Martine Glaser

 

Vlucht uit het spullenparadijs Vlucht uit het spullenparadijs


De tweeling Spiros en Stavros is nog niet zo lang in Nederland. Ze zijn met hun ouders bij oom Kostas, die een restaurant heeft, ingetrokken. Nou ja, ingetrokken, ze mogen in de loods wonen tot ze een eigen woning hebben. Hun vader die in Griekenland een belangrijke en sterke politieman was heeft een zware teleurstelling moeten verwerken: ze willen hem niet hebben bij de Nederlandse politie. Hij moet eerst de taal maar leren, zeggen ze. Dat vond hij zo erg dat hij op een bank is gaan liggen en de hele dag niets uitvoert. Hun moeder werkt de hele dag, na haar werk overdag bij oude mensen gaat ze ’s avonds nog in het restaurant aan de slag. De jongens gaan naar school, en kennen de taal al heel goed.

De verteller van het verhaal is Spiros, beter bekend als Einstein. Want zo is zijn moeder hem gaan noemen omdat hij zo slim is. Dat blijkt wel: in zijn verhaal haalt hij gedichten aan van Leo Vroman en hij maakt duidelijk dat zijn wijsheid komt uit bladen en boeken die gaan over psychiatrie voor welzijnswerkers of richtlijnen in de bejaardenzorg. Einstein is behalve verstandig ook veel voorzichtiger dan zijn doldrieste broer, die op alle voorstellen reageert met ‘yes’ en daarom Yes heet.
Het grootste probleem is natuurlijk hun depressieve vader, maar daarnaast hebben ze nog een oom: oom Pana, die sinds drie jaar in Nederland is. Oom Pana verzamelt… Nou ja, zou je zeggen, postzegels verzamelen, of misschien beeldjes van Griekse helden, dat hindert toch niet?

Maar oom Pana verzamelt spullen. Om naar Griekenland te sturen zegt hij, want in Nederland gooien ze spullen weg die nog heel goed zijn! Maar ja, hij stuurt niets op, hij blijft maar stapelen. En dat doet hij in de loods… Er is geen ruimte meer om te zitten, de bedden zijn zo hoog opgestapeld dat ze er niet meer in kunnen gaan liggen, en steeds komt oom met nog meer spullen aandragen. Als hij op een dag te maken krijgt met Joop Sloop loopt alles uit de hand…

Einstein en Yes proberen ieder op een eigen manier om te gaan met de situatie. Einstein door te lezen, soms zijn teksten zeer toepasselijk, en er staat ook nuttige informatie in de boeken, die overigens ook door oom Pana worden meegebracht. Yes bedenkt intussen de meest fantastische plannetjes.

Het is een verhaal over hoe het vluchtelingen (in dit geval economische) vergaat in Nederland. Martine Glaser heeft er een humoristisch verhaal van gemaakt, het spannende avontuur zal jongens en meisjes aanspreken. Einstein en Yes zijn herkenbare personages, en het avontuur dat zij meemaken is spannend. De achtergrond is bijzonder, heel handig wordt de problematiek van vluchtelingen vertaald naar de spullen in de loods:

‘U moet het echt terugbrengen naar waar het vandaan komt, oom Pana. Kom zelf maar kijken, er is geen plaats meer, echt niet.’


Martine Glaser stopte in 2007 als directeur van een woningcorporatie, en ging kinderboeken schrijven. De sociale problematiek die zij in haar loopbaan tegenkwam vertaalt zij voor kinderen op een speelse maar niettemin duidelijke manier.


ISBN 9789044831238 | Hardcover | 182 pagina's | Clavis Uitgeverij | oktober 2017
Leeftijd: 8+

© Marjo, 13 februari 2018


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Jack de ruimteridder Jack de ruimteridder


‘Zo gaat het nou altijd.
De ruzie begint zomaar en wil daarna niet meer stoppen. Mama wordt boos, de scheldwoorden vliegen door het huis en wie krijgt er de schuld? Ik.
Op school is het precies hetzelfde.’


