Willy Spillebeen

Toon alleen recensies op Leestafel van Willy Spillebeen in de categorie:
Willy Spillebeen op internet:
 

Gods gouden ogen Gods gouden ogen


Het kan haast niet missen: Willy Spillebeen, dus het boek gaat over oorlog. De Groote Oorlog.

In de jaren '70 bouwt de ik-persoon (Spillebeen zelf??) een vriendschap op met zijn tuinman, een man van Engelse afkomst. Op een dag begint "Lord" zoals hij genoemd wordt te vertellen over zijn ervaringen in de Groote Oorlog. Hij was toen met zijn peloton in de buurt van Valenciennes. Het was tegen het einde van de oorlog, maar dat wisten de betrokkenen niet.

Lord en zijn luitenant maakten deel uit van een groep soldaten die langzaam bezig waren de Duitsers terug te dringen. Ze stuitten op een Duitse officier, die zwaar gewoon was achtergelaten door zijn manschappen. Ze vroegen hem of zijn soldaten nog in het nabijgelegen dorp waren, en de officier zei van niet. Toen de Engelsen voortstormden, vertrouwend op de woorden van een bijna-dode- want wat had hij te verliezen?-, werden ze in een hinderlaag gelokt. Lord en de luitenant maakten in deze strijd dingen mee die hen bleven achtervolgen tot de dood, hen misschien zelfs het leven kostten.

De ik-figuur luistert, en betreurt het pas veel later, als Lord uit het oog en uit het dorp is verdwenen dat hij geen vragen heeft gesteld. Want jaren later leest hij het oorlogsgedicht van Herbert Read (dat staat in een bijlage achter in het boek) en hij beseft dat hij het verhaal van Lord leest. Maar nu valt het fijne niet meer te achterhalen.

Een verhaal in drie delen: de oorlogservaring; de vriendschap van de ik-figuur en de tuinman, en in het laatste deel de naspeuringen naar de connectie tussen het gedicht en het verhaal.
Maar vooral is het een zoektocht naar het waarom van de waan- en onzin van oorlog, geweld en de (vermeende) rol daarin van een God wiens bestaan voortdurend wordt betwijfeld, of ook resoluut ontkend. Sluit God zijn gouden ogen? Is de vraag. Ondanks dat je het antwoord weet, heeft Spillebeen het weer indrukwekkend neer weten zetten. Een boek dat iedere militair zou moeten lezen...


ISBN 9063063849 | Hardcover | 222 pagina's | Davidsfonds Uitgeverij | 1998

© Marjo, oktober 2006


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Serge/Samuel Serge/Samuel


Een verhaal dat deels gebaseerd is op een jeugdherinnering van de schrijver.

Het is tegen het eind van de Tweede wereldoorlog. In een dorp in West-Vlaanderen komt een nieuwe jongen in de zesde klas. Hij wordt voorgesteld als Serge, die nog niet goed Vlaams spreekt, en hij krijgt een plaats naast Jaak, de verteller van het verhaal.
"het jongetje zag er stevig gebouwd en wat gedrongen uit. Hij had gitzwart haar en een erg bruine tint, hij leek zoals wij vooral buitenshuis te leven."
De lezer heeft al snel een vermoeden van wie en wat het jochie is, maar Jaak hoort het pas als Serge weer uit zijn leven verdwijnt.
Kinderen op die leeftijd accepteren alles zonder vragen te stellen en het is Serge op zijn hart gedrukt om niets te vertellen. Wat hij af en toe toch laat doorschemeren wordt door zijn vriendjes niet opgepikt. Als Serge met Jaak naar de schoenmaker fietst, keert hij ineens om en fietst als een gek weg.

"Ben je nu helemaal gek geworden? Je moest toch naar de schoenmaker?' schreeuwde ik. Ik hijgde zwaar en remde zo bruusk naast hem dat mijn fietswiel scheefsloeg en er een wolkje stof opwaaide.
"Heb je ze niet zien staan dan?" Hij keek me aan alsof hij de duivel in persoon had gezien. Hij was lijkbleek.
"Wie niet zien staan?"
Ik moet wel erg sip naar hem gekeken hebben want ineens moest hij lachen.
"Die zwarte kerels. Met dat dubbele bliksempje op hun revers. Dat zijn SS-ers man!"
"En wat dan nog?"


Serge en Jaak worden vrienden, maar dan is de oorlog afgelopen, en Serge verdwijnt..
Dan volgt deel twee. Het is 1985 en Jaak ontvangt een pakketje. Daarin zit een brief van Serge die Samuel heet, en een verhaal. Het verhaal van een joods jongetje dat de dupe werd van de nazi's.

Een aangrijpend verhaal over de waanzin van de oorlog. Over de angst in joodse gezinnen, en het wrede lot van velen.


ISBN 9059081749 | Gebonden | 143 pagina's | Davidsfonds Infodok | 2005
Leeftijd: 13+

© Marjo, oktober 2006


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Anastasia Anastasia


Anja heet officieel Anastasia, net als haar overgrootmoeder, moemoe, die een echte Russische is. Tijdens de Revolutie is zij met haar moeder uit Rusland gevlucht, ze hebben onderweg een Vlaming leren kennen, en na vele omzwervingen zijn ze in Moorsel terechtgekomen. Moemoe weet nog veel van vroeger, uit eigen ervaring en omdat haar moeder haar daar over vertelde.

Zij was een welgestelde vrouw, een die geen oog had voor de armen, en zodoende de revolutie niet aan zag komen. Nu ze al haar rijkdom en haar man kwijt is, beseft ze pas hoe groot de verschillen waren in het Rusland van voor de Revolutie.

Zo wordt duidelijk gemaakt dat ook de Romanovs het niet aan zagen komen. De tsaar was een zachte, wat onnozele man, lijkt het wel, zijn vrouw, van Duitse afkomst, was harder, maar niettemin zijn ze totaal verrast door hun einde. Anastasia/moemoe was pas vier toen de tsaar afgezet werd.

Anja en haar vriendje Kurt schrijven voor de geschiedenisles een werkstuk over de Romanovs en de Revolutie, en over Anastasia die aan de dood ontsnapt zou zijn. Dat werkstuk over die geschiedenis, gebaseerd op de werkelijke feiten, staat tussen het verhaal in. Het verhaal is grotendeels het verhaal van moemoe, waar Anja naar gaat luisteren als ze uit school komt, het is een verslag van een Russisch gezin, voor en na 1917.
En intussen is er in het heden het dagelijkse leven van Anja en Kurt, waarbij de liefde groeit.

Natuurlijk is het werkstuk het interessantste deel, het vertelt het hele verhaal over hoe de Romanovs afgezet en verbannen werden. Over het onderzoek naar hun dood, waarbij nog een aantal vraagtekens blijven. Over het waarschijnlijke overleven van grootvorstin Anastasia en haar broer Alexej. En over Anna Anderson, de vrouw die claimde Anastasia te zijn, en hoe er een psychiatrische patiënt aangetroffen werd in Petrozavodsk, die zich Filip Semjonov noemde, maar die zeer waarschijnlijk prins Alexej was...

Spillebeen heeft een aantal boeken over de Romanovs bestudeerd, alsmede fotoboeken. Op basis daarvan vertelt hij een waargebeurd verhaal, in overtuigende en duidelijke taal.


ISBN 9000034639 | Paperback met flappen | 267 pagina's | Davidsfonds Infodok | 2001
Leeftijd: 13+

© Marjo, augustus 2006


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De heuvel De heuvel


Heuvel 60, niet een straatnaam met huisnummer, maar een heuse heuvel in Vlaanderen, vlak bij Ieper. Het was het doelwit van de Duitsers en de Britten in de Eerste Wereldoorlog, beide partijen wilden het in handen hebben, een prestigeproject.
In plaats van een heuvel is het een krater geworden, de grafkelder van vele soldaten van zowel de Duitsers als de geallieerden. Het is nu een monument.

Willy Spillebeen schreef een boek over de strijd rondom deze heuvel (Hohe 60/Hill 60), waarbij hij een Vlaamse familie centraal stelt. Vader, moeder, opa, en negen kinderen. Zij wonen in Zwarteleen, een gehucht van een stuk of acht boerderijen ("kortwoonsten").
In oktober 1914 komen de Duitsers, voorafgegaan en gevolgd door vluchtelingen uit het oosten van Vlaanderen.
Op de dag dat Bruno zijn oudere zus Lucia gaat halen in Ieper, kan de familie hun vlucht niet langer uitstellen, en voor ze beseffen wat er gebeurt zijn ze volledig van elkaar afgesneden door de frontlinie. Bruno en Lucia komen in Roeselare terecht, het oosten, bezet door de Duitsers.
Paul, de oudste zoon is soldaat, en bevindt zich in de loopgraven. De rest van de familie belandt via Dikkebus in Normandië.
Pas na de oorlog zien degenen die nog in leven zijn elkaar terug, maar hun huis, hun woonplek is onherkenbaar verwoest. Bij het herbouwen en weer bewerkbaar maken van het land, komen ze gruwelijke restanten tegen..
Dit deel van het boek is geschreven als een Vlaamse streekroman, waarin een familie door oorlog uiteenvalt, met streekdialect en met -voor zover ik weet- het echte Vlaamse leven uit die tijd.

Deel twee en drie van het boek (de drie delen zijn niet in een afgescheiden geheel geplaatst, ze vormen wisselende hoofdstukken) gaan over de Duitsers en over de Britten. Dit zijn geromantiseerde geschiedschrijvingen.
Aan de Duitse zijde volgen we kolonel Otto Peterson, een soldaat met gewetensbezwaren. Maar hij praat deze voor zichzelf weg, en doet zijn plicht: "oorlog kost nu eenmaal mensenlevens". Hij doet dus nauwelijks pogingen om de plannen van zijn studiegenoot Haber te verijdelen. Haber, die na de oorlog de Nobelprijs krijgt voor chemie, is de uitvinder van het gifgas, het chloorgas, dat tegen de mensenrechten in toch door de Duitsers ingezet wordt en de gruwelijke dood van veel jonge mannen veroorzaakt. Hohe 60 wordt ondergraven om een aanval met het gas uit te voeren.
De Britten komen als antwoord op het gas van de Duitsers met het mosterdgas, maar zij richtten zich vooral op het ondergraven van de loopgraven. Majoor Norton Griffiths is degene die op het idee komt om de echte mijnwerkers in te zetten, "claykickers". Zij ondergraven Hill 60, en brengen het net twee dagen voor de Duitsers hun plan de campagne ten uitvoer zouden brengen, tot ontploffing.
Heuvel 60 is het verhaal van de waanzin van de Eerste Wereldoorlog.


ISBN 9063064578 | Gebonden | 419 pagina's | Uitgeverij Allmedia | oktober 2002

© Marjo, juni 2005


Lees de reacties op het forum en/of reageer: