Philippe Besson

Toon alleen recensies op Leestafel van Philippe Besson in de categorie:
Philippe Besson op internet:
  Categorie: Recensies Volwassenen

Bij afwezigheid van mannen Bij afwezigheid van mannen


Een juweeltje. Van een Franse schrijver natuurlijk (!)
Philippe Besson heeft volgens de flap in 2001 dit debuut geschreven. Het is een boek over mannenliefde, en tegelijk over de Eerste Wereldoorlog. En over de schrijver Proust.
Het begint zo, en pakt meteen:

"Ik ben zestien jaar. Ik ben tegelijk met deze eeuw geboren.
Ik weet dat het oorlog is, dat er aan het front soldaten sneuvelen, dat er in steden en dorpen van Frankrijk en elders burgers sterven, dat de oorlog, behalve de verwoestingen, de modder, het fluiten van kogels die de borst doorboren, de neerslachtige gezichten van vrouwen die, soms tegen elke verwachting in, op een brief hopen die niet komt en naar een terugkeer uitzien die telkens weer wordt uitgesteld, het politieke spel waar de volkeren zich aan wagen, vooral de eenvoudige, wreedaardige en anonieme dood is van soldaten en burgers wier namen ooit onder de klanken van treurmuziek op een gedenkteken te lezen zullen zijn.
En toch weet ik niet wat oorlog is. Ik woon in Parijs. Ik ben leerling van het lyceum. Ik ben zestien jaar."


Meteen is hier de toon gezet van het hele boek. De jongen, Vincent, vertelt over twee ontmoetingen die hij die zomer van 1916 heeft: met een man van 45, een schrijver, die zijn vriend wordt. Seksuele aantrekking speelt wel een rol, maar die wordt niet tot uiting gebracht.
De tweede ontmoeting is met de bastaardzoon van de huishoudster, een 21-jarige soldaat. Op hem wordt de jongen verliefd en ze beleven een ontstuimige week, voordat de soldaat weer naar het front moet.

Deel twee bestaat uit de brieven die Vincent en Marcel, de oudere man, aan elkaar schrijven en de brieven van Vincent en Arthur, de soldaat. Marcel ontraadt Vincent de herenliefde, immers verboden, maar is het niet gewoon jaloezie?
De brieven van Arthur vertellen over de oorlog:
"Ik weet dat ik je niet over dit alles zou moeten schrijven, het kan je alleen maar ongerust maken, maar wat moet ik doen om géén getuigenis af te leggen? Hoe kan ik alles verzwijgen? Dat gaat niet, begrijp je? Ik kan niet zwijgen. Ik kan onmogelijk stilzwijgend voorbijgaan aan dit angstaanjagende schouwspel waarin wij onvrijwillig meespelen. Ik moét wel proberen de verschrikking in gewone woorden weer te geven. Het is iets wat ons geheel vervult, wat deel van ons gaat uitmaken en wezenseen met ons wordt. Iets wat ons omhult als een doodsgewaad dat we niet af kunnen werpen. Iets wat tegelijkertijd boven ons, met ons,tegen ons en in ons is. Iets watrondwaart"
Dit hoofdstuk eindigt zoals je verwacht, met de dood van Arthur.

Dan volgt deel drie het mooiste van het boek, ik zou het helemaal willen aanhalen. Het is sentimenteel, maar zo mooi.

Nog een stuk uit een gesprek tussen Marcel en de jongen. Ik ken het werk van Proust niet, maar het klopt vast met zijn ideeën:

"U (=Marcel) zegt: als je zestien bent denk je geen herinneringen te hebben maar enkel een toekomst. In feite- en daarin heb je gelijk, honderdmaal gelijk- ligt het leven op je te wachten als een boulevard die zich voor je opent, een onbetreden weg waarvan je niet weet waar hij eindigt. Waarin je ongelijk hebt, honderdmaal ongelijk, is dat het wezenlijke misschien al vastligt, dat alles tot stand gekomen is in de kinderjaren, de jaren die jij net achter de rug hebt: de toekomstige gebeurtenissen kunnen slechts het gevolg zijn van wat zich reeds heeft afgespeeld. Daarom doe ik dit herinneringswerk dat voor nostalgie wordt gehouden en waardoor ze zeggen dat ik overdreven aan het verleden hecht. Ik peil het verleden om het heden beter hanteerbaar te maken en vind in het heden gevoelens terug die ik in het verleden al heb ervaren. De herinnering verbindt het heden met het verleden. Zo eenvoudig is dat. Je hoeft niet verder te zoeken."


Klopt dat met à la recherche du temps perdu? Ik zou dat werk toch eens moeten lezen..
Maar intussen heb ik erg genoten van dit prachtig boek.


ISBN 9026317522 | Hardcover | 176 pagina's | Ambo|Anthos Uitgevers | september 2002
Vertaler: T. Buckinx

© Marjo, januari 2005


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Een onbewaakt ogenblik Een onbewaakt ogenblik


 Hoe doet Besson dat? Vanaf het eerste hoofdstuk, nog geen twee pagina's lang, weet ik dat dit boek me te pakken heeft. Hij zet het stadje Falmouth in een paar alinea's neer (eentje: "In Falmouth houdt de aarde het voor gezien. Bij de loodrechte lijn van de kliffen.") en zegt dan "zo, nu weet u alles over Falmouth."
Het intrigeert, maakt nieuwsgierig. En wie is die 'ik', die dit vertelt? Waarom oordeelt hij zo streng over een stadje waar hij geboren is?
 
Dat vertelt hij meteen in het volgende hoofdstuk.
"Ik ben Thomas Sheppard en ik was nog nooit uit Falmouth weggeweest totdat de mannen me meenamen.
Vandaag kom ik terug.
Ik kon nergens anders heen."
Misschien ben ik snel tevreden, maar ik vind dit meesterlijk. Je moet toch doorlezen nu, omdat je wilt weten wat er aan de hand is?
Dat wordt mondjesmaat medegedeeld in steeds korte hoofdstukken. We horen al snel dat de man veroordeeld is wegens doodslag. Hij heeft tijdens een storm tegen waarschuwingen in zijn zoon meegenomen, de zee op, en de jongen is verdronken. Nu zit zijn straf erop en hij is teruggekeerd, omdat, zegt hij, dit de enige plek is waar hij gevonden kan worden door degene op wie hij wacht. Men kijkt hem met de nek aan, veroordeelt hem nog steeds.
Twee mensen doen dat niet, en via hen kan hij zijn verhaal vertellen. Tegen een Pakistaan zegt hij:
"'Ik wil u niet choqueren of een ongemakkelijk gevoel bezorgen. U hebt het volste recht om niet naar mijn verhaal te luisteren, om me hier weg te sturen. Ik zal precies doen wat u zegt. Ik weet niet zeker of ik in uw plaats zin of geduld zou hebben om zo'n verhaal aan te horen.'
"Dit is een muntthee zoals u waarschijnlijk nog nooit hebt geproefd. Ik ben benieuwd of u hem lekker vindt'"
De ander die luistert is Betty. Zij mag hem en ziet in hem een nieuwe vader voor haar kind, maar na het luisteren na het tweede deel van het verhaal, over het verblijf in de gevangenis, moet ze zich teleurgesteld terugtrekken.

Een onbewaakte ogenblik... er waren er meerdere: de val die hij als kind maakte en die hem mank deed lopen, waardoor hij een buitenstaander werd. Het moment waarop zijn zoon de dood vond, en het moment waarop Luke zijn intrede deed in de gevangeniscel.
Misschien had het verhaal ook verteld kunnen worden zonder Rajiv en Betty, zij voegen niet echt iets toe. Of het moet zijn de manier waarop zij de verteller accepteren zoals hij is, terwijl de rest van de wereld dat niet wil. Maar hij heeft hen niet nodig, hij heeft Luke.

"Mensen houden van bloed, andermans bloed. De geur ervan. Mijn vader is altijd aan blijven herinneren dat de mens niet meer is dan een beest dat zich in weet te houden, dat geleerd heeft om zijn primitieve driften te beheersen. Maar bied hem bloed aan en hij wordt weer een beest."


ISBN 9026319398 | Hardcover | 181 pagina's | Uitgeverij Ambo | 2006

© Marjo, juli 2006


Lees de reacties op het forum en/of reageer: