Henning Mankell
Daniël, zoon van de wind
'Ik heb hem gekregen in ruil voor een zak meel.'
'Waarom ligt hij hier?'
'Ik zou het niet weten. Hij moet toch ergens blijven'
Bengler voelde de verontwaardiging opborrelen. Andersson en zijn vervloekte zout.
Terwijl er een jongen op de bodem van een smerige kist lag.
'Wie ruilt er nu een levend mens voor een zak dood meel?'
Net als in 'Comédia Infantil' laat Mankell het levensverhaal van twee totaal verschillende mensen in elkaar vloeien. Dat van Hans Bengler, een mislukte student medicijnen, die in een Afrikaanse woestijn een uniek insect hoopt te vinden om in zijn vaderland, Zweden, roem mee te oogsten. En dat van Molo, een klein Afrikaans jongetje wiens hele stam afgeslacht wordt.
Bengler adopteert Molo, neemt hem mee naar Zweden, leert hem de taal en geeft hem de naam Daniël.
Maar Bengler is niet de weldoener voor wie hij zich uitgeeft. Teruggekeerd in Zweden gebruikt hij Daniël als kermisattractie en hoopt zich zo rijk te maken. Hij schrikt niet terug voor leugens, bedrog en zelfs verkrachting.
Op schitterende wijze schildert Mankell de tegenstelling tussen deze twee mensen. Aan de ene kant de blanke die zich ondanks het gebruik van leugens en geweld toch superieur voelt aan het zwarte ras, en aan de andere kant de puurheid van de kleine Afrikaan die het begrip 'liegen' niet eens kent. Die maar niet kan begrijpen dat de man die zich zijn vader noemt hem zo maar in de steek kan laten in een land waar hij wegkwijnt van verdriet, eenzaamheid en verlangen. Een verlangen om te leren over het water te lopen en terug te keren naar 'zijn' woestijn.
ISBN 9044504533 | Ingenaaid | 317 pagina's | Uitgeverij De Geus | december 2003
Oorspronkelijke titel: Vindens son Vertaler: Clementine Luijten
© Christine, februari 2006