Lilian Blom

Toon alleen recensies op Leestafel van Lilian Blom in de categorie:
Lilian Blom op internet:
  Categorie: Recensies Volwassenen

De tuinkamer De tuinkamer


In de tuinkamer van hun Haarlemse woning beleeft Louis Ferron, schrijver en partner van Lilian Blom, de laatste weken van zijn leven. Op zijn sterfbed vraagt hij zijn echtgenote te noteren wat hij zelf niet meer zal kunnen schrijven over zijn leven. En hoewel ze al regelmatig columns schreef en docente Engelse literatuur is, ontstond zò pas haar eerste boek: een debuut dat er mag zijn en dat ik tip als een van de kanshebbers voor de Debutantenprijs 2007.

We kunnen dit boek onmogelijk een roman noemen, omdat het geen fictie is. Maar de term non-fictie is hier ook niet op z’n plaats: daarvoor is de vertelling te persoonlijk. “Een memorie” luidt de ondertitel van De Tuinkamer en misschien is dat wel de beste omschrijving. Want naast de dramatische gebeurtenissen van deze laatste weken komen de herinneringen aan hun gezamenlijk leven en hun jeugdervaringen als vanzelf naar boven en vervlechten zich met het verhaal. Twee verhaallijnen krijgen we aldus gepresenteerd, die elkaar steeds na enkele bladzijden op een natuurlijke wijze afwisselen. Soms ingeleid door een toepasselijk citaat uit een van Ferrons boeken. Op zijn sterfbed komen deze verhaallijnen samen.

Nadat hij zich al een paar weken niet lekker gevoeld heeft, bezoekt Louis de huisarts, die de ernst van zijn klachten onderschat. Kort daarna krijgt hij hevige pijnen en wordt er door de internist geconstateerd dat er geen hoop op genezing meer is: binnen enkele weken zal hij overlijden aan kanker. De klap komt hard aan. Het verloop van de daarop volgende zware en emotionele weken vormt de eerste lijn.

De tweede verhaallijn is het verhaal van hun relatie: vanaf de dag dat ze elkaar ontmoeten tot het moment dat ze elkaar twintig jaar later bij het sterven van Louis moeten loslaten. Daarin komt ook hun beider jeugd ter sprake. Zij is de dochter van een joodse man en een Nederlandse vrouw, hij (geboren in de oorlog) is de zoon van een getrouwde Duitse man en een ongehuwde “moffen-hoer”. Ze vertellen elkaar hun levensgeschiedenis in het begin van hun relatie, maar gaan ook samen op zoek naar de antwoorden die ze van hun ouders niet kregen. Vooral het verhaal van Ferron is schrijnend. Zijn echte moeder hoefde hem niet en gaf hem mee aan zijn vader. Diens vrouw, die zelf geen kinderen kon krijgen, voedde hem liefdevol op tot het moment waarop de vader overleed. Toen werd hij (6 jaar oud!) opgeëist door zijn echte moeder en zijn grootouders, die hem liefdeloos behandelden. Zijn leven lang bleef hij zoeken naar allerlei antwoorden en vond de meeste, sommige nog vlak voor zijn overlijden.

Het thema is triest, maar het is te mooi beschreven om ongelezen te laten. Lilian Blom is er in geslaagd een gevoelig, maar nergens sentimenteel beeld van deze laatste weken te schilderen. En tevens een realistisch beeld: het gewone leven gaat door. Er moeten allerlei zaken geregeld worden. Toch schrijft ze niet afstandelijk: ze blijft er volop bij betrokken. Haar wanhoop, woede, verdriet verstopt ze niet. Dat het boek toch niet dieptreurig, maar ontroerend geworden is, komt denk ik mede door de sterke band tussen beiden die uit de tekst spreekt. En door de milde humor die toch ook hier en daar doorklinkt. Maar niet in het minst doordat ze tevens laat zien wie Ferron werkelijk was: een gevoelig, kwetsbaar mens, getekend door een verpestte jeugd. En dat is geen fictie…


ISBN 9023425324 | Hardcover | 180 pagina's | De Bezige Bij | 2007

© Jannie Trouwborst, april 2007


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De tuinkamer


Een egodocument, over de laatste dagen van Louis Ferron, een schrijver die nooit een groot publiek heeft weten te bereiken maar in literaire kringen bekend staat als een goed gedegen schrijver. Hij kreeg te horen dat hij kanker had, en is vrij snel daarna gestorven, met aan zijn zij zijn levenspartner sinds 20 jaar, Lilian Blom. Hij vroeg haar om hun ervaringen op te schrijven, en dat is dit boek geworden.

Een boek schrijven over eigen ervaringen die er behoorlijk in gehakt moeten hebben, dat zou wel eens kunnen leiden tot een tranentrekker, een boek vol emoties.  Ik vind dat Blom er in geslaagd is dat niet te laten gebeuren. Door te kiezen voor een opzet met flashbacks, waarbij ze door het gebruik van tegenwoordige, dan wel verleden tijd duidelijk maakt wanneer het vertelde speelt, is het geheel een gedegen, eerlijk verhaal geworden. Ze is zelf wel de verteller, maar toch lijkt het een roman.
Als je bedenkt dat de ultieme liefdesverhaal dat verhaal is waarbij een der geliefden sterft, dan is dit boek dus zelfs een liefdesverhaal, en niet zozeer een poging tot rouwverwerking. Al is het dat dus ook, maar dat ligt niet op de voorgrond.

Haast terloops worden ook nog enkele thema's aangeroerd: euthanasie, en de rol van artsen al of niet daarmee in verband. En sterk geeft ze aan hoe eenzaam twee mensen zijn als ze samen naar een onontkoombaar einde moeten toewerken; hoe ieder voor zich dat probeert te verwerken en hoe de achterblijver het na de dood nog eens extra voor zijn kiezen krijgt. Ik ben geen fan van dit soort verhalen, maar doordat Lilian Blom een bepaalde afstand heeft gecreëerd, kan ik die als lezer die in stand houden. Dat leest prettiger.
Zoals ik al zei: geen tranentrekker, maar een integer verslag van een liefde.


ISBN 9023425324 | Hardcover | 180 pagina's | De Bezige Bij | 2007

© Marjo, december 2007


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Strijkend licht Strijkend licht


Een vrouw belandt na het overlijden van haar man bij een psychiater om het verlies van haar man te  verwerken. Daar gekomen, ontwikkelt er zich een fantasie over die psychiater in haar hoofd, ze fantaseert zijn leven bij elkaar, en komt er gaandeweg achter dat juist die aandacht haar afleidt van haar eigen verdriet en dat die sessies haar op onorthodoxe wijze verder helpen met verwerken van dat verdriet.

Die vrouw is Lilian Blom, ze is de weduwe van Louis Ferron, en schrijft in het eerste gedeelte van dit boek over hoe het leven is zonder hem. Dát gedeelte greep me meteen bij de strot, mooi geschreven en eerlijk zonder dat het sentimenteel is;

“Ik ben van de zee zoals je weet, maar de laatste tijd is mijn hoofd zo vol dat ik het geruis ervan niet meer hoor, dat het ruisen in mijn verdoofde hoofd blijft steken. Ik hoor de golven pas als ze zich met luid kabaal manifesteren. Ze rollen, beuken, schuimen op het natte zand. Ze denderen door mijn kop, maar het zachte geruis dat er aan vooraf gaat hoor ik niet meer. Een sluipmoordenaar, een tsunami, waar je niet op bedacht bent. Die valt je van achteren aan, rolt over je heen en beneemt je de adem. De geluiden die ik beslist niet meer horen wil, zoals een lijster die vrolijk het voorjaar aankondigt, pianomuziek waar je plotseling mee geconfronteerd wordt als je op een middagwandeling langs een huis loopt waar de klanken vanuit de geopende ramen naar buiten waaien, of een vrolijk fluitende fietser. Die geluiden komen niet via mijn oren, maar met een overdonderende herrie mijn hart binnen. Nestelen zich in mijn ziel en maken mij ziek van heimwee”


Een prachtig begin dus.
Maar daarna krijgt het verhaal iets gekunstelds; Ferron verschijnt aan haar in een droom en geeft haar de opdracht een film te maken van het privéleven van de psychiater. Hij zal dan als een regisseur, een derde oog, over haar schouders met haar mee kijken. Zo geschied, en los van de vertellende hoofdstukken verschijnen er synopsis’ in het boek waarin je al het ware van boven af mee kijkt in het (verzonnen) privéleven van de psychiater.
Tegelijkertijd verhaalt het boek over de daadwerkelijke sessies, en ook daar gebeurt iets krampachtigs, want vanaf het begin vertelt de psychiater al veel meer privédingen dan naar mijn idee enige psychiater ooit zou doen, en meteen in de tweede sessie onthult hij ook nog dat hij eigenlijk geen psychiater is, maar een charlatan zonder diploma’s, en dat zij de enige is die dat weet. Als voorwaarde om haar mond te houden wil ze de sessies “fiftyfifty”doen; eerst heeft hij de rol van therapeut en daarna is zij aan de beurt. Het kostte mij veel moeite dat ook maar enigszins geloofwaardig te vinden. Ook al is het fictie, dan nog wil ik graag het gevoel hebben, of meegenomen worden te geloven, dat het kan. En dat gevoel had ik geen moment.

Maar na dit soort passages schrijft ze dan weer over rouwen en verder leven. En die gedeeltes vond ik dan weer prachtig. Naar mijn gevoel zit er in dit boek een frictie tussen die twee werelden, ik had denk ik óf een boek over die psychiater gelezen, óf een boek over haar rouw. Dan had het verhaal van de psychiater letterlijk iets meer ruimte gehad en dan had het denk ik iets minder geforceerd aangevoeld. Het boek over haar rouw en het sterven van haar man bestáát overigens. Dat is haar eerste boek. Dat heb ik nog niet gelezen, maar dat ga ik wel snel doen, en ik heb maar zo het gevoel dat ik dat een prachtig boek ga vinden. De gedeeltes in dit boek die ik mooi vond smaakte naar meer.


ISBN 9789025434274 | Hardcover | 206 pagina's | Uitgeverij Contact | februari 2010

© Willeke, 22 maart 2010


Lees de reacties op het forum en/of reageer: