Angelique van Dam

 

Iedereen een ster (behalve ik) Iedereen een ster (behalve ik)


Als de meester van groep 6 bedenkt om eens iets anders dan anders te doen voor de maandafsluiting, is iedereen in de klas meteen enthousiast: ze mogen allemaal iets laten zien waar ze goed in zijn. De een kan goed dansen, de ander zingt mooi, een jongen kan een voetbal heel lang hooghouden. En zo heeft iedereen een talent.

Iedereen, behalve Svenja. Als ze anderen vraagt wat zij vinden dat ze goed kan, zeggen ze dat ze zo vrolijk is, en er leuk uit ziet. En ze kan goed opruimen. Maar wat kan je daar nou mee? Haar vader kan ook al niet helpen, want die geeft meteen toe dat de bloemkool die ze gekookt heeft mislukt is. En poes Noppes wil niet doen wat Svenja bedenkt.

Dan komt er een nieuwe buurman naast hen wonen. Svenja ontdekt dat hij goochelaar was, ooit. Illusionist, verbetert Gilles haar. Maar hij mag zijn trucs niet verklappen, hij is gebonden aan een beroepsgeheim. Daar heeft ze dus ook al niets aan.

De dag van de uitvoering nadert, en Svenja heeft nog steeds niets bedacht. Als iemand er naar vraagt zegt ze dat het een verrassing is. Maar intussen wordt ze steeds somberder, want iedereen heeft een talent, maar zij dus niet!

Hoe zal dat aflopen? Natuurlijk willen haar vader, de buurman en de meester haar helpen, maar zij kunnen ook niets bedenken!
Of toch?

‘Ik lig in bed. Elke keer als ik mijn ogen sluit vliegen er honderden bloemkolen met ketchup door mijn kamer.
Ze worden achternagezeten door de mooie en lekkere cupcakes van de tv van vanmiddag.
Ik word er duizelig van. Ik wrijf in mijn ogen, dit wil ik helemaal niet zien! Het wordt alleen maar erger.
Springende kinderen plukken de cupcakes uit de lucht. Niemand wil mijn bloemkool.’


Dit is een probleem waar kinderen zomaar tegen aan kunnen lopen. Het gebeurt immers regelmatig dat ze op moeten treden op school! Wat als je dan nergens goed in bent? Niet iedereen kan zomaar zingen, of dansen, maar in iedereen zit iets verborgen. Je moet je talent nog ontdekken, zegt de vader van Svenja. Ja, dat is natuurlijk zo. Maar daar heeft een kind niets aan. Toch is het door hun houding dat Svenja ontdekt waar haar talent ligt.

Dit een prettig leesbaar verhaal met een positief einde. Precies wat je kinderen die wat onzeker zijn wil laten lezen. Iedereen is erg behulpzaam, en misschien is dat niet zo realistisch, maar dat geeft niet.

Angelique van Dam
debuteerde met ‘Joehoe! Ik wil een koe!’, eveneens een lekker positief verhaal. De tekeningen zijn zwart-wit, en passen uitstekend bij de tekst, met een grappige twist.


ISBN 9789048831777 | Hardcover | 160 pagina's | Uitgeverij Moon | april 2017
Leeftijd: 8+

© Marjo, 07 juni 2017


Lees de reacties op het forum en/of reageer: