Klaus Mann
Categorie: Recensies Volwassenen
Mefisto
De carrière van een kunstenaar
Jaren '20 van de vorige eeuw.
Hendrik Höfgen is toneelspeler en start zijn carrière in Hamburg. Al snel groeit hij uit tot een provinciale grootheid. Hendrik is een geslepen en meedogenloos man. Alles moet wijken voor zijn carrière.
In het toneelgezelschap zit een fanatiek communist waar Hendrik aanvankelijk mee sympathiseert. Er zijn grootse plannen voor 'Het Revolutionaire Theater', een serie zondagochtendvoorstellingen onder protectoraat van een communistische organisatie die onder leiding van Hendrik Höfgen zouden staan. Aangezien Hendrik niet zeker weet of het communisme zal gaan zegevieren blijft hij deze voorstellingen uitstellen. Hendrik weet dat het theatergezelschap leunt op hem en buit dit ook enorm uit. Hij vraagt steeds hogere gages hoewel er nauwelijks financiële middelen zijn.
Hendrik wil echter hogerop. In de gevreesde en grote toneelschrijver Marden, de geliefde toneelspeelster Dora Martin en zijn invloedrijke schoonvader heeft hij beschermers gevonden. Marden en Martin bevelen Hendrik aan bij "De professor', een regisseur en toneelleider van hoog internationaal aanzien, die theaters in Berlijn en Wenen onder zijn beheer had. Hendrik wordt aangenomen en vertrekt naar Berlijn. Binnen 14 dagen heeft Hendrik met zijn charme de belangrijkste mensen van het theater voor zich ingenomen. Ook het Berlijnse publiek valt voor de lepe Höfgen en dat blijft zo. Eind '29/30 heeft Höfgen een vet contract, een mooi huis, een dikke auto, kortom het gaat hem voor de wind. Zijn rollen zijn vaak die van een satanische komediant welke hij door zijn meedogenloosheid en manipulerend karakter uitstekend kan spelen.
In zijn zucht naar roem ontgaat het Höfgen volkomen dat Duitsland aan het veranderen is. De nationaal-socialisten en Hitler krijgen steeds meer voor het zeggen. De filmindustrie is van start gegaan en ook in films oogst Hendrik succes. Höfgen leeft van première naar première, bezoekt alle grote feesten als geliefd gast.
De jaren verstrijken '30, 32, '33..., Höfgen verkeert in alle kringen, van links burgerlijke radicale, joodse elite, communistische tot uiterst rechts. Hij is stomverbaasd als Dora Martin vertelt dat zij naar Amerika vertrekt, zij ziet Duitsland wél veranderen en wil daar niet bij horen. Ze zegt tegen Hendrik: "Wat er ook gebeurd in Duitsland, jou zal het wel goed gaan".
Höfgen bevindt zich in het buitenland als de "Führer" rijkskanselier wordt. Pas dan beseft Hendrik wat er werkelijk aan de hand is en is hij doodsbang. Hij herinnert zich met wie hij omging en vermoedt dat zij hem als niet trouw aan Duitsland zullen bestempelen. Bovendien heeft hij een geheime verhouding met een negerin. Een toneelspeester die onzettend verliefd is op Hendrik redt hem echter. Zij had kennis gemaakt met Lotte Lindenthal, de vriendin van een invloedrijke nationaal-socialistische officier-vlieger. Deze Lotte zorgt ervoor dat Hendrik terug kan keren naar Berlijn en haar officier beschermt vanaf die tijd Hendrik. Zo raakt Hendrik langzamerhand verstrikt in de kliek van de hoge nationaal-socialistische kringen en viert triomfen...
Mijn mening:
Indrukwekkend verhaal, zeker omdat het geschreven is vóór de Tweede Wereldoorlog. Het is een felle aanklacht tegen het toenmalige Duitsland. Het laat zien hoe 'ongemerkt' het nationaal-socialisme op komt zetten. Hoe langzamerhand mensen er in meegzogen worden. Hoe mensen vrienden laten vallen en principes laten varen om hun eigen hachje te redden.
Höfgen was al geen sympahiek persoon en draaide met alle winden mee, ging figuurlijk over lijken, om er zelf beter van te worden maar zelfs hij beseft op gegeven moment dat hij niet meer terug kan.
"Was er iemand onder de nieuwsgierige aanwezigen die werkelijk vermoedde wat er in Hendriks hart omging, terwijl hij zich diep over de vlezige en behaarde hand van de macht boog? Kwam het alleen voort uit geluk en trots dat hij moest beven? Of voelde hij nog wat anders? En wat was dat andere dan? Was het angst? Het was bijna walging.... Nu heb ik me besmeurd, werd Hendrik ontsteld bij zichzelf gewaar. Nu heb ik een smet op mijn hand die er nooit meer af gaat... Nu heb ik mezelf verkocht... Nu ben ik getekend...
De volgende morgen wist de hele stad het: de minister-president had de acteur Höfgens in zijn loge ontvangen en vijfentwintig minuten met hem gepraat. De voorstelling was na de pauze met aanzienlijke vertraging begonnen; het publiek moest wachten, en het wachtte overigens met genoegen. De scène die in de ministeriële loge te zien was, was veel spannender dan de Faust.
Hendrik Höfgen, die in de Stormvogel als 'kameraad' opgetreden was, die al bijna opgegeven was en tot het uitschot van de natie, namelijk tot de emigranten, gerekend werd, zat daar nu voor ieders aanblik, zij aan zij met de geweldige dikkerd, die in een opperbest humeur scheen te zijn.
[...] Diezelfde nacht nog werd in de cafees, de salons en op de redacties van de kranten het sensationele gebeuren hartstochtelijk besproken en becommentarieerd. De naam Höfgen, die de laatste maanden nooit zonder scepsis - met een sadistische grijns of met een spijtig schouderophalen - was genoemd, werd nu met een nieuwe eerbied uitgesproken. Deze naam had een glimp gekregen van de verbazend grote glans die de macht omgeeft.
Wat kan ik doen? Ik ben toch maar een gewone toneelspeler.
ISBN 9789041740137 | Paperback | 432 pagina's | Uitgeverij Maarten Muntinga | 2004
© Dettie, januari 2005