Do Van Ranst

Do Van Ranst op internet:
 

Mon & Gies Canada is niet ver Mon & Gies Canada is niet ver


Mon & Gies
Canada is niet ver
Do Van Ranst

Mon heeft zich helemaal netjes aangekleed, zijn schoenen glimmen, zijn haar heeft een keurige scheiding. Normaal gesproken is hij niet zo keurig maar vandaag komt zijn nieuwe buurman in de kamer naast hem wonen en Mon wil een goede indruk maken. Mon woont namelijk in het verzorgingshuis Morgenster. Hij is heel benieuwd hoe zijn nieuwe buurman zal zijn.
Gelukkig klikt het meteen met Gies. Mon helpt hem met uitpakken van de dozen en trakteert zijn nieuwe buurman gelijk maar op een borreltje. 

Gies woonde samen met Sus, zijn zus, maar ze is in Canada gaan wonen. Hij mist haar vreselijk. Mon mist zijn vrouw Rietje ook, maar anders.

Soms mist Mon Rietje een hele tijd niet. Hij denkt dan wel aan haar, want bijna alles doet hem aan Rietje denken. Maar echt missen, zodat het pijn doet vanbinnen of zodat het voelt alsof een oude, zware hond op je borst gaat liggen, dat gebeurt maar weinig. [...]
Mon vergelijkt iemand missen met een oude hond omdat een hond lief is, en al zeker een oude hond. Hij geeft je een goed gevoel als hij bij je komt liggen, maar het beest weegt te zwaar en ligt te lang op je borst, waardoor het gaat knellen. Het is aan de ene kant fijn - denken aan Rietje - maar tegelijkertijd ook best vervelend - de zwaarte.


Maar Gies is voornamelijk verdrietig, hij mist het lekkere eten van Sus, haar zorgen, haar mooie zinnen, hij mist eigenlijk alles van Sus. Hij heeft wel geluk dat hij naast Mon is komen wonen want die is erg aardig voor hem en vrolijkt hem vaak op met zijn praatjes. Mon heeft ook een leuke kleinzoon Wolf. De jongen komt elke keer na de voetbaltraining naar zijn opa en samen hebben ze het vreselijk naar hun zin. Maar nu hoort Gies er al helemaal bij en ook met zijn drieën hebben ze het gezellig.

Bes, het vriendinnetje en buurmeisje van Wolf helpt in het tehuis en zij verzint allemaal leuke dingen voor de bewoners, zoals rolstoelraces, rollatorschilderen of mailen voor bejaarden.  De directrice vindt het helemaal niets maar de bewoners zijn gek op de altijd vrolijke Bes.
Om de eenzame Gies te helpen heeft Bes ook allerlei plannetjes bedacht maar niemand mag het weten. Dus als Gies op een dag heel raar doet tegen Mon en hij niet binnen mag komen, snapt Mon er niets van. Maar Bes wel! Ze had namelijk weer eens een superidee, ze weet alleen heel goed dat haar plan niet uitgevoerd mag worden. De directie is er namelijk fel op tegen...
Maar ondanks Bes haar geweldige plannen blijft Gies Sus vreselijk missen en uiteindelijk stuurt hij een brief naar Canada, op de envelop staat Voor Sus, Canada. En dan komt er een brief terug...

Het is bijzonder dat een kinderboek begint met twee oude mannetjes in een verzorgingshuis en zij ook de hoofdpersonages blijven. We lezen over het wel en wee van de twee vrienden. Over het saaie eten en de bingo- en kaartavonden. Over hun verdrietjes en gelukjes. Over de dingetjes die ze vergeten én onthouden. En dat allemaal in een kinderboek!
Toch is het dankzij Bes en Wolf echt een erg leuk boek voor jongeren geworden. Do Van Ranst heeft namelijk een mooie balans weten te vinden in ernst en humor. Een enkele keer is het verhaal ontroerend om kort daarop weer heel grappig te zijn. Ik heb echt genoten van het verhaal en ik hoop dat de jonge lezers dat ook zullen doen.


ISBN 9789059088153 | Hardcover | 144 pagina's | Davidsfonds Infodok | september 2016
Met zwart-wit illustraties van Pieter Fannes | leeftijd 8+

© Dettie, 24 januari 2017


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Die foto waar ik niet op sta Die foto waar ik niet op sta


Bas, de 17-jarige ik-verteller, gaat mee als zijn ouders ingaan op de uitnodiging van zijn grootvader. Drie jaar is de familie niet bijeen geweest, terwijl het daarvoor de gewoonte was elkaar in ieder geval voor de zomervakantie te treffen in opa’s zomerhuisje in de bossen.

Wat Bas zijn ouders niet weten is dat Bas altijd contact heeft gehouden met zijn opa. En Bas weet dat zijn opa ook contact had met zijn nichtje Fiebie, met wie hij zelf ook stiekem is blijven omgaan.  Bas zwijgt ook over het feit dat ze in het zomerhuis paps enige broer en zijn vrouw en dochter - Fiebie dus - zullen treffen.
Wil opa dat het weer goed komt in de familie? Maar wat is er dan gebeurd dat een breuk veroorzaakt heeft?
Dat is iets wat we met horten en stoten, stukje voor beetje  - en dan nog niet helemaal - zullen lezen in dit verhaal.

Als de familie aankomt in het zomerhuis valt hen op dat de foto’s van oma er niet meer staan. Dat is heel vreemd, want zij was de reden van opa’s bestaan. Waarom heeft hij ze nu weggehaald?
Daar zit natuurlijk iets achter, en terwijl we het verleden slechts fragmentarisch - want als herinneringen van Bas - voorgeschoteld krijgen, verloopt het heden met de ontsluiering van het geheim achter de foto’s ook voor Bas raadselachtig.

Al die geheimen maken ook het verhaal raadselachtig. Het geeft een beklemmend gevoel: omdat er sprake is van een verzoening, moet er in het verleden iets gebeurd zijn waar men niet mee uit de voeten kon. Wat is dat? En wat is er dan veranderd in die situatie? Opa heeft geheimen, dat is vanaf het begin duidelijk. Sommige geheimen zijn bekend aan de kinderen, en dat zijn de mooie stukjes in het boek: opa doet alles voor zijn kleinkinderen: al is er een enorme tuin, hij heeft op de grote zolder nog een paradijs gecreëerd voor Fiebie en Bas, een plek waar zij zich onbespied weten en hun dromen kunnen beleven.  In ‘Lakenland’ ontstaan mooie dingen... de ouders weten dat niet, waardoor er zowel in dat verleden als in het nu waarin de familie herenigd is een spanning heerst.

Er zijn prachtige kernachtige dialogen, vooral de gesprekken tussen neef en nicht zijn een boeiend steekspel tussen een eerder tot volwassenheid komende meisjespuber en de nog ietwat onnozele jongen.

Het is een mooi verhaal, maar niet alleen het verhaal zelf is omfloerst, ook de herinnering als het boek eenmaal uit is, blijft wat wazig. Er wordt een stelling geponeerd, maar zonder argumenten. Dat maakt het voor de lezer moeilijk om het verhaal te laten beklijven.


ISBN 9789026137068 | Paperback | 96 pagina's | Uitgeverij De Fontein | november 2014
Leeftijd vanaf 15 jaar

© Marjo, 10 december 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Mombakkes Mombakkes


Op Vastenavond, dertig jaar geleden, speelde zich de gebeurtenis af die in dit boek verteld gaat worden. Betrokkenen zijn Frank van Beemt, de verteller, en zijn ouders, met nog wat andere figuren.
Het boek begint met de mededeling dat nu allemaal goed gaat. Vader is nauwelijks veranderd, hij is alleen wat gematigder geworden. Moeder zei ooit dat je voor de liefde alles doet,  Frank zal nog wel eens begrijpen wat er allemaal gebeurde.
Maar de verteller zegt het nog steeds niet te begrijpen, ook al is hij nu net zo oud als zij toen, en zelf vader: hij begrijpt er niets van. Maar vertellen wil hij wel, en dat is maar goed ook, want de lezer is intussen wel nieuwsgierig geworden.
Dan is het vastenavond, 1972. Frank, vijftien jaar oud, en zijn jongere zusje liggen samen in bed. Natuurlijk heeft Isabelle een eigen kamer, maar ze is bang.

‘Buiten horen we stemmen. Honderd keer meer stemmen dan anders. Wel duizend keer meer. Ik weet dat ze er naar luistert, want je kan niet anders. Soms klinkt het alsof er mensen in onze kamer zijn, vlak bij ons, met hun schreeuwende monden vlak bij onze oren, waarop het lawaai onmiddellijk wegebt, maar ook altijd weer terugkomt. Zo gaat het de hele avond door, stemmen die komen en gaan, tot diep in de nacht. Zo is het altijd.’

Het is ieder jaar zo, en Frank heeft zich voorgenomen om er nu eindelijk eens achter te komen wat er precies gebeurt in de huiskamer beneden. Er komen gekken, met een mombakkes op, dat weet hij, zijn moeder heeft hapjes klaargemaakt, vader zorgt voor de drank. Het is een heel festijn wat zich daar beneden afspeelt en hij wil meedoen. Wachtend tot zijn zusje slaapt, neemt de spanning toe.

De lezer zal voorlopig evenmin ontdekken wat vastenavond inhoudt. Het verhaal maakt plaats voor flashbacks en mijmeringen. We vernemen dat de familie van Beemt bestaat uit louter architecten en dat Frank ook van plan is om er een te worden. Sterker nog: hij moet! Zijn vader is een strenge en strikte man met principes waar hij niet van afwijkt. Daardoor leeft het gezin nogal in een isolement. Dat heeft ook te maken met ene Diederik, een halfbroer van Frank, zoon van zijn moeder, maar niet van zijn vader. Er is iets geheimzinnigs met die Diederik, ouder dan Frank en niet bij hen in huis. Sinds dat voorval gaan de kinderen nauwelijks de deur uit: vader geeft hen les, Mercedes de huishoudster doet de boodschappen. Ja, Mercedes, die is er ook nog. We mogen haar rol niet onderschatten, van haar horen de kinderen meer dan van hun ouders, maar al te loslippig is ze dan ook weer niet.
Nee, Frank moet naar beneden, en het zelf ontdekken.
Het is een geheimzinnig verhaal, spannend ook, een verhaal waardoor niet alleen Franks leven op zijn kop wordt gezet, maar dat van meer personen. Met mooie zinsneden - ‘de zon scheen zowat een gat in de zijkant van mijn hoofd’ – en een mooie omslag.


ISBN 9789059083448 | Paperback | 168 pagina's | Davidsfonds Uitgeverij | maart 2010
Leeftijd vanaf 15 jaar

© Marjo, 29 oktober 2013


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De engel Yannick De engel Yannick


Do van Ranst

'Soms sta je gewoon stil en vraag je je af waar je heen wil en dan is zelfs nergens niet juist.’


Alex, veertien jaar; op een punt in zijn leven dat er keuzes gemaakt moeten worden. Zijn ouders zijn gescheiden, het leven is voor hem een heen en weer rennen tussen zijn vader en moeder. Bij zijn moeder woont hij. Zij heeft hem niet echt nodig, maar vindt dat ze hem op met voeden. En na de scheiding is er geregeld dat hij ook bij zijn vader moet zijn. Dus als die belt – en dat doet  hij vaak  ‘als hij belwaarde heeft’ – rent Alex er weer heen.

‘Telkens als ik bij mijn  vader ben en mijn moéder me terugroept, voelt het eigenlijk een beetje aan alsof ze me redt. Zoals Yannick Agnel me heeft gered.


Daar zijn we bij het hoofdthema van het boek: Yannick Agnel is de zwemcoach. Een keer toen Alex in het zwembad was, heeft hij de jongen zien zwemmen en hij wilde hem graag onder zijn hoede nemen, want hij kon best wel eens zwemkampioen worden. Zoals Yannick dat ook ooit was.
Alex zwemt dus, steeds vaker, steeds langer, steeds intensiever; maar Yannick praat ook, hij is meer dan een coach. Hij is degene bij wie Alex terecht kan.
Intussen blijft hij laveren tussen zijn ouders. Zijn vader die ooit een gevierd televisiepersoonlijkheid was, teert nog een beetje op die roem, maar is eigenlijk in de ogen van Alex een waardeloze zak geworden die zijn leven niet meer in de hand heeft, of zelfs maar lijkt te willen nemen. Hij drinkt, en doet de hele dag niets. Zijn moeder neemt haar toevlucht in soaps en in drugs, die haar homovriend voor haar regelt. En Alex traint en traint.
De situatie moet wel tot een climax komen, en dat gebeurt. Alleen heel anders dan je als lezer verwacht.
Do van Ranst schrijft het verhaal vanuit de jongen. Het is zijn wereld die we meebeleven, en die wereld is beperkt. Dingen waar hij geen weet van heeft, maar wel invloed hebben op zijn leven, krijgen we niet mee. Dingen die hij anders interpreteert dan ze uiteindelijk blijken te zijn, zetten ons op het verkeerde been. En dan slaat ook de liefde toe:

‘Ik was verliefd. Ik wist misschien niet eens wat dat eigenlijk was. Ik kende het alleen van de sitcoms (Opm:  Vlaams voor soap) van mijn moeder. Als ik twee mensen al had zien zoenen of elkaar had zien vasthouden, waren het acteurs, en was het veraf en niet eens echt.
Maar nu stond de liefde vlak voor mijn neus.’


Het is een prachtig, gevoelig verhaal, waarbij je goed op moet letten. Of gewoon, als het uit is, nog een keer van voor af aan moet lezen. Het is de moeite waard.


ISBN 9789059084704 | Hardcover | 128 pagina's | Davidsfonds Uitgeverij | maart 2013
Leeftijd vanaf 13 jaar

© Marjo, 13 april 2013


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Mijn vader zegt dat wij levens redden Mijn vader zegt dat wij levens redden


Dun boekje, klein verhaaltje. Een meisje van vijftien woont met haar ouders en grootouders van moederskant in een huis, dat niet alleen afgelegen ligt, maar ook en vooral in een gevaarlijke bocht.

‘Je rijdt ontelbare kilometers op een kaarsrechte, eentonige weg langs dorre bomen en cactussen. Dan klimt de weg langzaam naar een punt vanwaar je in de verte de steigers van een brug kan zien. Vanaf dat moment fixeren je ogen zich op die brug, recht voor je, omdat het eindelijk voor afleiding zorgt na het urenlange turen naar niks dan een zon in een wolkeloze lucht. Je denkt dat je rechtdoor moet om de brug te bereiken. En je blijft dus gewoon voor je uit staren, maar ineens maakt de weg een gemene bocht van bijna negentig graden naar links. Net in die gemene bocht wonen wij.’


Al zeven keer heeft een auto zich in het huis geboord, maar het staat nog overeind. De eerste keer dat de gevel geramd werd, werd de bestuurder opgenomen in het huis en verzorgd tot hij beter was. Maar hij ging nooit meer weg, want het is de vader van de ik-figuur. En al stelt het huwelijk nu niet veel meer voor, althans dat denkt de vertelster, ze blijven er wonen met zijn allen. Tot grootvader komt te overlijden. Hij valt van de brug uit bovenstaand stukje, die overigens nooit afgebouwd is, en slechts een halve brug is. Een ongeluk?? Grootmoeder zegt sindsdien geen woord meer, en gaat achteruit qua gezondheid. Ze moet naar een verzorgingshuis. Het meisje voelt zich eenzaam, ze heeft wel een vriendin, Sue, maar die is lesbisch en wil meer van haar dan ze geven kan en wil. Of is ze toch lesbisch? Ze fantaseert wel over jongens, maar hoe weet ze nou waar haar voorkeur naar uit gaat als ze nooit iets meemaakt. En dan ramt opnieuw een auto de gevel…

Het is niet zo’n diepgaand verhaal, maar aardig genoeg om jongeren  te boeien, denk ik. De kwestie van de seksuele voorkeur is er een waar menige tiener mee zal zitten. De oplossing is hier nogal ongewoon. Of misschien ook niet...


ISBN 9059081161 | Paperback | 80 pagina's | Davidsfonds Uitgeverij | januari 2006

© Marjo, 20 september 2009


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Moeders zijn gevaarlijk met messen Moeders zijn gevaarlijk met messen


Jef is dertien, en met zijn moeder en gehandicapte zus Iene leidt hij een heel tevreden leventje. Er is maar één schaduwkant: die Harry, die te pas en te onpas in hun keuken zit, of nog erger, bij zijn moeder in de slaapkamer. Die man, hij bederft alles, en Jef heeft zich voorgenomen om net te doen of hij er niet is. Jef is de verteller van het verhaal.  Het enorme flatgebouw waar ze wonen heet Ziggurat.

"Ik vind het belachelijk dat een gebouw een naam heeft, want een naam heeft toch alleen maar zin als je die af en toe om wat voor reden dan ook moet roepen en gebouwen kunnen bij mijn weten niets horen."


Er heerst een soort klassenverdeling: wie het meest onderaan woont is van een betere stand, en heeft meer geld, dan wie helemaal boven op de elfde etage woont.

"Wij wonen op de vijfde, maar soms voelt het alsof we zo op de tiende zouden kunnen wonen. Dat komt omdat mijn moeder van een uitkering leeft. Soms klust ze wel bij. Ze poetst hier en daar, maar dat is maar heel soms, omdat ze de hele tijd op mijn zusje moet passen."


Jef ziet niet hoe zijn moeder er onder lijdt dat ze nooit eens weg kan. Hij vindt dat ze maar bij een rare club is: de Duitse messenclub. Ze heeft een set messen waar ze erg trots en zuinig op is, en ze regelt reisjes voor de club. Naar Solingen natuurlijk. Maar zelf kan ze nooit mee, vanwege Iene.
Jef brengt zijn dagen door met Iene, hij neemt haar mee naar buiten, naar het glazenflessenveld. Ook heeft hij een vriend, Suleyman, die op de elfde woont. Ze zijn vrienden, ze doen van alles samen, maar tegelijk voel je dat Jef op zijn vriend neerkijkt. Hij woont immers op de elfde!
Maar als hij zijn plan bedenkt om Harry weg te jagen, dan is Suleyman natuurlijk goed genoeg om hem te helpen. En de jongen doet het nog ook.
Het hoe en wat verklap ik niet, het is een morbide idee! En de titel, tja, dat moet je zelf ook maar lezen. Het is een zeer apart verhaal!


ISBN 9789059082762 | Paperback | 160 pagina's | Davidsfonds Uitgeverij | juni 2008
Leeftijd 13+

© Marjo, 04 mei 2009


Lees de reacties op het forum en/of reageer: