John Boyne
De scheepsjongen
De veertienjarige John Jacob Turnstile, die al vaker met de politie in aanraking is gekomen, is voor de zoveelste keer op weg naar de gevangenis. De autoriteiten doen hem een voorstel: er ligt een recent opgeknapt schip in de haven, klaar om te vertrekken op een belangrijke missie. De kapitein is met spoed op zoek naar een scheepsmaatje. John heeft niet echt iets te kiezen, en voor hij het weet zwaait hij op het dek van de Bounty zijn oude leven uit terwijl het schip vertrekt met bestemming Tahiti.
Na een lange, gevaarlijke reis bereiken ze het tropische eiland. De kokosnoten, eeuwige zonneschijn en halfnaakte vrouwen die ze daar aantreffen, hebben een betoverende uitwerking op de bemanning. Wanneer de terugreis ter sprake komt, slaan ze aan het muiten.
De scheepsjongen ziet zichzelf plotseling gevangen in een draaikolk van gewelddadige gebeurtenissen met een zeer onzekere uitkomst.
Deze samenvatting heb ik elders vandaan, dat geef ik meteen toe. Het verhaal is ook eigenlijk algemeen bekend. Boyne heeft zijn eigen invulling gegeven door de scheepsjongen, de laagste in rang op een schip, aan het woord te laten. Hij weet van niets, en kan zo op een eigen manier vertellen over het leven op een schip waar het leven niet altijd even makkelijk is. Maar doordat hij de dienaar is van de kapitein weet hij eigenlijk alleen maar wat er in diens vertrekken wordt besproken, en kan hij niet echt veel vertellen over de dagelijkse gang van zaken op een schip. De luxe kant wordt meer belicht, zeg maar.
Maar omdat de muiterij vooral een zaak was tussen twee officieren is dit natuurlijk een prima keus. Het is bovendien een erg sympathieke jongeman, die 'tuinboon', zoals de scheepslui hem noemen. Het verhaal smult dus heerlijk weg, je wilt doorlezen, zelfs als er tijdens de reis na de muiterij soms helemaal niets gebeurt.
En tegelijk is daar de wens om meer te weten over hoe het in werkelijkheid gegaan is. Het zou kunnen zijn gegaan zoals Boyne dat beschrijft, maar het blijft fictie natuurlijk. Dat benadrukt met name de epiloog, die helemaal niet nodig was, en voor de geloofwaardigheid (maar misschien te bedrieglijk?) achterwege had kunnen blijven.
ISBN 9789089900012 | Paperback | 463 pagina's | Uitgeverij Arena | november 2008
Vertaald door Carla Benink
© Marjo, 19 april 2009