Rascha Peper

Toon alleen recensies op Leestafel van Rascha Peper in de categorie:
 

Vingers van marsepein Vingers van marsepein


In de nieuwe roman reist Peper opnieuw (de novelle Verfhuid speelt begin 19de eeuw ) door de tijd en belandt dit keer in de 18de eeuw.

We schrijven het jaar 1704, we zijn in het huis met een roos waar een zekere Frederik Ruysch als anatoom werkt aan geheimzinnige preparaten. Niet door de ogen van deze oude wetenschapper kijken we naar deze preparaten, maar juist door de ogen van een tienjarig meisje Bregtje.

Bregtje heeft vader, moeder en haar geliefde broer Rens aan de “hete” koorts, die op bepaalde plekken in Amsterdam woedde, verloren. Ze wordt opgevangen door haar oom en tante die in hartje Amsterdam wonen. Ze toont een zekere fascinatie voor de preparaten van haar oom en weet door haar kinderlijke charme en leergierigheid het hart van de man te winnen. Haar tante wil haar zo min mogelijk in de buurt van haar man hebben als hij bezig is met prepareren, maar Bregtje heeft aanleg en talent voor het vak, waardoor ze steeds toegang krijgt tot de praktijk van haar oom. Als Ruysch bijvoorbeeld bezig is met het prepareren van een hand met een armpje om die op sterk water te zetten, mag zij het kantje haken dat om het armpje gedrapeerd wordt.

Het “onbewolkte” bestaan van Bregtje wordt bedreigd als er bij huize Ruysch een “monster” wordt afgeleverd. Deze rinoceros trekt ook de aandacht van de concurrentie, een charlatan genaamd Bidloo. Zijn handlanger “de jonker” probeert Bregtje hoogst geheime informatie over het prepareren van “natte” preparaten af te troggelen door bewijsmateriaal te produceren waaruit zou blijken dat haar broer Rens niet aan de “hete koorts” is gestorven, maar nog leeft en zelfs werkzaam is op een boerderij. Bregtje neemt steeds grotere risico’s om deze sinjeur in zijn behoefte te bevredigen.

Maar we blijven niet alleen in de 18de eeuw hangen; er is ook nog een parallel verhaal over een tienjarig jongetje Ben die naast een hobby als gamen, ook graag de spanning opzoekt in een boek met een heldhaftig verhaal. Hij kan zijn fantasie helemaal uitleven als hij met zijn vader en zijn nieuwe vriendin naar St. Petersburg mag vliegen om daar de tijd van zijn leven te hebben. In een museum “Kunstcamera” maakt hij kennis met de preparaten van Frederik Ruysch die daar tentoongesteld staan. Hij komt sterk onder de indruk van deze stillevens op sterk water.
 
Peper weet het begin 18de eeuwse Amsterdam vooral tot leven te wekken door het overtuigende portret van een tienjarig meisje, dat opgroeit in een wereld waar de wet van God constant wordt uitgedaagd. Frederick Ruysch begeeft zich op het grensvlak van het toelaatbare door gestorvenen of vaker delen van gestorvenen het eeuwige leven te schenken. De schrandere Bregtje beseft dit, maar is toch nog te veel een kind om zich hier door te laten leiden. Net als Ben in het parallel verhaal is ze niet bang voor de aanblik van de dood. Peper maakt het sterkst de twijfels in het leven van Bregtje voelbaar; angst, eenzaamheid en verdriet vechten iedere dag om voorrang. Bij Ben zijn die vluchtiger omdat het verhaal zich te snel ontvouwt. Ook de bijfiguren uit het verhaal “Ruysch” zijn indrukwekkender dan hun equivalenten in de moderne tijd. Die overgang van de 18de eeuw naar het moderne heden komt als een verrassing; je verwacht dat je een historische roman voorgeschoteld krijgt. Die afwisseling zorgt wel voor een goede spanningsopbouw. Echter de verwachting dat de twee verhalen op een zeker moment bij elkaar zullen komen, wordt niet ingelost. Ben komt wel de Ruysch preparaten daar in St. Petersburg tegen, maar naast die fascinatie blijft het daarbij, Bregtje echoot niet door in de moderne tijd. Helaas dus geen sprong in het tijdloze. Daardoor blijven de twee verhalen, twee spannende, losse verhalen, zonder ontmoeting. Niettemin heeft Peper hier één van haar mooist geschreven boeken afgeleverd.
 


ISBN 9046803821 | Hardcover | 317 pagina's | Nieuw Amsterdam | december 2008

© Roel, februari 2008


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Vingers van marsepein


Eigenlijk bevat dit boek twee verhalen. Je verwacht als lezer een verband. Maar eigenlijk ontbreekt dat hier. Je kan dat dan wel leuk om en om vertellen, en af en toe wat raakpunten erin verwerken, het blijven twee op zichzelf staande verhalen. Peper kan dat beter dacht ik, dus dit boek valt tegen. Wat zijn die verhalen?

Twee kinderen, beiden uit Amsterdam, een jongen en een meisje. Het meisje leeft in de achttiende eeuw, de jongen in onze tijd. Bregtje woont bij haar oom Frederik Ruysch, die als een van de belangrijkste anatomen bekend stond. Hij maakt preparaten van menselijk en dierlijk materiaal, die hij op een artistieke manier verpakt. Tsaar Peter de Grote kocht een groot deel van de collectie op en verscheepte alles naar Rusland. Bregtjes familie is omgekomen bij een epidemie, maar ze denkt dat haar broer Rens nog leeft. Ze wil dat blijven geloven, en gaat in op het voorstel van een louche figuur: zij geeft hem informatie over het geheime procédé, en hij zal haar broer naar Amsterdam halen. Het is dus niet alleen omdat ze het werk van haar oom fascinerend vindt dat ze hem zo graag helpt.

Ben is een jongen van gescheiden ouders. Zijn vader heeft een nieuwe vriendin en met hen gaat Ben op vakantie naar Petersburg waar hij natuurlijk ook de preparaten van Ruysch tegenkomt en daarin is hij hevig geïnteresseerd. In dit verhaal zit minder ontwikkeling, minder spanning.

Beide verhalen kun je beschouwen als een coming of age verhaal, kinderen die door de gebeurtenissen het einde van hun kind-zijn bereiken. Bij Ben overdrijft Peper wel door er die scène met de vriendinnetjes bij te beschrijven. Misschien omdat het verhaal te slap was? Die scène hoort niet in dit boek, of het moet zijn dat ze een tegenhanger zocht voor wat er bij Bregtje gebeurde. Maar wat Bregtje overkomt beschrijft ze bedeesd, terughoudender, dan dat ze dat bij Ben doet.

Afgezien daarvan is Pepers boek er weer een waar je veel informatie uit mee krijgt, dat vind ik weer een pluspunt. En ja, je zou zo naar Amsterdam willen om eens te gaan kijken op die Bloemgracht.


ISBN 9789046803820 | Hardcover | 316 pagina's | Nieuw Amsterdam | december 2008

© Marjo, 01 januari 2009


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Vingers van marsepein


In dit boek lopen twee verhalen parallel. In de vroege 18de eeuw raakt Bregtje, tien jaar, haar familie kwijt aan ‘de hete koorts’. Ze komt bij haar oom en tante te wonen. Haar oom is Frederik Ruijsch, die naam heeft gemaakt met anatomische studies. Zijn werkruimte, waarin allerlei dode mensen en dieren staan opgesteld, vormt een centraal motief in dit boek. Dode babyarmpjes worden ingepakt in een zorgvuldig gehaakt mouwtje, een dode hand (van een gehangene) is opgesteld, terwijl hij een foetus bij het nekje vasthoudt. Macaber? Nee, niet zoals Rascha Peper het schrijft, want zij beschrijft het allemaal door de ogen van Bregtje, en die vindt die flessen met overblijfselen heel normaal.

Bregtje mist vooral haar broer Rens, van wie ze aanneemt dat hij nog in leven is. Een concurrent van haar oom maakt via zijn knecht ‘de Jonker’ misbruik van dat geloof.
Het andere verhaal gaat over Ben, eveneens tien jaar oud, die met zijn vader en diens nieuwe vriendin een reis naar Petersburg maakt. Frederik Ruijsch heeft zijn collectie destijds verkocht aan Peter de Grote en nu staat een deel ervan opgesteld in een museum. Ben raakt in de ban van de schoonheid van de preparaten. Tijdens een bijzonder benauwend moment in de dierentuin van Petersburg lijkt Ben nog even contact te hebben met de drie eeuwen geleden al overleden Bregtje.

De fascinatie voor de schoonheid van de preparaten van Ruijsch inspireerde Rascha Peper tot het schrijven van dit boek. Om eerlijk te zijn, vond ik het een stuk minder verpletterend dan de meeste van haar andere boeken. Misschien komt dat omdat ze het perspectief bij Bregtje en Ben heeft gelegd, waardoor het verhaal eerder als een spannend jeugdboek overkomt, dan als een literair werk voor volwassenen.
Misschien is het haar niet gelukt haar fascinatie levend te laten worden op papier, iets waar ze bij andere fascinaties (zandkastelen, de tsarenfamilie om er maar een paar te noemen) juist zo goed in slaagde. De passages over de preparaten lezen als populair-wetenschappelijke verhandelingen en de personages Ben en Bregtje zijn niet goed uitgewerkt.
Desalniettemin is het natuurlijk nog altijd een beter boek dan vele anderen die tegenwoordig op de markt worden gesmeten. Ik had er alleen meer van verwacht en in die zin was het dus een teleurstelling.


ISBN 9046803821 | Hardcover | 317 pagina's | Nieuw Amsterdam | december 2008

© PetraO, februari 2008


Lees de reacties op het forum en/of reageer: