Manja Croiset

Toon alleen recensies op Leestafel van Manja Croiset in de categorie:
Manja Croiset op internet:
 

Dissonante Symfonie Dissonante Symfonie


In de roman La Nausée van Jean Paul Sartre loopt de hoofdpersoon door een willekeurige straat. De auteur beschrijft de huizen, de straatstenen, de toestand van het trottoir, het weer, het licht van de straatlantaarns, de mensen die er lopen. Kortom een sfeerbeschrijving. Heeft een dergelijke beschrijving literaire waarde? Ja, als er een wisselwerking is tussen de omgeving en de gevoelens van de hoofdpersoon, zoals Sartre zo geniaal verwoordt. Maar vaak zijn dergelijke beschrijvingen bladvulling waar de lezer niets aan heeft.

In haar boek Dissonante Symfonie heeft Manja Croiset (geboren in 1946) dergelijke uitweidingen niet nodig. Zoals Sartre zijn hoofdpersoon in dezelfde roman laat zeggen: Hoed je voor de literatuur, gebruik de woorden die bij je opkomen. En dat doet Manja Croiset consequent. Elke regel is een zin die een waarneming, een gevoel of een conclusie uitdrukt. En die zijn vaak onbarmhartig en ontluisterend voor haarzelf en voor de lezer die haar wil volgen op de weg naar het volkomen blootleggen van haar vaak gekwelde ziel. De zinnen zijn zo op zichzelf staand dat ze zelfs geen hoofdletters of leestekens nodig heeft.
Het boek roept geen medelijden op maar juist bewondering. Omdat ze de moed had het op te schrijven waardoor ze haar wanhoop en verdriet voor een deel overwon. Op de achtergrond speelt de oorlog, die ze niet zelf meemaakte maar die door het lot van haar familie een onvermijdelijk negatieve maar gelukkig niet fatale invloed op haar leven had. De oorlog wordt slechts in weinig passages genoemd maar deze zijn wel hartverscheurend en maken veel, zo niet alles duidelijk.

De contacten met haar familieleden en relaties beschrijft ze even hard en eerlijk als haar eigen gevoelens in een stijl die zonder opsmuk is, bijna abstract en meestal zonder afleidende en verzwakkende metaforen. Eerst als 21-jarig meisje, dan als vrouw van middelbare leeftijd en tenslotte als kind. De twee eerstgenoemde episodes roepen beklemming en verdriet, ontroering en onvermogen op, maar soms ook enige bevrijding en hoop. Haar ervaringen als kind zijn vooral ontroerend en ze zijn een voorbode van latere traumata, waardoor de vraag rijst waarom ze niet aan het begin van het boek staan. Als bijlagen zijn een aantal scherpzinnige en humoristische taalvondsten opgenomen die op het eerste gezicht de vraag oproepen wat ze met het voorgaande te maken hebben. Achteraf begrijp je dat dit spelen met de taal een afleiding was, een soort van therapie, om even te ontsnappen aan haar obsessies.

Het is moeilijk dit boek in een bepaalde categorie te plaatsen. Is het onverbloemende, realistische poëzie? Is het een in een unieke, bondige stijl opgeschreven en fragmentarische roman? Het antwoord doet er weinig toe. Het is in ieder geval geen hermetische versluiering die tegenwoordig als ultieme dichtkunst wordt gezien maar die meestal niet tot verheldering leidt. Het is een boek dat begrip kweekt en aanzet tot een grondige zelfverkenning. Want hoe eerlijk zijn we eigenlijk tegen onszelf ?


ISBN 9789051793260 | Paperback | 296 pagina's | Uitgeverij Gopher | juni 2006

© Pieter W., februari 2008


Lees de reacties op het forum en/of reageer: