Tessa Leuwsha

 

Fansi's Stilte Fansi's Stilte
Een Surinaamse grootmoeder en de slavernij


In 1993 reist Tessa Leuwsha vanuit Nederland voor het eerst naar Suriname, het geboorteland van haar oma Fansi.  Vreemd genoeg had ze op school weinig geleerd over Suriname ondanks ruim 300 jaar overheersing van Nederland. Sterker nog, ze wist helemaal niets van het land. Oma, die in 1970 naar Nederland kwam, sprak er ook nooit over.
In 1996 vestigde Tessa zich definitief in Suriname, het land waar het toentertijd niet goed mee ging. Slechter kon het haast niet, vanaf toen kon het alleen maar weer vooruit gaan volgens Tessa en zij wilde die opmars meemaken.

Toen ze er eenmaal woonde begonnen de vragen over het verleden van oma door haar hoofd te spoken. Waarom vertelde oma nooit iets? Ze wilde meer over haar achtergrond weten en besloot de kinderen van Ma, zoals oma door hen genoemd werd, te interviewen. Ze wilde weten wat voor leuke en niet leuke herinneringen ze aan hun jeugd hadden. Ook  wilde Tessa weten wat er in de loop van de jaren veranderd was in Suriname en wat hetzelfde gebleven was. Gelukkig stemden Ma's kinderen ermee in, anders hadden wij dit boek met al die bijzondere verhalen nooit te lezen gekregen.

Ma woonde alleen en kreeg in totaal negen kinderen; vier jongens en vijf meisjes. Albert, Jet, John, Rika, Carmen, Wim (Tessa's vader), Franklin, Gladys en Mildred. John is al op jonge leeftijd overleden en vader Wim leeft ook niet meer.
Tessa begint haar gesprekken met de oudste zoon, Albert. Hij is het enige kind dat in Suriname is blijven wonen, de rest is in de jaren zestig vertrokken naar Nederland voor studie en werk. Ze keerden allen niet meer terug naar het verpauperde Suriname.
Albert vertelt dat Moesje, zoals hij haar als enige noemde, leerde lezen en schrijven dankzij de Tilburgse fraters en nonnen die in (Nieuw) Nickerie, de geboorteplaats van oma, het onderwijs verzorgden. Oma bleef uit dankbaarheid haar leven lang de Rooms-Katholieke kerk trouw. Ze verdiende de kost door de was te doen voor welgestelde blanken en gekleurde families in Paramaribo
Tessa bezoekt Nickerie en ziet de troosteloosheid van dat plaatsje. Als een soort blikseminslag volgt het besef dat de slavernij nog steeds doorwerkt, wat ze erg mooi als volgt weet te verwoorden.

"In Suriname leek alles doordrenkt van de gevolgen van de geschiedenis. Het land dat zonder inmenging van Nederland niet had bestaan, leek in de jaren negentig bevroren in de tijd. Als een museum, beheerder Nederland keek er nauwelijks nog naar om. De collectie was onder het stof geraakt, het was er ouderwets."


Het slavernijverleden van Suriname dringt zich op aan Tessa en daarmee het besef dat Suriname uit zeer diverse bevolkingsgroepen bestaat, niet alleen uit creolen waartoe zij behoort. Tessa bezoekt ook andere plekken waar oma gewoond en gewerkt heeft en zo vormt zich, samen met de verhalen van de kinderen, langzamerhand een beeld over het leven en karakter van Ma. - In het boek staan ook enkele foto's van de kinderen en belangrijke huizen en plekken uit Ma's leven. - Uiteindelijk lezen we ook waarom Ma niets vertelde.
Op de cover zien we Ma toen ze al een oudere vrouw was. Ze staat er strijdbaar op met een geheven hoofd en wilskrachtige kin, alleen aan haar ogen zie je dat ze het leven haar niet cadeau heeft gekregen. Die ogen zeggen alles.

Naast de verhalen over Ma leren we meer over de geschiedenis van Suriname. Natuurlijk worden de decembermoorden genoemd die hadden immers een grote impact op Suriname en ver daarbuiten. Maar ook maken we kennis met politicus  Johan Adolf Pengel die o.a. een vakbond oprichtte en van grote invloed is geweest voor het functioneren van Suriname. We lezen over de opstanden, de grote invloed van Nederland op de werkgelegenheid, industrie en bewoners en hoe het Suriname vergaat nadat het onafhankelijk is geworden.

Het boek is qua opbouw enigszins te vergelijken met Het zwijgen van Maria Zachea van Judith Koelemeijer, zelfs de titels komen lichtelijk overeen. Alleen ontbreekt in het boek van de Koelemijer de Nederlandse historie, daarin draait het voornamelijk om de kinderen, het gezin, van de zwijgende moeder.
Tessa Leuwsha heeft echter naast een prachtig eerbetoon aan Ma een fascinerend tijdsbeeld van Suriname neergezet. Het is eigenlijk bedroevend hoe weinig wij in Nederland over Suriname en zijn inwoners te horen kregen en krijgen. Dit boek helpt ons meer inzicht en besef te krijgen over een voormalig deel van Nederland, het werd hoog tijd!


ISBN 9789045030425 | Paperback | 224 pagina's | Uitgeverij Atlas Contact | september 2015

© Dettie, 21 september 2015


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De Parbo blues De Parbo blues


De Parbo-blues


Anna is in Suriname en heeft de urn met de as van haar vader bij zich. Zij wil het land leren kennen waar haar vader Henry geboren is, wil weten waarom hij was zoals hij was.
Anna vertelt tijdens haar reis in Suriname over de voorgeschiedenis van de vader van Henry. Deze feiten hoort ze van Alfred Breedveld, een vriend van Henry.
Henry's ouders waren vader Prince en moeder Heline. Als het kind geboren is verdwijnt Prince echter naar de stad . Moeder onderhoudt zichzelf en het kind door schoonmaakwerk. Na verloop van tijd vertrekt Heline ook naar de stad en bij toeval wandelt Prince haar leven weer binnen. Vanaf die tijd keert hij regelmatig terug naar Heline maar moet hij betalen voor zijn, voornamelijk seksuele, bezoekjes.
De jonge Henry zelf negeert zijn vader volkomen, tot aan het arrogante toe. Prince gaat werken als tuinman bij een Nederlander, Van der Kolk. Deze baan zorgt er indirect voor dat Henry naar Nederland vertrekt. Er gebeurt namelijk iets waardoor het Nederlandse echtpaar zich verplicht ziet iets ter compensatie voor het gebeurde te bieden. Als het echtpaar naar Holland vertrekt (Zierikzee) reist Henry met ze mee. Holland is het beloofde land, daar zal Henry het gaan maken. Het echtpaar heeft onderdak voor hem verzorgd in Amsterdam.

Eenmaal in Amsterdam is Henry (Henk) al gauw de lieveling van de vrouwen op zijn werk. Hij is goedlachs én apart met zijn donkere huid. Hij ontmoet Jolanda 'met haren in de kleur van melk en roomboter maar een Surinaamse kont' ze worden hevig verliefd en gaan samenwonen in de Jordaan. Daar maakt Henry zich geliefd omdat hij goed kan voetballen. Hij lijkt iemand die het naar zijn zin heeft in Nederland, maar niemand weet dat hij thuis heel anders is. Daar is het bij tijd en wijle een melancholieke, sombere man die het leven nauwelijks aankan zonder zijn wiet en hasj. De kinderen horen aan zijn voetstap op de trap hoe zijn bui is en passen zich onmiddellijk aan.
Muziek is ook erg belangrijk voor Henry "I 've got dreams to remember", jazz en blues voeren de boventoon.
Als Henry met pensioen gaat krijgt hij een reis naar Suriname maar eenmaal daar valt het enorm tegen. Hij heeft overal commentaar op en schept op over het leven in Nederland.

Anna vertelt het verhaal over haar vader en vertelt het zo beeldend dat als je het boek even neerlegt je even weer moet terug moet keren naar de plek waar je op dat moment bent. Je bent aanwezig in de vol zware rook hangende huiskamer, je loopt ook naast Henry als hij met zijn dochter op stap is. Je zit bij hem op de bank en luistert mee naar zijn muziek.
Henry is de milde, goedlachse maar ook dominante, Surinaamse man, soms enorm stoned of behoorlijk aangeschoten maar altijd voel je symphatie voor hem. Om hém draait hun huiselijk leven. Anna aanbidt hem, maakt ook haar kanttekeningen maar boven alles, ze hield van haar vader met al zijn kuren, nukken en onzekerheden.
Anna verstrooit de as van haar vader in zijn geboorteland. Hoewel ze de wind in de rug heeft, krijgt ze wat resten van de as in haar gezicht. Een laatste brasa (omhelzing) een laatste kus.

Het is geen zielig verhaal maar een oprecht soms bijna nuchter verteld verhaal van een dochter over haar vader. Mooi!

NB Parbo is een bekend Surinaams biermerk.


ISBN 9789025446949 | Paperback | 175 pagina's | Uitgeverij Augustus | mei 2005

© Dettie, april 2006


Lees de reacties op het forum en/of reageer: