Gerda van Erkel

Toon alleen recensies op Leestafel van Gerda van Erkel in de categorie:
 

Vliegen zonder vleugels Vliegen zonder vleugels


Manthe is zeventien, bijna achttien, als haar grootouders haar vertellen dat haar ouders en zus niet omgekomen zijn bij een auto-ongeluk, zoals ze eerder altijd vertelden. Ze is geschokt als ze hoort hoe ze haar al die jaren voorgelogen hebben. Haar broer Tibo is ook al niet op reis, wat ze haar wilden laten geloven. Hij heeft hun ouders en zus doodgeschoten. Geschokt is ze, en boos op haar opa en oma, en op haar broer. Ze wil best geloven dat ze gedacht hebben dat ze er goed aan deden, maar ze is het er niet mee eens. En Tibo! Ze was al kwaad op haar oudere broer omdat hij blijkbaar reizen leuker vond dan zijn zus, maar hij zat dus al die tijd in de gevangenis..
Eerst wil ze er niet over praten met haar vriend Arne, maar natuurlijk merkt hij dat er wat is. Als hij haar verwijt dat liegen en verzwijgen nu net is wat ze haar familie kwalijk neemt, vertelt ze hem alles. Hij blijkt haar grote steun, maar als hij vindt dat ze het ook haar vriendinnen moet vertellen, weigert ze dat aanvankelijk toch. Dan weet binnen de kortste keren het hele dorp alles, en haar grootouders zijn juist verhuisd om haar te beschermen. Bovendien heeft ze het er zelf nog veel te moeilijk mee. Het blijkt dat Manthe gelijk had: haar vriendinnen laten haar vallen. Of ze willen alles weten, nieuwsgierig, sensatiebelust.  Gelukkig stond Manthe op het punt een nieuw leven te beginnen. Ze gaat studeren in Antwerpen. Ze weet dat Tibo daar in het gevang zit...
Vage herinneringen komen terug. Ze begrijpt het niet. Tibo hield zoveel van haar, hoe kan hij nou die moorden gepleegd hebben?

'Tibo zit achter me aan als een enorme vleermuis. Ik doe wat ik kan, maar ik kom niet onder zijn schaduw uit.'


Het is door Arne dat ze tenslotte toch op zoek gaat naar wat er precies allemaal gebeurd is toen zij zelf als zevenjarige bij haar grootouders logeerde en haar familie verloor. Daarvoor moet ze toch bij Tibo zijn. Haar grootouders vertrouwt ze niet meer.

'Eigenlijk zijn zij ook een soort moordenaars. Omdat ze hun mond niet hebben kunnen houden zijn mijn ouders een tweede keer gestorven. Ik zal ze opnieuw moeten begraven en leren om alleen, zonder hen, verder te gaan.'


Gerda van Erkel heeft met dit boek een prachtige psychologische roman over een gezinsdrama geschreven. Het is een actueel en realistisch verhaal, met misschien af en toe een opgestoken vingertje, maar dat stoort niet. De titel slaat op alle drie de jongeren in het verhaal. Met Arne gaat Manthe de hei op om vogels te kijken. Die vogels zijn evenwel vrij, terwijl Tibo dat niet is. Hij is nooit een vrije vogel geweest. Heel symbolisch: in zijn cel heeft hij een kooi met parkietjes. Ook Manthe is niet vrij om te vliegen, niet totdat ze zich bevrijd heeft. Bevrijd van haar verleden, maar vooral van haar boosheid. En passant geeft de schrijfster ook nog een beeld van het leven in een Vlaamse gevangenis, ze zal er onderzoek voor gedaan  hebben.


ISBN 9789059082731 | Paperback | 198 pagina's | Davidsfonds Uitgeverij | juli 2008

© Marjo, 30 juni 2010


Lees de reacties op het forum en/of reageer: