Meg Rosoff
Mij niet gezien
Helaas Matthew is nog steeds niet terug, hij heeft zijn veel jongere vrouw Suzanne en zoontje Gabriel, net een jaar oud, vijf dagen geleden achtergelaten en Suzanne heeft geen idee waar hij is. Hij heeft geen schone kleren, paspoort of geld meegenomen. Hij ging 's morgens gewoon naar zijn werk, zei gewoon gedag, maar is nooit op zijn werk komen opdagen om les te geven. Hij is 'gewoon' weggelopen.
Suzanne en Matthew geven beiden les aan de universiteit in de stad. Het is acht jaar geleden dat Suzanne en Gil elkaar gezien hebben. 'Ze is niet oud maar ziet er dor uit, alsof iemand vergeten is haar water te geven.' denkt Mila. Ze denkt nog veel meer want gevoelig als ze is, merkt ze aan allerlei kleine dingetjes dat het huis van Matthew geen gelukkig huis is. Honey de witte Duitse herder lijkt ook uitgeblust. 'De eenzaamheid straalt in golven van haar af. Dus ze is van Matthew.' constateert Mila. Suzanne heeft duidelijk een hekel aan de hond.
Het hele huis voelt vreemd, het lijkt alsof Suzanne en Matthew ieder een eigen terrein in het huis hebben die niet overschreden mag worden. Mila registreert ook andere dingen, sigarettenrook, een vreemde mannenlucht, maar ze zegt het niet. Ook valt haar op dat Suzanne helemaal niet bang is dat Matthew wat overkomen is. Misschien is ze zo geworden na de dood van Owen, hun verongelukte zoon, bedenkt Mila zich. 'Ze lijkt iemand van glas. Geef haar een tik en ze breekt in ontelbare stukjes.'
Mila en Gil besluiten Matthew te gaan zoeken. Hij heeft een hut bij de Canadese grens, waar geen telefoon, geen elektriciteit en waterleiding is, dus ook geen internet. Honey gaat mee, tot Mila's geluk. Ze is gek op het dier. Ze mogen Suzanne's auto gebruiken. De reis is bijzonder. Gil en Mila kunnen uitstekend met elkaar opschieten. Ze ontmoeten aardige mensen onderweg. Mila stuurt ondertussen sms'jes naar Matthew waar, zoals te verwachten, geen antwoord op komt. Eindelijk komen ze bij de hut aan, en daar neemt het verhaal een heel verrassende wending. Maar ook in alle vreemde verwikkelingen die volgen is het Mila die dankzij haar fijngevoeligheid uiteindelijk de waarheid weet te achterhalen en zelfs een leven weet terug te geven.
Het verhaal zelf maakt al diepe indruk maar wat Meg Rosoff vooral zo treffend duidelijk weet te maken is het verschil tussen volwassenen en een - fijngevoelig - kind. Waar volwassenen er omheen draaien en leugentjes om bestwil vertellen is bij Mila het oprechte, directe, zuivere gevoel. Met haar vele sensitieve antennes voelt ze haarfijn aan dat de taal die gesproken wordt niet klopt met de houding en gebaren van de mensen om haar heen. Ze registreert veel tegenstellingen en dingen die niet kloppen. Zelfs haar eigen ouders blijken niet zo te betrouwbaar als ze altijd dacht en dat maakt haar onzeker, klopt haar gevoel dan toch niet? Zo zeker als ze voorheen was dat haar intuïtie altijd klopte zo onzeker raakt ze nu door wat er allemaal om haar heen gebeurt. Maar fijnbesnaard als ze is, weet ze toch tot de kern door te dringen.
Het verhaal zindert na als je het gelezen hebt. Het maakt duidelijk dat volwassen mensen er soms een flinke puinhoop van kunnen maken. Vooral als zich gebeurtenissen voordoen die erg zwaar te verdragen zijn. Het is dan moeilijk de onmacht en pijn met elkaar te delen en soms lijkt de situatie uitzichtloos. Een hooggevoelig meisje kan dan precies datgene zijn wat deze mensen nodig hebben om weer uit de impasse te komen. En Mila is zo'n meisje.
Prachtig verhaal waar je even een tijdje stil van bent.
ISBN 9789024570119 | Hardcover | 223 pagina's | Luitingh-Sijthoff | mei 2016
© Dettie, 27 augustus 2016
Jonathan gaat los
Vriend Max vindt Julie helemaal niets, ze is volgens hem een plastic pop die praat. Ze heeft geen humor, ze is saai, heeft niets interessants te vertellen en zo weet hij nog veel meer 'fraaie' eigenschappen over Julie op te noemen. Maar de chaotische, altijd in zichzelf filosoferende Jonathan, die de ene gedachtekronkel na de ander heeft, vindt dat Julie hem op de rails houdt met haar zakelijke, koele nuchterheid. Jonathan weet dat Julie en zijn ouders willen dat hij zich als een volwassene gedraagt en dát is nu net het punt. Zijn geest is te speels en te wisselend om daaraan te kunnen voldoen. Maar met Julie in de buurt lukt het hem aardig. Toch, diep in zijn hart verlangt Jonathan naar een maatje, een vriendin die zijn gedachtestroom kan volgen, die begrijpt wat hem bezighoudt en wat hij nodig heeft om zijn warrige leven aan te kunnen.
Eigenlijk heeft hij die maatjes wel. Hij is gek op de lieve aanhankelijke Sissy, die hem altijd zo vol begrip kan aankijken. En ook Dante is hem zeer dierbaar. Dante is degene die altijd aanpakt, die orde op zaken weet te stellen, die altijd weet wat Jonathan nodig heeft. Maar, die twee grote vrienden zijn de honden van zijn broer waar Jonathan tijdelijk voor zorgt. Julie vindt ze niet leuk, wil ze liever uit huis hebben maar geen haar op Jonathans hoofd die daar over denkt. Hij kan niet meer zonder hun gezelschap. Hij houdt van ze, maakt zich zorgen om hen, zo gauw ze maar iets mankeren staat hij op de stoep van de dierenarts. Aan haar vertelt hij zijn filosofieën rond het gedrag van de dieren, en zij denkt er het hare van...
En dan kondigt Julie aan dat ze een prachtig aanbod heeft gehad. Als zij toestemming geeft hun bruiloft op livestream vast te laten leggen dan betaalt haar werk alles, de kleding, het feest, kortom alles! Ze kunnen trouwen! Dat is een totaal onverwachte ontwikkeling... Jonathan en vooral Max zijn in alle staten. Maar het is de onnavolgbare en mysterieuze, bijzondere collega Greeley die Jonathans gevoelens beter aanvoelt dan hijzelf...
Wat volgt is een heerlijk verhaal over Jonathan en 'zijn' twee honden. Zij zorgen met hun fijngevoeligheid én stoerheid voor Jonathan in plaats van andersom. Zij zijn het die Jonathan de weg wijzen in zijn chaotische, verwarrende bestaan. Want verwarrend is het!
Maar het zijn vooral de gedachtekronkels van Jonathan die hem tot zo'n leuk en bijzonder personage maken. Hij valt bijvoorbeeld als een baksteen voor allerlei soorten mensen en fantaseert gelijk een heel leven met hen erachteraan. Vaak vertelt hij het ook nog zijn fantasieën, met alle gevolgen van dien! Je zit regelmatig met een brede glimlach zijn hersenspinsels te volgen. Ze zijn kostelijk!
De stijl maar vooral de sfeer heeft veel weg van het boek Het Rosie project en dat is bedoeld als compliment, net als in dat boek sluit je de onbeholpen maar o zo bijzondere hoofdpersoon in je hart en wil je alleen maar dat het goed met hem gaat. Dat hij gelukkig wordt...
Meg Rosoff groeide op in Boston en verhuisde na haar studie naar Londen. In 2004 begon haar schrijfcarrière met het internationaal succesvolle debuut Hoe ik nu leef, een wereldwijde bestseller, die ook werd verfilmd. Haar jeugdromans zijn prijswinnaars. Voor haar hele oeuvre ontving Rosoff de Astrid Lindgren Memorial Award 2016. Jonathan gaat los is haar eerste - zeer geslaagde - roman voor volwassenen.
ISBN 978024570843| | Paperback | 299 pagina's | Luitingh-Sijthoff | mei 2015
Vertaald door Betty Klaasse
© Dettie, 26 mei 2016
In het begin was er...Bob
Meg Rosoff
Soms kunnen achttienjarigen al heel volwassen zijn, maar Bob is een egoïstische puber, die zijn eigen zin door wil drijven en geen enkele consideratie heeft met anderen. Nu is Bob helaas ook God, dus je kan je voorstellen dat het de wereld onder zijn leiding niet zo goed gaat.
Hij heeft gelukkig een assistent, meneer B, die af en toe nog wat kan veranderen aan zijn miskleunen, maar soms blijft het toch maar behelpen.
‘Proberen God om te praten is net zo zinloos als tegen een pijlinktvis kletsen.’
Al sinds de hormonen in zijn lijf kriebelen heeft Bob al verschillende keren een meisje uit de mensenwereld geplukt. Nu valt zijn oog op Lucy en de schrik slaat meneer B. om het hart.
“Gods hartstocht voor mensen leidt altijd tot een catastrofe, een verstoring van de weersomstandigheden op grootse schaal. Wat is er mis met die jongen dat hij hem niet omhoog krijgt voor een of andere leuke godin. Waarom, waarom, is hij niet op een verstandige relatie uit, een die net in een ramp eindigt?’
Daarnaast is er nog een verhaal over het gekrakeel van de goden onderling, maar de hoofdmoot is gewoon de liefde.
Natuurlijk is het een apart gegeven om een achttienjarige de rol van God te laten spelen, maar waarom heeft Rosoff gekozen voor een mengeling van twee uitgangspunten: het concept van een Olympus, met zijn bijna-menselijke goden, wordt vermengd met de monotheïstisch godsdienst waar alleen die ene de God is. Voor mij werkt dat niet, en daarmee verdwijnt meteen de animo om dit boek te lezen. Humor is er zeker wel, maar dat gaat dan ten koste van gelovigen. En ook van het een logisch verhaal. Blijft over een liefdesverhaaltje dat ook niet overtuigt.
Meg Rosoff heeft me wel overtuigd met andere boeken, maar met deze slaat ze de plank helemaal mis.
ISBN 9789048811588 | Hardcover | 192 pagina's | Dutch Media Uitgevers | december 2011
Vertaald uit het Engels door Jenny de Jonge Leeftijd: vanaf 15 jaar
© Marjo, 11 maart 2012
In het begin was er…Bob
Duizenden jaren geleden was er een openstaande vacature voor beheerder, God, van de planeet Aarde. Er waren enkele gegadigden maar niemand werd geschikt bevonden. Toen de tijd begon te dringen werd de baan ingezet bij een potje poker. Bobs moeder, verslaafd aan het gokspelletje, won en gaf de baan aan haar zoon Bob. Zes dagen lang leefde Bob zich uit op de schepping. Zonder enige voorbereiding schiep hij erop los met als grote finale de mens. Bob’s assistent, meneer B., overzag het resultaat en vreesde het ergste.
Dankzij Bob is het dus niet altijd goed vertoeven op Aarde. Bob is een luie, gemakzuchtige en zeer egocentrische God. Meneer B. wijst hem er regelmatig op dat er toch wel het een en ander schort aan zijn schepping maar het boeit Bob niet. Af en toe verhoort hij een gebed maar het grootste deel van de dag besteedt Bob enkel aandacht aan zichzelf. Ondertussen probeert meneer B. met zijn beperkte middelen de grootste schade nog wat te beperken maar het is dweilen met de kraan open.
Dan komt de dag dat Bob het gebed van Lucy hoort. Dat is vrij bijzonder te noemen omdat Bob de gebeden meestal links laat liggen. Lucy bidt dat ze graag verliefd zou willen worden. Bob vindt Lucy beeldschoon en is trots op zijn mooie creatie. Hij besluit de wens van het prachtige meisje in te willigen. Hij ziet in zichzelf de perfecte kandidaat en begint aan zijn missie om Lucy het hof te maken. Niets is erger voor een planeet dan een God wiens hormonen hevig opspelen. Terwijl Bob vurig verlangt naar seks met Lucy moet de Aarde het flink ontgelden. Het weer, onderhevig aan de hormonen van Bob, wordt steeds extremer en gevaarlijker en mensen overlijden. Het interesseert Bob allemaal niet. Zijn enige zorg is hoe hij zo snel mogelijk in bed kan belanden met Lucy.
Dit boek roep gemengde gevoelens bij mij op. De originaliteit van het verhaal spreekt me aan maar de verhaallijn wordt regelmatig onderbroken door allerlei bijzaken, wat het soms wat moeilijk te volgen maakt. Regelmatig verflauwde mijn interesse hierdoor. Van mij had de auteur iets dichter bij de kern van het verhaal mogen blijven. Ook uit dit boek blijkt dat het genre young adults (jongvolwassenen) niet tot het meest eenvoudige behoort. Soms is de stijl van het boek wat kinderlijk, dan weer bezorgt het de tienerlezer rode oortjes. Het verhaal heeft zowel vriendelijke als duistere kanten en dit is mooi in balans. Persoonlijk vond ik de duistere kanten wel wat ver gaan. Bobs onverschilligheid omtrent het welzijn van de mens is behoorlijk extreem.
Meg Rosoff (1956) is geboren in Boston maar woont al jaren met haar man en dochter in Londen. Ze heeft met haar boeken voor jongvolwassenen al veel prijzen in de wacht gesleept.
ISBN 9789048811588 | Hardcover | 192 pagina's | Dutch Media Uitgevers | december 2011
Vertaald door Jenny de JongeVanaf 15 jaar
© Annemarie, 22 januari 2012
Niemandsbruid
‘Ik zal hem thee brengen en mezelf voor mijn dertigste doodwerken, kinderen baren en vloeren schrobben en op het land weren om raspen uit te graven tot mijn handen bloeden en ik het aan mijn rug krijg en iedereen me smeekt om het nog een jaartje vol te houden, en dan zal ik sterven van uitputting en van het karige leven. Ik zal van hem houden en nooit tegen hem zeggen dat hij zelf zijn thee moet zetten, of de as uit de haard moet opvegen of zelf zijn twaalfde kind moet baren.’
Maar als de dag nadert, als Birdie haar komt vertellen dat hij een stukje land heeft en een huis, weet ze dat ze dit leven niet wil. Ze zadelt vroeg in de morgen haar paard Jack, en vertrekt. Tot haar schrik zit Bean, haar jongste broertje, op het paard. Ze moet nu weg, ze kan geen stennis schoppen, en ach, Bean is geen last. Ze trekt naar de stad en maakt onderweg van alles mee. Een zigeunervrouw met haar kinderen vangt hen op en toont grote belangstelling voor Bean, en Pells verhaal.
Als een paardenman ziet hoe ze met paarden omgaat, vraagt hij haar om hem te helpen paarden uit te kiezen in de stad. Maar als het op betalen aankomt, loopt er van alles mis. Het eindigt er mee dat Pell alleen is. Jack is weg, Bean is weg, de paardenman is verdwenen, net als zijn compagnon. Haar zoektocht verloopt niet zonder slag of stoot…
De lezer volgt Pell door het leven van de negentiende eeuw op het platteland. Er is veel kommer en kwel; ziektes, armoede – vooral de verhalen over de armenhuizen zijn schokkend – en mensen nemen het niet al te nauw met fatsoensnormen. Pell is een sterk meisje, ze weet zich staande te houden in deze boze wereld. Ze kiest er voor om niet dat sloofje aan de zijde van een man te worden om wie ze niets geeft, maar wil een leven leiden dat misschien wel hard is, maar waar ze zelf voor gekozen heeft.
Qua sfeer is het een mooi boek, het is een mooie historische jeugdroman. Of eigenlijk lijkt het meer een historisch sprookje: er blijft een afstand, Pell is niet een meisje met wie de lezer zich kan vereenzelvigen. Komt misschien doordat we de negentiende eeuw ook al lang achter ons hebben gelaten?
Toch is Pell qua karakter een meisje zoals alle meisjes willen zijn, ook in deze tijd: sterk en onafhankelijk.
ISBN 9789048802135 | Hardcover | 223 pagina's | Uitgeverij Moon | juni 2009
Vertaald door Jenny de Jonge Vanaf 13 jaar
© Marjo, 03 januari 2011
Het toevallige leven van Justin Case
Op een dag kijkt David Case net op tijd om naar zijn broertje die voor het open raam staat en dreigt er uit te vallen (hij wil vliegen). Dit voorval verandert zijn hele wereld. Plotseling heeft elke gebeurtenis betekenis.
Telkens denkt hij 'stel dat...' Hij denkt dat hij moet onderduiken en een heel ander iemand moet worden om het noodlot te ontlopen... als hij dat tenminste kan.
Het is het verhaal van de tuinman en Isfahan, maar dan in een modern jasje.
Hij verandert zijn naam in Justin, (Just-in-case) sluit vriendschap met de nuchtere Peter, neemt een (onzichtbare) hond en verlaat zijn ouders en broertje. Hij ontmoet de oudere Agnes, een extrentieke jongedame, fotografe, die hem wel wil helpen maar tegelijk gebruik maakt van zijn wanhoop: hij is als het ware haar muze. Maar met een verliefde Justin kan ze niets.
Justin gaat op een vliegveld 'wonen', en ontsnapt daarbij aan een gruwelijk lot. Hij is daar samen met Agnes, die een meer realistischer reactie op de gebeurtenis heeft. Maar Justin is helemaal van slag. Opnieuw vlucht hij, weg van dat noodlot, dat hij natuurlijk helemaal niet kan ontlopen. Maar voor dat het tot hem doordringt, maakt hij nog heel wat mee.
Het is natuurlijk een prima thema. Welke jongere heeft zich nog nooit verdiept in dit soort levensvragen? Maar Rosoff laat Justin wel erg ver gaan. Het gegeven van die onzichtbare hond vind ik te ver gezocht. Jammer, want het maakt het toch al moeilijk te 'geloven' verhaal nog ongeloofwaardiger.
ISBN 9789049921668 | Hardcover | 0 pagina's | Pimento | 2006
Vertaald door Jenny de Jonge
© Marjo, 04 mei 2009
Wat ik was
"Ik ben een eeuw oud, een onmogelijk leeftijd, en mijn gedachten hebben geen anker in het heden. In plaats daarvan drijven ze altijd weer naar dezelfde kust.
Vandaag, zoals bijna op alle dagen, is het 1962. Het jaar dat ik de liefde ontdekte.
Ik ben zestien jaar."
Aan de kust van East Anglia staat een kostschool. De schrijver van bovenstaand stukje tekst komt op deze afgelegen school terecht na verschillende mislukkingen op andere scholen. Eigenlijk is hij niet van plan om op deze school wel zijn best te doen, maar er gebeurt iets waardoor hij van gedachten verandert. Hij moet hier zien te blijven...
Op een dag ontmoet hij namelijk een jongen van ongeveer zijn leeftijd, die hem fascineert. Finn heet hij, en hij woont helemaal alleen in een hutje op een stuk strand dat regelmatig door de vloed afgescheiden wordt van het vaste land. Hij gaat zijn eigen gang en is zwijgzaam. Hij zeurt onze hoofdpersoon niet aan zijn kop, zoals zijn kamergenoten, vooral ene Reese, en volwassenen die dat wel doen, hetgeen hem zeer aanstaat. En zelfs al zit het hem soms dwars dat Finn niets vertelt over zichzelf, toch ontwikkelt zich een vriendschap, waarvoor hij spijbelt en risico's neemt. Vooral als Finn ziek wordt...
Een waarzegster op de markt vertelt hem: 'Je moet beter kijken. ' Maar die boodschap dringt pas door (ook tot de lezer) als het al te laat is.
Een prachtige jeugdroman, die ook door volwassenen gewaardeerd zal worden. Het gaat over het volwassen worden van een jongeman die enigszins de weg kwijt is geraakt. Zoals uit het eerste citaat blijkt is het verhaal de herinnering aan een gebeurtenis die zijn stempel gedrukt heeft op het leven van de verteller. Hoe groot dat stempel was wordt verteld in de laatste hoofdstukken.
ISBN 9789048800230 | Hardcover | 224 pagina's | Uitgeverij Moon | mei 2008
vertaald door Jenny de Jonge | Leeftijd: 13+
© Marjo, juni 2008
Hoe ik nu leef
Samen met Piper maakt ze een voettocht door Engeland, komen aan op de boerderij waar de jongens waren, maar die zijn er niet meer. Er is duidelijk gevochten.
Als de meisjes op hun 'eigen' boerderij zijn, gaat ineens de telefoon, na zoveel maanden afgesloten geweest te zijn.
Dan volgt deel 2. Daisy is weer in Amerika maar beweegt hemel en aarde om naar "huis" te gaan, naar Engeland, naar Edmond.
Het boek doet qua sfeer heel erg denken aan de serie van John Marsden "morgen toen de oorlog begon". Ook daar is er een groep jongeren die geisoleerd van de wereld raken als er een oorlog uitbreekt. Ook daar is sprake van een fictieve, maar niet ongeloofwaardige oorlog. Dat is een serie van zeven delen, waar de romantiek zijn intrede pas later doet.
Er zit een magisch-realistisch element in het boek: alle kinderen hebben een telepatische gave. Niet echt benadrukt, maar wel aanwezig.
Misschien vond Rosoff dat ze er zoiets in moest zetten om het geloofwaardiger te maken dat dit kinderen overkomt?
Ik ben niet kapot van dit boek, maar het was aardig om te lezen.
ISBN 9049920004 | Gebonden | 200 pagina's | Pimento | maart 2005
Leeftijd: vanaf 13 jaar Vertaler: Jenny de Jonge
© Marjo, januari 2006