Maurits de Bruijn

Toon alleen recensies op Leestafel van Maurits de Bruijn in de categorie:
Maurits de Bruijn op internet:
 

Broer Broer


Broer is weg. Tien jaar geleden is hij weg gegaan, en nooit meer teruggekomen. Vermist. Wolf en zijn ouders ontheemd achter latend. Hij wordt binnenkort dood verklaard, althans dat verzoek is aan de rechtbank gedaan.

Wolf gaat naar hem op zoek, hij bezoekt plaatsen waar zijn broer geweest is, en plaatsen waar hij zelf geweest is. Hij ontmoet oude en nieuwe liefdes, en mensen die zijn broer hebben gekend, maar eigenlijk zoekt hij vooral zichzelf. En, zo heb ik de indruk, hij zoekt het verdriet om zijn broer, het missen, de confrontatie, het afsluiten.

Metgezel op een deel van deze reis is de Marokkaanse taxichauffeur Omar, van wie niet helemaal duidelijk wordt of hij echt bestaat, of dat hij een beeld van zijn broer is, of een alter ego van Wolf zelf, aan wie Wolf zich spiegelt. Het boek is vrij afstandelijk geschreven, ik had vaak het gevoel dat ik door matglas heen keek, dat ik niet goed zag wat er zich nu precies voor mijn ogen afspeelde. Of waar het heden eindigde en het verleden begon. Het geeft een bepaalde vervreemding die het niemandsland waarin Wolf zich bevindt goed weerspiegelt.
Al met al een knap debuut. Wat mij betreft vooral opvallend door wonderschone overpeinzingen als deze...

“Als hij zou terugkeren zou dat een ramp zijn. Hoe zou zijn aanwezigheid de strijd kunnen aan gaan met de hoop die ik, papa en mama tien jaar lang hebben opgebouwd. Bijna elf. Het zou een teleurstelling worden. We zouden onze hoop in moeten ruilen voor de realiteit. Het zou ons hoe dan ook minder levend maken.”


Alleen al om zinnen als deze verdient dit boek een plaats op de shortlist van de debutantenprijs.


ISBN 9789046812945 | Paperback | 191 pagina's | Nieuw Amsterdam | augustus 2012

© Willeke, 01 november 2012


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Broer Broer


Broer is weg. Tien jaar geleden - Wolf was vijftien, Broer eenentwintig - vertrok hij en sindsdien is hij vermist. Wolf bleef achter met kwellende vragen. Waarom heeft hij niet beseft dat het vertrek van Broer een definitief afscheid zou zijn? Waarom heeft hij het moment onverschillig aan zich voorbij laten gaan? En vooral: Is Broer uit zichzelf vertrokken of is hem wat overkomen? Nu Broer tien jaar als vermist persoon te boek staat, zal hij binnenkort door de autoriteiten worden doodverklaard. Dit feit betekent een ommekeer voor Wolf. Hij moet Broer gaan zoeken, voordat hij dood is.

Terwijl Wolf op zoek gaat naar Broer, is hij eigenlijk helemaal niet op zoek naar een fysiek persoon. De reis die hij maakt is een reis om te verwerken. Om dingen op een rijtje te zetten. Wie was Broer eigenlijk? Hadden ze wel echt een band? Wie is Wolf zelf? Wolf gaat naar Berlijn en daarna naar Boedapest. Hij keert terug naar Barcelona waar hij rond zijn twintigste heeft gewoond. Uiteindelijk zal hij via Tel Aviv naar New York gaan. Marokkaan Omar is altijd in de buurt. Op de vreemdste momenten duikt de man, die hem aan Broer doet denken, op. Of Omar echt met hem meereist, is onduidelijk maar Wolf voelt zich gesteund door zijn aanwezigheid. Omar is voor hem min of meer de verpersoonlijking van zijn broer.

Dat Wolf homoseksueel is, steekt hij niet onder stoelen of banken. In elk stadje heeft hij een schatje. Hij bindt zich aan niemand. De manier waarop hij zijn homoseksualiteit profileert,  doet afvragen of hij zijn geaardheid geaccepteerd heeft. Het voelt alsof hij nog moet wennen aan zichzelf. Alsof hij wil dat men zijn geaardheid aanvaart, terwijl hij tegelijkertijd wil provoceren. Een reactie wil uitlokken. De band tussen hem en zijn ouders is goed. Toch heeft hij zich door zijn onaangekondigde reis abrupt van hen losgemaakt. Vaak staat hij op het punt zijn moeder te bellen maar ziet er vervolgens van af.

Het verhaal lijkt soms van de hak op de tak te gaan maar is toch gecontroleerd. De schrijfstijl is mooi met prachtige, bedachtzame zinnen. Sommige alinea’s doen een beetje aan een gedicht denken.

“Broederschap is herkenning. Een ander deel van jezelf. Iets wat hij net als jij met zich meedraagt. Broer draagt het ergens op de wereld, dat deel van mij. En als hij kwijt is, is dat deel ook kwijt? Dat wat we delen? Ben ik het kwijtgeraakt omdat hij het is kwijtgeraakt?

Auteur Maurits de Bruijn is met dit boek dicht bij zichzelf gebleven. Het bevat ongetwijfeld veel autobiografische elementen. Ook zijn broer is vermist. Sinds 1999. Het is dan ook niet te voorkomen dat ik steeds denk de gedachtegangen van de auteur zelf te lezen. Het zijn naar mijn mening overduidelijk gedachten die jarenlang in een hoofd hebben rondgespookt. Die zich hebben opgehoopt om nu door middel van dit boek naar buiten te stromen. Het voelt haast als een eer om deelgenoot van deze overpeinzingen te zijn. Broer is een mooie, intieme, krachtige en ontroerende coming-of-age roman.

“Als broer het gepland heeft, als hij al die tijd geweten heeft dat hij weg zou blijven. Als Broer wist dat het laatste gesprek dat we hadden het laatste was. Als Broer toen hij mama beetpakte wist dat dat de laatste keer was. Als hij nerveus was omdat hij iets wist wat verder niemand wist. Als hij boeken heeft gelezen over hoe je het beste kunt verdwijnen. Als hij bewust geen telefoon mee heeft genomen zodat we hem niet konden traceren. Als Broer dit wilde.”


ISBN 9789046812945 | Paperback | 191 pagina's | Nieuw Amsterdam | augustus 2012

© Annemarie, 18 oktober 2012


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Broer Broer


Iedereen kent dat wel: je zoekt het een, en je vindt het ander. De hoofdpersoon in dit boek is op zoek: zijn broer is – intussen al weer tien jaar geleden, op 21-jarige leeftijd – verdwenen. De familie wil een soort zekerheid en laat hem door de rechter doodverklaren. Dat gaat niet zo snel: er is drie maanden bedenktijd en vijf weken voor de rechter de beslissing neemt.
Als de ouders van Broer – consequent zo genoemd in het verhaal – het besluit nemen om dit door te laten gaan, besluit de hoofdpersoon, de zes jongere broer, om hem te zoeken.

‘Je broer is de grotere plant die voor je uit groeit. Die je soms de zon lijkt te ontnemen en je tegelijkertijd wijst waar die zon is.’


Hij reist naar de plekken die belangrijk waren, ofwel voor het hele gezin, ofwel voor Broer alleen: Berlijn,  Boedapest, Barcelona, Tel Aviv… om te eindigen bij het begin.

‘Ik durf zijn naam niet te vaak te gebruiken. Ik ben bang dat die aan kracht verliest, nu de persoon die bij de naam hoort gestopt is met luisteren. Dat heeft een leraar me een keer gezegd. Als je een woord te vaak herhaalt, wordt het betekenisloos.’


Het wordt algemeen toegepast: de personages krijgen toepasselijke namen: Donkerblauw, Wood, Cupcake. Zijn eigen naam wil de ik-persoon ook liever niet kwijt. Tenslotte noemen we hem maar Wolf. Wél met name genoemd wordt Omar. De eerste keer dat we Omar ontmoeten is hij de taxichauffeur. Hij is een figuur die steeds op blijft duiken, een soort gids, die ook optreedt als redder als dat zo uitkomt. Wie is Omar? En waarom de keuze voor een moslim, terwijl Wolf en dus ook Broer joods is?
Broer speelt vanzelf een grote rol. Hij is de figuur tegen wie Wolf zich kan afzetten. Dat hij dat doet nu zijn broer er niet in levende lijve is, in de vorm van denkbeeldige gesprekken, is een teken: het is niet echt de broer die hij zoekt, hij zoekt zichzelf. Zo begint het boek:

‘Toen ik klein was dacht ik dat er iets zou gebeuren. Tussen kind zijn en volwassen. Dat er een moment zou komen, een doop, waar alleen grote mensen van afwisten. En vanaf dat moment zou ik volwassen zijn. Weten van de zon en de mensen om me heen. Weten hoe je op een verjaardag moet zitten en over dingen moet praten. Hoe je de koffie vasthoudt en later op de dag het bier. Dat je een stropdas draagt. Dat je weet waar je naar toe gaat en waar je vandaan komt.
Dat moment is niet gekomen.’

Maurits de Bruijn heeft een overtuigend debuut geschreven. Dat ook hij - zoals zo vele debutanten -een autobiografisch gegeven heeft gekozen, is in dit geval helemaal geen punt: het is een mengeling geworden en de lezer weet niet wat er fictief is, of wat echt gebeurd is. En dat doet er ook helemaal niet toe. Niet voor de lezer. Misschien ook niet voor de schrijver. Het is een zoektocht naar de eigen identiteit.
De Bruijn is direct, hij hanteert een recht toe recht aan manier van schrijven die je snel te pakken heeft.  Zijn typeringen zijn eenvoudig maar raak.

‘Ik ben niet weg. Berlijn is te veel Amsterdam. Misschien, groter, misschien armer en leger maar je kunt er niet aan jezelf ontkomen.
Weggaan is moeilijk omdat de steden op elkaar lijken. De mensen die in de steden wonen, de kleren die ze dragen, muziek waar ze naar luisteren, de koffie die ze drinken, de manier waarop ze praten. De gedachten in hun hoofd, de kussen die ze geven.’

De moderne uitleg van het oude ’to be or not to be’ waarbij de social media de rol hebben overgenomen:

‘je bent jong je hoort erbij, vul in wat je werk is en wat je aan het doen bent en dan vonden wij het leuk: kom nou maar, dan vinden wij het leuk wat je doet, praat nou tegen ons, dan vinden wij het leuk!’


Deze eersteling smaakt naar meer.


ISBN 9789046812945 | Paperback | 191 pagina's | Nieuw Amsterdam | augustus 2012

© Marjo, 03 september 2012


Lees de reacties op het forum en/of reageer: