Diverse auteurs

  Categorie: Algemeen

Het Oostblokboek Het Oostblokboek


Hellen Kooijman & Guido van Eijck (samenstellers)

Dit jaar vierden we dat 25 jaar gleden de muur viel, wat de inzet van het einde betekende voor een groot aantal communistische regimes in het voormalig Oostblok.


In dit boek gaan zo’n twintig journalisten, correspondenten en historici op zoek naar zichtbare sporen van dat voormalige Oostblok. Alle landen worden afzonderlijk behandeld, voorafgegaan door een uitgebreide inleiding over hun heden en verleden.
Het boek laat een keur van standbeelden, monumenten en gedenkplaatsen zien, maar biedt ook, mijn favoriete gedeelte van het boek, ruimte voor zaken die universeel waren voor het héle Oostblok. De Oostblokkeuken bijvoorbeeld, of de ondergrondse muziekscene die clandestien zoveel mogelijk westerse invloeden probeerde binnen te smokkelen.
Verder natuurlijk de communistische woonblokken, die van Oost Berlijn tot diep in Rusland inwisselbaar waren, de Oostblokhotels, vaak vol microfoons, onderwereldfiguren en te vriendelijk óf te onbeschoft personeel en tenslotte uiteraard de plaatselijk gangbare auto zoals de Lada en de Dacia. Auto’s waarbij een goed humeur, controle over het driftleven en een groot improvisatievermogen uiterst noodzakelijk waren. Uw recensent bezat ooit een exemplaar met een röntgenfoto als zijraam. Je moet wat als er even geen echte ruiten voorradig zijn.

Voor de schoonheid van de kunst hoef je dit boek niet te lezen, op een enkele uitzondering na gaat het om grauwe propaganda die de lof op het vaderland, een communistische held of de arbeider bezingt en bijna alle beelden hebben als gemene deler dat ze vooral gróót zijn. Moederbeelden van Rusland van 80 meter hoog waren  geen uitzondering.
Indrukwekkender zijn wat mij betreft de gedenkbeelden voor slachtoffers van de regimes zoals het beeld in Kiev wat de 33.000 Joden gedenkt die in 1941 om het leven kwamen. Slachtoffers van de communistische terreur komen er meestal slechter af. In de Oekraïne kwamen bij executies in Bykivnja 120.000 tot 130.000 mensen om het leven. Zij worden vooral herdacht door door de bevolking neergezette kruisen tussen de dennenbomen, met soms een naambordje, een foto of een icoontje.
Ook van gevangenismonumenten in het Oostblok wordt je meestal niet vrolijk. Hier vonden vaak martelingen en executies plaats, net zoals in gebouwen die toentertijd van de geheime dienst waren.
Wél vrolijk werd ik van De weg naar vrijheid, een monumentaal eerbetoon aan twee miljoen Esten, Letten en Litouwers die hand in hand een lange menselijke keten vormde in 1989 voor hun onafhankelijkheid.
De Litouwse beeldhouwer Tadas Gutauskas metselde in 2010 een honderd meter lange, drie meter hoge muur van 21.000 bakstenen in de kleuren van de Litouwse vlag. Burgers konden online een steentje kopen met hun naam erin.

Ook regelmatig voorkomend in het boek; paleizen van voormalig dictators die nu een andere functie hebben, zoals het megalomane paleis van de Roemeens dictator Ceausescu, met een omtrek van 270 bij 240 meter in oppervlakte het grootste gebouw van Europa. Het is 28 verdiepingen hoog en het hardnekkige gerucht was dat het vanaf de maan te zien was, wat niet zo bleek te zijn.
De Roemenen wilden het eerst slopen omdat dit gebouw het symbool was geworden van alles wat er fout was in het land, maar kregen dit toch niet over hun hart omdat het hele volk veertig jaar krom had gelegen voor dit gebouw, er twee dozijn bouwvakkers overleden tijdens de bouw en er 40.000 mensen gedwongen voor moesten verhuizen.

Interessant is de wijze waarop de verschillende landen met hun communistische erfenis om gaan. Sommige landen konden de sporen niet snel genoeg wegwerken, in andere landen is er duidelijk sprake van Sovjetnostalgie.
In veel landen zijn de beelden van Lening en Stalin vermorzeld, maar in andere landen, zoals in Wit Rusland, staan ze nog fier overeind alsof er niets gebeurd is. In andere landen zie je soms onverhoopt ergens een weggemoffelde in zeildoek ingepakte Stalin bij een achteringang staan.
Ook grappig zijn de symbolen en monumenten die voorheen een teken waren van machtsvertoon zoals bijvoorbeeld de 750.000 resterende bunkers in Albanië, die nu  gebruikt worden opslagplaats  of in sommige gevallen als hotel; de bed& Bunker, keurig in pasteltinten geschilderd.
Soms wordt er  ook opzettelijk de draak gestoken met het communistisch verleden zoals bijvoorbeeld bij een van coliva (een zoete pudding die de Roemenen eten als er iemand overleden is) gemaakt standbeeld van Lenin. Dat geeft de uitdrukking “zoete wraak” ineens een heel andere lading.

Dit boek is een aanrader voor drie categorieën lezers, ten eerste voor de toeristen die die kant op gaan en met dit boek in de hand op heel veel plaatsen zullen komen die ze anders over het hoofd gezien zouden hebben, ten tweede voor de in geschiedenis geïnteresseerde lezer die al lezend heel wat grote en vooral kleine weetjes tot zich nemen zal die de geschiedenisboeken niet altijd gehaald zullen hebben en ten derde voor de nostalgische lezer die door het Oostblok reisde of daar een periode woonde. Voor hem of haar zal het lezen van dit boek één feest de herkenning zijn.

Omdat het Oostblok vol staat met dit soort kleine en grote monumenten haalde niet alles het boek. Meer is te vinden op de website http://www.oostblokboek.nl


ISBN 9789046817605 | Paperback | 205 pagina's | Nieuw Amsterdam | oktober 2014

© Willeke, 30 december 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Red Star Line Antwerpen 1873 – 1934 Red Star Line Antwerpen 1873 – 1934


*

Dit boek hoort bij de permanente tentoonstelling in het Red Star Line Museum te Antwerpen, dat zijn deuren opende op 28 september 2013. Het museum in gehuisvest in de gebouwen van de Red Star Line, een rederij die miljoenen passagiers vervoerde. Het museum en het boek vertellen ook de geschiedenis van de migratie. Het boek is geschreven door diverse specialisten en voorzien van prachtige foto’s en archiefstukken. Dat laatste zorgt ervoor dat alleen al bladeren in dit boek een groot genot is!

Het hoofdstuk Het verhaal van een plek beschrijft hoe het museum tot stand is gekomen in de gebouwen van de Red Star Line. Het beschrijft de geschiedenis van de bouwwerken en de restauratie. Foto's van de blauwdrukken uit 1920 uit het stadsarchief van Antwerpen zijn afgebeeld in het boek, evenals foto's van de renovatie en het opbouwen van de tentoonstelling.

Het is echt jammer dat ik u in deze recensie niet de prachtige foto's kan laten zien die een heel mooi tijdsbeeld geven van de mensen die een nieuwe toekomst tegemoet gingen, de landverhuizers.
Van de North Atlantic Shipping Conference, die in 1908 werd opgericht, kreeg de Red Star Line 9,71 procent van het migrantenverkeer richting Amerika en 8,56 procent in de omgekeerde richting toebedeeld. Een prachtig beeld van deze emigranten kunnen we aanschouwen op de schilderijen van Eugeen van Mieghem en andere kunstenaars in het hoofdstuk Eugeen van Mieghen en de migranten in de kunst. De afbeeldingen van deze schilderijen staan in het boek.
Het verhaal van deze mensen en de omstandigheden waaronder zij reisden wordt eveneens uitgebreid beschreven in dit boek, zoals in het hoofdstuk Een Belgisch Verhaal, waarin van de Belgische emigratie naar Noord-Amerika wordt verhaalt. Belgische emigranten trokken met name naar twee regio's, de industriële noordoostelijke staten en de Midwest en dan vooral de staten rond de Grote Meren. Beschreven staat hoe zij zich daar vestigden en welke moeilijkheden zij daarbij ondervonden. Net als veel migranten probeerden zij ook iets van hun eigenheid te bewaren, zoals in De Belgian Notes Band of het uitgeven van een Gazette Detroit. Maar zo lezen we in het boek op bladzijde 131:

Het is een mooie paradox: juist door de landverhuizers houvast te bieden, maakten clubs, kerken en andere sociale structuren de opname in de Amerikaanse samenleving vlotter. Vergeten is de Belgische of Vlaamse of Waalse afstamming vandaag daarom niet – velen koesteren ze zelfs – maar ook voor hen is het veeleer een identiteit die ze actief willen herontdekken dan één die ze dagelijks beleven.


Deze quote kan ook toegepast worden op het hoofdstuk Een universeel verhaal, een verhaal over migratie, het grote menselijke verhaal en tevens het laatste hoofdstuk van het boek:

Wat dat verhaal zal zijn, zal in sterke mate afhangen van de wijze waarop we met de nieuwe vormen van menselijke mobiliteit zullen omgaan: als een bedreiging of als een bron voor vernieuwing.



Zowel het museum als het boek over de Red Star Line laten ons zien dat migratie geen nieuw verschijnsel is, maar dat het van alle tijden is. Of het nu gedwongen is of uit vrije keuze, het brengt altijd de nodige kansen en teleurstellingen met zich mee. Ik ga zeker nu ik kennis heb genomen van dit boek ook het museum in Antwerpen een keer bezoeken.

*Schrijvers: Guy Alroey, Nadia Babazia, Bram Beelaert, Anna Chiara Cimoli, Torsten Feys, Marie-Charlotte Le Bailly, Kate Lemos Mc Hale, Linda De Vroey, Bart Huysmans, Barry Moreno, Eric Rinckhout, Richard Southwick, Andreas Stijnen, Eric Vanhaute, Robert Vervoort, Lien Vloeberghs, Joris Wauters en Michel Wuyts - Op pagina 236 en 237 van het boek vindt u uitgebreide informatie over alle auteurs. -

Zie ook http://www.redstarline.be/nl


ISBN 9789063066444 | Gebonden | 240 pagina's | Davidsfonds & Red Star Line Museum | oktober 2013

© Ria, 28 mei 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De historische canon van Tilburg in vijftig verhalen De historische canon van Tilburg in vijftig verhalen


o.a. Joep Eijkens,  Ronald Peeters,  Ed Scholders, Jeroen Ketelaars, Paul Spapens

In deze vijftig verhalen krijg je een aardige indruk van de geschiedenis van Tilburg. Beginnend met de middensteentijd: 8800 jaar voor Christus, tot het jaar 2009 erna: toen werd er gevierd dat de stad 200 jaar stadsrechten had. De oudste restanten die gevonden zijn, zijn waarschijnlijk afkomstig van groepen rondtrekkende mensen, er was nog geen sprake van Tilburgers. In het museum ligt het oudste muziekinstrument: een zoemsteen.

Het oudste document met de vermelding waarin de naam van de stad herkenbaar is, is dat waarin beschreven werd dat Bisschop Willibrordus een aantal hoeves ten geschenke kreeg.  Het stamt uit 709: ‘Tilliburgus’ heette het toen. ‘Til’ betekende waarschijnlijk ‘nieuw verworden land’,  ‘burgis’ is waarschijnlijk afgeleid van ‘burgus’ hetgeen nederzetting betekent.

Vanaf de elfde eeuw was Tilburg niet meer dan een verzameling boerennederzettingen op een verhoogde zandrus te midden van moerassen en loofbomen, tussen de Donge en de Ley. Enkele hoeves bij elkaar verbonden door landwegen met in hun midden een weide heette ‘herdgang’. De herder leidde er zijn schapen langs, iedere dag weer, op weg naar de hei. Een paar van zulke structuren zijn in Tilburg nog steeds zichtbaar. Na 1700 ontstond er bebouwing langs de landwegen - lintbouw-  en de eerste kleine fabriekjes ontstonden in de negentiende eeuw. En zo groeide Tilburg uit tot de fabrieksstad, bekend om zijn textielindustrie, dat weer teloor ging in de naoorlogse jaren.

In vogelvlucht lees je in korte verhalen over deze geschiedenis, terwijl ook figuren beschreven worden die belangrijker waren voor de stad: de beschermheilige St Dionysius, die maar liefst twee kerken naar zich genoemd kreeg. Natuurlijk wordt er ook over het religieuze leven verteld: Tilburg had in verhouding de meeste kloosters! Vele frater- en zustergemeenschappen streken hier neer. Er was sprake van onderdrukking: je had hen maar te gehoorzamen, maar ze hebben ook veel goeds gedaan: ziekenhuizen scholen opgericht, waar ook de arbeiders terecht konden.

Er wordt aandacht besteed aan de kunst; aan de muziek, vooral aan het feit dat Tilburg uitgegroeid is tot een culturele hoofdstad. De oorlogen komen voorbij, Marietje Kessels, Peerke Donders, ha, en Guus Meewis (die niet eens Tilburger is!).

Ik heb nog niet eens de helft van de vijftig verhalen genoemd, zoveel staat er in. En steeds volop voorzien van fotomateriaal, oud en nieuw.


ISBN 9789077643068 | Paperback | 162 pagina's | Stadsmuseum Tilburg | 2008
Foto’s door o.a. Jan Stads

© Marjo, 03 maart 2013


Lees de reacties op het forum en/of reageer: