Marc de Bel

 

Halfbakken Hendrik Halfbakken Hendrik


Hendrik is een jonge stier die een mooi leven heeft bij bioboer Tonus. Maar in tegenstelling tot zijn stoere broers Carambo en Torro is Hendrik een dromer. Hij droomt ervan om te kunnen vliegen. Telkens weer bouwt hij een zweefvliegtuig, hij is al toe aan model HV16. De vijftien voorgaande pogingen eindigden allemaal voortijdig in de vijver. De enige die nog helemaal in zijn succes gelooft, is Troet, zijn lieve gevoelige vriendin. Ze zijn zwaar verliefd op elkaar.


Het is ook Troet die opmerkt dat boer Tonus niet meer zo vrolijk is, zelfs heel bedrukt is. Ze vraagt aan Poeze wat er aan de hand is en tot haar grote schrik hoort ze dat het niet goed gaat met de boerderij. Boer Tonus had veel tegenslag, de wortelen en aardappeloogst was mislukt, de bijen kregen een ziekte en de kaasmachine ging kapot. En nu zit boer Tonus daardoor in de financiële problemen, hij kan zijn schuld niet aflossen en moet nu waarschijnlijk de boerderij verkopen! Morris Mutz wil de boerderij al heel lang hebben om grote kippen- en koeienloodsen te plaatsen.

Alle dieren schrikken enorm, ze zijn erg gehecht aan hun vrije leventje. Vooral Troet is van slag, niet meer in haar lekker groene wei kunnen lopen, het lijkt haar verschrikkelijk. Maar wat kunnen ze doen? Ze bedenken allerlei plannen maar echt iets nuttigs verzinnen lukt niet. Gelukkig willen Jan en de Countryboys optreden in de schuur... de opbrengst gaat dan naar boer Tonus, maar dat bedrag zal niet genoeg zijn...


Hendrik is blij voor Tonus maar beseft wel dat hij nog gauw die avond in de schuur zijn nieuwste model vliegtuig moet maken, want de boer moet nu de schuur gaan opruimen. Deze keer noemt hij zijn vliegtuig Hendrikus Volarus Libellus...

Maar alles loopt heel anders dan iedereen had kunnen bedenken. Troet wordt zelfs een ster! En Hendrik? Dat verklap ik niet.

Geestig, fantasievol verhaal, dat zijdelings de bioboeren een steun in de rug geeft. Maar het zijn vooral de lieve Troet en de dromerige Hendrik die de show stelen in dit verhaal. Dankzij de steun van Troet blijft Hendrik gaan voor zijn droom. De vliegpogingen en andere zaken zijn bovendien erg grappig weergegeven op de sfeervol gekleurde en zwart-wit afbeeldingen van Jan Bosschaert.

Het is duidelijk dat de schrijver Vlaams is gezien het woordgebruik. Persoonlijk vind ik het verhaal gezien het onderwerp en de taal voor 5 jarigen wel aan de pittige kant. Zelf zou ik het voor wat oudere kinderen adviseren. Maar dat neemt niet weg dat kinderen zeker zullen genieten van dit doldwaze, redelijk spannende avontuur.

Voorlezen vanaf 5 jaar, zelf lezen vanaf ca. 9 jaar


ISBN 9789461313683 | Hardcover | 116 pagina's | Van Halewyck | februari 2015
Leeftijd: 9+

© Dettie, 15 januari 2017


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Het Monster van het Mistmoeras Het Monster van het Mistmoeras
Sagen van het Dassenbos: Deel 2


Na een aantal spannende gebeurtenissen is de rust in het Dassenbos weergekeerd. Niemand hoeft meer in angst te leven, wat natuurlijk reuze prettig is. Toch is het voor vier kersverse helden moeilijk om van de rust te genieten. Vossen Fea en Slink, das Brom en eekhoorn Pips vervelen zich. Het is veel te rustig in het Dassenbos.

Gelukkig vrolijkt het Grote Zonnefeest het viertal wat op. Er worden vrolijke liedjes gespeeld en de oudere dieren drinken grote hoeveelheden bramenwijn. Wanneer de broertjes Ralf en Wort Konijn op het punt staan een wel heel bijzonder lied te zingen, gebeurt er iets onverwachts. Uit het struikgewas naast het podium komt een modderig dier tevoorschijn. Volledig uitgeput zakt de onbekende in elkaar. Dan ziet Brom wie het is. Het is… zijn tante!

Tante Mara is vorig jaar met haar gezin naar het Grote Everwoud achter de Sneeuwbergen verhuisd. Haar tweelingzus Mona woonde daar al. Pas na een groot glas bramenwijn is Mara in staat te vertellen wat er aan de hand is. Mara legt uit dat ze aanvankelijk erg van haar nieuwe leven genoot. Het nieuwe huis was prachtig en er was eten in overvloed. Koning Skrofus Everzwijn zorgde ervoor dat het volk veilig was. Maar toen gebeurde er iets vreselijks. Er verscheen een monster. Het Monster van het Mistmoeras.

Eerst verdwenen alle sterke mannen. Ook Mara’s echtgenoot Binkel werd door het monster ontvoerd. Tot overmaat van ramp worden nu ook steeds meer kinderen ontvoerd! Mara en de andere moeders uit het Everwoud zijn wanhopig. Koning Skrofus heeft beloofd het monster te verslaan maar er gebeurt helemaal niks. Wel heeft Skrofus de belastingen flink verhoogd om zijn leger uit te kunnen breiden. Mara besloot om samen met een aantal andere dappere moeders naar het Dassenbos te reizen om hulp in te roepen. Helaas was de tocht veel zwaarder dan verwacht. Alleen Mara is erin geslaagd het eindpunt te bereiken. De anderen hebben het niet gehaald, ook Mona niet.

Om een Monster in een Mistmoeras te verslaan zijn echte helden nodig. Fea, Slink, Brom en Pips aarzelen maar heel even en bieden dan hun hulp aan, ook al is het monster enorm gevaarlijk:

“Het is een enorm beest, nog een flinke kop groter dan een beer, met een stel hoorns als van een oude hertenbok en vreselijk grote, vlijmscherpe klauwen. En het stinkt afschuwelijk naar goor en rotte eieren.”

Samen met tante Mara gaan ze op weg. Het is een lange tocht door gebieden vol Morfen, Fnurken, Frieskels, Knorks en… Onweerwolven. Onweerwolven wonen in het schemerbos en ze zijn veel groter dan weerwolven. Toch zijn ze niet gevaarlijk, behalve… als het onweert. Dan worden ze wel tien keer sterker dan normaal en veranderen ze in levensgevaarlijke monsters. De vier dappere helden kunnen maar beter geen vriendschap met een Onweerwolf sluiten maar heus, het exemplaar dat ze tegen het lijf lopen is erg vriendelijk. De Onweerwolf in kwestie heet Bronk. Ook hij heeft een hekel aan het Monster van het Mistmoeras. Zijn lieve vriendin Lupia – een fantastische naam voor een wolf! – is onlangs verdwenen…

Het Monster van het Mistmoeras is het tweede deel van Sagen van het Dassenbos. Als je het eerste deel niet hebt gelezen, is dat geen ramp. Hoewel er af en toe naar de gebeurtenissen uit het eerste deel wordt verwezen, is het een op zich staand verhaal. Een superleuk verhaal zelfs!

Het Monster van het Mistmoeras gaat niet alleen over een monster maar ook over vriendschap. De vrienden steunen elkaar door dik en dun. Ook gaat het boek over vertrouwen. Welke wezens die de helden tijdens hun reis tegenkomen zijn te vertrouwen en welke wezens niet? Bronk is bijvoorbeeld een prettige reisgenoot, maar wat zal er gebeuren als het gaat onweren?

Zullen de vrienden in staat zijn het gruwelijke monster te verslaan? Daar kom je alleen achter als je dit leuke, spannende, fantasievolle én avontuurlijke verhaal leest. Ook aan vrolijke grapjes is gedacht. Je zult daarnaast genieten van de prachtige illustraties – die aan gedetailleerde potloodtekeningen doen denken – van Frieda Van Raevels. Een dikke pluim voor zowel de auteur als de illustrator!


ISBN 9789462344976 | Hardcover | 175 pagina's | Uitgeverij Abimo | juni 2016
Leeftijd: 12+

© Annemarie, 14 juni 2016


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De vloek van Horkus De vloek van Horkus
Sagen van het Dassenbos: Deel 1


Fea, de vossin, Brom de das, en Pips de eekhoorn hebben de strijd tussen hun voorvaderen en de Vuurgnurkels niet meegemaakt, maar kennen het verhaal door de overlevering. Ze spelen graag na hoe Horkus de Grote, die ter zijde gestaan werd door de vraatzuchtige Skrieps en de boosaardige Knekkers verslagen werd de dappere strijders uit het Dassenbos, onder leiding van koning Bolderus. Woest was Horkus, en hij sprak een vloek uit:

‘De eerste kleinzoon en troonopvolger van koning Bolderus zal sterven in de nacht van de eerste volle maan na zijn geboorte en alle pasgeboren jongetjes met hem.’


En nu is die tijd aangebroken: de eerste kleinzoon is geboren! En dat niet alleen: Fea heeft broertjes en zusjes en ook Broms moeder krijgt binnenkort kleintjes. De vloek moet verbroken worden en dat kan alleen als de Eeuwig gloeiende wenssteen vernietigd wordt. Maar die bevindt zich in onderaardse grotten van de Zwarte Vuurberg, en wordt bewaakt door Smorkh de draak. En om daar te komen moet je door het Goormoeras, waar de Knekkers wonen, en door het Doornbos  waar de Skrieps huishouden.

Verschillende pogingen zijn al ondernomen, maar steeds kwamen de overlevenden onverrichter zake terug. Een laatste poging wordt ondernomen, onder leiding van prins Borak, de kersverse vader. Fea, Brom en Pips willen mee natuurlijk. Maar dat gaat niet gebeuren, ze zijn te jong!
Eh, wie zegt dat? Ze zijn het er absoluut niet mee eens! Ze verstoppen zich in een kar en beleven onderweg allerlei spannende en gevaarlijke avonturen. Ze maken vrienden, lopen tegen vijanden aan. Soms beloven ze na afloop van de strijd terug te komen om te helpen: een soort vliegtuig uittesten bijvoorbeeld, of helpen met de oogst binnenhalen. In ruil daarvoor krijgen ze hulp, of nuttige tips. Zal het hen lukken de steen op tijd te vermorzelen?

Zoals dat gebruikelijk is in een fantasyboek voor jongeren, zie je als je het boek opent (en sluit) het landschap getekend waar het verhaal zich afspeelt. Dan volgt een spreuk:

‘Je wordt geen Ridder, Krijger, Strijder of hoe je het ook noemen wilt, omdat een of andere koning jou die titel geeft, maar om wat je doet voor anderen...’


De inhoudsopgave, en dan het voorstellen van de personages met tekeningen van Frieda van Raevels. Zij maakt heel mooie zwart-wit tekeningen die we ook terugvonden tussen de hoofdstukken en prima passen bij het verhaal. De engerds zijn eng zonder angstaanjagend te worden.
Het is een erg leuk verhaal over moed en vriendschap, over de strijd tussen goed en kwaad, in een land zoals wij dat niet kennen, maar dat wel heel herkenbaar is, omdat de personages menselijke trekjes hebben. Natuurlijk herkennen we elementen uit de meer bekende fantasyromans, maar die zijn verwerkt op een nieuwe manier.
Dit smaakt naar meer. En gezien het feit dat er op de omslag staat : ‘Sagen uit het Dassenbos’ komt dat er vast wel!’


ISBN 9789462343405 | Hardcover | 205 pagina's | Uitgeverij Abimo | maart 2015
Leeftijd: 12+

© Marjo, 04 april 2015


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Amira Amira


Op de cover staat een fraaie villa afgebeeld met daarboven een mooi dromerig meisjesgezicht. Om die villa draait het verhaal, want daar woont Amira, het beeldschone meisje dat Wanne leerde kennen nadat hij zijn pet in de tuin had laten vallen tijdens het aardbeien stelen.
Bij het ophalen daarvan spreekt Amira hem aan. Ze is bijna ongrijpbaar vanwege haar mysterieuze manier van doen en haar kleurige hoofddoek. Ze spreekt een beetje in raadselen en Wanne begrijpt niet veel van haar maar weet wel dat hij zich enorm tot haar aangetrokken voelt.

Wanne zelf is een dromer die liever leest en verhalen schrijft dan met vrienden op pad gaan. Het is 1966 en hij logeert bij zijn nonkel Pol Patat en tante Roos en daar ontmoet hij een groepje vrienden die zich 'de drie beatles' noemen John, Paul en Ringo. Wanne mag zich bij hen aansluiten en wordt George genoemd. En zo komt het dat hij tegen zijn aard in aardbeien gaat stelen bij de 'kwaaie' Borre in de villatuin.
Achteraf is Wanne daar blij om anders had hij Amira nooit ontmoet.

Na de eerste ontmoeting vraagt ze hem namelijk terug te komen en ze neemt hem mee naar haar kamer waar ze stiekem de meid met haar vrijer begluren. Dat vinden ze alle twee nogal opwindend en Amira gaat daarna nogal doortastend te werk. Later begrijp je waarom ze zo handelt.
Bij zijn oom en tante is Wanne stil en zit veel op zijn kamertje om aan zijn sprookjesverhaal te schrijven over de ridder Fliere Fluiter...
Dat verhaal speelt ook een belangrijke rol in het leven van Amira en Wanne. Fliere Fluiter moet de kwade zwarte magiër verslaan maar Amira heeft ook te maken met een kwade genius en of die te verslaan is...

Er lopen drie verhalen door elkaar heen. Het begint met de oude Wanne, die inmiddels opa is en die dag een reünie bezoekt. Daar wordt hem verteld dat de villa te koop staat en natuurlijk wil Wanne die bekijken. Tijdens dat bezoek stappen we vrij abrupt over naar de herinneringen van de jonge Wanne die zijn bijzondere en ontroerende tijd met Amira beleeft. Verleden en heden springen heen en weer en dat maakt het soms lastig lezen want de verhalen zijn te onderscheiden door verschillende lettertypes, maar een groot verschil is daar niet in.
Daarnaast zijn er de belevenissen met Amira vertaalt in het sprookje over Fliere Fluiter, wat ook soms doet vermoeden dat het verhaal van Wanne ook niet waar is. Gelukkig is het sprookje rond Fliere Fluiter wél makkelijk te herkennen, omdat het op grijs lijntjespapier afgedrukt is en er tekeningen bij staan.

Aanvankelijk denk je dat Amira een heel mysterieus meisje is dat alles tegelijk wil beleven, je verwacht dat ze een prinses of iemand van een andere planeet blijkt te zijn die veel verder in haar ontwikkeling is dan haar leeftijdsgenoten. Later besef je de trieste waarheid want het verhaal is geen sprookje, er komt geen happy-end. Toch is het geen akelig verhaal, eerder een liefdevol en een beetje weemoedig verhaal. De mooie passende teksten van liedjes van The Beatles versterken die weemoed naar voorbije dagen. Al met al een knap in elkaar gezet boek.

Een boek verschenen ter ere van de 60e geboortedag van Marc de Bel.
Op de vraag 'Waarom is dit boek voor jou persoonlijk zo belangrijk?' antwoordde Marc de Bel: 'Om verschillende redenen. Het is onder andere sterk autobiografisch. Alles verandert, maar we blijven toch altijd een beetje wat we hebben verloren. In het boek is een belangrijke rol weggelegd voor een prachtige oude villa: Villa Cordalia. Die bestaat echt, en daar zijn in mijn jeugd ook een aantal erg boeiende dingen gebeurd...'


ISBN 9789462341449 | Hardcover | 186 pagina's | Uitgeverij Abimo | juni 2014
(Later is het verhaal over Fliere Fluiter ook apart uitgegeven) | Leeftijd: 14+

© Dettie, 23 januari 2015


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Het verhaal van Fliere Fluiter Het verhaal van Fliere Fluiter


'geschreven' door Johannes Neveldauw

"Er was eens een groot land met groene, glooiende heuvels en diepe dalen met klaterende riviertjes en eeuwenoude bossen. De zon scheen er haast het hele jaar door en het geurde er altijd heerlijk naar jasmijn, kamperfoelie en rozen.
Vooral naar rozen.
Daarom heette dat land ook Rozenland."


Maar een sprookje zou geen sprookje zijn als er niet een of andere prinses en een akelige heks verscheen. En ja, ook in dit sprookje is er de beeldschone, lieve prinses Miomi en Mutor, de vreselijke zwarte magiër die een vreselijke hekel had aan al die vrolijkheid in Rozenland. Hij had zo'n hekel aan dat mooie groen en die fleurige bloemen en de gezellig rondfladderende vlinders dat hij de Grote Bron, die zorgde voor water in de rivieren, liet stoppen met borrelen. Daardoor werd het mooie Zilvermeer een stinkend moeras en de sprankelende Steenrivier werd een klein beekje. De bloemen verschrompelden, de vlinders stierven, het gras verdorde.
En alle stoere, knappe ridders probeerden de vloek te verbreken maar het mocht niet baten.

Maar dan komt het vreselijke bericht dat Mutor de lieve prinses ontvoerd heeft. Koning Kingsor roept alle mannen op om mee te doen aan het toernooi waarop de beste en dapperste krijgers van het land zullen worden verkozen. Zij die, in wat dan ook, kunnen winnen van de grote, sterke koning zullen tot ridder worden geslagen en mogen de prinses bevrijden. En de allerdapperste krijgt de prinses als bruid.
Als Pieter, Ralf en Joris de stoere broers van Fliere dit horen, gaan ze gelijk op pad. De dromerige Fliere die na een ongeluk mank loopt besluit ook een poging te wagen. Zeker als hij de prinses, stevig vastgebonden, voorbij zag komen in de wagen van Mutor. Wat is ze mooi en lief en... bang!

Fliere wil haar redden. Maar het enige wat hij heel goed kan is mooie muziek maken met de fluit die hij van zijn opa had gekregen. (Daarom noemen ze hem ook Fliere Fluiter) Maar toch gaat hij op stap en ontmoet onderweg allemaal fantasiewezens zoals een lief Nimfje en de goede heks Solfira maar hij krijgt ook te maken met de vieze Goorpurken die het hem knap lastig maken. Natuurlijk probeert Mutor van alles om Fliere weg te krijgen en bijna lijkt het hem te lukken. Maar dankzij het muziek maken, komt Fliere steeds dichterbij zijn droomprinses en zo kan hij na héél veel jaren en avonturen toch de mooie Miomi in zijn armen sluiten. En... ze leefden nog lang en gelukkig.

Een echt sprookje zoals je in de boeken van Andersen en Grimm ook kunt lezen.
Het bijzondere is dat het verhaal 'handgeschreven' is op stevig ruitjespapier. Alsof de schrijver zijn eigen schrijfschrift laat zien, er zitten ook inkt- en koffievlekken op het papier. Soms zijn er tekeningen bij gemaakt of zijn er afbeeldingen bij het verhaal geplakt.
Een erg leuk, lekker spannend en verrassend sprookje.

Johannes Neveldauw is het pseudoniem van Marc de Bel
Het boek Het verhaal van Fliere Fluiter wordt gratis geleverd bij het boek Amira eveneens van Marc de Bel.


ISBN 9789462342545 | Hardcover | 88 pagina's | Uitgeverij Abimo | mei 2014
(Later is het verhaal over Fliere Fluiter ook apart uitgegeven) | Leeftijd: 14+

© Dettie, 25 september 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Kadodder Kadodder
en de bijenkoningin


Als je dit mooie boek openslaat zie je een tekening waarop Kadodder afgebeeld staat. Bij die tekening staan allemaal kleine 'handgeschreven' tekstjes waardoor je te weten komt wie Kadodder is en wat hij doet. Je leest bijvoorbeeld:
Met mijn ogen zie ik zo scherp als een arend
Ik ben zo groot als een lammetje
Met mijn dunne benen kan ik springen als een sprinkhaan
Ik heb maar 1 oor, maar daarmee kan ik wel zeven keer beter horen dan een mens.
Ik vertel je graag alle weetjes en verhalen over de natuur.
Ik hoor en voel welk dier er hulp nodig heeft
Mijn ogen verklappen dat ik koekeloere- nieuwsgierig ben
Aan mijn wipneus zie je dat ik leergierig ben
Kortom, Kadodder is een bijzonder wezentje, hij ziet er uit als een elfje met een dikke staart, hij heeft voelsprieten en vleugels, en om zijn nek zit altijd de lekker wollige rups. Kadodder is gek op de natuur en alles wat leeft.

Maar nu het verhaal.
Op een nacht vliegt Kadodder tegen een vleermuis aan en valt daardoor op de mesthoop van het Tivolipark. Ko de duif ziet de volgende ochtend Kadodder liggen maar omdat ze hem nog nooit gezien heeft vindt ze het toch een beetje eng. Ze maakt gauw Por de cavia wakker en Orik het konijn. Orik herkent Kadodder gelijk en schrikt heel erg, wat is Kadodder bleek en wat ligt hij stil. De tranen springen in zijn ogen. Gelukkig weet Kiek de kip wel raad, ze duwt een takje muntblaadjes onder Kadodders neus en hup, hij is wakker en trekt weer helemaal bij.
Kadodder pakt een gevleugeld kriebelbeestje dat naast hem ligt en vertelt dat het bijenkoningin Apida is die haar vleugel verzwikt heeft. Hij wilde haar terugbrengen naar de bijenkast maar botste toen tegen de vleermuis met alle gevolgen van dien. Arme Kadodder heeft zich nu ook bezeerd, zijn rechtervleugel en knie doen heel erg zeer. Gelukkig wil Karpa de geit wel helpen. Kadodder klimt op zijn rug en daar gaan ze, in vliegende vaart. Apida houdt zich stevig vast aan de voelsprieten van Kadodder. 'Leuk' joelt Kadodder. 'Ik heb al altijd eens geitje willen rijden! Haha!' Maar ook een geit wordt op gegeven moment moe maar geen nood, ze Kadodder en Apida kunnen overstappen op Sinus de ezel. Maar Set het paard is minder vriendelijk, ze mogen niet door zijn weide... wat nu? De koningin moet nu toch echt heel nodig haar eitjes leggen...

Een heerlijk verhaal vol kleine grapjes. Het leuke is dat het een mengeling is tussen fantasie en werkelijkheid. De dieren zoals de kippen, het konijn, de ezel, het varken etc. zijn levensecht afgebeeld maar toch is alles heel fantasievol. Vooral de afbeelding van een heel vrolijke Kadodder op de rug van de geit is geweldig. Apida zwiert in volle vaart mee aan de voelspriet van Kadodder. Ook de afbeeldingen van het wakkerschrikkende konijn die heel hoog de lucht in springt en de lachende ezel werken goed, je lacht vanzelf mee.
Achterin het boek kunnen we lezen dat Kadodder de mascotte is van het Domein Tivoli in Mechelen, België. De dieren uit het boek zijn te vinden op de kinderboerderij van dat park. Erg leuk en vrolijk boek.


ISBN 9789059329409 | Hardcover | 32 pagina's | Uitgeverij Abimo | februari 2013
Dit boek kwam tot stand in samenwerking met Mechelen Kinderstad. | Leeftijd: 4+

© Dettie, 06 maart 2013


Lees de reacties op het forum en/of reageer: