Marcella Baete

Toon alleen recensies op Leestafel van Marcella Baete in de categorie:
 

Oceanenkind Oceanenkind


Het is even wennen, dit boek van een naar mij verteld is Gentse schrijfster, maar zit je er eenmaal in, dan is het genieten. Heel apart taaltje.
Het begint met een inleiding:
"Men heeft mij wijsgemaakt dat het begin van een boek de lezer moet grijpen. Hem ronselen, gijzelen en desnoods lassoën. Houd hem in de touwen. Gedenk Rocky en zijn vier boksfilms. Of zijn het er al meer? Geef van die zachte stoten die men bijna niet voelt, maar waarbij na vier bladzijden de ziekenwagen moet komen.
Zover zijn we nog niet! Ik wil eerst een potje huilen. Wat zeg ik: janken. De oceaan zal ik bij elkaar tuiten. Met zilte tranen."
Mij had de schrijfster al te pakken, nog voor ze begon met het verhaal.

Het boek gaat over een Eva, een lerares op de lagere school, getrouwd met Jan, en samen zijn ze de trotse ouders van twee dochters en twee zonen. Als de kinderen wat groter worden, begint Eva te schrijven, eerst ingezonden brieven naar de krant, maar dan wil ze meer. Alleen wil Jan er niet van horen, ze moet stoppen met dat geschrijf, punt uit.

'Goed', zei ze, 'ik schrijf niet meer, maar ik wil met mijn leven iets doen.' Iets positiefs, daadwerkelijk als een muts die met gespannen keelbanden vastzit, dacht ze.
'laten we dan nog een kind hebben,' vond Jan, 'dan heb je wat om handen'. Eva is dol op kinderen, maar er zelf nog een op de wereld zetten, nee, dat wil ze niet.
'laten we er een adopteren.'


Het idee wordt een plan, en het plan wordt uitgevoerd, met de nodige twijfels tot op het laatst. De lezer weet dat al dat er in Korea een hoertje een kind gebaard heeft, en dat die dat kind in een prullenbak achtergelaten heeft. Het kind belandt in een weeshuis, en zonder al te veel poespas wordt geregeld dat het samen met nog negen andere weesjes naar België wordt gebracht. Eva heeft dan al een foto van het meisje, dat ze Annabel noemen.

"Voor ze het wist zat Evake in de pre-adoptieve pregnancy"
Als de kinderen naar het fotootje kijken, reageren ze: 'Mag ik haar dan een luier aandoen, mama?" vraagt Inge. 'en kan ik haar dan eten geven en in bad stoppen? En liedjes voor haar zingen? En met haar uit wandelen gaan?'
'Bah, daar zit stront in zo'n pisdoek' zegt Erik.
'of pipi,' zegt Bobke.
'Of de twee samen,' zegt Anne, die al van wanten weet."
"Het kind groeide van komsa. Ze had een prachtig rond gezichtje, twee ogen als kooltjes - spleetjes weliswaar zonder zware oogleden- een piezelig neusje. Haar handjes waren vette kluifjes, haar voetjes verneutelde trappers. Eva had het ontzettend druk. Ze had handen tekort en benen te weinig. En daar wou Jan het hebben."


Door haar andersoortige uiterlijk zullen ze het nooit weten: Komt het door de vaccinatie die de arts in grote haast zonder het kind te controleren aan het al zieke kind geeft? Of was het al gehandicapt toen het uit Korea kwam? Op een dag raakt het kind in een stuip, hetgeen resulteert in de eerste van vele opnamen in het ziekenhuis. Annabel loopt niet, praat niet, en wordt een enorme dwingeland.

Jan gaat steeds meer naar andere vrouwen, want Eva is altijd te moe. De kinderen worden ontevreden omdat ze aandacht tekort komen, en Eva gaat er langzaamaan onderdoor. Als Jan het gezin verlaat, is Eva gedwongen het kind in een inrichting te doen. (de beschrijving van zo'n inrichting! Schrijnend!!)
De kinderen vinden ondanks alles hun eigen weg, en Eva zint op wraak. "Eva wacht. Ze zal blijven wachten. Eens zal haar wraak zoet zijn, als ze het schrijversschap meester is. Zalig zijn zij die arm van geest zijn en laat de kinderen tot mij komen. Hallelujah."

Dan is er nog een sub-plot: de buurvrouw van de overkant, een roddelaarster, die een mongooltje heeft. Van haar zijn de telefoongesprekken met haar nicht in het boek opgenomen, een genot om te lezen..
'zeg Germaine, ik ben het Scarlet. Ge zijt aan het koken? Oké, ik zal het niet te lang trekken"... waarna een lang gesprek volgt.
Verderop: 'Daar tegenover mij is het niet pluis. Heb ik u niet verwittigd? Ze sturen geen goede kinderen op. Dat is toch maar normaal zeker? Hoe ik dat weet? Dat heeft zogezegd een verkeerde pikuur gekregen. Het heeft gestuipt, meer dan drie uren geloof ik en sindsdien is datr hetzelfde kind niet meer. De mond hangt altijd open, de tong hangt eruit, gelijk bij ons Karientje, ik moet u toch niet meer vertellen zeker en ze kan nog niet alleen rechtzitten.'

Ik heb genoten van dit boek, al is het een zwaar thema, het wordt met humor gebracht. Ik ga er van uit dat de schrijfster weet dat de Vlaamse tongval ook in een boek eerder verluchtigt dan het serieuzer maakt.


ISBN 9064457468 | Paperback | 192 pagina's | Uitgeverij De Geus | 1993

© Marjo, juli 2005


Lees de reacties op het forum en/of reageer: