Gerbrand Bakker

Gerbrand Bakker op internet:
  Categorie: Recensies Volwassenen

De omweg De omweg


Een vrouw alleen komt aan in een afgelegen boerderij ergens in het Noorden van Wales, in de buurt van Mount Snowdon.  Het is vrij snel duidelijk dat ze op de vlucht is voor iets, maar wat dat is, daar krijgt de lezer slechts af en toe wat aanwijzingen voor, en daar moeten we het mee doen.  Heeft het te maken met de oom waarover ze af en toe iets vertelt? Die oom vertelde haar dat ze moest doen wat ze moest doen. ‘Goed kijken en nadenken.’

Doordat ze in de eerste dagen daar gebeten wordt door een das - ‘Een das? Dat kan niet!’ Zegt iedereen, die er van hoort - leert ze de huisarts in het dorp kennen. Een vreemd type. Maar dat zijn alle mensen die ze tegenkomt. Typetjes, zoals ze dat zelf ook is. Ze houdt, - of is het hield? - zich bezig met Emily Dickinson,  van wie we regelmatig citaten lezen.

‘since nothing is as real as ‘thought and passion’, our essential human truth is expressed by our fantasies, not our acts.’


Elf  niet al te lange hoofdstukken lang volgen we de vrouw, die vooralsnog geen naam krijgt, en in hoofdstuk 12, is een man de verteller. Ook hij is lang naamloos, maar het is duidelijk dat hij de echtgenoot van de vrouw is. Hij is haar kwijt, en hij wil haar terug, zeker als hij later per ongeluk hoort wat een eventuele reden zou kunnen zijn dat ze vertrokken is. Af en toe keert de schrijver terug naar het verhaal van de man, maar het verhaal van ‘de omweg’ is dat van de vrouw, in haar eenzame bestaan in Wales, met de schapen en de ganzen. Met de das, waarvan niemand gelooft dat ze die echt gezien heeft. En met de huisbaas die wel een naam heeft, maar die ze liever niet ziet.
En dan komt er een jongen op haar weg. Een jongen met een hond. Aanvankelijk wil ze dat hij weg gaat, maar als hij dat niet doet, lijkt ze hem te accepteren. Haar leven lijkt weer op een huisje-boompje-beestjebestaan.
Maar de wereld is niet simpel, het leven is niet regelbaar. Je kan wel denken dat je eigen baas bent, maar zolang er mensen bij betrokken zijn, kan alles zomaar anders lopen als je gedacht had.
Ook de vrouw zal steeds haar idee over de toekomst bij moeten stellen.

Het is een echt Gerbrand Bakkerverhaal: hij vertelt langzaam en klein, zonder overdreven bewoordingen, maar recht toe recht aan. Het is alsof er niets gebeurt, maar er gebeurt heel veel. Bakkers stijl is eenvoudig, met oog voor details, met de welhaast typische dialogen, en met eenzelfde thematiek als in de voorgaande boeken: de eenzaamheid druipt van de pagina’s, als ook de liefde voor de natuur.
Nog een paar Bakkerdingetjes: Er wordt een tuin onderhouden en er is een homoseksuele agent.
Een tragisch verhaal, met af en toe een lichtpuntje, waarbij ik niet ga verklappen wat de uitkomst is.
Het is prachtig, geniet ervan!

'Vakantie?' vroeg de apothekersvrouw
‘Nee,’zei ze.
‘Duits?’
‘Nee.’
‘Zere voet?’
‘Ja.’
De apothekersvrouw handelde de verkoop verder zwijgend af.’


ISBN 9789059362949 | Gebonden | 228 pagina's | Uitgeverij Cossee | september 2010

© Marjo, 01 oktober 2010


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Juni Juni


We hebben er lang op moeten wachten, maar het was het wachten waard: opnieuw heeft Gerbrand Bakker een bijzonder boek geschreven dat een waardige opvolger genoemd mag worden van Boven is het stil
Korte inhoud: Tijdens het bezoek van de koningin aan een Noord-Hollands dorpje gebeurt een tragisch ongeluk. Jaren later is de familie Kaan er nog steeds verdeeld over. Gerbrand Bakker schetst een levensecht portret van deze opmerkelijke familie en van de hoeve waar ze al generaties lang wonen. Op die zomerse zeventiende juni in 1969 staat iedereen voor het Polderhuis om koningin Juliana feestelijk te begroeten. Ook de Kaantjes, de zoons Klaas, Jan en Johan van boerderij Kaan, zijn daarbij aanwezig. Als hun moeder met de kleine Hanne te laat op het feestterrein aankomt, precies op het moment dat de koningin in de auto wil stappen, streelt Juliana het meisje over haar wang en geeft Anna Kaan koninklijk de hand. Het zou een onvergetelijke feestdag geworden zijn, als de bakker 's middags tijdens een inhaalbezorgronde niet met zijn splinternieuwe VW-busje een drama veroorzaakt had.
Als Jan Kaan vele jaren later op een gloeiend hete junidag van Texel komt om op de begraafplaats te werken, is er meteen weer spanning en stille woede. Is het niet eindelijk tijd om tot de orde van de dag over te gaan? Moet de vergunning voor het graf nog verlengd worden? En hoezo wil niemand aan kleindochter Dieke vertellen waarom haar oma al anderhalve dag met een fles advocaat in de oude schuur op zolder op het stro ligt en niemand wil zien?

Het verbaast mij dat enkele recensies zeer kort na het verschijnen van Juni niet zo positief waren. Wat kan de reden zijn dat deze recensenten zo negatief oordelen? Boven is het stil zagen ze destijds over het hoofd: pas toen er prijzen vielen (Gouden Ezelsoor, Debutantenprijs, nominatie voor de Librisprijs) werden ze wakker. Maar de lezers hadden het boek al lang daarvoor ontdekt en uitverkoren. Perenbomen bloeien wit werd afgedaan als kinderboek (wat het niet is, al kunnen jongeren het heel goed lezen voor hun lijst) en werd ook goed ontvangen door de volwassen lezer. Het lijkt wel of ze er nu voor willen zorgen, dat dit boek geen kans krijgt. Maar ik ben er van overtuigd, dat ze weer ongelijk krijgen: de lezer maakt zelf wel uit wat hij van dit boek denkt. Gerbrand Bakker heeft met Boven is het stil en Perenbomen bloeien wit gelukkig zoveel krediet opgebouwd, dat heel veel lezers zelf zullen willen bepalen wat ze van Juni vinden.

Het thema is gelijk gebleven aan dat van de andere boeken van Gerbrand Bakker: hoe een dramatische gebeurtenis de levensloop van alle betrokken ingrijpend verandert. Zo ook het decor: een landelijke setting met boerderijen en dorpjes. Maar daarmee houdt elke vergelijking met de beide andere boeken op.

Allereerst is er het perspectief: bij Boven is het stil was dat een ik-perspectief, in de Perenbomen bloeien wit koos hij voor een origineel en functioneel wij-perspectief. In Juni is voor een al even functioneel personaal perspectief gekozen: een hij/zij-perspectief, waarbij we ook de gedachten en gevoelens van de beschreven personen kunnen “lezen”: zo weet de lezer hoe verschillend ze op de gebeurtenissen reageren en hoe onderlinge misverstanden kunnen ontstaan. Het is een mooie combinatie met de kort-af dialogen. Het stelt de lezer in staat de spanning tussen de hoofdpersonen en hun innerlijke strijd (die beide niet aan de buitenkant zijn af te zien) beter te begrijpen. En juist dat tekent ook het karakter van “de Kaantjes”.

Dan de structuur: Juni is verdeeld in korte hoofdstukjes (met een kostelijk inleidend hoofdstuk over koningin Juliana) waarin steeds èèn van de hoofdpersonen het woord neemt en dat meestal eindigt met een “cliff-hanger”: een vreemd geluid, onverklaarde gebeurtenis, suggestieve gedachte, een herinnering, enz. In èèn van de volgende hoofdstukjes wordt dat stukje van de puzzel dan weer opgelost en ontstaat er een nieuw “mysterie”. Dat houdt de spanning erin. Het wordt al snel duidelijk dat er iets heel ernstigs gebeurd is in het verleden: ook dat zorgt voor een onderliggende spanning. Maar die verdwijnt niet, als de gebeurtenis duidelijk wordt. Ook de “kleine gebeurtenissen” en het onderlinge, onuitgesproken ongenoegen en onbegrip zorgen voor het vasthouden van de spanning.

Voor veel lezers geldt: Een boek leest het prettigst, als je je kunt identificeren met èèn van de hoofdpersonen. Door de keuze van het personale perspectief en daar iedereen: van Oma tot kleinkind, van koningin tot bakker een plek in te geven, vergroot Bakker de kans, dat je het boek vanuit dat perspectief zal lezen (misschien niet helemaal als koningin, maar je kunt wel met haar meevoelen: een tragikomisch verhaal is het) en je erbij betrokken zult voelen. Maar wie Oma bv. een oude zeur vindt, kan duidelijk niet invoelen wat het betekent een kind te verliezen en een dochter te missen op je oude dag: zoons zijn inderdaad heel anders. Zeker als het van die gesloten mannen zijn als in de familie Kaan.

Met de chronologie is gelukkig niet ernstig gegoocheld: het verhaal begint met de dag in Juni 1969 waarop Koningin Juliana een bezoek bracht aan de omgeving en het dorp (zonder de dramatische gebeurtenis te benoemen). Daarna springen we naar het heden en volgen chronologisch de dagen vanaf de 50-jarige bruiloft van grootouders Kaan met flashbacks die duidelijk moeten maken hoe de levens van de hoofdpersonen beïnvloed zijn door de dramatische gebeurtenis tijdens het bezoek van Juliana. Het boek eindigt ook weer met Juliana in juni 1969. Door een consequent volgehouden tegenwoordige tijd voor het heden en verleden tijd voor de flashbacks hoeven er nergens ingewikkelde gedachtensprongen gemaakt te worden. Een en ander komt heel natuurlijk over: zo denken mensen: een woord, een voorwerp of het gedrag van een ander roept een herinnering op. Ook daardoor wordt je niet uit de spanning van het verhaal gehaald.

De verhaallijnen zijn talrijk. Door de verschillende perspectieven lopen ze aanvankelijk vrij los van elkaar, maar ze komen uiteindelijk allemaal bij elkaar: die van Juliana die indirect (ongewild) de oorzaak was, van de verschillende familieleden, van de bakker en van andere dorpsgenoten.

Er is niets mis met dit boek. Geschreven in een prettig leesbare stijl. Een boek dat je maar moeilijk weg kunt leggen en dat er om vraagt nog vele malen herlezen te worden. Laten we hopen, dat we op het volgende boek niet zo lang hoeven te wachten.


ISBN 9789059362567 | Hardcover | 272 pagina's | Uitgeverij Cossee | mei 2009

© Jannie Trouwborst, 10 juni 2009


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Juni Juni


Voor mijn gevoel heb ik meer van dit boek kunnen genieten omdat ik van te voren geen idee had waar het over ging. Moet ik dus de korte inhoud vertellen? Ik doe het niet. Waarschijnlijk verklap ik toch al te veel als ik ga zeggen wat ik van het boek vind.

Het is een cirkelroman, het eindigt zo'n beetje waar het begon. Dat begin- en eindhoofdstuk is een gebeurtenis uit het verleden, waar de rest van het boek aan opgehangen is. Als je evenwel zonder voorkennis leest, dan heb je geen idee! Je vraagt je af wat je nu toch aan het lezen bent, je wilt die nieuwsgierigheid bevredigen, en dan word je totaal verrast door het eigenlijke verhaal. De magie blijft nog even hangen, want wat er gebeurt is niet bepaald alledaags: een oma die op de hooizolder kruipt en er niet meer van af komt; een graf dat opgeknapt schijnt te moeten worden, en terwijl dat graf er mooier uit komt te zien, verkeert de boerderij waar de hoofdpersonen wonen in een staat van verval, waar niemand zich iets van aan schijnt te trekken.
Komt het door de voelbare hitte? Gerbrand Bakker is een meester in het schetsen van een sfeer, je voelt de drukkende hitte, maar ook de spanning tussen de personages. Waarom gooit men toch steeds die arme hond in het water? En de bakker met zijn busje, die is ook overal!
Dan wordt ook nog de spanning opgevoerd door het gebruik van korte hoofdstukken die steeds van perspectief wisselen, waarbij de gebeurtenissen elkaar steeds overlappen. Prachtig is dat. Alleen de personages die ook bij het voorval uit het verleden een rol speelden hebben een naam, met als uitzondering de vijfjarige Bieke: degene die alles ziet en niets begrijpt. Zoals de lezer ook heel lang niets begrijpt.

"Iedereen lijkt wel gek geworden vandaag. Haar moeder is mopperig, ze snapt niet precies waarom. Alleen maar om die bloempot? Dat is toch net zo erg? Oom Johan die zomaar Does in de sloot gooit, maar ja, oom Johan doet wel vaker vreemde dingen, dat komt natuurlijk omdat hij dat ongeluk heeft gehad. Opa die drie bomen omzaagt, en ze liggen gewoon daar in de tuin. Oma die op het stro zit en niets terugzegt als ze iets vraagt. En haar vader maakt alles stuk."


En dan zijn er ook in dit boek de ijzersterke directe dialogen, soms droogkomisch, zoals ook de twee pimpelmezen dat zijn, hoe tragisch ook. Ik hoop dat ik nu nieuwsgierig gemaakt heb, en dat iedereen het boek gaat lezen! Het is zeer de moeite waard!!


ISBN 9789059362567 | Hardcover | 272 pagina's | Uitgeverij Cossee | mei 2009

© Marjo, 16 juni 2009


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Perenbomen bloeien wit  (jeugdversie wordt roman voor volwassenen). Perenbomen bloeien wit (jeugdversie wordt roman voor volwassenen).


(jeugdversie wordt roman voor volwassenen).

In 1999 schreef Gerbrand Bakker het jeugdboek: Perenbomen bloeien wit. Het werd vertaald in het Duits en er verscheen zowel in Nederland als in Duitsland een tweede druk van. Toch kenden maar weinigen dit boek. Na het succes van zijn eerste roman voor volwassenen (Boven is het stil) leek het zijn uitgever een goed idee dit jeugdboek om te vormen tot een roman voor volwassenen. Men moet het ijzer smeden als het heet is, nietwaar?
In interviews werd uiteraard met enige regelmaat gevraagd naar de aard van de aanpassingen. En in recensies van de herziene uitgave werd gesuggereerd dat er sprake was van het bewerken van een “kinderboek”. Gerbrand Bakker hield steeds vol dat het om een klein aantal, niet belangrijke wijzigingen ging. En dat het van oorsprong een boek voor jongeren was, geen kinderboek. Om zelf mijn conclusies te kunnen trekken, besloot ik om de 1e versie naast de huidige te leggen en dat leverde toch wel een interessant beeld op.

Mijn eerste conclusie moet zijn, dat het boek op meer plaatsen aangepast is, dan gesuggereerd wordt. Op tientallen plekken zijn er kleine verschillen tussen beide uitgaven. Een enkele maal zijn die niet echt van belang: guldens worden euro's, jaartallen en dagen van de week zijn aangepast. De naam van moeder is van Marianne veranderd in Marian (stond wat minder lief, volgens G.B.). De meeste veranderingen zijn echter vooral van belang voor de stijl: er is het nodige ingekort, bondiger opgeschreven. Daardoor lijkt de nieuwe versie qua stijl meer op Boven is het stil.

Mijn tweede conclusie is: Het was van oorsprong al een geschikt boek voor volwassenen (eventueel jongeren). Hier en daar werd extra uitleg gegeven over een “moeilijk begrip”. Het laten vervallen van deze korte uitleg (bv. "Braille, is dat niet een stippeltjestaal, lezen met je vingers?" ) doet niets aan het verloop van de tekst of het verhaal af. Dit soort uitleg werd waarschijnlijk nuttig geacht voor een jeugdboek, maar kon in het boek voor volwassenen zonder problemen weggelaten worden. Waarmee het niet alleen (weer) een roman voor volwassenen werd, maar ook een echte Bakker: kort en bondig, helder en toch suggestief.

Al met al is de tweede versie een volwaardige opvolger geworden voor Boven is het stil. Dat komt mooi naar voren in het opmerkelijkste verschil: Aan het eind van de oude versie wordt door de tweelingbroers nog gefilosofeerd over de vraag of de dood van Gerson wellicht géén ongeluk was. In de tweede versie wordt dat niet meer te berde gebracht. Daar mag de lezer dat zelf afwegen nadat hij het boek dichtgeslagen heeft. Echt Bakker dus!

Amsterdam, Pyramide, 1999. Paperback, 143 p. ISBN: 90-245-3645-6 (jeugdboek)


ISBN 9789059360631 | Hardcover | 137 pagina's | Uitgeverij Cossee | 2007

© Jannie Trouwborst, juli 2007


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Perenbomen bloeien wit Perenbomen bloeien wit


De tweeling Klaas en Kees en hun jongere broertje Gerson wonen met hun vader in een dorpje op het Hollandse platteland. Hun moeder is er vandoor met een Italiaan. Ze missen haar allemaal, maar spreken daar zelden over. Ze hebben een hondje, Daan, dat eigenlijk alleen naar Gerson luistert. Ze spelen graag “Zwart” (blindemannetje), een spel dat na een auto-ongeluk een wrange realiteit wordt voor Gerson. Niemand weet hoe daar mee om te gaan, ook Gerson zelf niet. Met rampzalige gevolgen.

In 1999 schreef Gerbrand Bakker een jeugdboek met de titel: Perenbomen bloeien wit, dat ook in het Duits vertaald werd. Van beide uitgaven verscheen een tweede druk, maar het had in Duitsland meer succes dan hier. Na het overdonderende succes van Bakkers eerste roman voor volwassenen: Boven is het stil, besloot zijn uitgever tot een heruitgave van Perenbomen bloeien wit. Met enige aanpassingen, zodat het aangemerkt zou kunnen worden als een boek voor volwassenen.
Het is moeilijk dit boek te beoordelen zonder rekening te houden met deze voorgeschiedenis. Er zitten zeker nog elementen in die het geschikt maken voor de oorspronkelijke doelgroep: jongeren (het is zeker géén kinderboek, zoals een recensent meende te moeten beweren), zoals de vrij korte zinnen, de duidelijke taal en de leeftijd van de hoofdpersonen: jongeren identificeren zich nu eenmaal gemakkelijker met leeftijdgenoten, dan met vijftigers. Maar daarmee is nog niet gezegd dat dit boek voor volwassenen niet aantrekkelijk zou zijn.
Nu we weten dat het schrijven van dit boek vooraf ging aan Boven is het stil kunnen we het op die manier beoordelen: als een vingeroefening voor Boven is het stil. Al gaat het om een totaal ander verhaal, toch zijn er overeenkomsten. De omgeving: het Hollandse polderland, een tweeling, een ongeval met trieste gevolgen, een gezin zonder moeder, het onvermogen gevoelens te uiten, elkaar te bereiken. Ook de stijl is vergelijkbaar: korte, afgemeten dialogen, de wanhoop, het verdriet, de onmacht schilderen zonder ze te benoemen, een lichte toon, waaronder het drama sluimert, sfeervolle beschrijvingen van de plattelandsomgeving. Dat alles is de opmaat naar Boven is het stil.
De structuur van het boek en de compositie van het verhaal spelen een belangrijke rol. De spanning wordt o.a. opgebouwd via vooruitwijzingen.
Het perspectief is, heel apart, vaak “wij”, waarmee meestal de tweeling als eenheid optreedt. Het benadrukt de eenzaamheid die het jongere broertje ook vroeger al, maar na het ongeluk zeker, voelde. Sommige hoofdstukken zijn cursief gedrukt en hebben een “ik”-perspectief: hier is Gerson aan het woord. Wie blind is, kan zijn blik niet naar buiten richten. Tijdens zijn coma, maar ook later, als hij beseft, dat hij nooit meer zien zal, zit hij opgesloten in zichzelf. Die gedachte wordt benadrukt door dit perspectief en de afwijkende typografie.
“Toen ik in het ziekenhuis lag, was ik nog niet echt blind. Dat kwam pas toen ik thuis kwam en ik wist dat ik altijd thuis zou blijven. Thuis, dit huis, is een kooi. Een duistere kooi waaruit ik misschien nooit ontsnappen kan. Klaas en Kees zijn vriendelijke, zachtaardige bewakers. Gerard (zijn vader) is een iets minder vriendelijke bewaker. Hij brengt onrust, hij stelt vragen, hij wil me dwingen tot keuzes. Ik wil uitstellen, ik wil niet vooruit denken. Ik wil niets. Ik wil rust”.
Het verrassende ik-perspectief van het hondje Daan tenslotte laat ruimte voor een eigen interpretatie van de gebeurtenissen aan het eind van het verhaal.
Natuurlijk zitten we allemaal vol spanning te wachten op de opvolger van Boven is het stil. Maar het is toch goed kennis te nemen van deze voorganger. Dit beklemmende en tegelijkertijd ontroerende verhaal kan ik jong en oud van harte aanbevelen.


ISBN 9789059360631 | Hardcover | 137 pagina's | Uitgeverij Cossee | 2007
Leeftijd: 14+

© Jannie Trouwborst, juni 2007


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Boven is het stil Boven is het stil


Wat een mooie, toepasselijke titel en wat een ijzersterk debuut!

'Ik heb vader naar boven gedaan' is de openingszin van het verhaal. Met deze actie begint de verandering voor Helmer, een 55 jarige boerenzoon.
Vader, een oude bedlegerige man, wordt boven in een slaapkamer geïnstalleerd met alle schilderijtjes en de slaande klok en Helmer gaat beneden wonen en slapen. Vader wordt door hem verzorgd maar daar is dan ook alles mee gezegd.
Helmer knapt beneden de boel op en richt het in naar zijn smaak. De enige wandversiering is een kaart van Denemarken, de droom, ooit wil hij daarheen, daar eventueel een bedrijf beginnen en vooral vrijheid en ruimte hebben...

Helmer is de oudste helft van een tweeling. Zijn broer Henk is 35 jaar geleden echter omgekomen bij een ongeluk welke veroorzaakt werd door Henks vriendin Riet. Door Henks dood moest Helmer stoppen met zijn studie Nederlands en het boerenbedrijf in. Henk was vaders lieveling, de verstandhouding tussen Helmer en zijn vader is niet geweldig. Helmer behandelt zijn vader bijna onbeschoft. Ze zeggen het hoognodige tegen elkaar:

"Ik heb een appel voor je," zeg ik.
"Koud, " zegt hij.
"Ja, het vriest."


Maar toch zijn er ontroerende momenten die extra impact hebben door hun anders zo stugge gedrag.

En dan komt er een brief van Riet met het verzoek of haar onhandelbare zoon Henk een tijdje bij hem mag komen wonen...
Riet was voor Helmer de stoorzender, degene die zijn broer afgenomen had. Hij en zijn broer waren een twee-eenheid, één lichaam, één geest.

"We hoorden bij elkaar, we waren twee jongens met één lijf."
Door haar komst werden zij twee aparte personen.
"Ik heb ze gezien" zei ik tegen zijn rug.
"Je broer en die griet?"
"Ja".
"Het is beter zo, denk ik," zei hij
"Wat bedoel je?"
"Je bent niet je broer."
"Nee, natuurlijk niet."[...]
"Ik weet niet precies hoe dat gaat bij tweelingen, "zei hij, "Maar ik kan me voorstellen dat ze toch een keer uit elkaar moeten."


Helmer gaat toch in op het verzoek van Riet en de komst van Henk veroorzaakt bij Helmer een mix aan gevoelens. Langzamerhand veranderen dingen en kan Helmer bepaalde zaken onder ogen zien, wat hij eigenlijk al eerder had moeten doen.

Het verhaal wordt zonder een woord teveel verteld. Dat kan ook haast niet anders bij een stug persoon als Helmer. Onderhuids gebeurt er veel maar dat wordt niet uitgesproken. Dat is ook de kracht van het verhaal. Het is subtiel maar toch helder. Het is een verhaal over vergankelijkheid, nieuwe kansen, vriendschap en liefde. Niet echt na te vertellen, gewoon zelf lezen en de mooie sfeer proeven.
Prachtig debuut!


ISBN 9059361067 | Hardcover | 264 pagina's | Uitgeverij Cossee | 2006

© Dettie, april 2006


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Boven is het stil


"Ik heb vader naar boven gedaan"

De eerste zin van het boek. Een kort zinnetje waar een heel verhaal achter zit. De ik-figuur is Helmer, een man van net boven de 50. Zijn vader is dus ook al op leeftijd, en bovendien hulpbehoevend aan het worden. Helmer vindt dat hij zijn leven lang onderdrukt is geweest, en nu ziet hij zijn kans. Hij brengt zijn vader 'buiten beeld' en kan eindelijk zijn eigen gang gaan. Hij gooit oude meubels weg en verft de benedenboel van de boerderij waar ze met z'n tweeën in wonen. De moeder is al enkele jaren dood.
Helmer had een tweelingbroer, Henk. Helmer beschouwde hen als twee-eenheid.
Dat Henk daar niet zo overdacht, werd hem ruw aan het verstand gebracht toen Henk een vriendin kreeg. Tot dan toe had Helmer er niet zo mee gezeten dat Henk duidelijk de lieveling was van zijn vader. Ook niet dat Henk de boerderij over zou nemen, al was Helmer de oudste. Hij studeerde Nederlands en had een vriend in de knecht, Jaap.
Dan krijgen Henk en de vriendin een ongeluk, Henk overlijdt. En alles wordt anders: de knecht wordt weggestuurd, hij moet zijn studie opgeven, en de boerderij gaan bestieren. Hij zegt niets, doet wat zijn vader wil, maar nu die vader oud en ziekelijk is, grijpt hij de gelegenheid aan om zijn eigen dromen waar te maken. Maar heeft hij nog wel dromen?
En wat kan hij nog waarmaken?

Een streekroman, omdat het de sfeer weergeeft van het boerenleven in een streek in Noord-Holland, maar het is veel meer dan dat. Het schept een beeld van een boerengezin waar praten over gevoelens niet de gewoonte is, waar gedaan wordt wat gedaan moet worden zonder tegenspreken. Maar het is ook het verhaal van een man die na zoveel jaren van tegen zijn natuur in leven, eindelijk probeert zich vrij te maken en een eigen weg te vinden.


ISBN 9059361067 | Hardcover | 264 pagina's | Uitgeverij Cossee | 2006

© Marjo, april 2006


Lees de reacties op het forum en/of reageer: