Martin de Jong

Toon alleen recensies op Leestafel van Martin de Jong in de categorie:
Martin de Jong op internet:
 

Literaire giller Literaire giller


De ochtend na zijn tweeëntwintigste verjaardag wordt de Buisdorpse Mark Tonneur gebeld door uitgeverij Paginade. Ze willen zijn boek uitgeven of hij langs kan komen. Zijn duffe alcoholhoofd is op slag weer helemaal helder. Simke - van Simone - het onbekende roodharige meisje achterlatend op zijn kamer rent hij gelijk naar vriend Tom Veer om het grote nieuws te vertellen. Deze biedt zichzelf onmiddellijk aan als manager en samen dromen ze verder over de geweldige carrière die Mark te wachten staat.
- Tegelijkertijd ontvangt Otto ter Weel, de grote, internationaal bekende schrijver, de drukproef van zijn nieuwste boek Orpheus ondersteboven. Otto is het paradepaardje van dezelfde uitgeverij die Tom gebeld heeft. Otto geeft ook eindelijk zijn toestemming aan Dick Grom om zijn biografie te schrijven. -

Al bij het betreden van de uitgeverij wordt Mark gelijk geconfronteerd met een enorme foto van Otto ter Weel. Ook de directeur Roest Hamer en Ard Huigman, de nieuwe fondsredacteur, praten vol lof over de inmiddels bijna vijfenzeventigjarige schrijver. De schrijver blijkt ook allerlei regels te hebben bedongen waar de uitgeverij zich aan dient te houden. Deze regels zullen Mark later nog flink parten spelen. Maar tot nu toe loopt alles voor Mark van een leien dakje. Hij loopt op wolkjes, half augustus zal zijn eerste boek in de winkel liggen. De drukproeven vallen hem erg mee, er hoeft maar weinig veranderd te worden.

Inmiddels is Otto ter Weel veelvuldig in gesprek met zijn biograaf en dankzij Dicks vragen komen we veel over de vermeend arrogante schrijver en zijn oeuvre te weten. "Hij was geen schrijver geworden, hij was het geboren. Hij had niets te willen, hij had niets te worden. [...] Anderen versteld laten staan was geen kunst; hij probeerde zichzelf versteld te laten staan. "

Maar vooral zijn visie op het schrijverschap en alle trammelant er omheen zit Otto hoog. Hij windt zich op over de uitspraak dat schrijven een eenzaam beroep is, dat is het helemaal niet! Het is een solitaire bezigheid, eenzaamheid heeft daar niets mee te maken. Schrijven is ook iets wat je niet kunt leren volgens Otto.

"Je hebt van die schrijfcursussen maar die doen me denken aan reclamespots voor apparaten waarmee je door slechts vijf minuten per dag te trainen je vetkwabben kunt omzetten in spierbundels. Je kunt op stilistisch gebied dingen leren en weet ik wat nog meer maar niet wat voor de schrijver essentieel is want dat komt uit jezelf, heeft te maken met wie je bent. Je kunt op een conservatorium de techniek van het componeren leren maar als je die techniek beheerst ben je nog geen componist."


"Je onderhoudt geen sociale contacten met je collega's. Je gaat niet naar het boekenbal." stelt Dick Grom.
"Voor geen geld. Iemand die op straat zijn jas opengooit heeft nog amusementswaarde. Maar een ruimte met honderden exhibiotionisten! Waarom zou ik met andere schrijvers moeten omgaan? We zijn toch geen voetballers? We kunnen toch niet met z'n allen een oefenwedstrijd gaan spelen? Schrijven is iets wat je alleen hoort te doen."


Tussen de verhalen over Otto door hebben we alle perikelen rond het debuut van Mark meegemaakt; de correcties, de keuze van de cover, de fotoshoot, etc. Erg spannend en hoopgevend allemaal. Maar dan blijkt de macht van Otto ter Weel hem parten te spelen en loopt alles anders dan hem voorgeschoteld is. Als Otto zich uiteindelijk ook nog neerbuigend uitlaat over Mark als zijnde een mindere God dan hij, is dat de start van een openlijk steekspel tussen de debutant en gelauwerde schrijver.

De cover en titel van het boek vind ik persoonlijk de lading niet dekken, het doet het boek tekort. Het lijkt nu alsof het in het boek een vrij oppervlakkig constant lachen, gieren, brullen is. Dat is het niet, het boek is intelligent geschreven en erg vermakelijk maar zeker geen boek vol flauwe grappen en grollen.
Het knappe van Martin de Jong is dat hij van het personage Otto van Weel een mengeling heeft gemaakt van Wolkers, Reve, Claus en vooral Mulisch - en mogelijk ander schrijvers die ik niet herken -.
Er komen allemaal boektitels voorbij als zijnde geschreven door Otto die net even anders zijn dan de echte titels zoals bijvoorbeeld De aanval, de ondergang van Werter Niemand, Het verlies van België etc. Het maakt dat je het boek met een brede grijns zit te lezen. Zelfs  het beroemde ezelproces van Reve komt in een andere, aparte vorm voorbij. Van de demonstratie tegen kernwapens waarin Mulisch ooit meeliep maakt Martin de Jong eveneens een erg grappige anekdote.
Het steeds terugkerende raadselmeisje 'Simke van Simone' in het hoofd van Mark is eveneens een bron van vermaak.

Ondanks het vooral geestige verloop van het verhaal weet Martin de Jong verder enkele zeer rake en diepgaande opmerkingen te plaatsen over schrijven en schrijvers en de daaromheen hangende cultus.
Kortom, het is zeker een erg vermakelijk en humoristisch verhaal maar hier en daar geeft Martin de Jong de lezers, uitgevers en schrijvers een serieuze, licht ironische, plaagstoot.


ISBN 9789461937292 | Paperback | 152 pagina's | Uitgeverij De Nieuwe Boekhandel | juli 2014

© Dettie, 30 augustus 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer: