Manja Croiset

Toon alleen recensies op Leestafel van Manja Croiset in de categorie:
Manja Croiset op internet:
  Categorie: Recensies Volwassenen

Croisade van een Croiset Croisade van een Croiset


Na haar opvallende debuut met Dissonante Symfonie in 2006 heeft Manja Croiset thans haar vijfde boek in de boekwinkel: Croisade van een Croiset. De titel is meteen al intrigerend: tegen welke vijand voert deze telg uit de bekende familie haar kruistocht? Het blijkt een voortdurend gevecht met zichzelf te zijn, haar lichamelijke pijnen maar vooral haar geestelijke obsessies die ze weergeeft met grote eerlijkheid en onbarmhartigheid. Deze kruistocht is tegelijkertijd een kruisweg die ze met grote welbespraaktheid en heel oorspronkelijke invallen en taalrijkdom beschrijft. Voor een recensent die wil citeren doet zich direct de moeilijkheid voor een keuze te moeten maken uit de veelheid aan mogelijkheden.
Ze staat bijvoorbeeld zelf versteld van haar eigen welbespraaktheid:

Als ik zo welbespraakt was geweest
in mijn middelbare schooltijd had ik
met gemak het onderdeel eloquentia
van het klassentoernooi gewonnen


Daarin heeft ze gelijk, en ook met de volgende ontboezeming:

Al dat nutteloos lijkende geknoei van jaren
heeft zijn vruchten afgeworpen
mijn dwangmatigheid heeft deze boeken
mede tot stand doen komen


Toch is het beslist geen klagelijk boek want ondanks de depressieve gedachten en conflicten met haar naaste omgeving, waarmee ze een moeilijke omgang heeft, merk je al gauw dat ze niet onder haar “kruisweg” doorgaat, ze doorstaat hem met veel moed, het is alsof haar “taalspel” haar die kracht geeft. Zoals blijkt uit:

Als ik eens gewoon op enter drukte
zoals in mijn droom
waarin een verbroken relatie
zich zo vanzelf herstelde


Schrijnend zijn haar terugkerende herinneringen aan de oorlog die ze niet zelf meemaakte maar waaronder haar familie zwaar te lijden had:

ongemakkelijk daaronder en opeens
sta ik zelf op de appèlplaats
de stilte met een schreeuw te verstoren


Het boek bestaat niet alleen uit deze korte, zeer lezenswaardige fragmenten, een tussenvorm van poëzie en proza, die de boeken van Manja Croiset zo bijzonder maken. Ook vindt men langere (en schokkende) beschouwingen over haar opnames in psychiatrische inrichtingen, over politiek en de schrijfster beangstigende landelijke gebeurtenissen zoals een anti-Israël-demonstratie en spreekkoren tijdens voetbalwedstrijden. Soms laat ze haar fantasie de vrije loop in een absurde en humoristische uitweiding onder de titel: “Maria was echt maagd”.
Haar zelfkennis uit ze graag in zwartgeestige paradoxen, zoals:

Ik die altijd maar “vastgehoud”
wou worden
verdraag geen aanraking


en:

mezelf voorbij gelopen
terwijl ik toch te veel heb stil gestaan
bij alles wat me bezighoudt


Manja Croiset heeft een origineel en uniek tijdsdocument geschreven over haar leven als opvallend lotgenoot van de tweede generatie oorlogsslachtoffers. Niet zoals gebruikelijk bij anderen in romanvorm maar in een bondige en creatieve stijl; een boek dat veel lezers, vooral ook jeugdige, sterk zal aanspreken.


ISBN 9789089540201 | Ingenaaid | 370 pagina's | Uitgeverij Elikser | mei 2008

© Pieter W., april 2008


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Mijn leven achter onzichtbare tralies Mijn leven achter onzichtbare tralies


Manja Croiset, geboren in 1946 als jongste kind in een gezin met een joodse moeder en een half - joodse vader en twee oudere zusjes heeft in “Mijn leven achter onzichtbare tralies” herinneringen aan haar jeugd opgeschreven. Daarnaast staan in de bundel ook herinneringen van recentere datum, associaties ontstaan bij het opschrijven van die jeugdherinneringen.

Hoewel Manja Croiset, die zichzelf in een interview woordkunstenares noemt, zelf spreekt van ‘bundel’ is het geen gedichtenbundel in de gebruikelijke zin. “De herinneringen aan en uit mijn kindertijd” zijn fragmentarische teksten, die soms aan gedichten, soms aan gedachtenassociaties doen denken. Alle teksten zijn zonder interpunctie neergeschreven.

Sommige herinneringen zijn herkenbaar voor generatiegenoten: de stilte die diende te heersen bij de uitzendingen van mr. G.B. J. Hilterman, die “de toestand in de wereld” besprak en de inspirerende invloed van schoolradio programma’s als “ ritme en rijm”!
Maar de meeste fragmenten gaan over het kwetsbare meisje Manja:

“ze heette een moederskindje te zijn
als pappa niet thuis was
zowat aan haar vastgekleefd
hoe anders was de werkelijkheid
een moeder die geen veiligheid uitstraalde
het bange kind durfde niets te ondernemen”

“een heel oud zinnetje komt
boven
door het wachten op telefoon
van hem
“pappa kom nou”
“pappa kom nou” ”


Maar het was wel een vader die gênante grapjes maakte, en die tiranniek kon zijn:

“pappa’s personeel verafgoodde en vreesde hem
dat gold ook voor zijn dochter(tje)
een zorgzame tiran”


wel een vader die er was bij ongelukken, “maar bij emoties…”
Het naoorlogse gezin met de joodse moeder en de half-joodse vader die een concentratiekamp had overleefd, was geen doorsnee gezin; maar er werd over bepaalde zaken uit het verleden niet gesproken:

“zo geheim als onze Joodse komaf was zo openlijk werd
er dus gesproken over pappa’s illegale drukwerk
gevangenissen en kamptijd”


Over de moeder: ”er was helemaal niets gebeurd mamma had niets meegemaakt”.

Ze was een kind dat “overal zwaar aan tilde/bang voor was”

en in de bioscoop bij Ben Hur haar eerste paniekaanval kreeg …

De moeder kreeg paniekaanvallen en de dokter suggereerde, toen de angsten van de dochter zichtbaar werden, dat de dochter de moeder nadeed …

”ze durft niet meer naar school
en zoals gebruikelijk schaamte”

”de moeder regelmatig in paniek” wil dat het kind uit huis geplaatst wordt…

De dochter wordt opgenomen in een christelijke inrichting, hoewel er een modernere en betere kliniek was geweest! En ondergaat o.a. elektroshockbehandelingen.

“de pas geboren baby
wordt verschoond en gevoed
maar de warmte ontbreekt de basis voor een problematisch
leven is gelegd
ze zal zich nooit veilig
en geliefd weten
of was ze al eerder vergiftigd
in de baarmoeder
van de depressieve vrouw”



De opgehaalde herinneringen in het deel “Manja en klinieken” zijn pijnlijk en schokkend:

“mijn moeder … heeft me dit laten ondergaan”
liever (de christelijke kliniek) dat dan de nieuwe moderne voor die tijd milde joodse kliniek

en in een latere herinnering:

“er zou geen andere oplossing zijn geweest
jawel er was een modernere betere kliniek
maar joods…”

“hoe lang heeft ze in therapie verteld
dat ze een gelukkige jeugd heeft gehad
dat hadden haar ouders immers verteld”



Ze voelde zich als kind vaak onzichtbaar, ongewenst soms…

“was het meisje wel
zo onzichtbaar
voldoende gebeurtenissen
waar anders uit spreekt
des te schrijnender en groter de aanklacht
spreekt er niet veel meer uit
dat ze te veel was
dan hebben ze haar niet wìllen zien

pijn verdriet NU

de vijand heeft mijn ouders getraumatiseerd
mijn ouders en de “hulp”verlening mij”


Eerlijk en hard is Manja Croiset over deze periode in haar leven, waar ze in het psychiatrische circuit belandt.

“hoe kon ik recht hebben
op angst en verdriet
na wat mijn ouders hadden doorstaan
en hoe de familie aan zijn einde was gekomen
zwak was ik en slecht
hoe vaak heb ik mijn moeder bits horen zeggen
ik ben geen Jodin ik ben Nederlander

er zou volgens sommige deskundigen geen tweede
generatiesyndroom bestaan
als dat eens waar was prik in me en het komt er uit”


“Mijn leven achter onzichtbare tralies” laat de lezer op een aangrijpende wijze voelen hoe het leven van een naoorlogs kind van de tweede generatie van joodse ouders bepaald kan worden door trauma’s van die ouders. De schrijfster heeft dit op een unieke manier duidelijk gemaakt.

Bij het boek zijn twee cd’s toegevoegd waarop de schrijfster uit de bundel voorleest.


ISBN 9789089540591 | Hardcover | 224 pagina's | Uitgeverij Elikser | november 2008
2e druk

© Jeannette, 01 januari 2009


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Mijn leven achter onzichtbare tralies Mijn leven achter onzichtbare tralies


Hoe kon ik recht hebben
op angst en verdriet
na wat mijn ouders hadden doorstaan
en hoe de familie aan zijn einde was gekomen
zwak was ik en slecht
hoe vaak heb ik mijn moeder bits horen zeggen
ik ben geen Jodin ik ben Nederlands


Het boek van Manja Croiset is geen gewoon leesboek. Zij schrijft in korte fragmenten over haar gedachten en herinneringen aan haar jeugd en over het Amsterdam vlak na de oorlog. Haar moeder is een joodse vrouw.

zo geheim als onze Joodse komaf was zo openlijk werd
er gesproken over pappa's illegaal drukwerk
gevangenissen en kamptijd
pas later ook zíjn angst dat er ontdekt zou worden dat ook hij Joods bloed
had
[...] hoeveel later hoorden we van de vermoorde familie
niet teruggekomen werd dat toen toedekkend genoemd
we wisten niets maar we voelden wel (maar zelfs dat waren we ons toen niet bewust)
andere kinderen hadden grootouders en vragen waarom deed je niet
geen foto te bekennen er was helemaal niets gebeurd mamma had niets
meegemaakt.


Deze jeugd met een moeder die angstaanvallen had en een vader die zijn angst niet liet zien maar dat wel door opmerkingen toonde, is bepalend voor het leven van Manja. Aanvankelijk lijkt alles goed te gaan. In korte stukjes worden herinneringen opgehaald aan uitstapjes naar Zandvoort, de 'grapjes' die bij een kind anders overkomen zoals toen het hard vroor 'niet likken aan de brugleuning dan vriest je tong vast' en dan de enorme verleiding het tóch te doen. Manja Croiset vertelt over de mensen die op bezoek kwamen, over het Amsterdam van toen, het theater, de balletlessen, school...

Het stille kindje
gaat naar de lagere school
en komt thuis met haar
eerste rapport
de vader zegt met enige
verbazing in zijn stem
o dit kind kan ook leren


Ze blijft ook het stille, verlegen kind dat niet op wil vallen, niet apart wil zijn, het liefst wegkruipt, erbij wil horen maar dat ook heel eng vindt.
Eenmaal op de middelbare school gaat het mis. Het kind, toch al onzeker, denkend dat zij niets mag voelen, niets erg mag vinden want haar ouders.... wordt steeds onzekerder, angstiger. Ze is tot in haar vingertoppen een perfectionist, haalt hoge cijfers, is een begaafde leerling. Hiermee kan (wil?) ze laten zien dat zij er ook is, mag zijn... Maar het trauma van haar ouders wordt een loden last. De moeder kan het onzekere kind niet meer verdragen. Uiteindelijk wordt door haar besloten om Manja te laten opnemen in een inrichting.


Zo onrechtvaardig
de moeder regelmatig in paniek
gilt dat ze stikt
ze ervaart het als heel bedreigend
dan komen haar angstaanvallen
ze moet weg ze ontwricht het gezin
de moeder niet dan


Het hele verdere leven van Manja wordt bepaald door het trauma van haar ouders. De tweede generatie worden ze genoemd. Onverwerkt verleden tijd noemt ze het zelf.

Als je het boek inkijkt lijkt het qua tekstindeling een poëziebundel maar dat is het niet helemaal. Wel wordt in korte zinnen (zonder leestekens) beschreven wat de herinneringen zijn. Je hebt het gevoel een dagboek te lezen maar het is geschreven vanuit het nu.

Sommige gedeelten zijn liefdevol, vooral de vroege jeugdherinneringen, het achterop de fiets zitten bij pappa, het spelen met haar twee oudere zusjes, mamma die zegt ik ben er altijd. Maar andere gedeelten zijn enorm aangrijpend, vooral de periode in de inrichting. Maar het meest aangrijpend is om te lezen hoe weinig erkenning er is voor het kind zelf, kinderen van mensen met een oorlogstrauma. Hoe moeilijk het voor een kind moet zijn om altijd op je woorden te letten, niets durven te zeggen.
De directheid en openheid waarmee Manja Croiset schrijft maakt het tot een indrukwekkend boek.


ISBN 9789089540591 | Pocket | 224 pagina's | Uitgeverij Elikser | 2008

© Dettie, december 2007


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Mijn leven achter onzichtbare tralies


Een van de laatste zinnen uit dit boek is; “Er zou volgens sommige deskundigen geen tweede generatiesyndroom bestaan”, en eigenlijk zijn de 224 bladzijdes die daaraan vooraf gaan één grote uiteenzetting dat wél het geval is.

Manja Croiset wordt net ná de tweede wereldoorlog geboren, met een Joodse moeder, een half Joodse vader en twee oudere zussen die allemaal wel die oorlog hebben meegemaakt. Vader kwam in een kamp door illegaal drukwerk. Moeder verloor haar hele familie, en de zusjes hadden het hoe jong nog in ieder geval wel mee gemaakt.

Twee dingen blijven alsmaar terug komen in dit boek, wat door middel van een stroom van herinneringen en associaties de kindertijd en jeugd van de schrijfster verhaalt, en dat zijn het gevoel onzichtbaar te zijn en het gevoel dat wat je ook meemaakt je eigenlijk geen recht van spreken hebt want het is nooit zo erg als wat de rest heeft mee gemaakt; ”Hoe kon ik recht hebben op angst en verdriet na alles wat mijn ouders hadden doorstaan”

Letterlijk onbeschrijfelijk was dat wat zij hadden meegemaakt, en zoals bij zoveel slachtoffers van de oorlog werd dat meestal niet zozeer in woorden uitgesproken maar was het wel in alles voelbaar.
De schrijfster raakt al in haar kindertijd verstrikt in dit alles, krijgt angsten en paniekaanvallen, en het alles overheersende gevoel niet gezien te worden. Ze komt al jong in de psychiatrie terecht, waar dat gevoel eigenlijk alleen maar versterkt wordt:

ze voelt zich
niet gezien en naamloos
later nadrukkelijk aanwezig
maar het “niet bestaan” zal nooit overgaan

hoe lang heeft ze in therapie verteld
dat ze een gelukkige jeugd heeft gehad
dat hadden haar ouders haar immers verteld
ze zweeg en zweeg en zweeg
ze had toch ook niets te vertellen
ze was alleen maar bang


Een boek dat een verhaal van een 2e generatie bijna letterlijk voelbaar maakt.

Heruitgave 2008, met twee luister cd’s door de schrijfster ingesproken


ISBN 9789089540591 | Hardcover | 224 pagina's | Uitgeverij Elikser | november 2008

© Willeke, 18 januari 2010


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Uit de spelonken van mijn ziel Uit de spelonken van mijn ziel


(1946) heeft op latere leeftijd het besluit genomen haar dagboekaantekeningen te publiceren; het resultaat was haar opvallende debuut Dissonante Symfonie in 2006. Dat ze talent heeft werd snel onderkend en in korte tijd verschenen Mijn leven achter onzichtbare tralies (2007) en Croisade van een Croiset (2008). Deze boeken zijn geschreven in haar bondige, onopgesmukte stijl die je soms de adem beneemt omdat ze niet bang is haar diepste gevoelens van verdriet en depressie genadeloos voor zichzelf kenbaar te maken, afgewisseld met mooie familiehistories en humoristische voorvallen, waardoor het lezen van haar boeken een boeiende belevenis wordt.
Een uitgave die nogal afwijkt van de drie bovengenoemde is Uit de spelonken van mijn ziel (2007). Het bestaat uit een verzameling korte gedachten, aforismen en beschrijvingen die alle blijk geven van haar talent om zonder camouflage duidelijk te maken wat er in haar omgaat.
Bijvoorbeeld:

zo ver weg
maar onder mijn huid
jij in mijn aanwezigheid
maar zo ver weg
zo betrekkelijk is afstand


En:

de oogarts krijgt geen helder beeld
waarom mijn beeld zo troebel is


Of:

en in de wereld buiten
gaan de gruwelen
ook gewoon door


Of:

geen tak gelegd dit jaar bij het monument
de witte sering bloeit en bloedt deze keer
alleen om en voor mij


In het boek zijn ook enkele langere impressies opgenomen van het tragische oorlogsverleden van haar familie; door een toevalligheid zijn haar eigen ouders aan deportatie ontkomen maar andere familieleden niet. Hoewel ze zelf na de oorlog werd geboren hebben de haar vertelde gebeurtenissen haar leven noodlottig beïnvloed waardoor ze lang onder psychiatrische behandeling was. Haar sterke karakter maakte het mogelijk haar ervaringen en gedachten op papier te zetten, waarvan onder andere dit aparte en zeer ontroerende boekje het resultaat is.


ISBN 9789051795127 | Paperback | 95 pagina's | Uitgeverij Gopher | 2007

© Pieter W., juli 2008


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Dissonante Symfonie Dissonante Symfonie


In de roman La Nausée van Jean Paul Sartre loopt de hoofdpersoon door een willekeurige straat. De auteur beschrijft de huizen, de straatstenen, de toestand van het trottoir, het weer, het licht van de straatlantaarns, de mensen die er lopen. Kortom een sfeerbeschrijving. Heeft een dergelijke beschrijving literaire waarde? Ja, als er een wisselwerking is tussen de omgeving en de gevoelens van de hoofdpersoon, zoals Sartre zo geniaal verwoordt. Maar vaak zijn dergelijke beschrijvingen bladvulling waar de lezer niets aan heeft.

In haar boek Dissonante Symfonie heeft Manja Croiset (geboren in 1946) dergelijke uitweidingen niet nodig. Zoals Sartre zijn hoofdpersoon in dezelfde roman laat zeggen: Hoed je voor de literatuur, gebruik de woorden die bij je opkomen. En dat doet Manja Croiset consequent. Elke regel is een zin die een waarneming, een gevoel of een conclusie uitdrukt. En die zijn vaak onbarmhartig en ontluisterend voor haarzelf en voor de lezer die haar wil volgen op de weg naar het volkomen blootleggen van haar vaak gekwelde ziel. De zinnen zijn zo op zichzelf staand dat ze zelfs geen hoofdletters of leestekens nodig heeft.
Het boek roept geen medelijden op maar juist bewondering. Omdat ze de moed had het op te schrijven waardoor ze haar wanhoop en verdriet voor een deel overwon. Op de achtergrond speelt de oorlog, die ze niet zelf meemaakte maar die door het lot van haar familie een onvermijdelijk negatieve maar gelukkig niet fatale invloed op haar leven had. De oorlog wordt slechts in weinig passages genoemd maar deze zijn wel hartverscheurend en maken veel, zo niet alles duidelijk.

De contacten met haar familieleden en relaties beschrijft ze even hard en eerlijk als haar eigen gevoelens in een stijl die zonder opsmuk is, bijna abstract en meestal zonder afleidende en verzwakkende metaforen. Eerst als 21-jarig meisje, dan als vrouw van middelbare leeftijd en tenslotte als kind. De twee eerstgenoemde episodes roepen beklemming en verdriet, ontroering en onvermogen op, maar soms ook enige bevrijding en hoop. Haar ervaringen als kind zijn vooral ontroerend en ze zijn een voorbode van latere traumata, waardoor de vraag rijst waarom ze niet aan het begin van het boek staan. Als bijlagen zijn een aantal scherpzinnige en humoristische taalvondsten opgenomen die op het eerste gezicht de vraag oproepen wat ze met het voorgaande te maken hebben. Achteraf begrijp je dat dit spelen met de taal een afleiding was, een soort van therapie, om even te ontsnappen aan haar obsessies.

Het is moeilijk dit boek in een bepaalde categorie te plaatsen. Is het onverbloemende, realistische poëzie? Is het een in een unieke, bondige stijl opgeschreven en fragmentarische roman? Het antwoord doet er weinig toe. Het is in ieder geval geen hermetische versluiering die tegenwoordig als ultieme dichtkunst wordt gezien maar die meestal niet tot verheldering leidt. Het is een boek dat begrip kweekt en aanzet tot een grondige zelfverkenning. Want hoe eerlijk zijn we eigenlijk tegen onszelf ?


ISBN 9789051793260 | Paperback | 296 pagina's | Uitgeverij Gopher | juni 2006

© Pieter W., februari 2008


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Een knipoog in de duisternis Een knipoog in de duisternis
een zwartboek


Manja Croiset vertelt in Een knipoog in de duisternis op haar specifieke manier over haar kleiner wordende wereld. In het begin van het boek gaat het onder meer over de zelfmoord van vriendin Lotte. De daarbij behorende beelden; trein, doodkist, begrafenis, crematie, koppelen als vanzelf aan gruwelen uit de Tweede Wereldoorlog – Manja is een tweede generatie oorlogsslachtoffer.

In de volgende fragmenten beschrijft ze haar omgeving:

de buurvrouw
asociale controle


haar verrassing in iemand een vriendin te herkennen:

ze zat er gewoon
als ornament
al heel lang en opeens
was ze in mijn hart


haar angsten, de hulpverlening, slapeloosheid, de kwelling van een hoofd dat niet tot rust wil komen, en veel meer, alles in scherpgetekende fragmentjes.
Ook verderop in het boek vind ik herinneringen aan Lotte, en even vraag ik me af waarom Manja ze niet in chronologische volgorde geeft, maar het antwoord dient zich meteen aan: in een kleiner wordende wereld kijk je achteruit omdat er zo weinig vooruit is.
De fragmenten over vervreemding, isolement en een alleen maar verslechterende gezondheid die telkens een mogelijkheid van Manja afpakt, bevestigen het en vertellen het opnieuw:

ik loop werkelijk op mijn laatste benen
heb ik dan ooit andere gehad



Een kleiner wordende wereld is een benauwend onderwerp, zoals de meesten van ons vroeger of later zullen ervaren, maar Manja weet er mee om te gaan; haar angsten en verdriet zijn niet weg te poetsen maar ze kan er grapjes over maken en er over schrijven – haar reddingsboei –

hoe ik mijn dagen slijt
of
hoe de dagen mij slijten.



Het slot van het boek wordt gevormd door een verzameling fragmenten waarin Manja inhaakt op de actualiteit en daarna nog Manjaforismen en Manjafieks, waarvan de laatste:

slecht zien – blikschade


En zo, herinnerd aan Manja’s komende blindheid zijn we terug bij de titel: Een knipoog in de duisternis, meer heb ik je niet te bieden. Maar wat zou het duister zonder knipoog zijn? Manja schrijft in een heldere onopgesmukte stijl waarin ze graag gebruik maakt van tegenstellingen die de lezer verrassen en prikkelen. Een indrukwekkend egodocument uit een kleine, beklemmende wereld – het doet je beseffen wat isolement teweegbrengt, hoe dat dan ook tot stand komt.


ISBN 9789089540911 | Paperback | 285 pagina's | Uitgeverij Elikser | 2009

© Plinius, 08 juli 2009


Lees de reacties op het forum en/of reageer: