Kees Opmeer
Gewoon maar dan anders
speciale leerlingen op een gewone school
Al deze kinderen hebben een ambulante begeleider. Iemand die niet op de school zelf werkt maar op meerdere scholen ondersteuning geeft aan het kind, zijn ouders en de leerkracht. Kees Opmeer, jeugdboekenschrijver, maakte van 13 van deze kinderen geschreven portretten, en vroeg zijn dochter Marieke Opmeer om de letterlijke portretten erbij te maken.
De portretten zijn mooi geschreven, vanuit het kind zelf. Daar zullen heel wat uurtjes interviewen voor nodig zijn geweest vermoed ik. De foto’s zijn ook érg mooi .Je hebt het idee dat ze de kern van wie het kind is raken, en ook daar zal vermoedelijk veel tijd in hebben gezeten. Je moet weten wie iemand is als je zijn “kern”wilt vangen tenslotte.
De portretten van de kinderen zijn heel divers, verschillende kinderen van verschillende leeftijden met verschillende hulpvragen. Toch komt bijna uit ieder verhaal het beeld naar voren dat de kinderen sinds ze begeleiding hebben het gevoel hebben dat ze “gezien”worden. Dat er altijd iemand is die speciaal hén in het vizier houdt. En dat ze daardoor dingen durven die ze anders nooit gedurfd zouden hebben. Of dat ze nu weten wat ze moeten doen om de chaos in hun hoofd minder te maken... Of dat ze geleerd hebben dat boos worden heel normaal is, maar dat je kunt kiezen voor de manier waarop je met je boosheid omgaat. Dat je het vuur van de boosheid kunt aanwakkeren of kunt blussen. Basale basisvaardigheden die in de praktijk een enorm verschil kunnen maken. Ook de school en de ouders krijgen handvaten om het kind goed te begeleiden, zodat een “lastig kind” waar almaar problemen mee waren helemaal zo lastig niet blijkt te zijn, als hij maar op de goede manier wordt benaderd en begeleid. Als de leerkracht ziet wat er achter het gedrag van een lastig kind schuil gaat maakt dat vaak al een enorm verschil. Van hieruit kan dan gewerkt worden aan een andere benadering. Ieder kind mag er zijn, en ieder kind heeft talenten. Daarin ligt de kiem om deze leerlingen nieuwe kansen te bieden.
Er zijn ook een aantal portretten van begeleiders in het boekje op genomen. Alle begeleiders benadrukken dat ze altijd uit gaan van de sterke kanten van een kind. Vaak heeft een kind al een heel verleden van probleemgedrag achter de rug. De basis van vrijwel ieder behandelplan is benadrukken wat er wél lukt en van daaruit het zelfvertrouwen opbouwen en jongeren zo goed mogelijk te leren om met hun beperking om te gaan waardoor ze toch redelijk kunnen functioneren. Dat je wéét dat je anders bent, met je sterke en je minder sterke kanten, en van daaruit gaat kijken wat je allemaal kunt en leren. Gewoon, maar dan net even anders.
“Ik ben toch gewoon, denkt Timon. Hij houdt van, lezen en van rust om zich heen. Daarom wil hij later graag in een bibliotheek gaan werken. Hij denkt veel na over dingen die er gebeuren, zoals over de financiële crisis. Dat is toch ook niet raar. Hij begrijpt andere mensen niet altijd, maar je kunt toch niet iedereen begrijpen. Zijn tante zegt niets terug.’ Was dat geen goed antwoord?’ vraagt Timon.
‘Jawel’ zegt zijn tante. ‘Ik zat er alleen even over na te denken’
Én?’
‘Natuurlijk ben je gewoon’ antwoord ze. 'Gewoon maar dan anders’."
ISBN 9789088501944 | Hardcover | 85 pagina's | Uitgeverij SWP | april 2011
© Willeke, 02 mei 2011