Willem Jongsma
Bungelen in het niets
Vader Sybolt en Hester waren vier handen op één buik. Ze voelden elkaar haarfijn aan, hadden dezelfde interesses zoals kunst, muziek en literatuur, ze waren beiden gek op de natuur. Linquenda betekent "Eens moeten we deze aarde verlaten". En nu is dat gebeurd, vader is dood en moeder heeft besloten het huis waar Hester zoveel goede herinneringen aan heeft uit te ruimen. Het zal zwaar worden om dit met haar moeder te doen. Moeder die niet kan genieten, moeder die op alles wat aan te merken heeft, die zo conservatief, kortzichtig en streng gelovig is. Hester ziet nog regelmatig de gekwetste blik van vader voor zich als moeder weer een mooi moment kapot maakte door haar eeuwige gemopper.
Ook in het huisje blijft het gehakketak tussen moeder en dochter doorgaan. Moeder zit vol zelfbeklag die ze constant ventileert, niet rechtstreeks maar met omweggetjes. Je vader deed dit, je vader deed dat, jullie waren zus, jullie waren zo. Hester ergert zich eraan. Dat haar moeder nou niet snapt dat zij en haar vader intens genoten van het buitenleven, eigenlijk van álles konden genieten. Maar Hester is ook niet zo lieverdje, ze plaatst eveneens erg stekelige opmerkingen. Ze verwijt haar moeder bijvoorbeeld dat zij altijd zo nodig naar de vrouwenvereniging van de kerk moest. De kerk daar week alles voor. Voor haar orthodoxe moeder blijft God en gebod nummer een. 'Enkel de genade van de Almachtige kan de mens redden,' meent moeder.
Vader wilde leven, erop uit, ontdekken, maar moeders leven was de kerk, dan leefde zij pas. Moeder schaamde zich als vader zondags niet naar de kerk ging omdat zijn hobby's hem helemaal opeisten. Moeder ergerde zich als vader alleen naar Terschelling ging om 'de boel op te knappen' en dan zelden deed wat hij beloofd had. Hij trok er liever op uit met zijn fototoestel of verrekijker. Sybolt ging later steeds vaker een paar dagen Linquenda, moeder Lies wende er op het laatst aan. Hester begreep goed dat vader af en toe weg moest bij Lies, ze was verstikkend. 'Jij moordt met woorden!' roept Hester dan ook tegen haar moeder als zij tijdens die vier dagen weer bezig is met haar (voor)oordelen en gedrein.
Wat moeder niet weet is dat Hester lesbisch is. Vader wist dat wel. In de vier dagen ontmoet ze Merel en het klikt tussen de twee vrouwen. Als het even kan piept Hester er tussenuit, naar Merel. De vier dagen blijken tekort voor zowel het uitruimen als de ontluikende relatie. Hester knoopt er een paar dagen aan vast. Maar dan ontdekt Hester iets dat haar hele voorgaande leven in een ander daglicht stelt...
Het is een boek over eenzaamheid, over liefhebben en geliefd willen zijn. In afzonderlijke hoofdstukken lezen we de gedachtes van Hester en Lies, beiden willen wel maar kunnen elkaar niet bereiken. Het leven van Lies is daarvoor te doorspekt van het geloof. Elke keer komt ze met bijbelteksten of psalmteksten om Hester haar plaats te wijzen in dit aardse bestaan. Het irriteerde mij ook op het laatst. Praat eens écht dacht ik dan. Maar Lies kon niet anders, ze hunkerde wel erg naar hun begrip, naar een klankbodem, voor haar gedachten en inzichten en vader Sybolt en Hester hoopten op hun beurt steeds maar dat mama eindelijk eens zou begrijpen wat hun bewoog, waarom ze altijd samen optrokken. Hester voelde zich intens verbonden met haar vader en hij met haar, dacht ze...
Maar dan komt de dag voor Hester dat alles op losse schroeven gezet wordt, de dreun galmt na en het is vooral het waarom wat haar dwars zit, waarom vertelde haar vader niets terwijl zij alles met hem deelde...
Willem Jongman heeft heel knap de gevoelens van beide vrouwen weergegeven. Een enkele keer komen ze in een hoofdstuk samen voor en dan spat de irritatie, maar vooral het onbegrip er vanaf. Moeder snapt niets van haar vrijgevochten dochter, zij houdt zich vast aan haar normen en waarden in haar eigen kleine wereldje. We lezen over haar bespiegelingen en onmacht. Ze deed het toch goed? Ze zorgde toch voor haar man en kind? Ondanks dat worstelt moeder Lies soms ook met in haar ogen zondige en aardse gedachten. Hester probeert zich aan te passen maar staat met beide benen veel meer in de wereld. Willem Jongman heeft deze tegenstrijdige karakters mooi neergezet.
Het open einde is vrij raadselachtig, ik denk dat ik begrepen heb wat Hester ontdekt heeft en dat is al schokkend genoeg, maar het wordt niet expliciet gezegd.
Een mooi boek dat je na lezing even stil achterlaat maar vooral een boek dat je na laat denken over het leven en het geloof.
Willem Jongsma (1959) studeerde in 1997 af in Cultuurwetenschappen aan de Open universiteit, op het werk van de schilder Abraham Bloemaert. Hij begon zijn schrijversleven als columnist. In 2008 verscheen van hem de verhalenbundel Zondagskind. Met Bungelen in het niets maakt hij zijn debuut als romanschrijver.
ISBN 9789089547651 | Paperback | 290 pagina's | Uitgeverij Elikser | juni 2015
© Dettie, 16 december 2015