vakantie of zijn ze structureel oppas? Of moet ik me als lezer dat soort dingen helemaal niet afvragen? Want kinderen doen dat ook niet. Niet de kinderen voor wie dit boekje is bedoeld. Maar het is wel zo dat ook al wordt een boekje alleen maar bekeken en voorgelezen, er altijd iets zal blijven hangen van een soort 'boodschap'. In die zin is dit geen verantwoord verhaal. Een taak voor de voorlezer dus.

Maar het is een leuk boekje, met mooie tekeningen van Marja Meijer. Zij tekent hele verhalen, los van het woordverhaal. Heel leuk!


ISBN 9789044808230 | Hardcover | 32 pagina's | Clavis Uitgeverij | februari 2008
Leeftijd: 4+

© Marjo, 09 augustus 2010


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Met opa naar zee Met opa naar zee


Het is Stefan Boonen wel toevertrouwd om een leuk en goed verhaal te schrijven voor kinderen. Ook al is dat verhaal voor een prentenboek dat 'maar' 32 pagina's beslaat.  De tekst is vrolijk en met de weinige woorden en korte zinnen weet Stefan Boonen een fijne dag aan het strand weer te geven.

Zeven kinderen zijn bij opa en oma. Ze hebben hun rugzakjes en petjes en zijn helemaal klaar voor een leuke dag aan zee. 'Zorg dat je niemand kwijtraakt' zegt oma en natuurlijk belooft opa dat. Hij heeft zo zijn regels.

'Jongens en meisjes,' zegt hij luid. Hij tikt met zijn hand tegen zijn hoofd.
'Vandaag ben ik de generaal en jullie zijn mijn soldaten. Gesnopen?
'Ja generaal,' lachen de kinderen.


En zo gaat het de hele dag. De kinderen zeggen ja generaal en opa roept zijn soldaten steeds bij elkaar. Ze gaan lekker zwemmen en in het zand spelen en dan gaat opa ijsjes kopen... hij blijft wel heel lang weg... waar blijft hij nou? Hij zal de weg toch niet kwijt zijn? Gelukkig zijn de kinderen heel slim. Die opa...
's Avonds is hij zo moe dat hij gelijk in zijn stoel in slaap valt, hij heeft nog niet eens gegeten, en ze eten nog wel lekkere pannenkoeken!

Bij het verhaal staan mooie, kleurige en vrolijke illustraties, op elke pagina een, van Marja Meijer. Als je deze afbeeldingen goed bekijkt dan zie je steeds meer. Aanvankelijk let je natuurlijk alleen op opa en de kinderen maar als je kijkt wie er allemaal naar het strand gaat dan kun je daar ook hele verhalen bij maken. Je ziet een mevrouw onder een parasol lekker zitten breien en een meisje en jongen heel verliefd over het strand lopen. Ook de stoere jongens met een figuur als een bodybuilder ontbreken niet. En er is een meneer met een rugzak die over de boulevard aan het steppen is op zijn superhippe autoped. En je ziet een meneer met een zakdoek met knoopjes aan de uiteinden op zijn hoofd die heerlijk zit te lezen.
Ook heel grappig is dat oma echte opa- en omawas aan de lijn heeft hangen. Witte, gewone onderbroeken en een hempje en sokken. (Maar opa zelf ziet er aan het strand wel modern uit.) Het is een boek om veel in te kijken en steeds nieuwe dingen te ontdekken. Erg leuk!


ISBN 9789044808230 | Hardcover | 32 pagina's | Clavis Uitgeverij | februari 2008
Leeftijd: 4+

© Dettie, 29 juli 2010


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Met opa in de sneeuw Met opa in de sneeuw


Gitte, Emma, Isa, Pelle, Pieter, Bram en Freya zijn bij opa en oma. Het sneeuwt buiten. Een paar kinderen zijn bezig met een huisje en een pindaketting voor de vogeltjes maar Gitte wil buiten spelen. Dat wil iedereen wel! Opa heeft er ook wel zin in maar eerst moet iedereen een muts op en laarzen en handschoenen aan van opa want anders is het veel te koud.

Opa gooit gelijk met sneeuwballen en de kinderen gaan achter hem aan. Opa rent naar het schuurtje, daar staat de slee en hij sleept de kinderen om beurten met de slee naar het bos. Onderweg waarschuwt hij de hele tijd . "Doe voorzichtig, val niet, niet te wild, glij niet te hard naar beneden..." totdat...
Arme opa , hij was zo bezorgd dat hij zelf niet goed oplette en nu heeft hij het zo koud en is hij zo moe...
Maar de kinderen vinden hem wel een echte sneeuwopa!

Vrolijk verhaal over een stel kinderen die met hun opa in de sneeuw spelen. Tussen neus en lippen door wordt verteld en getoond wat je allemaal met en in de sneeuw kunt doen.

Op elke pagina staat een illustratie van Marja Meijer, soms is één afbeelding over twee pagina's afgedrukt.
Grappig is dat ook de kleine ongelukjes verteld en getekend worden, zoals bij het te hard trekken aan de slee waardoor de kinderen 'er om beurten weer afdonderen'. De illustraties zijn eenvoudig maar vrolijk en duidelijk. Zeker na deze lange winter (2009/2010) valt er veel op te herkennen.
De tekst is prima, in duidelijke letters afgedrukt en niet te moeilijk zodat het ook voor de kleintjes goed te volgen is.

Leuk en mooi verzorgd voorleesboekje.


ISBN 9769044811476 | Hardcover | 32 pagina's | Clavis Uitgeverij | februari 2010
Leeftijd: 4+

© Dettie, 19 februari 2010


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Een stuk voor mama en een stuk voor papa Een stuk voor mama en een stuk voor papa


Een boek uit de 'bij-de-hand' reeks. In deze serie worden allerlei onderwerpen besproken die voor kinderen moeilijk te begrijpen kunnen zijn zoals; dyslexie, blindheid, bedplassen, verkeersslachtoffers, ADHD enz.

In het boek Een stuk voor mama en een stuk voor papa worden de gevoelens van een kind rond een echtscheiding duidelijk gemaakt.  Lander gaat voor het eerst, na de scheiding, een weekend naar zijn vader waar hij best zenuwachtig om is, net als zijn moeder merkt hij. Lander vindt het huis van papa maar klein en vreemd, àlles is eigenlijk raar maar een nieuw bed is wel weer leuk. Zonder mama eten is zo gek en papa praat haast niet onder het eten. Lander wil tegelijk wel en niet huilen. Gelukkig gaan ze daarna iets leuks doen. Maar het liefst zou Lander zich in twee stukken hakken. Een stuk voor mama en een stuk voor papa.

Het verhaal gaat dus over de eerste dag bij papa en alle gemengde gevoelens die Lander maar ook zijn vader en moeder daarbij hebben. Dat is mooi duidelijk gemaakt door de tekst maar ook door de illustraties. De ouders proberen Lander te laten voelen dat hij bij alle twee hoort en welkom is. Lander is nog een beetje bibberig van al het nieuwe, moet hij zijn moeder wel of niet over de leuke middag vertellen? Mag hij eigenlijk dingen wel leuk vinden? Als hij z'n moeder 's avonds belt is hij toch blij dat hij haar even hoort, maar ook blij dat hij bij papa is.

Achterin het boek staat een 'Bijsluiter' oftewel tips voor ouders en leerkrachten. Deze zijn zeer helder en kort en krachtig. Er wordt vooral ingegaan op de gevoelens van het kind. Wat ouders kunnen verwachten.
Ook wordt de nadruk gelegd op openheid naar de kinderen toe, zoals: "Vertel ook aan jonge kinderen waarom de scheiding er komt. Ze hoeven niet alle details te kennen, maar wel de grote lijnen. Breng die informatie op hun niveau."
of
"Kinderen blijven vaak lang hopen dat het weer goedkomt tussen hun ouders. Ze fantaseren daarover en ondernemen soms zelfs pogingen om hun ouders weer samen te brengen. Als ouder moet je hier begrip voor opbrengen, maar tegelijk ook duidelijk maken dat je kind niets aan de scheiding kan veranderen."

Maar ook het duidelijk zijn van de ouders naar elkaar toe is belangrijk. Gescheiden leven en samen opvoeden vraagt goede afspraken. Zo staan er allerlei goede en reële tips in voor zowel ouders, leerkracht als kind.
De kleurillustraties van Luus Willems zijn sfeervol, liefdevol en invoelend.

Ik denk dat, mochten mensen met jonge kinderen besluiten te gaan scheiden, dit boek een uitstekend hulpmiddel is om de scheiding duidelijk uit te leggen en bespreekbaar te maken.


ISBN 9789044811131 | Hardcover | 32 pagina's | Clavis Uitgeverij | september 2009
Leeftijd: 5+

© Dettie, 17 september 2009


Lees de reacties op het forum en/of reageer: