Ingrid Biesheuvel

Toon alleen recensies op Leestafel van Ingrid Biesheuvel in de categorie:
Ingrid Biesheuvel op internet:
 

Wonderwezens Wonderwezens
Klein overzicht van mythische figuren


“Alles wat leeft vecht om in leven te blijven en alleen wat zich aanpast heeft toekomst.”


Met bovenstaande zin begint schrijfster Imme Dros het voorwoord van dit boek. Het is een mooie omschrijving van de evolutie. Al het leven op aarde blijft zich doorlopend ontwikkelen om maar in leven te kunnen blijven. Ook communicatie hoort bij overleven en bij mensen is het niet alleen bij het overbrengen van belangrijke, van levensbelang zijnde, berichten gebleven. Taal heeft ook een creatieve functie gekregen. Het is niet alleen een manier om je te uiten maar ook een ontspanningsmethode geworden. Zo vertellen mensen elkaar al eeuwenlang graag verhalen. Verhalen waarin een beroep op onze fantasie wordt gedaan en waarin de meest bijzondere wezens het levenslicht zien.

In dit smaakvol vormgegeven boek beschrijft Ingrid Biesheuvel vijfentwintig bekende en minder bekende mythische wezens. Ze doet niet alleen het verhaal dat bij het wezen hoort uit de doeken maar besteedt ook aandacht aan de oorsprong van het wezen. Zo vertelt ze dat veel moderne verhalen over het verstenen van mensen en dieren – denk aan Harry Potter en Wiplala - te herleiden zijn tot het verhaal van Medusa uit de Griekse mythologie. De beeldschone Medusa slaagde erin de godin Athena te beledigen waarna ze als straf een gruwelijk uiterlijk, met slangen in plaats van haren op haar hoofd, kreeg aangemeten. Wie oogcontact met Medusa maakte, versteende meteen.

Naast Medusa komen ook andere bekende mythische figuren zoals de sfinxen, sirenen, zeemeerminnen, reuzen, centauren en harpijen in het boek voor. Daarnaast heeft Ingrid Biesheuvel ook veel minder bekende, maar zeker niet minder interessante wezens, in dit boek opgenomen. Zo hebben er heus eens cynocephali – mensen met hondenkoppen – bestaan. De ontdekkingsreiziger Marco Polo heeft ze immers met eigen ogen gezien. Ook is er sprake van een fabelvolk dat maar één been met één (flinke) voet heeft: de monocolen. De leukste wezens in het boek zijn wat mij betreft de panotti. Zij hebben enorme oren waarmee ze hun lichaam omwikkelen. Of ze lief waren is niet bekend maar door hun grote oren zagen ze er vriendelijk uit. De schrijfster grapt dat onbekend is of de uitdrukking “Ik ben een en al oor’, bij het volkje bekend was.

Wie een boek schrijft over mythologische wezens en de oorsprong van bijbehorende mythes, moet ervoor waken dat het geen saaie opsomming van feiten en weetjes wordt. Ingrid Biesheuvel heeft er gelukkig geen enkele moeite mee gehad er een boeiend en vermakelijk geheel van te maken. Hoewel er tal van wetenswaardigheden met de lezer worden gedeeld, is de vertelstijl luchtig en begint elk verhaal met een meeslepend intro. Daarnaast zijn het geen ellenlange beschrijvingen geworden. Elk onderwerp neemt twee tot maximaal drie bladzijdes in beslag, plus een bladzijde met een stijlvolle afbeelding van het betreffende wezen.

De tekeningen in het boek zijn gemaakt door illustrator John Rabou, die gespecialiseerd is in geschiedenisillustraties. De schrijfster en illustrator hebben al vaker samengewerkt. Eerder publiceerden ze het boek Ferguut, de ridder met het witte schild. De tekeningen in Wonderwezens zijn uitgevoerd in matzwart met glanzend goud, waarbij de oudheidkundige achtergrond van de wezens niet uit het oog is verloren. Het is een mooie mengeling van modern en klassiek. Door de rustige kleuren komen de afbeeldingen heel bescheiden over maar wie beter kijkt ziet dat er veel aandacht aan details is besteed.

Wonderwezens zijn er in vele kleuren en maten. De vijfentwintig mythische wezens in dit boek maken slechts een klein deel van het indrukwekkende geheel uit. In het nawoord vertellen Ingrid Biesheuvel en John Rabou dat ze voor dit boek wezens hebben gekozen die in ieder geval een menselijk element hebben. Daarnaast is alleen gekeken naar klassieke en middeleeuwse bronnen, iets wat ik prettig vind omdat het een beetje orde in de chaos schept. Uit de vele wezens die overbleven is de uiteindelijke selectie gemaakt. Het moet dus mogelijk zijn een tweede boek met wonderwezens te vullen. En wanneer de criteria bijgesteld worden, ontstaan er legio nieuwe mogelijkheden. Denk bijvoorbeeld aan een boek over de Noordse of Slavische mythologie. Wie weet hoeveel delen van Wonderwezens er nog zullen komen! In ieder geval is dit eerste deel voor de liefhebber een waardevolle aanwinst.


ISBN 9789025307325 | Hardcover | 96 pagina's | Athenaeum-Polak & Van Gennep | mei 2017

© Annemarie, 05 juli 2017


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Ferguut Ferguut
De ridder met het witte schild


Ferguut voor het eerst als prentenboek

Het lied van Heer Halewijn (13e of 14e eeuw), Elkerlyc (15e eeuw), De klucht van een Koe (uitgegeven 1612) allemaal verplichte kost op school waar ik vreselijk van genoten heb. Het waren wonderlijke verhalen die zich afspeelden in een tijd die ver achter ons lag.
De boeken of teksten werden vaak klassikaal besproken omdat de oud-Nederlandse taal die in die werken gebruikt werd, vrij moeilijk te begrijpen was. Het was vaak een heel gepuzzel.

Deze ridderroman, Ferguut, is zelfs nóg ouder. Het verhaal is rond 1200 geschreven en zeg nou zelf, onderstaande tekst is voor ons erg moeilijk te begrijpen, al helemaal niet door schoolkinderen...

'Al mine herte hebbic verloren
Die hier tote u quam gevaren.
Waer es soe, lief? Wijstmi, caren,
Geef mi mijn herte, soe doedi wel.’


Toch is het jammer dat daardoor het mooie verhaal over de arme boerenzoon Ferguut die in een galante ridder verandert nauwelijks meer gelezen wordt.  Gelukkig bestaan er mensen als Ingrid Biesheuvel die de voor ons onbegrijpelijke tekst omgezet heeft in modern, vlot Nederlands voor kinderen vanaf 10 jaar, zonder het karakter van het verhaal aan te tasten.

Het verhaal zelf gaat over de arme boerenzoon Ferguut die op een dag een stel ridders voorbij ziet komen. Hij weet onmiddellijk dat hij ook ridder wil worden. Gezeten op een boerenpaard en met een oude verroeste wapenuitrusting rijdt hij de ridderzaal binnen en meldt zich aan bij het hof van koning Arthur. Hofmaarschalk, heer Keye, begint onmiddellijk Ferguut te treiteren en te kleineren. Maar de overige ridders, inclusief de koning, zien de kwaliteiten van Ferguut. Deze wordt aangenomen en tot ridder geslagen, maar moet nog wel eerst bewijzen dat hij die rang waard is. Hij moet de sluier en hoorn gaan veroveren die in bezit zijn van de vreselijk Zwarte Ridder. Hij moet naar de Zwarte Rots, de plek waar geen ridder ooit van teruggekeerd is...

Natuurlijk neemt Ferguut deze opdracht aan, alleen al om die akelige Keye te bewijzen dat hij meer dan die lompe boer is waarvoor Keye hem houdt.
Onderweg ontmoet hij de beeldschone Galiëne die de knappe Ferguut onmiddellijk haar hart aanbiedt. Maar Ferguut weigert, hij moet verder, hij moet de Zwarte Ridder verslaan. Ferguut beleeft allerlei gevaarlijke avonturen en staat al snel gunstig bekend als de heldhaftige ridder met het witte schild.
Ferguut volbrengt zijn taak met verve. Hij heeft daarmee wraak genomen op Keye, hij heeft bewezen dat hij een ridder met lef is én krijgt uiteindelijk Galiëne als vrouw. De lompe boerenzoon is inmiddels veranderd in een beschaafde, charmante ridder.

In het voorwoord schrijft Frits van Oostrom dat het originele boek zich bevindt in de universiteitsbibliotheek van Leiden. Het is geschreven op mooi perkament, met mooi versierde letters en is in goed leesbaar, regelmatig schrift geschreven. Maar... de boekmakers waren kalligrafen, geen miniaturisten. Het verhaal over Ferguut werd toentertijd niet geïllustreerd. John Rabou zag de gemiste kans en heeft schitterende afbeeldingen bij het verhaal gemaakt, helemaal passend in de sfeer van die tijd. Het is werkelijk ongelofelijk wat je te zien krijgt.

Gelukkig heeft de uitgever gezorgd voor een inkijkexemplaar want het is in woorden niet weer te geven hoe mooi en hoe passend de afbeeldingen zijn.
Dit boek is een blijvend sieraad om in huis te hebben. Prachtig, prachtig, prachtig.


ISBN 9789051163346 | Hardcover | 84 pagina's | De Vier Windstreken | november 2014
(voorlezen vanaf 8 jaar) | Leeftijd: 10+

© Dettie, 02 december 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer: