Kristien Dieltiens

 

De stille pijn van Luca De stille pijn van Luca


Luca, 19 jaar oud, gaat terug naar zijn geboortestreek in Kroatië. Hij heeft dertien jaar in België gewoond, en al die tijd geen woord gesproken. Zijn vader denkt dat de reis misschien wel therapeutisch zal werken. Inderdaad komen de herinneringen boven, aan dat jongetje van zes dat niets begreep van de veranderingen om hem heen. De oorlog brak uit. Ineens mocht zijn beste vriend en buurjongen niet meer met hem spelen. Stiekum speelden ze toch spelletjes: Kroaten vangen en verraders bespioneren.

Zijn ouders hadden oom Oljo in huis genomen, een simpele man, gek in de ogen van anderen en soms in de ban van aanvallen. Luca en zijn oom konden het goed met elkaar vinden. De verhalen over Baba Yaga, de heks uit een Russisch sprookje verklaarden veel van zijn ooms aanvallen, en ze verklaarden ook veel over de vreemde gebeurtenissen rondom hen. Dat er stenen door de ruiten werden gegooid: het was Baba Yaga's schuld. De ganzen werden een voor een gedood en bloedend voor de deur gelegd: Baba Yaga.
Alles wordt erger: oom Oljo is ineens weg, zijn vader gaat weg, en de dag komt dat alles op zijn kop komt te staan.

"Wat had ze (=moeder) ook alweer gezegd? Hij wist het niet meer precies. Het was zo veel. Hij had niet echt geluisterd, maar gekeken, want ma maakte kasten leeg en vulde zakken. Een stapel foto's in kranten gewikkeld. Sokken, ondergoed, washandjes, zeep, broeken. Ondertussen aan één stuk pratend in zichzelf. Zodat haar woorden verloren gingen, als knikkers die uit een broekzak vielen, kletterend op de grond rolden en zich verborgen hielden in spleten en gaten in de plankenvloer.
Haar vlugge handen stopten kleren weg en tussen haar lippen ontsnapten de woorden, tegen niemand gezegd. Soms begreep hij iets. Maar het meeste verdween weer in haarzelf.(....) Luca had één woord verstaan. Het woord pa deed zijn ogen prikken en maakte zijn neus vochtig, zodat hij moest snuiven en vegen. Dan kreeg hij snot op zijn vingers zoals slakkensporen in de herfst. Hij wilde het niet. Het was zo lang geleden dat hij pa nog had gezien. Drie maanden."


Luca, zus Jelena en moeder gaan op reis, met andere vluchtelingen. Luca klampt zich vast aan zijn pop, en ondergaat alles, en probeert de gebeurtenissen te begrijpen vanuit zijn simpele kinderlijke beleving.

'We kunnen altijd verraden worden en dan is het met ons gedaan.' De stem van de man galmde iets te luid in de kerk. Enkele vrouwen sisten om hem tot stilte te manen. Waarom had ma hier niets van verteld? Door wie konden ze verraden worden? Hij keek aandachtig om zich heen, op zoek naar het gezicht van een verrader. Hij wist hoe ze eruit zagen. Vanja had een stripboek over dieven en stropers. Dieven droegen een zwarte doek voor hun mond om hun stem te dempen wanneer ze uit stelen gingen. En verraders droegen een zwart masker met kleine kijkgaatjes om hun ogen te verbergen, zodat je de leugen in hun blik niet kon zien."


Wat hij meemaakt voor hij in België arriveert, maakt dat hij niet meer wil praten. Het is te erg voor woorden...

Dit boek, ook genomineerd voor de Thea Beckmanprijs, is mooi en vooral aangrijpend. Deze oorlog is nog niet zo lang geleden, en zal misschien meer leven bij de lezers van dit boek dan een boek over een andere oorlog. Het vreselijke wordt niet breeduit verteld, maar is duidelijk genoeg. Ik las dat er kleine foutjes in zitten, kinderen uit een Kroatisch katholiek gezin zouden nooit namen als Luca en Jelena hebben gekregen, die zijn typisch Servisch, maar ik zou dat niet geweten hebben.
Het verhaal van Luca, een jongen van zes, wiens wereld 'zomaar' totaal verandert, zal een diepe indruk achter laten.


ISBN 9044803794 | Hardcover | 207 pagina's | Clavis Uitgeverij | 2005
Leeftijd: 14+

© Marjo, februari 2006


Lees de reacties op het forum en/of reageer: