Thomas Verbogt

Toon alleen recensies op Leestafel van Thomas Verbogt in de categorie:
Thomas Verbogt op internet:
 

De Tucht De Tucht


Een dichter treint naar Rotterdam om daar in een Literair Café op te treden. Het café heet De Tucht. De man, Andries Kannebier is enigszins optimistisch gestemd. Als dichter verdien je nu eenmaal geen tonnen, en diezelfde middag had hij gesigneerd in een boekhandel. Hij had zowaar negen exemplaren van zijn bundel Het Koren Kromt verkocht. En gesigneerd dus ook. En dan nu de grote stad.

Via de stichting die literaire optredens regelt heeft hij een uitnodiging aangenomen voor een lezing van twee uur. En dat terwijl hij zijn bundeltje makkelijk in een kleine drie kwartier kan voorlezen. Nou ja, misschien kan hij er wat bij vertellen, misschien zijn er vragen. Hij zal wel zien.
Maar als hij in het café aankomt is er helemaal geen publiek. En niemand om hem te verwelkomen. Hij bestelt maar een pilsje. En nog eentje. Na vier stuks besluit hij de jongen achter de bar eens te vragen of die iets weet. En dan staat er een vrouw op, die zich aan hem voorstelt.
Andries’ opluchting is van korte duur. Er is immers nauwelijks iemand, al zijn er intussen wel meer mensen binnengedruppeld. ‘Begin maar als er twintig mensen zijn.’
De avond zal nog desastreuzer eindigen dan het begonnen is...

Thomas Verbogt schreef dit verhaal toen hij zelf nog beginnend schrijver was en er nog voor moest zorgen "dat ie met zijn kop op de t.v. komt". Het is raar om dit verhaaltje dertig jaar na verschijnen te beoordelen, met ook nog de wetenschap dat de kop van de schrijver intussen aardig bekend is.
Het is een goed verhaal, een klein verhaal met veel inhoud. De hoofdpersoon wordt net zo treffend neergezet als zijn publiek in het Rotterdamse café.

En toen moest ik op zoek. Op de eerste pagina staat namelijk een voetnoot: De persoon Andries Kannebier werd door Frans Kusters beschreven in ‘Het avondje bij mevrouw Hartmeier’. Maar wie is Frans Kusters? Wikipedia meldt:

Frans Kusters (Nijmegen, 16 september 1949 – aldaar, 20 november 2012 was een Nederlandse schrijver van hoofdzakelijk korte verhalen. Hij studeerde rechten aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Na zijn studie werd hij daar parttime wetenschappelijk medewerker.

In 1973 schreef hij acht korte verhalen, die werden gebundeld in de Gelderse Literaire Reeks. Hij won hiermee de Reina Prinsen Geerligsprijs. De verhalenbundel is daarna uitgebreid en onder de titel De reis naar Brabant, en andere verhalen bij De Bezige Bij uitgegeven, zoals al zijn volgende publicaties behalve Verhuld naakt, dat bij Ravenberg Pers verscheen. De reis naar Brabant, en andere verhalen kon op positieve kritiek rekenen, in het bijzonder door de sterke stilistische eigenschappen.

In 1977 was hij mede-initiator van het Literair Café Nijmegen in O'42. Daarnaast richtte hij rond deze tijd het literaire tijdschrift De Schans op, samen met Thomas Verbogt, Nop Maas en Anthon Fasel.

En daar hebben we Thomas Verbogt en Nop Maas, die het onderhavige boekje uitgegeven heeft.
Natuurlijk ga ik nu dat boek van Frans Kusters lezen. Zijn persoon komt blijkbaar terug in zijn roman Het eerste licht boven de stad. Maar daar ben ik nog lang niet aan toe, aangezien ik op volgorde lees.


ISBN 9789094003913 | Paperback | 19 pagina's | Jaspers/Maas | 1985

© Marjo, 05 februari 2017


Lees de reacties op het forum en/of reageer: