Thomas Verbogt

Toon alleen recensies op Leestafel van Thomas Verbogt in de categorie:
Thomas Verbogt op internet:
 

Kleur van geluk Kleur van geluk


Daniël Timmer, zestig, ziet zijn eerste liefde, de moeder van een klasgenote, terug. Met haar beleefde hij bijzondere weken. Hij was zeventien en zij was tweeënveertig en getrouwd. Toch koestert hij de herinneringen aan de dagen met haar.
Daniël ziet de vrouw terug in een park, ze zit in een rolstoel, haar blik is leeg. Hij laat zich op zijn hurken zakken:

'Carol, ik ben het, Daniël Timmer, Daan, Daantje. Weet je nog? Dat voorjaar, onze lente?' Ze reageert niet. Ze herkent hem niet, ze herkent niemand meer.
'Ik kijk in de winter van haar ogen'.


Het hele boek draait in feite om deze vrouw, om Carol, om de herinneringen. Herinneringen die zij niet meer heeft maar Daniël wel.

Deze ontmoeting zet Daniël aan het denken, wat stelt een leven eigenlijk voor als je het niet meer kunt herinneren? Hij vraagt zich af welke momenten van geluk hij heeft gekend. Maar vooral waarom hij zich niet kon overgeven aan geluk. Wat heeft zijn leven eigenlijk betekend? Waarom bleef de vraag van Christa, een klasgenote, die hem na de examens vroeg 'Wat ga jij van je leven maken?' zijn hele leven bij. Waarom bleef die vraag hem plagen?
Hij denkt aan zijn moeder, die aan het 'vervagen' is. Ze vergeet steeds vaker allerlei dingen.
Zijn moeder die hem zei: Je was altijd zo op jezelf, in je eigen wereld. Wij allemaal, hoor. Alleen deden we soms alsof het niet zo was. Dat kon een dagtaak zijn.'
Moet hij haar niet iets zeggen? Laten merken dat ze een goede moeder was? Vertellen dat hij veel om haar geeft? Nu ze het nog allemaal kan horen en begrijpen...

Daniël denkt ook aan André Wijsmuller, een klasgenoot. 'Hij was sociaal handig, op een interessante manier arrogant en haalde ogenschijnlijk als vanzelf voortdurend hoge cijfers. Er waren van de jongens die alles meehadden.' [...] Hij was zo'n jongen naar wie ik soms keek, naar dat andere, nu al goed gelukte leven, met die veiligheid die me benauwde.'
Als hij die André jaren later niet was tegengekomen en niet die zeer bizarre dag met hem beleefd had, zou hij André nog steeds herinneren als diegene die hij op school was. Maar nu zijn de eerdere herinneringen vervaagd door de latere ontmoeting.
Carol bleek ook een heel eigen geschiedenis en eigen herinneringen te hebben, zoals Daniël jaren later verneemt. Alles draait om herinnering, om wat je met die herinneringen kunt doen, of je er iets aan hebt of niet.

In zijn zo specifieke, eigen taal en stijl vertelt Thomas Verbogt vol melancholie dit schitterende, ontroerende soms aangrijpende verhaal. Een verhaal dat je niet snel vergeet mede door de juweeltjes van zinnen die je wilt onderstrepen, omdat je ze wilt onthouden, wilt herlezen...

"Het is nog lente, maar net zomer. Het groen in de bomen in de tuin achter haar is het groen waar we het nog een tijdje mee gaan doen."


"'Je was doodsbang" zei een psychiater later. [...]
'Ja dat weet ik. [...] Ik vind levensbang trouwens een beter woord dan doodsbang.'"


"Mijn buurvrouw is verslaafd aan haar innerlijk."


"Ik weet zeker dat dit betekenis heeft en als zoiets in me opkomt, betekenis dus, ga ik me ook afvragen wat die betekenis dan is, waar die betekenis over gaat, en dan wil ik graag grote woorden toelaten, bijvoorbeeld vaststellen dat iets samenkomt, terwijl ik echt niet weet wat ik daarmee bedoel, maar wel dát ik iets bedoel."


ISBN 9789491567018 | Paperback | 222 pagina's | Uitgeverij De Kring | maart 2013

© Dettie, 30 augustus 2013


Lees de reacties op het forum en/of reageer: