Pepijn Lievens
Categorie: Recensies Volwassenen
Relaas van een stofzuiger
Het is totaal anders... meteen de eerste zinnen al wordt het duidelijk dat er geen stofzuiger als zodanig aan te pas komt, en dat de hoofdpersoon niet bepaald een stoere man is, integendeel. Hij is een junk, verslaafd aan coke en alcohol, een slapjanus, die zich steeds weer voorneemt om nu echt te stoppen met al die shit, en die steeds weer terugvalt.
Het is het verhaal van Pepijn Lievens zelf, en het is aan zijn manier van schrijven te danken dat ik doorlas. Ik was niet geïnteresseerd in het verhaal van een aan lager wal geraakte schrijver/acteur, die zijn dagen snuivend ('een lijntje zuigen' vandaar de stofzuiger) en zuipend doorbrengt. Het is dus een punt voor de schrijver dat hij me zover heeft gekregen dat ik doorlas en zelfs geboeid raakte. Dat doet de ironie, en zelfs de wat belegen grapjes.
'Ik loop langs de winkelramen en doe alsof ik naar de kleren kijk. Het enige wat ik zie is mijn spiegelbeeld. Ik vraag me af wat die hier doet.'
'als ik niet zo'n hoofdpijn had, dan sloeg ik mezelf voor de kop.'
Het stuk dat volgt op 'ik vraag me af hoe mijn leven als ochtendmens er uit had gezien.' dat is meesterlijk. Het beschrijft precies de sleur van alledag, het individualisme dat ons omringd. Het is het gewone leven, en dat is ook wat hij niet wil. Wat hij wel wil is niet direct duidelijk. Als hij afgeeft op zijn 'verleden' als acteur en schrijver, weten we niet of dat onder invloed van de drugs is.
Hij blijft ondanks zijn roes, de morning-afterellende, de achteruitgang van zijn gezondheid vrij coherent denken, en beseft terdege dat hij moet stoppen. Gelukkig voor hem staat de reis naar Kenia al gepland...
We krijgen een aardig kijkje in de alledaagse wereld van een verslaafde, en even lijkt het of hij ook een analyse gaat geven van hoe het zover heeft kunnen komen, maar dat doet hij gelukkig toch maar niet.
"Ik lig. Blijf liggen. Lig nog een beetje meer. Lig te liggen. Ik lig hier nu toch al lang. Ik controleer of ik nog geen doorligwonden heb. Na een paar uur ben ik het beu. Zo zielig mogelijk roep ik: 'zuster! zuster!'
Pepijn Lievens heeft bewezen dat hij kan schrijven, maar of dat ook lukt met een ander onderwerp? Over een echte huisman met een stofzuiger misschien?
ISBN 9089240055 | Paperback | 172 pagina's | Uitgeverij Houtekiet | april 2008
© Marjo, juli 2008
Vlucht van pluizen
‘Een pluis scheerde over de tuin, ze volgde met verlangende ogen de vlok. Ze wilde ook over de ligusterhaag zweven. Ze wilde in velden lopen, over bergkammen, maar de horizon.’
Eva Maria Somers is een mooi meisje, enig kind van overbezorgde ouders, die van hun dochter willen maken wat ze zelf zijn: ongelooflijk precies, in hun contacten met alles: elkaar en de wereld. Haar vader smeekt God, op het moment van de bevalling:
’God, geef ons een mooi kind, een braaf kind, een deugdelijk kind. Maar bovenal, God, geef ons een normaal kind. Alstublieft, geef ons het normaalste kind ter wereld. Ik zal u eeuwig dankbaar zijn.’
Die dankbaarheid hoeft hij niet te uiten, Eva Maria laat zich niet inlijsten. Zolang ze jong is, en binnenshuis blijft lukt dat wel, maar de buitenwereld kunnen ze niet beïnvloeden. En Eva Maria vliegt uit. Ze zal bekend staan als de vrouw die alle wegen bewandelt.
Haar verhaal wordt verteld in de derde persoon.
Dan is er Solus Janssen, een weesjongen, die samen met de andere wezen opgroeit in een grotendeels afgezonderde omgeving, waar de jaarlijkse processie het hoogtepunt is: alleen dan komen ze in de buitenwereld. Als de jongens achttien zijn, mogen zij de wereld in, hun eigen weg zoeken. Solus is de ik-verteller, en ook degene die in het weeshuis de andere jongens een verleden voorspiegelt. Hij vertelt verhalen, zoals hij later ook boeken zal gaan schrijven vanuit een bijna onbewoonbaar hutje aan de haven.
De twee ontmoeten elkaar en krijgen een soort van relatie.
Tot zover een gewoon verhaal over twee mensen die elkaar al of niet vinden in de liefde. Maar er wringt iets. Je weet niet of Eva Maria een echt persoon is, of er sprake is van een heuse liefde. Het kan heel goed zijn dat zij alleen maar een product van zijn verbeelding is, een personage. Om daar een oordeel over te kunnen vellen, moet het boek gelezen worden.
Dat is geen straf, zelfs al wordt het verhaal steeds vreemder, op het absurde af, het is een vlotte vertelling, met aparte vondsten, zoals de huismus die Solus gezelschap komt houden in zijn woninkje.
Verwacht geen kant en klaar product, maar waardeer de sfeer die blijft hangen na het lezen.
ISBN 9789460010866 | Paperback | 158 pagina's | Uitgeverij Vrijdag | april 2011
© Marjo, 18 september 2011