Susan Smit

Toon alleen recensies op Leestafel van Susan Smit in de categorie:
 

De eerste vrouw De eerste vrouw


‘De macht om met je inleving en je verbeelding een wereld op te bouwen die niet bestaat en toch geldig is: dat is een verrukkelijk proces.’

De wereld van Lou Tellegen of Geraldine Farrar bestond echter wel! Al kennen de meeste lezers hen waarschijnlijk niet meer omdat het al even geleden is dat zij furore maakten op de bühne. Hun verhaal is boeiend:
Lou Tellegen (1883, Sint-Oedenrode) was acteur en later (niet erg succesvol) regisseur. In 1918 nam hij de Amerikaanse nationaliteit aan. Hij begon zijn carrière in het theater, maar werd bij het grote publiek vooral bekend door zijn rollen in de stomme film. In 1934 overleed hij.
Geraldine Farrar (1882, Melrose) was een Amerikaans sopraan en operazangeres. Ook zij speelde in stomme films. Zij overleed in 1967.
De eerste Vrouw vertelt het verhaal van hun liefdesrelatie, die kort, maar nogal heftig geweest moet zijn. Geraldine krijgt een ik-perspectief en vertelt haar verhaal als zij al in de vijftig is; Lou krijgt een hij-perspectief voor zijn deel van het verhaal.

Om een beetje te kunnen begrijpen wie deze mensen zijn begint Susan Smit bij het begin: Lou werd als buitenechtelijk kind geboren, en verlaat het ouderlijk huis al snel. Hij weet wat hij wil: toneel spelen! Hij probeert in Parijs zijn weg te vinden, maar hij is nogal een bon vivant: het geld dat hij verdient verdwijnt helaas al snel in de zakken van medegokkers.
Terugkijkend op zijn leven, stelt Smit in haar boek, was Tellegen vooral op zoek naar aandacht, het liefst van vrouwen. Niet alleen zij vielen voor zijn knappe uiterlijk: hij verdiende de kost als model, onder andere voor Rodin.
Een kort huwelijk met een Française geeft hem een dochter, met wie hij nauwelijks contact heeft.
Zijn carrière gaat met sprongen vooruit als hij opgemerkt wordt door Sarah Bernhardt. Zij haalt hem naar Londen en met haar gaat hij op tournee in Amerika.

Geraldine gaat naar Parijs en vervolgens naar Berlijn, waar ze zanglessen neemt bij de sopraan Lilli Lehmann. Ze wordt een vedette, ze zingt bijvoorbeeld met Caruso. Ze heeft een korte relatie met Arturo Toscanini, maar laat het publiek weten dat zij geen huwelijk wenst.  Daardoor en doordat haar optredens vaak taboedoorbrekend zijn, wordt ze de lieveling van de eerste feministen. De Metropolitan Opera te New York is haar thuis, maar in de periode dat de Met gesloten is, speelt ze in Hollywood in stomme films.
Op het afscheidsfeestje voor haar eerste vertrek naar Hollywood staat hij voor haar: Lou Tellegen.

In het tweede deel van het boek weidt Susan Smit uit over hun liefdesverhouding, dat leidt tot een huwelijk in 1916. Twee sterren, met ieder een eigen carrière. Geraldines sterdom blijkt te veel voor Lou. Hij kan het niet aan dat hij de liefde moet delen met haar zingen. Haar discipline stoort hem.

Dat is het verhaal: over twee sterren die ieder hun eigen dromen hebben. Twee mensen die ieder een eigen verleden met zich mee dragen, die ieder ambities hebben die hun relatie nogal eens in de weg kunnen zitten.
Maar ook geeft het een tijdbeeld: Europa schrikt wakker van een wereldoorlog; vrouwen beginnen zich af te zetten tegen de machtspositie van de man. En er is de opkomst van een nieuw medium, dat grote ontwikkelingen doormaakt: de film.

Susan Smit weet hoe zijn haar lezer mee kan voeren door een wereld die nog onbekend is: een heftig liefdesverhaal doet zijn werk wel. En omdat zij zich terdege heeft verdiept in de geschiedenis van deze twee boeiende mensen en hun achtergrond, lezen we over een tijdperk waarin de ontwikkelingen in gang gezet werden, waarvan we nu de vruchten plukken.

Susan Smit (1974) is schrijfster en columnist. Ze heeft inmiddels veertien succesvolle boeken op haar naam staan. Van haar laatste roman Gisèle werden ruim 30.000 exemplaren verkocht.


ISBN 9789048832170 | Paperback | 288 pagina's | Overamstel uitgevers | oktober 2016

© Marjo, 05 oktober 2016


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Gisèle Gisèle


Drie levens voor en tijdens de tweede wereldoorlog.
Gisele van Watersloot van der Gracht, glazenierster van origine, maar eigenlijk beeldend kunstenares; Adriaan Roland Holst, dichter; Mies Peters, toneelspeelster zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, in hun kunst en hun hun dagelijks leven.
Gisèle van Waterschoot van der Gracht laat in haar curriculum een internationaal beeld zien. Als kind verbleef ze in de Verenigde Staten, in Wenen en Parijs alvorens met haar ouders in Limburg neer te strijken. Daar leerde ze de kunst van het glas-in-loodramen maken. Toen tijdens de oorlog materialen niet meer volop voorhanden waren, nam ze meer haar toevlucht tot andere kunstvormen: schilderen, handenarbeid.
Ze was in hart en nieren een kunstenares, en leefde ook op de manier zoals men in die tijd dacht over het kunstenaarswereldje: ze had lak aan de normen en waarden van die tijd, en deed wat ze wilde.


De oorlog dwong haar richting Bergen, waar vele kunstenaars neergestreken waren, en later kocht ze een pand aan de Herengracht in Amsterdam.
Een van haar liefdes was de dichter Adriaan Roland Holst, die net als Gisèle bemiddeld was. Zij hoefden met hun kunst niet de kost te verdienen. Of Mies Peters, de derde persoon in deze roman, dat wèl moest is me niet duidelijk geworden. Zij was toneelspeelster, getrouwd, met Paul Metz, een NSB-er, die in de oorlog uit idealisme ging vechten aan het Oostfront.
Jany, zoals de dichter voor intimi heette, twijfelde, maar besloot tenslotte dat hij met Gisèle meer een interllecte relatie had, terwijl het met Mies in bed stukken gezelliger was. De aanvankelijk verhouding met Gisèle maakte zo plaats voor een goede vriendschap. Niet dat Gisèle hier niets te vertellen had...

Toen de Duitsers de Nederlandsche Kultuurkamer in het leven riepen, moesten ook Gisèle, Jany en Mies kiezen: wel of niet deze pro-Duitse instelling accepteren, of boetes riskeren. In die tijd dat alles op de bon was, kreeg een niet-ingeschreven kunstenaar ook geen toegang tot benodigde materialen. Heeft het hen gemaakt tot wie ze waren, de dichter, de schilderes en de toneelspeelster?
De oorlog dwong hen tot keuzes, in het persoonlijke leven net zo goed als in de maatschappij. Ze zouden niet geworden zijn tot degenen die wij kennen zonder de bezetting.

Susan Smit vertelt over hun leven in een afwisseling van hoofdstukken, waarbij eigenlijk alleen de titel de voorkeur voor Gisèle aangeeft. Dat ze de personages om en om hun verhaal laat vertellen, leidt tot herhalingen. Dat zou vervelend kunnen zijn, ware het niet dat ze natuurlijk een eigen kijk op verschillende situaties hebben, en dit is ook niet een boek dat je in één ruk doorleest. Het is nogal stug, zelfs al heeft de schrijfster er een goed lopend verhaal van gemaakt en daarvoor dus ook haar eigen fantasie gebruikt. Grotendeels is het boek echter gebaseerd op gedegen onderzoek.
Het geeft een mooi tijdsbeeld, een kijkje in de kunstenaarskolonie, en zet een paar sterke vrouwen neer. Leuk is ook dat er een soort duiding gegeven wordt van de gedichten van Roland Holst: niet achteraf, zoals middelbare-schoolleerlingen dat moeten, maar vooraf: een bepaalde situatie leidt tot een bekend gedicht.
Voor wie wat moeite wil doen, een mooi verhaal dat nieuwsgierig maakt naar de personen die in het boek voorkomen.
Achterin vind je een toelichting op deze personages, zijn de bronnen toegevoegd, en is er een nawoord van de schrijfster.


ISBN 9789048817443 | Hardcover | 500 pagina's | Lebowski Publishers | september 2013

© Marjo, 20 september 2013


Lees de reacties op het forum en/of reageer: