Susan Smit
Gisèle
Gisele van Watersloot van der Gracht, glazenierster van origine, maar eigenlijk beeldend kunstenares; Adriaan Roland Holst, dichter; Mies Peters, toneelspeelster zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, in hun kunst en hun hun dagelijks leven.
Gisèle van Waterschoot van der Gracht laat in haar curriculum een internationaal beeld zien. Als kind verbleef ze in de Verenigde Staten, in Wenen en Parijs alvorens met haar ouders in Limburg neer te strijken. Daar leerde ze de kunst van het glas-in-loodramen maken. Toen tijdens de oorlog materialen niet meer volop voorhanden waren, nam ze meer haar toevlucht tot andere kunstvormen: schilderen, handenarbeid.
Ze was in hart en nieren een kunstenares, en leefde ook op de manier zoals men in die tijd dacht over het kunstenaarswereldje: ze had lak aan de normen en waarden van die tijd, en deed wat ze wilde.
De oorlog dwong haar richting Bergen, waar vele kunstenaars neergestreken waren, en later kocht ze een pand aan de Herengracht in Amsterdam.
Een van haar liefdes was de dichter Adriaan Roland Holst, die net als Gisèle bemiddeld was. Zij hoefden met hun kunst niet de kost te verdienen. Of Mies Peters, de derde persoon in deze roman, dat wèl moest is me niet duidelijk geworden. Zij was toneelspeelster, getrouwd, met Paul Metz, een NSB-er, die in de oorlog uit idealisme ging vechten aan het Oostfront.
Jany, zoals de dichter voor intimi heette, twijfelde, maar besloot tenslotte dat hij met Gisèle meer een interllecte relatie had, terwijl het met Mies in bed stukken gezelliger was. De aanvankelijk verhouding met Gisèle maakte zo plaats voor een goede vriendschap. Niet dat Gisèle hier niets te vertellen had...
Toen de Duitsers de Nederlandsche Kultuurkamer in het leven riepen, moesten ook Gisèle, Jany en Mies kiezen: wel of niet deze pro-Duitse instelling accepteren, of boetes riskeren. In die tijd dat alles op de bon was, kreeg een niet-ingeschreven kunstenaar ook geen toegang tot benodigde materialen. Heeft het hen gemaakt tot wie ze waren, de dichter, de schilderes en de toneelspeelster?
De oorlog dwong hen tot keuzes, in het persoonlijke leven net zo goed als in de maatschappij. Ze zouden niet geworden zijn tot degenen die wij kennen zonder de bezetting.
Susan Smit vertelt over hun leven in een afwisseling van hoofdstukken, waarbij eigenlijk alleen de titel de voorkeur voor Gisèle aangeeft. Dat ze de personages om en om hun verhaal laat vertellen, leidt tot herhalingen. Dat zou vervelend kunnen zijn, ware het niet dat ze natuurlijk een eigen kijk op verschillende situaties hebben, en dit is ook niet een boek dat je in één ruk doorleest. Het is nogal stug, zelfs al heeft de schrijfster er een goed lopend verhaal van gemaakt en daarvoor dus ook haar eigen fantasie gebruikt. Grotendeels is het boek echter gebaseerd op gedegen onderzoek.
Het geeft een mooi tijdsbeeld, een kijkje in de kunstenaarskolonie, en zet een paar sterke vrouwen neer. Leuk is ook dat er een soort duiding gegeven wordt van de gedichten van Roland Holst: niet achteraf, zoals middelbare-schoolleerlingen dat moeten, maar vooraf: een bepaalde situatie leidt tot een bekend gedicht.
Voor wie wat moeite wil doen, een mooi verhaal dat nieuwsgierig maakt naar de personen die in het boek voorkomen.
Achterin vind je een toelichting op deze personages, zijn de bronnen toegevoegd, en is er een nawoord van de schrijfster.
ISBN 9789048817443 | Hardcover | 500 pagina's | Lebowski Publishers | september 2013
© Marjo, 20 september 2013