Stephan Enter

Toon alleen recensies op Leestafel van Stephan Enter in de categorie:
Stephan Enter op internet:
  Categorie: Recensies Volwassenen

Compassie Compassie


‘Ik denk het opnieuw: dat ik haar eerste vriend zal zijn. Iets in dat idee hypnotiseert me zodra ik het me concreter ga voorstellen. En in gedachten bevestig ik mijn belofte: ja, ik zal heel toegewijd zijn, ik zal zorgen dat je je gelukkig voelt bij mij, een tijdlang, en dan laat ik je los.’


De vrouw over wie dit gaat weet van niets. Zij, Jessica, is een half-Duitse, tweeëndertig jaar, en woont in Amsterdam. Het profiel dat zij aangemaakt heeft op een datingsite valt de veertigjarige Frank van Luijn op. De reden dat hij zich op deze site heeft gewaagd is dat het eenvoudig is op deze manier contact te leggen. Het is anders: in het gewone leven biedt een eerste ontmoeting, een eerste contact meteen een algemene indruk: je ogen vertellen je iets over het uiterlijk van de ander, en geven je ook meteen een indruk hoe echt of fake het is. Je hoort de stem, je ruikt de geur van de ander. Hoe anders is een kennismaking via het onpersoonlijke net. Wat voor gevolgen heeft deze andere manier van relaties beginnen voor het vervolg?

Contact leggen met de vrouwen die zich daar aanbieden, is als een snoeppot, zegt een kennis. Frank, die al verschillende relaties heeft gehad, heeft zich nooit echt gebonden ‘omdat de schrale regelmaat van jaar na jaar doorbrengen met dezelfde partner’ hem tegenstaat. Het leven is niet echt interessant, anderen zijn niet interessant, maar blijkbaar wekt zijn hooghartige zwijgzaamheid bij anderen wel interesse.
Op het moment dat hij er mee wil stoppen, zo uitzichtloos is dat hele datinggedoe, ziet hij de foto van Jessica. Haar gezicht intrigeert hem, hij wil deze vrouw leren kennen. Na wat heen en weer mailen, volgen de afspraakjes, en groeit hun relatie. Maar dan doet hij een ontdekking, waardoor hij bovenstaand besluit neemt.

Frank is de verteller van dit boek. Het is dan ook een mannelijke kijk op de liefde, al is daarmee niet gezegd dat een vrouw per definitie anders kijkt, ik heb toch de indruk dat wij vrouwen romantischer van aard zijn, en meer belang hechten aan gevoelens. Aan de zielsverwantschap waar Frank het ook over heeft. Wat in dit boek geschetst wordt is het verschil tussen de hoofdzakelijk platonische liefde waarbij geborgenheid, veiligheid, vertrouwdheid de belangrijkste rol speelt, met aan de andere kant de passie, het vleselijke. Kan het een zonder het ander? Kun je een volwaardige relatie hebben als een van de twee ontbreekt? En dan de titel: compassie is weer iets anders toch? De definitie van compassie is: medelijden, mededogen. Compassie als basis voor een goede relatie? Wat is voor Stephan Enter ‘liefde’: is zijn oordeel pessimistisch? Of mag de lezer hoop houden?

Stephan Enter studeerde aan de Rijksuniversiteit Utrecht zowel Nederlandse taal- en letterkunde als Keltische letterkunde en cultuur. Hij debuteerde in 1999 met de verhalenbundel Winterhanden.


ISBN 9789028260795 | Hardcover | 154 pagina's | Uitgeverij Van Oorschot | april 2015

© Marjo, 09 mei 2015


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Spel Spel


Het derde boek van Stephan Enter speelt in Brevendal. Deze naam is een anagram van Barneveld, de plaats waar de schrijver zelf opgegroeid is. Het boek is geen autobiografie, al ontkent de schrijver niet dat er autobiografische elementen in zitten. In een interview gaf Enter aan dat hij alleen maar kan en wil schrijven over dingen die hij zelf heeft ondervonden, aan den lijve of in de omgeving. Enig research om dat helemaal goed te doen wil hij wel doen, maar de kern moet hem eigen zijn.

Deze roman heeft hij vorm gegeven door een elftal verhalen van verschillende lengtes en vorm bijeen te zetten, ogenschijnlijke een verhalenbundel. Maar ze vormen wel degelijk een geheel door de overeenkomst van personen en plaats, alsmede het verloop in de tijd. De lezer krijgt de verschillende ontwikkelingsfases van de jongen Norbert Vijgh voorgeschoteld.

Ieder verhaal heeft een spel als thema, variërend van een kinderspel als indiaantje spelen tot het verbeten scrabbelen met zijn grootmama. Spel, dat is niet iets onschuldigs, het is een manier om te leren. Een spel is voor kinderen iets serieus, en dus is het dat voor Norbert ook. In de eerste verhalen is hij nog een onschuldig kind, maar al snel sluipt er het besef in dat de wereld niet zo mooi is als het lijkt. Niet langer kan hij alles over zich heen laten komen, hij moet deel uit gaan maken, keuzes maken.

Norbert ontdekt dat er kwaad bestaat, en niet alleen dat: dat hij zelf deel kan uitmaken van dat kwaad, als slachtoffer of als dader. Niets is zwart-wit, een vriend blijft niet altijd een vriend, de natuur kan zomaar verdwijnen, alles is eindig.

Het zijn lessen die we allemaal moeten leren natuurlijk, en Stephan Enter weet het prachtig te verwoorden. Je bent als lezer weer jong met Norbert. Alle onzekerheden van je eigen jeugd staan je weer helder voor de geest. Maar niet alleen de psychologische kant van dit boek is bijna perfect, de vorm zorgt er voor dat je je geen moment verveelt.

Enter wisselt met gemak van perspectief: nu eens vertelt een ik-figuur, Norbert zelf dus, over zijn belevenissen, dan weer is er een algemene verteller. Als de jongen buiten in de natuur avonturen beleeft met twee vrienden is de allesweter aan het woord: je kan immers van een positie buiten het gezichtsveld van de jongens als het ware zien wat er gebeurt. Maar als hij bij de begrafenis van zijn grootmoeder terugdenkt aan de zomers waarin hij met haar op reis ging, kan hij daar alleen maar in de ik-vorm over vertellen. En de eerste seksuele ervaring moet op afstand gehouden worden: daar gebruikt Enter de tweede persoon.
Dus niet alleen de jongen ontwikkelt zich in allerlei spelvormen, dat doet Enter met zijn roman ook: hij speelt met de vorm en met ons, zijn lezers. Een heerlijk spel!


ISBN 9789028240919 | Hardcover | 269 pagina's | Uitgeverij Van Oorschot | maart 2008

© Marjo, 05 februari 2009


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Grip Grip


‘Vanzelfsprekend deelden ze met alle klimmers ter wereld een pijn is fijn-instelling – of in elk geval de overtuiging dat fysieke ontbering zuiverend werkt op je persoonlijkheid.’

Vier studenten, één meisje, drie jongens, gaan samen bergbeklimmen op de Lofoten in Noorwegen.
Een van hen doet een belofte: als hij zijn droom, een huis aan zee, heeft waargemaakt, moeten ze allemaal komen. Twintig jaar later is het zo ver. In de tussentijd hebben ze niet veel contact met elkaar gehad, echte vrienden zijn ze niet gebleven. Terwijl Paul vanuit Rotterdam, en Vincent vanuit Japan elkaar treffen op Bruxelles Midi, samen verder reizen, en intussen Martin op hen wacht in Wales, komt die beklimming in hun geheugen boven. Enerzijds is er bij allen een ongemakkelijk gevoel: waarom doen ze eigenlijk mee aan deze reünie?  Bij alle drie is aan de goede herinnering tegelijk iets verbonden dat wringt. Wat is er precies gebeurd op de Lofoten? Maar aan de andere kant is het ook prettig elkaar weer te zien. Toch?

Het boek is verdeeld in drie delen, waarbij Paul, Vincent en Martin achtereenvolgens hun herinneringen raadplegen, de gevolgen ervan nog eens doorkauwen en zich afvragen of ze er goed aan doen elkaar weer te ontmoeten.
Alles draait om de vrouw, Lotte, en zoals zo vaak is ook het thema van dit boek weer de liefde.
Een ander thema is onsterfelijkheid. Als Paul en Vincent in de trein zitten lezen ze een krantenartikel: over twintig jaar zal het mogelijk zijn om niet te hoeven sterven. Alle voors en tegens  die ze kunnen bedenken passeren de revue, met deze discussie een scherm opwerpend om het niet te hoeven hebben over wat hen werkelijk bezig houdt, maar waarover ze het niet willen – kunnen - hebben.
De manier waarop Stephan Enter neerzet hoe de mannen hun beslissingen van toen weer onder de loep nemen is weergaloos. Lotte komt zelf niet aan het woord. Haar verhaal - dat veel zou kunnen verduidelijken - horen we niet. De drie mannen geven ieder hun eigen indruk van haar, en zo is het toch: wie kan een mens ooit echt kennen? Iedereen die te maken heeft met die ene persoon, ziet vanuit een eigen perspectief, en oordeelt anders. De mens is niet kenbaar. Het aforisme ‘ken uzelf’ is al lastig genoeg, hoe kun je dan een ander doorgronden?

‘De Great Western reed met ingehouden vaart – misschien zaten ze achter een stoptrein. Door de traagheid leek de buitenwereld aanraakbaar dichtbij; in een feeëriek dorpje dat de spoorlijn niet goed had kunnen ontwijken was een jaarmarkt aan de gang met harlekijnachtige volksdansers en uitbundig klokgelui dat gerafeld door de ramen drong; op een zonnige straathoek met vakwerkhuizen knipoogde een knalrode Doctor-who-telefooncel met zijn spiegelende ruitjes, op al die oude daken prijkte een komische wirwar van schoorstenen en takken van een alleenstaande eik vlak langs het spoor hielden een roze ballon gevangen – terwijl de trein verder sjokte en een feestelijk rinkelende overweg passeerde en het dorp bleef achter, maakte plaats voor een tarweveld dat in de wind rilde als een paardevacht en daar kronkelde een smal riviertje vol felzilveren schubben, een opklimmende heuvel begon het zicht weg te duwen en dwong Pauls blik omhoog, naar een straalvliegtuig dat de hemel met een krijtlijn in tweeën deelde en hij dacht weer aan de bom, en dat al die gebeurtenissen (want het gold voor de val van de Muur, het gold voor 9/11, voor maanlandingen, voor internet, olympische spelen, wereldkampioenschappen) werden uitgeroepen tot wat je leven van jongsafaan, het leven van jouw generatie en jouw tijd, bepaalde maar het klopte niet – hij voelde dit als een groeiende zekerheid: dat in je laatste gedachten geen plek zou zijn voor die gebeurtenissen en voor alles wat kranten en televisiejournaals belangrijk vonden, en niet voor persoonlijke overwinningen, inzichten, ingenieuze plannen en carrières of zelfs maar voor een geloof: het allerlaatste waaraan je je, in bed, blind, happend naar lucht zou vastklampen was  - de herinnering aan de lach van een geliefde, het uitzicht in een ver land op een plek waar je eens vijf minuten had gestaan, de geur in een huis waar je je welkom wist.’


ISBN 9789028241794 | Hardcover | 240 pagina's | Uitgeverij Van Oorschot | november 2011

© Marjo, 05 maart 2012


Lees de reacties op het forum en/of reageer: