Wiesław Myśliwski

Toon alleen recensies op Leestafel van Wiesław Myśliwski in de categorie:
Wiesław Myśliwski op internet:
  Categorie: Recensies Volwassenen

De laatste hand De laatste hand


Weemoedig relaas van een onvoltooid leven

De omslag van het boek De laatste hand van Wies?aw My?liwski is illustratief voor de inhoud. Het is duidelijk herfst met de bijbehorende najaarstinten en een donkere schaduw. De hoofdpersoon verkeert eveneens in de herfst van zijn leven.
Een eenzame boom is prominent afgebeeld, op een kale vlakte, ver van een bos verwijderd. Het geeft de positie van de hoofdpersoon weer, omringd door soortgenoten en toch eenzaam. De boom telt enkele takken met vele kleine zijtakken, het verhaal is vergelijkbaar.

Zo veelzeggend is ook de titel De laatste hand. De hoofdpersoon, een geboren pokerspeler, heeft een adresboek in zijn hand dat hij tijdens zijn leven heeft gevuld met namen en adressen. Hij begint met de letter A met het doel om herinneringen op te halen aan zijn bijna vervlogen leven. Maar als het hem te vermoeiend wordt gaat hij naar een volgende letter.
Uiteindelijk is de alfabetische volgorde niet leidend. De anonieme hoofdpersoon associeert er lustig op los maar er zijn een paar namen en personen die veelvuldig voorkomen, de dikkere takken. Zijn moeder is belangrijk, zijn vader heeft hij nooit gekend. Maria, zijn eerste liefde, die hem brieven stuurt en hem haast smeekt om te antwoorden, doch tevergeefs. Hij beantwoordt geen enkele brief. De kleermaker Radzikowski die hem als leerling aanstelt maar bij wie zijn werk zich beperkt tot lostornen van kledingstukken. De schoenmaker Mateja, de man met wie hij vooral kaart speelt. 

De hoofdpersoon heeft een onrustig leven achter zich. Verschillende, soms obscure, activiteiten hebben hem een zekere welstand bezorgd, maar rust heeft hij nooit kunnen vinden. Op een vaste woonplaats was hij altijd snel uitgekeken. Relaties heeft hij genoeg gehad, maar altijd kortstondig. Banden met mensen uit zijn verleden heeft hij verwaarloosd. Het geeft blijk van een innerlijke onrust die hem op latere leeftijd nog steeds parten speelt, een goede nachtrust is hem vreemd. 

De terugblikken stemmen weemoedig. Vrijwel verloren gegane vaardigheden zoals de kleermakerij en schoenmakerij worden met liefde en met gevoel voor detail beschreven. De weemoed manifesteert zich ook in de treurnis over verloren en verwaarloosde relaties, vooral omdat het niet meer mogelijk blijkt dat gemis alsnog te herstellen. Als hij op zoekt gaat naar belangrijke personen uit zijn verleden zijn zij onvindbaar of overleden. Zijn leven is onaf, een zoektocht naar iets wat hij niet heeft kunnen vinden, een aaneenschakeling van onvoltooide relaties Ook hier sluiten vorm en inhoud wonderbaarlijk goed op elkaar aan, getuige het laatste hoofdstuk.

My?liwski heeft veel gevoel voor detail. De manier waarop hij de ambachten tot leven laat komen is illustratief. Je raakt als lezer vertrouwd met de schoenmakerij en de kleermakerij. Als bijvoorbeeld de naden van de broeken moeten worden losgetornd ruik je haast de urine van de oude mannen die de broek veel te lang hebben gedragen.

Zijn vertelstijl is tamelijk ongrijpbaar. My?liwski associeert uitbundig, filosofeert er lustig op los en hij leidt je als het ware kriskras slingerend door het leven van de hoofdpersoon. Er zijn passages waarvan je je tijdens het lezen afvraagt waarom vertel je dit, waarom op deze plek of op deze wijze.
Dat valt allemaal op zijn plaats na voltooiing. Als je even de tijd neemt om De laatste hand rustig tot je door te laten dringen dan wordt het besef steeds groter dat je iets prachtigs in handen hebt gehad.

Een prachtboek van een geboren verteller die een lichte toon weet te paren aan grote diepgang.


ISBN 9789021457826 | Hardcover | 540 pagina's | Querido | januari 2016
Vertaler Karol Lesman

© Jan Koster, 20 februari 2016


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Over het doppen van bonen Over het doppen van bonen


"Sinds ik in 2006 de eerste pagina's van het Poolse Over het doppen van bonen las, roep ik tegen iedereen die het wil horen dat ik alleen nog maar deze roman wil vertalen." Dat zegt Karol Lesman, de door het Fonds voor de Letteren bekroonde vertaler, in een brief op de site van Atheneum Boekhandel. Het is te hopen dat hij het niet meent en nog meer van Wies?aw My?liwski gaat vertalen, want Over het doppen van bonen smaakt naar meer.

De hoofdpersoon is beheerder van vakantiehuisjes die rond een stuwmeer zijn gesitueerd, waar vroeger een dorpje aan weerszijden van de rivier Rutka lag. Hij is in dat dorp opgegroeid, maar van het dorp is niets meer over: de oorlog heeft er alles vernietigd. Op een avond klopt een vreemdeling, die de dag ervoor in een van de huisjes is getrokken, bij hem aan en vraagt of hij bonen te koop heeft. Hij heeft inderdaad een voorraadje bonen, maar die moeten nog worden gedopt. Het is het begin van een lang gesprek, waarin de hoofdpersoon het verhaal van zijn leven aan de vreemdeling vertelt, terwijl ze samen het voorraadje bonen doppen. Bijna net als vroeger. Toen zat het hele gezin, vader, moeder, opa, oma, beide zussen, Jagoda, Leonka en oom Jan, in de kring van een olielamp al bonen doppend elkaar verhalen te vertellen.

Ditmaal is het het verhaal van en over een Pools jongetje, dat verstopt in een 'aardappelgat' zich in leven houdt met de daarin opgeslagen groenten en zo als enige uit het dorp de aanval van de Duitsers overleeft. Hij wordt gevonden door een groep partizanen, die hem een tijdlang op sleeptouw neemt. Na wat omzwervingen belandt hij na de oorlog op een school, waar hij tot elektricien wordt opgeleid, zo goed en zo kwaad als dat kon in het naoorlogse, communistische Polen. Er is aan van alles en nog wat tekort: de elektriciteit valt regelmatig voor lange tijd uit, het eten is zeer matig, weinig of geen lesmateriaal, muziek'les' krijgen ze van een vrijwel altijd dronken zijnde muziekleraar op kapotte instrumenten.

Hij werkt, na zijn schooltijd, mee aan het elektrificeren van het Poolse platteland en daarna op diverse bouwplaatsen. Hij krijgt de kans om saxofoon te spelen in het dansorkest van een van de bouwbedrijven waar hij voor werkt. De magazijnbeheerder geeft hem 's avonds les. Die optredens geven hem de kans met diverse dansorkesten de wereld over te trekken. Tijdens een van die dansavonden in het buitenland, leert hij mr. Robert kennen, eigenaar van een van de vakantiehuisjes bij het stuwmeer. Na jarenlang aandringen van diens kant, brengt hij samen met mr. Robert een weekend door in dat vakantiehuisje om er, na verloop van tijd als beheerder van de huisjes en schilder van de bordjes te blijven.

My?liwski's  Over het doppen van bonen is geen chronologisch verhaal; het is typisch het verhaal van een oude man die al vertellend uitweidt en zich rustig van het een naar het ander laat leiden door zijn herinneringen. Je kunt niet anders dan geboeid luisteren naar deze man, die zoveel heeft meegemaakt en die zoveel veranderingen heeft zien plaatsvinden, met name op het platteland. Een man, die nu tegen de bezoekers van de vakantiehuisjes moet zeggen dat ze niet meer dan twee, maximaal drie jerrycans water uit de daar aanwezige bron mogen meenemen naar huis: "Want sommigen nemen ook water mee als cadeau voor hun buren in de stad. Zover is het al gekomen, dat men water cadeau doet. Gewoon water. Had u ooit kunnen denken dat dit met water zou gebeuren?" Om dan van de emmers water, waar vroeger een plankje met 'Goed water, gezond voor later' boven hing, direct over te gaan naar de twee kringen die de magazijnbeheerder van de bouw had getrokken op de vloer in het magazijn: "Ongeveer waar u nu zit, stond hij daar in zijn kring en hier waar ik sta, daar stond ik in die van mij."

Deze onthaaste vertelling, zoals Karol Lesman het in een interview perfect karakteriseerde, boeit van het begin tot het einde, zakt geen moment in en weet zelfs van het kopen van een hoed een, nee twee, onvergetelijke gebeurtenissen te maken.


ISBN 9789021437217 | Hardcover | 383 pagina's | Querido | november 2009

© Ellen IJzerman, 08 januari 2016


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Steen op steen Steen op steen





Sommige boeken zijn simpelweg te goed. Dan schieten complimenten zoals 'prachtige stijl', 'originele en buitengewoon passende metaforen', 'schitterend meanderende en bovenal uitermate boeiende verhalen' domweg tekort. En dat is zeker het geval als al dat fraais door de schrijver niet wordt gebruikt om aan te tonen hoe goed hij kan schrijven of hoe fantasierijk hij is, maar uitsluitend ten dienste van het verhaal: "En de maan was als een koeienuier, die als je maar aan haar spenen had getrokken, ons zou hebben overgoten met hele stromen maneschijn." Aan het woord is Szymek Pietruska, de hoofdpersoon van Steen op steen. Hij vertelt over zijn behoorlijk mislukte eerste afspraak met juffrouw Malgosia. Oorzaak van de mislukking? Teveel wodka. Dan is het niet raar dat de maan op een koeienuier lijkt en al helemaal niet als je een boerenzoon bent.

Steen op steen is, voorlopig althans, het magnum opus van de Poolse schrijver Wiesław Myśliwski. Drie jaar geleden verblijdde Karol Lesman ons al met de vertaling van Over het doppen van bonen en nu heeft hij dus Steen op steen vertaald. Wie eerder al de verhalen van de bonendopper heeft gelezen en daarvan heeft genoten, moet ook Szymeks levensverhaal lezen. Szymek rijgt, al associërend, de ene belevenis aan de andere en springt daarbij van hot naar her in de tijd. Het ene moment is hij als driejarige bezig de kalkoen van de buren te wurgen, om het volgende moment te vertellen over zijn tijd als politieman:

"[...] kwam Tomala de commandopost binnen vallen, lijkbleek, trillend als een espenblad en hij maar roepen: help! help! Wat heb je Wojciech? Nou, vanmorgen ging moeder Tomek wekken omdat het tijd was voor school en die jongen haalde van onder zijn kussen een pistool tevoorschijn en zei dat hij haar overhoop zou schieten als ze hem nog een keer durfde te wekken. Hij moest uitslapen."


Elke herinnering levert een glimpje op. Niet alleen van Szymek zelf, maar ook van het plattelandsleven en de veranderingen die daar in de loop der tijd plaatsvinden:

"Herinner je je dat schilderij nog dat hier hing toen Rozek hier nog zat? Een met een span ossen ploegende boer. Dat moest ik wel vervangen, want wie hier ook maar over de vloer kwam, zat naar dat schilderij te kijken. Nou, en toen heeft iemand dit voor me geschilderd, hij vroeg er tienduizend zloty voor. Kijk, nu is het een tractor die ploegt. Alleen, onder ons gezegd, broeder, ik kan er niet aan wennen. Iedereen is er vol lof over, maar elke keer als ik er naar kijk, doet die aarde me zeer. Alsof de vijand eroverheen is gereden. Soms hoor ik haar zelfs kreunen en steunen, alleen, de tractor maakt meer lawaai, hij geeft wat meer gas en overstemt het gelukkig."


Aan het woord is de voorzitter van de gemeente, waar Szymek - jaren daarvoor, vlak na de oorlog - nog als trouwambtenaar heeft gewerkt. Want Szymek zelf is geen klager. Hij mag dan strodaken prefereren boven dakpannen of asfaltpapieren daken, maar dat is om praktische redenen en niet alleen omdat het vroeger zo was. Nee, de verhalen waarop Szymek ons trakteert, flonkeren, ontroeren, laten je op onverwachte momenten grijnzen en beschikken soms over buitengewoon diepzinnige conclusies: Soms is het beter je helemaal niets meer te herinneren, want als je je iets herinnert, zou het er ook moeten zijn. Briljant op briljant zou een beter passende titel voor dit boek zijn geweest. Maar zo luidde de tekst van het liedje nu eenmaal niet....

Op grandioze wijze vertaald door Karol Lesman.


ISBN 9789021441627 | Hardcover | 440 pagina's | Querido | juli 2012

© Ellen IJzerman, 06 januari 2016


Lees de reacties op het forum en/of reageer: