Sander van Walsum

Toon alleen recensies op Leestafel van Sander van Walsum in de categorie:
Sander van Walsum op internet:

  Categorie: Recensies Volwassenen

De afslag De afslag


Zelf zoon van een veearts in Bathmen – nu vallend onder de gemeente Deventer – doet Sander van Walsum verslag van de teloorgang van het idyllische dorpje Berghem, nabij Deventer, door de komst van een snelweg.

Begin jaren zestig:
De verteller, Joost van Pawijck, zelf woonachtig in Deventer, heeft een baan als onderwijzer geaccepteerd in Berghem. Hij is gecharmeerd door het boerendorp, geniet van de oude boerderijen en het landschap en legt dit ook vast op dia's, niet wetende dat in vrij korte tijd het hele dorp in diestaat verdwenen zal zijn.
De school wordt met strakke hand geleid door directeur Leendert Drooglever, een man die tot een paar jaar geleden nog lijfstraffen uitdeelde. Van nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs wil hij niet weten, tot aanvankelijke onvrede van Van Pawijck
Joost voelt zich prettig in het dorp, maakt langzamerhand contact met de bewoners en slaat het boerenleven gade. Bij het hooien helpen de boeren elkaar, de onderlinge harmonie is groot. Als één boer een hooimachine heeft gekocht wordt dit dan ook met argwaan bekeken. Deze boer is weliswaar in één dag klaar maar het kan nooit goed zijn...
Met één boer in het bijzonder heeft Joost goed contact, boer Beulink. Een rustige, verstandige en hartelijke man met een klein boerenbedrijfje. Joost mag graag even langs gaan en genieten van het landelijke leven die Beulink en zijn vrouw leiden...
Maar dan komen er landmeters, zij spreken over de aanleg van een snelweg, door de aan te leggen afslag naar Berghem zal een deel van de boerderijen moeten verdwijnen. Joost vindt het verschrikkelijk maar de boeren zelf zijn er veel laconieker onder. Als Joost in een gesprek met Beulink daarover begint, antwoordt deze:

"Voor jou ziet het er misschien wel aardig uit allemaal, zo'n leuke waterput, en een kookhuis onder de wilgen. Maar 's avonds kun jij je wassen met warm water.[...]
Echt Joost, we zitten hier niet in een boerderijtje om de mensen uit de stad te plezieren, maar uit bittere noodzaak."


Langzamerhand ziet Joost het dorpsbeeld veranderen, de eerste supermarkt wordt geopend waardoor binnen vier maanden de plaatselijke grutter moet sluiten.
De boerderijen gaan plat, er komen keurige rechte straten (met namen van het koningshuis) met nieuwbouwwoningen waar 'vreemden' in komen te wonen. De school breidt zich uit met leerlingen uit het 'vrijere' westen, die nieuwe muziek, gewoonten e.d. met zich meebrengen. De westerlingen zijn voor de Beatles en de Stones, de dorpskinderen voor Arbeitsvitaminen en Schlagers. De westerlingen hebben lang haar, de dorpskinderen hebben allemaal hetzelfde kapsel, geknipt door de dorpskapper.
Directeur Leendert Drooglever heeft erge moeite met alle vernieuwingen en als hij zijn huis uit moet om plaats te maken voor een nieuw te bouwen kleuterschool gaat hij met vervroegd pensioen.
De nieuwe directeur (teamleider noemt hij zichzelf) staat zeer open voor vernieuwingen en inspraak, zegt hij, maar weet in alles zijn eigen ideeën door te drijven. Nu wordt met weemoed aan directeur Drooglever gedacht.
De burgermeester ziet zijn dorp groeien en staat, uit eigenbelang, achter alle uitbreidingsplannen, ongeacht de protesten van de inwoners. Zelfs de nieuwe bewoners die juist kozen voor Berghem vanwege het landelijke karakter zijn niet blij met de uitbreiding van het dorp.
Het eens zo idyllische dorp is een karakterloos doorsneeplaatsje geworden...

Het boek wordt onder de categorie 'roman' geschaard maar het is in mijn ogen meer een vastleggen van vroeger tijden. Weliswaar met fictieve personages en af en toe markante figuren, zoals elk dorp heeft, maar het dorp en zijn inwoners gaan niet leven. Daarvoor neemt Sander Walsum te grote stappen door de tijd, breekt te abrupt af en wil hij misschien té veel vertellen.
Door middel van zijn personages laat de schrijver de voor- en nadelen van vernieuwingen zien. Ook als deze doorslaan zoals de starre, strakke hand van directeur Drooglever, hij bepaalt welke liedjes gezongen worden, hoe de lokalen ingericht zijn enz. versus de nieuwe directeur Theo van Sande, die geen oog heeft voor de goede 'oude' dingen maar alleswil vernieuwen.

Er zijn ook 'vernieuwingen' in de politiek. Het is de glorietijd van de Boerenpartij van boer Koekoek en D '66 komt op. Deze partijen zijn vlak voor de verkiezingen het gesprek van de dag.

"Mijn man is die Van Mierlo. Dat vind ik toch zo'n leuke jongen! Met die bakkenbaarden, dat heerlijke bronzen stemgeluid en de licht zuidelijke tongval. Ik vind het een lust om naar hem te luisteren."
"Interesseert het je ook waar hij het over heeft?" vroeg Theo vermanend.
"Hoegenaamd niet. Er komt hoe dan ook muziek uit die man. [...]"


Joost zelf is een gematigd CHU-er
Als de dorpskinderen zouden mogen stemmen dan kozen ze voor de Boerenpartij (die is voor het radioprogramma Arbeidsvitaminen).
Het is de tijd dat door heel Nederland veel nieuwbouwwijken werden gebouwd, niet beseffend wat zij in hun (op)bouwdrang neer haalden...
Al deze vernieuwingen worden in dit boek weergegeven. Ook de latere spijt die mensen voelden... op het moderne plein wordt een dorpspomp geplaatst, in de hoop het karakteristieke, het eigene, van het dorp hiermee terug te kunnen halen.
Ik heb het boek wel met plezier gelezen, hoewel het verhaal, na een goede en boeiende start, na verloop van tijd wat inzakt, mede doordat de sprongen in het verhaal te groot zijn. Het blijft ook allemaal een beetje vlak.


ISBN 9789045007700 | Paperback | 200 pagina's | Uitgeverij Atlas Contact | mei 2008

© Dettie, juli 2008


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De afslag De afslag


Op de voorkant van het boek staat een foto van de restanten van een huis in afbraak. Een toepasselijke omslag, want het verhaal gaat over de teloorgang van een tijd met bepaalde normen en waarden, een tijd waarin mensen een eigen en manier van doen hebben, hun eigen gewoontes. Een tijd die blijkbaar niet goed was, zoals in dat liedje van Wim Sonneveld "het tuinpad van mijn verder"
"Blijkbaar leefden ze verkeerd, het dorp wordt gemoderniseerd... enz..."

In het fictieve dorp Burghem, gelegen in de buurt van de IJssel, komt de jonge onderwijzer Joost van Pawijck aan. Hij treft er een samenleving aan die vrij star lijkt. Het hoofd van de school, die niet voor niets meneer Droogleever heet, houdt er strakke regels op na. Joost heeft wel wat moeite met de strenge regels, maar toch went hij snel. Ook het dorp bevalt hem: het in zijn ogen idyllische boerenleven is nog simpel, als ziet hij heus wel dat de boeren hard moeten werken.
En dan voltrekt zich de verandering: de jaren zestig breken door. Het dorp krijgt te maken met een supermarkt. De eerste boer vervangt mankracht door een enorme machine. Er komen mensen uit de stad, die een snelweg willen aanleggen, met een afslag. En natuurlijk: aan die afslag moet verdiend worden, dus dat ene grote herenhuis zou mooi een restaurant kunnen worden.
Met lede ogen ziet Joost het aan, hoe alles wat zo mooi was verdwijnt om plaats te maken voor 'meer, mooier, en groter'...
Maar wat de een ziet als een achteruitgang, is voor de ander juist een verbetering.

Alles verandert, dat wel, het antwoord op de vraag of dat nu zo erg is, blijft aan de lezer. Ik vind de manier waarop de teloorgang (voor mij wel, ja) beschreven is overtuigend. Ondanks de relativering aan het eind, is duidelijk dat er een drama heeft plaatsgevonden. Gelukkig is de mens flexibel...


ISBN 9789045007700 | Paperback | 200 pagina's | Uitgeverij Atlas Contact | mei 2008

© Marjo, september 2008


Lees de reacties op het forum en/of reageer: