Raf Goossens

Toon alleen recensies op Leestafel van Raf Goossens in de categorie:
Raf Goossens op internet:

  Categorie: Recensies Volwassenen

Kieken zonder kop Kieken zonder kop


‘De kinderhanden en muiltjes blonken van de vettige wafels. De kleuters leken oude mannetjes met een witte baard van bloemsuiker. Smullen, schransen, schrokken, bunkeren, buffelen, slobberen, smikkelen, kluiven en peuzelen. Het had geen naam. Hun oogjes glommen gelijk steenkool in hun magere kop. Nu hoorde je ze niet janken en emmeren, reutelen en zagen, zemelen, mieren en melken. Het was oudejaar. Het was feest.’


Een feest van oud op nieuw op de rand van het jaar 1934, een feest dat georganiseerd is door een van de bewoners uit het straatje met armoedige huisjes tussen twee dorpen in. Huizen die staan te ‘scheelogen met bocht aan de fundering en tocht door elke kier.’  Die bewoner die een feest wilde is Emanuel, Manu genoemd, die met zijn drie maanden zwangere Maria in een van de huisjes woont. Hij zou gelukkig moeten zijn: de vrouw van wie hij houdt, een kind op komst, goede buren, en eindelijk verlost van zijn veeleisende, overheersende moeder. Maar gelukkig is hij niet, en de andere hoofdpersoon, de moeder, vertelt in haar deel van het verhaal waarom. Maar zij is niet goed wijs, moet je haar geloven?
Het is de tijd waarin de eerste wereldoorlog nog naklinkt, en de tweede dreigt.

'Hitler zou binnenkort voor de deur staan, maar daar trekken ze zich nog niks van aan. Hij moest maar kloppen als hij iets nodig had.'


Terwijl Manu steeds depressiever wordt - wat niemand begrijpt - komt het feest langzaam van de grond.

Raf Goossens tekent het leven van de straatbewoners: de eigenaresse van het café waar het feest gehouden zal worden, Monique, heeft een oogje op Gust, de oorlogsveteraan, maar die kan niet geloven dat een vrouw hem nog wil. De drie zussen getrouwd met een postbode – niet dezelfde natuurlijk – met een groot aantal kinderen. Wilfried die zwaar teleurgesteld wordt in zijn moeder, als hij tot de ontdekking komt dat zijn niet ‘onbevlekt ontvangen’ is van hem. En Maria, die blij is dat ze haar schoonmoeder niet ziet, maar dat tegelijkertijd niet begrijpt.

Het is een broeierige atmosfeer die Goossens beschrijft, in de kou van die strenge winter. Het lijkt een thriller, met een geheim dat het hele boek domineert. Maar het is veel meer een psychologische roman. De beladen sfeer, veroorzaakt door Manu, en niet begrepen door de buren, wordt heel treffend weergegeven. Er staat geen woord te veel, of het zouden de Vlaamse moeten zijn. Want ja, dat de schrijver een Vlaming is, dat zullen we weten! Behalve dat we woorden als vlooienroot, kieken, en pandoering tegenkomen, en een enkele uitdrukking als ’ge pakt de bluts met de buil’,  is al het taalgebruik lekker sappig. Zo wordt er op z’n Vlaams gevloekt. Dat zijn niet de harde, vaak Engelse benamingen die Nederlanders gebruiken, nee, dat zijn fantasievolle verwensingen, die helemaal niet zo erg lijken.

Dit is een boek dat ik met veel plezier gelezen heb, vanwege de stijl en het woordgebruik (ik zou nog veel meer willen citeren!), maar ook vanwege het verhaal, dat de lezer zelf moet afmaken.


ISBN 9789025435332 | Paperback | 203 pagina's | Uitgeverij Contact | november 2010

© Marjo, 30 maart 2011