De negenjarige Jack is een driftkikkertje. Hij kan er absoluut niet tegen als iemand hem plaagt, en pesten is helemaal fout. Dan gebruikt hij al snel zijn vuisten, of hij schopt. En hij is zeer verontwaardigd als hij altijd degene is die de schuld krijgt. De juf ziet nooit dat de ander hem uitdaagt. Ook thuis is er altijd ruzie, met zijn broer Tim.
Jack wil het helemaal niet, maar hij weet niet hoe hij dit op kan lossen.
Zijn verbazing is groot als op een avond een vreemd wezen zijn kamer binnen komt, en nog verbaasder is hij als blijkt dat Fir – zo noemt het wezen zichzelf – hem komt helpen zijn opvliegende karakter in toom te leren houden.
Ruimteridder Fir weet precies hoe hij Jack kan helpen, en Jack is reuze blij natuurlijk. Hij wil ook ruimteridder worden!
Maar dan komt de dag dat Fir wordt ontvoerd..
Natuurlijk is Jack niet zomaar driftig. Hij wordt wel boos, maar dat komt vooral door onmacht, doordat hij niet weet hoe hij de dingen die hem dwars zitten aan moet pakken.

Martine Glaser leert de lezer die trucjes door middel van een fantasiefiguur. Dat maakt het verhaal leuk, en spannend, maar het is vooral heel verhelderend. Niet alleen voor kinderen vanaf 8 jaar, maar ook voor hun opvoeders, die ook niet altijd weten hoe ze kinderen met een kort lontje kunnen helpen.

Het was heel makkelijk geweest, zoals vaak gebeurt in boeken, om een wezentje op te voeren dat de jongen wel eens even zou helpen door zelf actief de zaken aan te pakken. Maar het is juist heel goed gevonden om Fir op te voeren als een soort leraar. Iemand die de jongen leert hoe hij het zélf moet doen. De jongen moet zélf moed verzamelen, hij is zélf degene die zijn problemen aanpakt.

Behalve zeer leerzaam is het verhaal grappig, door het fantasietaaltje dat Fir spreekt. En dan zijn er nog de toepasselijke tekeningen van niet alleen een professioneel illustrator, maar ook tekeningetjes die duidelijk door kinderen gemaakt zijn.

Pimelipoepa!!


ISBN 9789044827453 | Hardcover | 112 pagina's | Clavis Uitgeverij | maart 2016
Leeftijd: 8+

© Marjo, 03 mei 2016


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Zie me, hoor me Zie me, hoor me


Sinds een tijdje heeft Audrey, zeventien jaar, last van wanen, paniekaanvallen, hallucinaties, en nachtmerries. Het is vooral onder invloed van haar ‘fundamentalistisch’ katholieke stiefmoeder Anna, die denkt dat ze van de duivel bezeten is, dat haar vader zijn zeventienjarige dochter naar Ward Leedeman stuurt. In Audrey’s ogen is de psychotherapeut een oude knar. Moet  deze man haar helpen? Maar haar vader neemt nooit genoegen met minder dan het beste, dus het zal wel goed zijn. En ze wil er zelf ook wel van af, want het wordt steeds erger. Ze heeft sinds kort een vriendje, de perfecte Alexander, die net als haar vader ook alleen genoegen neemt met het beste. En dus mag hij niets weten van haar bezoekjes aan de therapeut.

Haar moeder stierf bij de bevalling, en Audrey groeide op bij haar grootouders, in Spaans Baskenland. Toen ze zes was, kwam Anna in het leven van haar vader, en werd Audrey naar Amsterdam gebracht. Er is een stiefbroertje met het syndroom van Down. Hij zit in een tehuis, hetgeen Audrey niet zo leuk vindt. Ze is dol op haar broertje.
De relatie met haar stiefmoeder is niet zo best, en sinds Audrey weigert om naar de kerk te gaan, is het hommeles thuis.

Aanvankelijk lijken de gesprekken niet veel te helpen. Maar dan haalt Ward er een hypnotherapeute bij. Ellie brengt haar in trance en zo ontdekken ze dat de wanen verband houden met de Spaanse inquisitie. Er is een ander zeventienjarig meisje, Maite, dat beschuldigd wordt van hekserij en in de handen valt van de inquisiteurs. Het meisje uit de vijftiende eeuw neemt steeds vaker het leven van Audrey over. Audrey en Maite lijken één persoon. Maar de therapie moet worden stopgezet: haar vader is het niet eens met de hypnose en wil zijn dochter in een kliniek laten opnemen. Anna intussen nodigt op slinkse wijze een priester uit: zij denkt aan exorcisme. Er blijft voor Audrey maar één uitweg: vluchten!! Naar haar grootouders. Maar dat is juist de plek waar Maite geleefd heeft...
Waarom is Audrey juist degene die dit meemaakt? Is ze in staat om Maite te redden?

De eerste zes hoofdstukken van het boek spelen zich af in de spreekkamer van de psychotherapeut, hetgeen een vrij lange inleiding vormt voor het verhaal dat pas daarna behoorlijk op gang komt. Als de levens van de twee meisjes steeds meer verwikkeld raken, en Audrey gaat begrijpen wat er aan de hand was in de tijd dat Maite leefde, wordt het verhaal boeiender, en een stuk spannender. Natuurlijk speelt de romantiek een rol, het is een echt Young Adultboek, maar de geschiedenis speelt de hoofdrol.
In het nawoord lezen we dat veel historische feiten gebruikt zijn in het verhaal.

Het is een wat taai begin, maar gezien de versnelling daarna is het zeker de moeite waard om door te lezen.


ISBN 9789044823967 | Hardcover | 304 pagina's | Clavis Uitgeverij | maart 2015
Leeftijd: 15+

© Marjo, 17 juni 2015


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Het wonderbaarlijke verhaal van Pippa Poezenoortjes Het wonderbaarlijke verhaal van Pippa Poezenoortjes


Pippa heeft poezenoortjes, schattige, zachte, puntige poezenoortjes. Zeheeft ze al vanaf haar geboorte en ze is er trots op.
Maar als ze op een dag zit te zeuren dat ze naar de kermis wil omdat hetkermisgeluid zo aantrekkelijk klinkt, wenst haar moeder een beetje boos haaroortjes weg. En tot hun grote schrik zijn ze daarna ook verdwenen. Pippa heeftnu alleen nog maar twee gaatjes op de plek waar vroeger haar poezenoortjeszaten. De dokter staat voor een raadsel en mama huilt en huilt en huilt, het istenslotte haar schuld.

Als Pippa hoort dat grote meeuwen er met haar oortjes vandoor zijn, springt ze op haarfiets en gaat de vogels achterna, ze wil haar oren terug!
Ze fietst richting het westen, daar is de zee, maar ze raakt in het bos de wegkwijt. Middenin het bos ontmoet ze de bijzondere Magister Hyppolitus Witje, hijheeft alleen maar een hoofd, zijn hele lijf is verdwenen!
Hij wil wel nieuwe oren voor Pippa toveren maar nee, ze wil alleen haar eigenoortjes terug. Ook de herhaalpapegaai kan haar niet verder helpen. Dus gaat zeverder, op zoek naar haar eigen, mooie poezenoortjes…

Ze botst bijna tegen een enorme giftige slang aan en opeens vindt Pippa hetterugvinden van haar oortjes eventjes niet zo belangrijk meer. Ze ligt tetrillen in zijn strakke greep. Gelukkig loopt deze ontmoeting met een sisser afwant de slang wordt zelf bedreigd door ‘tweebeners’ die een tasje van hemwillen maken. En zo ontmoet Pippa allemaal bijzondere mensen en dieren zoalsHerman de Wreker die gek is op uitstervende diersoorten en Barones Beppie diealleen maar bezig is met… Barones Beppie.

Gelukkig ontmoet ze ook Pablo die met zijn ouders en al zijn vele broertjes en zusjes in een piepkleine flat wonen. De familie van Pablo is erg arm. Pablo's moeder is heel lief evenals papa Leonardo, de kunstschilder, helaas is die laatste ook een grote driftkikker waardoor het gezin vaak in de problemen komt.Het is allemaal heel bijzonder wat Pippa beleeft maar ze mist haar vader enmoeder vreselijk en wil eigenlijk het liefst gewoon naar huis… maar hoe moethet dan met haar oortjes?

Aan het eind van haar avonturen heeft Pippa stapje voor stapje een beetje meer geleerd hoe de wereld in elkaar zit. Je hebt lieve, geduldige en driftige mensen, zoalsWitje en Leonardo, je hebt mensen die alleen aan zichzelf denken zoals BaronesBeppie en dromers en wereldverbeteraars als Herman de Wreker. Allemaal unieke mensen met hun unieke eigenschappen.
En, papa zei het al, met doorzettingsvermogen en een beetjegeluk kom je een heel eind… dat heeft Pippa nu ook ervaren. Ze is nu na alles wat ze meegemaakt heeft een beetje anders vindt Pippa zelf,en dat komt niet omdat haar oortjes weg zijn, ze is van binnen een beetjeveranderd, en toch is ze nog steeds wie ze is, met of zonder oortjes, ze is Pippa!

Net als in haar debuut De bokkenbrigade speelt het belang van dieren een grote maar niet overheersende rol in dit boek. Maar het gaat ook om de mens en hoe je kunt leren en groeien van bepaalde situaties waarin je terecht komt. Dat klinkt zwaar maar dat is het boek totaal niet.
Het is een heerlijk doldwaas, humoristisch en fantasievol verhaal dat ik met enorm veel plezier gelezen heb.

- Met vrolijke zwart wit illustraties -


ISBN 9789044820782 | Hardcover | 250 pagina's | Clavis Uitgeverij | januari 2014
Formaat: 21,8 x 28 cm leeftijd 6 (voorlezen) tot 8 (zelf lezen) jaar | Leeftijd: 6+

© Dettie, 18 maart 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De bokkenbrigade De bokkenbrigade


Mickey (= Michelle, maar zo noemt alleen tante Jo haar) hoort van haar moeder wel eens wat over de huurders van de woningcorporatie, want daar werkt zij. Samen verbazen ze zich dan wel eens over sommige mensen, die ruzie lijken te zoéken. Maar nu is het wel heel erg: want is het om de buren te pesten dat mensen een geit in de tuin hebben gezet? Later zou je dat wel gaan denken, want als Mickey met haar vrienden een reddingsoperatie op zet, kraait er geen haan naar de geit die verdwenen is.

Wat Mickey gedaan heeft? Omdat de buren dreigden het dier te doden met een groot slagersmes, heeft ze met Mark, Kaspar en Natasja het dier ontvoerd uit de tuin en hem ondergebracht - tijdelijk, want het is bouwvakvakantie – op een bouwplaats.
Intussen doen ze hun best een betere plek te vinden. Marks oma wil wel helpen. Zij woont in een bejaardentehuis en daar is het maar saai. Een geit - en nog andere dieren - dat willen de oudjes wel. Maar helaas: de directeur wil het niet. Of zou hij zwichten voor alle acties die de bewoners van Avondrood organiseren? Het wordt steeds dringender, want op de bouwplaats zwerven een stel ongure mannen rond. Wat moeten die daar? Ze mogen Jojo, zo is de geit gedoopt, niet vinden!

De verwikkelingen rond deze feiten worden met vaart en veel humor verteld. Het zijn eigenlijk wel grote-mensenproblemen waar de kinderen mee om gaan: een directeur die te maken heeft met een streng bestuur dat er een eigen agenda op na houdt en problemen van huurders, die niet kunnen betalen, maar als kinderen zulke kwesties aanpakken, gebeurt dat op een verrassende en speelse manier. Dat geeft leuke situaties, soms wat vergezocht misschien, maar dat is geen probleem.

´De meneer keek Kaspar lang en ernstig aan. Toen wendde hij zijn blik naar mij, en daarna weer naar Kaspar. ´Zo´n maffe directeur hè. Weet je wie hier de regels echt vaststellen? De raad van bestuur, beste jongen. Allemaal heel geleerde mensen. Heel belangrijk ook. Ze hebben allemaal minstens één lintje, zo belangrijk zijn ze. En volgens hen is het hier geweldig, punt uit.
'Wonen hun ouders hier?' wilde ik weten.
De meneer staarde me verbaasd aan. ´Wat is dat nou voor een vraag?'
'Dat vraagt mijn moeder altijd aan die mensen die huizen voor Goed Wonen bedenken. Arsjie...´
'Architecten', begreep de meneer.
'Architecten. Zou je hier zelf willen wonen? vraagt ze dan. En als ze nee zeggen, stuurt ze ze terug. Dan moeten ze weer opnieuw beginnen.'
De meneer keek om zich heen alsof hij de gang voor het eerst in zijn leven zag. Van de glimmende vloer naar het raam. Van de plantenbak naar het plafond. Van het bordje Afd A1 naar het piepkleine tulpenschilderijtje op de lange witte muur. ´Ik zou hier wel willen wonen,´zei hij tenslotte treurig. 'Tenminste... Hoewel...'


Martine Glaser heeft er nog een flinke dosis romantiek bij gedaan, zeker niet overheersend, waardoor het zowel voor jongens als voor meisjes een geschikt boek is. Het heeft alles waarmee je een paar uurtjes gezellig kan doorbrengen. Het is immers reuze spannend om er achter te komen of de kinderen voor elkaar krijgen wat ze nastreven!
Er is een ik-verteller, waardoor je direct op de gebeurtenissen zit vanuit Mickey’s kijk op de wereld.
Voor de gevorderde lezer, vanwege de thematiek en omdat er geen illustraties zijn.


ISBN 9789048816194 | Hardcover | 160 pagina's | Uitgeverij Moon | november 2011
Leeftijd: 10+

© Marjo, 25 maart 2013


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De bokkenbrigade De bokkenbrigade


De moeder van Mickey werkt bij Goed Wonen, een woningcorporatie. Ze wordt vaak gebeld door mensen die vragen of klachten hebben over dingen in en rond hun woning. Zo ook die dag, mensen hebben last van het gemekker van een geit die in de tuin van de buren staat. Moeder belooft de volgende ochtend te komen kijken, ze moet toch haar dochter Mickey met haar vrienden Mark, Natasja en Kaspar wegbrengen naar de zeilplas.

De kinderen gaan stiekem naar de geit kijken als Mikey's moeder aan het praten is met de buren. Het is een schatje vinden ze. Maar de buren vinden het geen schatje, als het zo doorgaat zullen ze de geit wel een kopje kleiner maken!

De kinderen pikken dit niet, ze willen niet dat die lieve geit doodgemaakt wordt en ze bedenken een mooi plan. Ze ontvoeren de geit en verstoppen hem in een huis dat gebouwd wordt in de nieuwe wijk. Het is toch bouwvakvakantie. Dat gaat prima, ze verzorgen de geit die ze Jojo genoemd hebben goed.
Maar de geit kan daar niet blijven natuurlijk en daarom hebben ze een aanvraag ingediend bij het bejaardenhuis waar een grote tuin bij is. De bejaarden vinden het een heel leuk idee, de directeur ook, maar het bestuur vindt het maar niets, de ouderwetse strenge regels moeten kost wat kost gehandhaafd blijven, ondanks het toenemende protest van de bejaarden...
Maar het einde van de bouwvakvakantie komst steeds dichterbij en op de bouwplaats blijken ook nog eens boeven rond te lopen. Inmiddels is in het bejaardenhuis is een enorme rel ontstaan... Waar moeten de kinderen heen met Jojo? Kunnen ze een goede, nieuwe woonplek voor de geit vinden?

Een heerlijk verhaal, verteld door Mickey, waarin veel onderwerpen behandeld worden zoals dieren in nood, huurdersproblemen, de strenge, starre regels in een bejaardenhuis, vriendschap, daadkracht etc.. Maar Martine Glaser doseert het prima, ze weet alle eindjes uitstekend aan elkaar te knopen en wat overblijft is een erg leuk en lekker spannend spannend verhaal dat vol vaart verteld wordt.

Martine Glaser kwam, na een opleiding aan de kunstacademie, bij toeval in de volkshuisvesting terecht. Daar maakte ze een snelle carrière, die eindigde als directeur van een woningcorporatie in Leiden. Daarnaast maakte ze als freelancer radioprogramma’s voor de VPRO. Haar grote liefdes bleven echter schrijven en schilderen. Eerder schreef Martine al columns voor diverse tijdschriften en een educatief boekje voor kleuters. De bokkenbrigade is haar eerste jeugdboek en het verhaal is door de lezers van TenPages.com ontdekt.


ISBN 9789048816194 | Hardcover | 160 pagina's | Uitgeverij Moon | november 2011
Leeftijd: 10+

© Dettie, 04 februari 2012


Lees de reacties op het forum en/of reageer: