Menno Lievers

Toon alleen recensies op Leestafel van Menno Lievers in de categorie:
Menno Lievers op internet:

 

De val van Hipokrates De val van Hipokrates


De val van Hippocrates
Menno Lievers




Alterego Erik Liefco is arts-assistent-niet-in-opleiding. Het blijkt vrijwel onmogelijk, in ieder geval in het ziekenhuis waar hij werkzaam is, om een opleidingsplaats te krijgen. Zijn vriendin Beatrijs vindt dat hij maar met haar mee moet gaan naar Engeland, waar zij werk heeft, en daar iets moet zoeken, maar Erik wil perse arts worden. Tijdens zijn opleiding had hij een leermeester, internist en professor in de psychosomatiek, waar hij een goede band mee had. Deze Rood speelt een rol als een soort geestelijk begeleider bij zijn teruggang in de medische wereld. Maar zoals Erik valt, zo valt ook Rood, op een andere maar niet minder doeltreffende manier. In zijn hart weet hij best dat hij geen echte 'roeping' heeft, althans niet zoals zijn collega's. Van psychosomatiek willen ze niets weten. Hun houding ten opzichte van de mens is heel anders dan die van Erik. Zeker op de vijftiende verdieping waar de mensen heen gebracht worden die nergens anders terecht kunnen: 'Hier liggen mensen die door hun omgeving verwaarloosd zijn, die zichzelf verwaarloosd hebben en die nu door ons verwaarloosd worden.'
Als hij samen met een collega bij het bed van een patiënt staat zegt de collega:


'Dat krijg je er van als je te veel drinkt'
Eriks reactie, in stilte: 'Ik begreep Aad niet; de man was toch een hulpbehoevende patiënt die de domme pech had dat zijn lichaam zo op alcohol reageerde?'


Erik gaat zijn gang, zoals hij altijd gewend was, en behandelt de mensen op zijn eigen - zeer mensvriendelijke- manier. Zijn collega's kijken hem met scheve ogen aan en hebben al snel door dat Erik nooit 'nee' zegt. Zijn patiënten dragen hem op handen. Langzaam wordt duidelijk dat hij zijn schuld - met zijn moeder- niet zal kunnen vereffenen. Ook al heeft hij geen contact met haar, die schuld drukt zwaar op hem en bepaalt zijn manier van leven. Een buitenbeen is hij en blijft hij. Tekenend: 'zoals zo vaak in mijn leven herkende ik hem wel, maar hij mij niet.'


Er is iets gebeurd toen hij dertien was; een jonger broertje is verongelukt. Het fijne komen we als lezer voorlopig niet aan de weet. Dat gebeurt gedoseerd, door middel van de nachtmerries die met dat voorval verband houden. Dit geeft het boek een spanningsboog mee, die later nog uitgewerkt wordt met de gebeurtenissen die tot zijn val leiden. In zijn privéwereld is het eveneens geen rozengeur en maneschijn. Zijn vriendin trekt aan hem dat hij zijn 'droom' opgeeft. Hij drinkt stiekem. Hij gaat met verpleegsters naar bed en geeft hen valse hoop. Hij gaat naar de
hoeren en raakt daar betrokken bij een paar onverkwikkelijke zaakjes. Hij prikt zich in zijn duim als hij een patiënt bloed afneemt voor aids-onderzoek. Hij is zelfdestructief: hij verdient het als hij HIV-positief zou blijken, vindt hij. Nog een extra element dat hij in zijn onvermijdelijke val meeneemt.

Er zijn veel verschillende elementen in dit boek. Soms is het een dramatische slapstick, dan weer slaat het door naar een doktersromannetje. Zoals het een dokter betaamt neemt hij geen blad voor de mond. Alles wordt met naam en toenaam aangeduid, niets menselijks wordt de lezer  bespaard. Maar vooral is het een aanklacht tegen de medische wereld, waar de patiënt een nummer is geworden. Tegen het gemak waarmee de artsen beslissen over leven en dood. En als de ontknoping doet denken aan de zaak van Lucia B, dan blijkt dat te kloppen zoals in een nawoord staat.


ISBN 9789023454618 | Paperback | 283 pagina's | De Bezige Bij | november 2009

© Marjo, 12 juli 2010


Lees de reacties op het forum en/of reageer: