Jan De Leeuw

Toon alleen recensies op Leestafel van Jan De Leeuw in de categorie:
Jan De Leeuw op internet:
 

Vijftien wilde zomers Vijftien wilde zomers


Jan de Leeuw

‘Ga weg,’ schreeuwt ze.
Maar hoe kan ik weggaan als zij me geroepen heeft?
‘Ik wil je nooit meer zien. Ik wil dat je me met rust laat.’ Orphee laat zich op het bed vallen en verbergt haar hoofd in de kussens.
‘Ik wil je uit mijn leven Thomas. Ik heb alles wat me aan jou deed denken verbrand. Maar het is niet genoeg. Je zit nog steeds in mij en ik wil het niet meer. Het doet te veel pijn. Kun je niet gewoon weggaan? Want ik wil dat de pijn stopt.’


Thomas is een jongen van vijftien. Hij is verliefd. Op Orphee. Maar die laat zich niet zo makkelijk overhalen om ‘iets’ te beginnen met Thomas. Ze vertelt dat ze al eerder verliefd is geweest en niet nog eens wil meemaken hoe dat afgelopen is. Thomas dringt niet aan. Zachtjes aan weet hij haar vertrouwen te winnen.
Intussen is er ook zijn opa, naar wie hij iedere week porties eten brengt, omdat de man niet voor zichzelf kan zorgen. Zijn dochter, Thomas’moeder wil geen contact met hem, dus is Thomas de enige die hem bezoekt.
Als het verhaal begint is er Thomas die vertelt hoe Orphee op een open plek in het bos – een betekenisvolle plek blijkbaar - cd’s en boeken verbrandt, die ze van hem heeft gekregen. Ook vertelt hij over zijn opa, die hem hele verhalen vertelt, maar die nauwelijks meer eet en aan het vervuilen is. En Thomas ziet hoe zijn ouders aan tafel zitten waar zijn vader ineens een bord vol soep oppakt en door de kamer smijt. Hij ziet zijn moeder in een café met een vriendin, pratend over de nu zo moeizame relatie met zijn vader.
De lezer begrijpt al snel hoe het in elkaar steekt, Thomas is dood, en de achterblijvers kunnen er niet mee overweg. Het is heel apart dat de schrijver toch Thomas ten tonele voert om het verhaal te vertellen, en dus niet in de hoofden van de rouwenden duikt. Het geeft een afstand, waardoor het scherp randje van de rouw verzacht wordt maar net zo indringend is.
De lezer ontdekt de achtergrond van het verhaal langzaam, en ziet hoe het Orphee, de ouders en de opa verder gaat.
Jan de Leeuw is behalve vindingrijk ook poëtisch. In dit ‘zware’ verhaal zitten de prachtigste zinnen die het verhaal verzachten.

‘Ik gunde haar een kijk op mijn echte leven, het leven dat van mij alleen was, nee, meer dan een kijk, ik gooide de deur van mijn jongenskamer wagenwijd open en ze deed niet eens de moeite om te gluren.’


‘De natuur is moe van de verkwisting waarin ze zich de hele zomer heeft verloren. Ze is sinds maart non-stop in de weer geweest, kroop uit de modder en van tussen de stenen en dood gras naar boven, de wortels zogen de sappen uit de smeltende aarde, stammen en stengels reiken de lucht in, takken spreidden zich als de armen van hysterische gelovigen uit naar de zon, het leven barstte uit zijn voegen, vogels schoten door de lucht, de bek vol mos en natrillende libellen, de hazen stampten het ongeduld uit hun achterpoten, vossen jankten en mieren verloren zich in wilde orgieën. De wereld kraakte van het leven, het spande zich als een vel van bessen en druiven, het glinsterde van het zweet. Maar nu is de strijd gestreden.’


ISBN 9789059084414 | Hardcover | 144 pagina's | Davidsfonds Uitgeverij | 2012
Leeftijd vanaf 15 jaar

© Marjo, 05 juni 2013


Lees de reacties op het forum en/of reageer: