Naomi Rebekka Boekwijt

Toon alleen recensies op Leestafel van Naomi Rebekka Boekwijt in de categorie:
Naomi Rebekka Boekwijt op internet:

  Categorie: Recensies Volwassenen

Hoogvlakte Hoogvlakte


Na de verhalenbundel Pels die genomineerd werd voor de Academica Literatuurprijs 2014 voor het beste debuut, is nu het romandebuut van Naomi Rebekka Boekwijt verschenen. Net als in de verhalenbundel handelt het boek over vrij zwijgzame personen. Zowel het hoofdpersonage, Van Veen - een 26-jarige, niet bij voornaam genoemde, Nederlandse vrouw - als haar werkgever Moser blinken niet uit in sprankelende conversaties.

Moser is woonachtig in het Zwitserse Feldi, in een oude boerderij waar hij geboren en getogen is. Moser is een zonderlinge man, bezeten van enkele bijbelpassages die het einde der tijden aankondigen. De man is constant bang dat het water uit de rivier hem zal wegspoelen. Later zullen we weten waarom.
De vrouw woont en werkt daar, ze doet al het boerenwerk dat ze opgedragen krijgt. Moser heeft nog enkele koeien en kalveren waarvan er enkele niet goed gedijen. Het land is vruchtbaar maar zompig en moeilijk te bewerken. Van Veen werkt hard maar toch raken de boerderij en het land steeds meer in verval. Er is geldgebrek, de machines zijn oud, het land is te groot voor één man, die bovendien ook nog eens mentaal aan het aftakelen is.

Wyss de stugge, norse, arrogante melkveehouder die aan de overkant van Moser zijn bedrijf heeft, weet van de nijpende situatie en laat geen kans onbenut om Moser land of dieren afhandig te maken. De vrouw heeft een gruwelijke hekel aan Wyss en doet wat ze kan om de verwarde, steeds meer in zichzelf kerende Moser bij te staan. Opvallend is dat Moser altijd helder en bij de tijd is als Wyss zijn gezicht weer laat zien. Er gaat dan een dreiging van beide mannen uit die bijna tastbaar is. De vrouw zorgt dat ze altijd in de buurt is als Wyss langskomt.
Verder spreken Moser en Van Veen nauwelijks tegen elkaar, Van Veen krijgt opdrachten en Moser scharrelt rond.

Het verhaal speelt zich voornamelijk af rond de twee boerderijen.
Het leven is voor de vrouw eenzaam maar dat ervaart ze niet altijd als onaangenaam. Ze houdt van de dieren die ze verzorgt. Deze hebben bijna allemaal een vreemde afwijking, zoals een uitpuilend oog of een koe waarvan het dode kalf in het lijf vergroeid is.  Ze trekt het meest op met 'de grauwe' een bonkig, breed, deels afgeschreven paard dat Moser gekregen heeft van Wyss als ruilobject.

Een enkele keer gaat de vrouw op stap met Agnes, de dochter van Wyss. - Het is opvallend dat herhaaldelijk de nadruk gelegd wordt op het feit dat Van Veen uit Nederland komt. Dat stoorde me uiteindelijk, het werd te vaak gemeld. - Van Veen krijgt ook een kortstondige relatie die teleurstelt en al snel afgebroken wordt. De vrouw ontdekt dat ze weinig verdriet voelt, ondanks een flinke huilbui, het ging haar niet om de persoon, wel om het gezelschap en de geborgenheid.

Ondertussen takelt Moser steeds verder af en trekt zich meer en meer terug in zijn eigen wereldje het wordt voorjaar, het ijs smelt, het water in de rivier stijgt. Krijgt Moser dan toch gelijk?

Het aparte van dit boek is dat Naomi Rebekka Boekwijt ondanks de stille, in zichzelf gekeerde personages en het monotone, eenvoudige boerenwerk de lezer weet vast te houden. Het verhaal lijkt soms een beetje voort te kabbelen maar Boekwijt weet op de juiste momenten net een klein keerpunt, een kleine onderbreking toe te voegen wat maakt dat je geboeid blijft.
De dagen zijn eentonig en lang, maar het zijn de ogenschijnlijk kleine, onbeduidende voorvalletjes die leiden tot de uiteindelijke climax, die niet spectaculair is maar wel verrassend. Er is constant die dreigende aftakeling, een naderend onheil. Je voelt dat iets mis zal gaan, maar wat en hoe?
Een bijzonder, knap geschreven en origineel boek.

Naomi Rebekka Boekwijt (1990) studeerde wijsbegeerte aan de Universiteit van Leiden. Zij won met haar verhalen diverse prijzen waaronder de Write now! Literatuurprijs. Momenteel woont en werkt ze op een boerderij in Zwitserland.


ISBN 9789029589604 | Paperback | 208 pagina's | De Arbeiderspers | november 2014

© Dettie, 10 november 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Pels Pels


Pels is een verhalenbundel die genomineerd is voor de Academica Literatuurprijs (prijs voor debutanten) 2014 en dat is te begrijpen. De verhalen hebben een bijzondere sfeer, de personages zijn bijna ongrijpbaar en de vorm is bijzonder.

Naomi Rebekka Boekwijt begint haar verhalen in medias res. In het eerste verhaal Buiten niet bevinden we ons bijvoorbeeld plotsklaps op een boerderij waar kennelijk een zeer zwijgzame, moeilijk te doorgronden vrouw woont. Daar is iemand, een naam weten we niet, aan komen lopen. Of dat een man of vrouw is weten we ook niet. Diegene observeert de vrouw. De onbekende persoon is duidelijk iemand die niet gewoon is aan het buitleven: 'Het is wennen dat ik buiten niet tegen muren aan kijk of tussen muren door loop', merkt hij of zij op. De onbekende slaapt in het huis, later stapt diegene zelfs bij de vrouw in bed, wat stilzwijgend wordt toegestaan. Maar de onbekende beseft dat hij/zij voor de vrouw minder is dan de dieren. Pas bij een doodgeboren veulen toont de vrouw eindelijk gevoelens, toont zij zich mens.

Het hele verhaal is raadselachtig. Wie is diegene die aan is komen lopen? Hebben de vrouw en diegene een relatie of toch niet? Je weet niet precies wat er aan de hand is. De sfeer is beklemmend door de enorm afwerende, koele houding van de vrouw. Toch intrigeert het wel. Naomi R. Boekwijt heeft wel beelden weten te schetsen, het is bijna als een surrealistische stomme film.
Wat ik minder prettig aan het verhaal vind zijn de te gekunstelde zinnen. 'Ik slaap in de stilte onder een deken, die mij dwingt tot onbeweeglijkheid.'
en 'Het krakende hout getuigt van mijn haast in bed te komen.' [...] de witte lakens, die vol vouwen zitten omdat ze zo ritselend slaapt.' Persoonlijk vind ik ze te bedacht. Maar mogelijk vindt een ander dit juist mooi.

Het verhaal getiteld Kadett is ook intrigerend en surrealistisch, hoewel minder dan het eerste verhaal. Je hebt het gevoel dat het daar naar verwijst. Is de teruggekeerde Kramer de onbekende van het eerste verhaal? De zinnen 'Hij was vergeten hoe hij hier een half jaar geleden rondliep. De strontlucht van die knol en de koeien en het huis dat om hem heen kraakte' doen vermoeden van wel. Kramer ziet zijn plek in beslag genomen door een vrouw, Jitte, eveneens iemand uit de stad. Ook zij is aan komen lopen. 'Hij ziet dat zij hier beter past dan hij, ook al is zij geen boerenkind.' Maar het kan ook zomaar zijn dat Jitte de onbekende uit het eerste verhaal is.
Dit verhaal is eveneens raadselachtig, je vraagt je af met wat voor bedoeling Naomi Boekwijt dit geschreven heeft, voegt het iets toe? Wat wil ze zeggen?
Opnieuw weet ze wel mooie, bijna filmische beelden tevoorschijn te toveren.

Ook in de volgende verhalen herhaalt zich de situatie - hoewel de verhalen zelf heel anders zijn - een zwijgzaam persoon die dieren verkiest boven het gezelschap van mensen. Ook iemand die zich in een voor hem onbekende omgeving of situatie bevindt en met onbekende personen in aanraking komt, zien we steeds verschijnen en in alle verhalen verlopen de persoonlijke contacten uiterst moeizaam.

Er is nergens een echt begin of eind. De verhalen moeten het vooral van de lezer hebben die zelf veel moet invullen. We krijgen een situatie voorgeschoteld en we moeten maar zien wat wij er mee doen, welke betekenis wij eraan hechten. - Valt er eigenlijk wel een betekenis aan te hechten? - De taal wordt in de latere verhalen minder opgelegd literair, wat ik persoonlijk prettiger vind. Maar zinnen als 'De stiltes waren even lang als de gesproken zinnen. Het waren de dalingen van een jambisch metrum, kommetjes waar het zeer in drupte.' blijf ik storend vinden.

Toch kan ik niet zeggen dat het boek slecht is, verre van dat. Het steekt met kop en schouders uit boven andere debuten. Ik begrijp ook dat het genomineerd is voor de debutantenprijs maar als ik eerlijk ben begrijp ik de verhalen niet. Ik snap hun bedoeling niet. Je hebt constant het gevoel dat je iets mist, iets niet doorziet. Ik heb ze allemaal twee keer gelezen en sommige stukken zelfs meerdere keren en dan nog blijft er een gevoel van onbehagen. Ik móet bijna wel iets missen, iets niet zien, maar wat is dat dan? Wie het weet mag het zeggen.

De schrijfster woont en werkt op een boerderij in Zwitserland en studeerde wijsbegeerte aan de Universiteit van Leiden. Mogelijk verklaart dat veel.


ISBN 9789029587389 | Paperback | 123 pagina's | De Arbeiderspers | mei 2013

© Dettie, 10 september 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Pels Pels


Zeven verhalen die stuk voor stuk complete romans zouden kunnen zijn, uitgewerkt in de traditie van Gerbrand Bakker. Ze spelen op het platteland waar het leven geen idylle is en er is steeds een vreemde eend in de bijt. Dat kan iemand van buitenaf zijn maar ook iemand die er wel bij hoort maar altijd al een buitenbeentje was. Ook de sfeer is in die stijl: benauwend, sober, zonder lichtpuntjes. Geloof speelt vaak een rol op de achtergrond en dieren, niet in het minst  ’het dier dat de mens is’, zijn altijd aanwezig. Haar hoofdpersonen bevinden zich in een situatie, die voor de lezer heel langzaam uitgepeld wordt. Er staat geen woord te veel, maar niettemin is heel duidelijk hoe de zaken er voor staan.

In het eerste verhaal is er een meisje komen aanlopen op een boerderij. Ze weet het heel goed, ze verandert de sfeer in en buiten huis. ‘Alles wat zij aan zachtheid heeft, gaat naar de dieren’ .
De boer is jaloers, maar is hij niet ook een dier?
In ‘Aalborg’ hangt ook een grimmige sfeer, terwijl er eigenlijk niets bijzonders gebeurt. Tenminste als je het navertelt is het niet bijzonder, maar door de toon van het verhaal is er die beklemming, ‘Had vandaag Pa moeten helpen, dat was eenvoudiger geweest.’ Ja, berouw komt na de zonde...
In ‘Herumspringen im Dunkel’ keren zoons terug  naar hun ouderlijk huis, waar hun jeugd niet echt prettig was. Als ze hadden gedacht dat het nu anders was, dan vergissen ze zich deerlijk, en net als de herten die ze op de heenweg lieten opschrikken, verlaten ze het huis weer.

‘In het donker is de wereld er meer dan anders..’
‘Er is hier te veel lucht die geen adem is geworden’
‘Ik liep door het zeer van mijn voeten heen’
‘Ze draagt haar borsten niet anders dan elk ander lichaamsdeel’


Zulke zinnetjes doorspekken de verhalen, en maken ze heel prettig om te lezen. De taal dus, plus het feit dat het romannetjes in het klein zijn, zorgen er voor dat ik deze schrijfster ga onthouden. Ze is namelijk al met een roman bezig..
Ik ben benieuwd!


ISBN 9789029587389 | Paperback | 120 pagina's | De Arbeiderspers | mei 2013

© Marjo, 07 december 2013


Lees de reacties op het forum en/of reageer: