Julia Stuart

Toon alleen recensies op Leestafel van Julia Stuart in de categorie:
Julia Stuart op internet:

  Categorie: Recensies Volwassenen

De dorpskapper van Amour De dorpskapper van Amour


Guillaume Ladoucette is kapper in het dorpje Amour-sur-Belle. Hij neemt zijn taak als barbier bijzonder serieus en een jaar of twintig kapt hij alle dorpsbewoners naar ieders tevredenheid. Helaas neemt zijn klandizie steeds verder af omdat de leeftijd van zijn clientèle parten begint te spelen: Ze  worden kaal. Wanneer zijn resterende klanten kiezen voor de kunsten van een trendy kapper ziet Guillaume zijn geliefde carrière in duigen vallen. Natuurlijk kan hij ook leren hoe de moderne kapsels geknipt dienen te worden maar hij vindt de creaties vreselijk en beschouwt het als een erezaak om zijn klanten alleen van haardrachten te voorzien waarmee ze netjes voor de dag kunnen komen.

Guillaume besluit een andere richting in te slaan. Hij ziet in zichzelf een ware koppelaar en richt een relatiebureau op. Dit is op zijn minst opmerkelijk te noemen omdat de vrijgezel het zelf al zesentwintig jaar lang niet aandurft om een brief van zijn grote liefde Emilie Fraisse te beantwoorden.

Het dorpje Amour-sur-Belle heeft slechts drieëndertig inwoners. Ondanks zijn mooie naam is het een lelijk dorpje waar het altijd waait. De inwoners hebben allemaal zo hun eigenaardigheden. Zo is iedereen vol afschuw over postbode Gilbert Dubuisson die tijdens zijn ronde altijd zijn blaas tegen bomen leegt. Tandarts Yves Lévèque is een zeurderig en gierig type en bakker Stéphane Jolis laat overal meel achter. Ook zijn de inwoners vastgeroest in oude gewoontes. Ze houden hun rituelen en ruzies met verve in stand.

Terug naar Guillaume Ladoucette: Hij vindt dat het jarenlang werken als kapper zijn sociale vaardigheden goed heeft ontwikkeld en meent dat hij daardoor als koppelaar hoge ogen zal gooien. Dat blijkt echter nog niet zo eenvoudig en een aantal zeer ongelukkige dates volgen. Wanneer Emilie Fraisse weer in het dorp komt wonen heeft Guillaume moeite zijn aandacht bij het werk te houden. Gaat het Guillaume lukken om zijn bedrijf van de grond te krijgen en weet hij alsnog het hart van Emilie voor zich te winnen?

De dorpskapper van Amour is een heerlijk boek met een fijn en gemoedelijk Frans sfeertje. Wie het leest krijgt spontaan zin in stokbrood en een goed glas wijn. Julia Stuart schrijft op een bijzondere en grappige manier waarbij ze de karakters uitvergroot tot een soort karikaturen. Zo worden de handen van de tandarts zonder uitzondering “lange bleke martelwerktuigen” genoemd. De personages zijn levensecht met hun charmes en onhebbelijkheden. Het zijn van die types, ook al zijn ze wat overdreven, waarvan iedereen er  wel één of meerdere in zijn omgeving heeft wonen.

Klein nadeel van alle gemoedelijkheid en alle vaste rituelen is dat het boek soms wat traag leest. Desondanks vind ik dit boek absoluut een aanrader en heb ik met volle teugen genoten van het mooie verhaal. Dit is een boek dat telkens opnieuw gelezen kan worden.


ISBN 9789032512088 | Hardcover | 317 pagina's | Uitgeverij De Kern | april 2009
Vertaald uit het Engels door Hans Verbeek

© Annemarie, 19 augustus 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De dorpskapper van Amour De dorpskapper van Amour


Dit leek me een boek om eens lekker mee op de bank te kruipen om me onder te laten dompelen in de belevenissen van de bewoners in het piepkleine Franse dorpje Amour-sur-Belle. Het begin is prima.

De vrouwen van het dorp zijn opmerkelijk. Eén vrouw is beeldschoon maar omdat haar moeder altijd vertelde dat ze ontzettend lelijk was, denkt ze dat ze dat inderdaad ook is. Menig man in het dorp zou wel een relatie met haar willen. En wat te denken van de aparte Emilie Fraisse die teruggekeerd is na haar liefdeloze, mislukte huwelijk en het oude vieze kasteel in het dorp gekocht heeft.
En natuurlijk is daar de dorpskapper Guillaume Ladoucette en zijn klanten, de manlijke inwoners van Amour. Maar naarmate de mannen kaler worden en er een nieuwe kapperszaak in het naburige dorp geopend is die moderne technieken beheerst én bovendien de nieuwste modellen knipt, is het einde in zicht voor de kapper en zijn winkel.  Maar wat nu? Hij moet toch een inkomen hebben.
Na lang nadenken besluit hij een relatiebureau te beginnen, wat opmerkelijk is. Guillaume heeft zelf nog nooit een relatie gehad. Hij was ooit verliefd op Emilie Fraisse maar durfde haar dat niet te vertellen. Zij was gek op hem maar omdat hij niets liet merken dacht zij dat hij haar niet wilde. En nu is Emilie terug en heeft Guillaume een relatiebureau.

Een van de klanten is de bakker, Stéphane Jolis, een vriend van Guiillaume, ze vissen elke keer samen en maken er een wedstrijd van wie de lekkerste waren in zijn picknickmand heeft. Het vissen is maar schijn, het gaat om het eten. Guillaume probeert hem te koppelen aan Lisette Robert, de dorpsschone die denkt dat ze lelijk is, maar de pogingen lopen niet soepeltjes, de bakker is klein en dik, Lisette wil een dunne en lange man... én Lisette heeft haar oog al op iemand anders laten vallen... Even later echter meldt ook de gierige tandarts zich en... Emilie!
Guillaume is er ziek van dat hij haar ook moet zien te koppelen aan iemand en er is al een kandidaat die interesse heeft. Hij merkt dat Emilie nog steeds zijn grote liefde is.
Guillaume kwijt zich gewetensvol van zijn taak maar de bemiddelingspogingen tussen zijn klanten zijn niet erg gelukkig gekozen. De verwaande, gierige tandarts Yves Lévèque walgt van de visverkoopster Sandrine Fournier. 
Al met al is het een heel gedoe van misverstanden, verkeerde mensen bij elkaar én de hunkering om de ware te vinden.

Op zich is het een vermakelijk verhaal, het doet zelfs een beetje aan de door mij zo geliefde film Le fabuleux destin d'Amélie Poulain denken qua bizarre, vrolijke en komische verwikkelingen. De personages zijn bijzonder en je gaat van ze houden.
Maar... na de zoveelste uitgebreide opsomming van het eten dat de de bakker en de koppelaar in hun picknickmand hebben. Na de zoveelste uitvoerig vertelde schoonmaaksessie van Emilie die wéér de omkeerbare vloer geschrobd heeft. Na weer een beschrijving van een afgeknipte oude jurk die Emilie draagt, begint het te vervelen. Je wilt weten hoe de ontmoetingen gaan niet of de 'paling in roomsaus' gelukt is en dat er precies genoeg zout, peper en andere kruiden in het gerecht zitten. Je wilt niet tien keer lezen dat de koperen pannen zo prachtig glimmen en de stoel in het bemiddelingsbureau afbrokkelend inlegwerk heeft.
Ook het bezoek aan steeds dezelfde streekattracties kende ik ondertussen wel. Weer die grotten... Ik begon die stukken over te slaan. Kan mij het schelen of ze alweer uitstekende truffels of prachtig uitlopende Franse kaas eten of dat de grotwand er opnieuw fluwelig uitziet. Het kan mij wél schelen of de koppelpogingen lukken. Uiteindelijk loopt het goed af maar om dat te weten te komen moest ik nog vele gerechten en schoonmaakbeurten tot mij nemen. En alles wat teveel is gaat tegenstaan en dat gebeurde bij dit verhaal ook. Jammer, als er flink in geschrapt was dan was er een geweldig apart en humoristisch verhaal over gebleven.
Maar ik denk, gezien de vele positieve recensies over dit boek, dat een flink aantal mensen er anders over zullen denken.


ISBN 9789032512088 | Hardcover | 317 pagina's | Uitgeverij De Kern | april 2009
Vertaald uit het Engels door Hans Verbeek

© Dettie, 30 juli 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De dorpskapper van Amour De dorpskapper van Amour




‘Zonder liefde zijn we niet meer dan schaduwen’


In het dorp Amour-sur-Belle wonen heel normale mensen, al zou je dat niet zeggen als je dit boek leest. We maken kennis met de hoofdpersoon: dorpskapper Guillaume Ladoucette. Hij is vrijgezel, door eigen schuld overigens, want hij heeft zich nooit durven uitspreken tegen het jeugdvriendinnetje dat zijn enige liefde is. En zij verhuisde naar elders, trouwde daar – ze wist het immers niet van Guillaume! – met een ander. Dat werd een ongelukkig huwelijk, zonder kinderen, maar na het overlijden van haar man bleef ze wel warmpjes achter. Ze trok weer naar het dorp, waar ze het vervallen kasteel kocht. En waar ze ontdekte dat Guillaume nog steeds vrijgezel was, maar intussen een ander beroep had gekregen. Zijn trouwe klanten gingen na tweeëntwintig jaar hetzelfde kapsel gehad te hebben, naar een ander. Guillaume besloot toen maar een relatiebureau te beginnen. Tot ieders verwondering lijkt zijn koppelarij nog te lukken ook,  maar zelf dreigt hij alleen te blijven, als een laatste wanhoopspoging helemaal verkeerd uitvalt.

In Amour wonen welgeteld 33 inwoners. Er zijn vriendschappen zoals die tussen Guillaume en de bakker, die regelmatig samen gaan vissen. Er zijn vetes zoals die tussen de mevrouw Ladoucette en mevrouw Moreau, die als ze elkaar zien met tomaten en paling gooien.
We leren de gierige tandarts kennen, de apotheker die bij de miniwervelstorm van 1999 spoorloos verdwenen is; de mooie vroedvrouw, die denkt dat ze erg lelijk is; de postbode die niet de moeite neemt zich even af te zonderen als hij een kleine boodschap moet en zo nog meer van die eigenlijk heel gewone mensen. Doordat al hun hebbelijk- en onhebbelijkheden sterk uitvergroot worden, lijkt het alsof je in de wereld van Louis de Funès beland bent (kennen we die nog??). Het is een ontzettend komisch geheel, met een ontroerende ondertoon, die van eenzame mensen op zoek naar de liefde. En niet te vergeten veel Franse gerechten, want er wordt volop gegeten en gedronken.
En dan is er nog die ambtenaar die de dorpelingen komt vertellen dat er een gemeentelijke douche komt. Ze mogen geen bad meer nemen, maar moeten gebruik maken van de douchecabine midden in het dorp.

Julia Stuart heeft een typische manier van vertellen. Ze herhaalt vaak dingen, gebruikt altijd voor – èn achternaam van de personages, en ze zegt niet ‘het jachtgeweer, waarmee drie zwijnen waren gedood’, maar ‘het jachtgeweer, dat drie zwijnen fataal was geworden’. Een bloemig soms gezwollen taalgebruik met veel details. Genieten is dat! Van taal en humor!

‘Nadat de bakker zich ontdaan had van zijn culinaire bijverschijnselen, gebaarde Guillaume Ladoucette naar de stoel met het afbrokkelende inlegwerk. Toen de bakker comfortabel zat, kwam het tweetal meteen ter zake. De koppelaar haalde uit de onderste la twee borden en twee papieren servetten. Vervolgens hielp elk zich aan een dikke amandelcroissant die ze opaten onder het genot van een kopje versgezette koffie uit de percolator op het tafeltje met het antieke kleed achter in de zaak. Toen ze klaar waren, veegden ze hun mond af. Waarbij Guillaume Ladoucette de gelukkige vondst deed van een flinke kruimel op zijn kin die hij in zijn mond stak. De koppelaar zette de borden terug in de onderste la en ze bleven allebei in de warmte van hun tevredenheid zo roerloos zitten als zonnende hagedissen. Na een tijdje dacht Stéphane Jollis aan de reden van zijn komst. Nadat ze koppelaar had vastgesteld dat zijn klant niet plotseling van naam en adres was veranderd, noteerde hij de bijzonderheden en verdween vervolgens in de kelder.’


ISBN 9789032512088 | Hardcover | 317 pagina's | Uitgeverij De Kern | april 2009
Vertaald uit het Engels door Hans Verbeek

© Marjo, 27 mei 2011


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

De regenvanger van Tower Hill De regenvanger van Tower Hill


Op Tower Hill wonen de Beefeaters, de Yeoman Warders zoals ze officieel heten, in wat krakkemikkige onderkomens, omdat de regels dat nu eenmaal voorschrijven. Balthazar Jones is Beefeater en woont er met zijn vrouw Hebe. Een jaar of drie eerder hebben ze hun elfjarige zoon verloren, Milo. Geen van tweeën kunnen ze met de leegte uit de voeten,  de te duidelijke afwezigheid van de jongen drijft hen uit elkaar.

Balthazar heeft zich met toewijding gestort op een nieuwe hobby: het verzamelen van regenwater, van de verschillende soorten regen die op Tower Hill vallen. Hebe zoekt haar heil in haar werk op het kantoortje van de verloren voorwerpen van de Londense metro, waar de meest bizarre dingen worden afgegeven. Paraplus natuurlijk, en boeken, maar ook is er jaren geleden een kluis gevonden, waar ze steeds als ze er langs lopen een nieuwe code op uitproberen; een opblaaspop; een urn. Valerie en Hebe doen hun best de eigenaars te achterhalen.


Als Balthazar aangewezen wordt als de manager van het nieuwe aspect op Tower Hill: de menagerie van dieren die geschonken zijn aan de Koningin, gaat hij zich nog vreemder gedragen: Hebe accepteert alleen de eeuwenoude schildpad, mevrouw Cook, die immers een deel van de familie is, maar al die andere dieren, die wil ze niet. De menagerie met zijn vreemde bewoners, en de eigenaardige voorwerpen in het kantoor van de Verloren Voorwerpen zijn eigenlijk al genoeg voor een prachtig verhaal. Maar we leren nog andere bewoners van Tower Hill kennen: zoals de Eerwaarde Septimus Drew, die zo graag een vrouw wil, en ook een oogje heeft op die ene vrouw. Hij schrijft zeer succesvolle softpornoverhalen, en bestrijdt de ratten in de kapel; dan is er de ravenbewaarder, die het niet zo nauw neemt met de regels, maar alles overheeft voor zijn vogels; de waardin van Rack & Ruin met haar eigen dromen, die juist tamme ratten als huisdier heeft.
Zij beleven zo hun eigen avonturen terwijl Hebe het besluit neemt om weg te gaan uit Tower Hill. Zij woont tijdelijk bij Valerie. Haar afwezigheid brengt Balthazar tot bezinning. Maar of hij in staat is om nog met zijn vrouw te communiceren?

Het is veel, maar alle verhalen zijn erg leuk. Hilarische momenten worden afgewisseld met ontroerende passages. Door die soms eigenaardige, soms bizarre humor doet het denken aan  de boeken van Joanne Harris. Maar dan zonder de magie. Daarvoor in de plaats krijgt de lezer een hoeveelheid feitjes en wetenswaardigheden voorgeschoteld over de geschiedenis van Tower Hill, en aanverwante plaatsen, die nooit vervelen.
Het is genieten, dit boek, en ik wil zeker nu ook het eerste boek van Julia Stuart lezen!

‘Toen ze het rolluik omhoog hees, stond aan de balie al een conducteur te wachten. Naast hem stond een houten sarcofaag met een beschadigde neus.
‘Zit er iets in?’ vroeg Hebe Jones terwijl ze het ding van boven tot onder bekeek.
‘Alleen een beetje oud verband,’ antwoordde hij. ‘De mummie moet een halte eerder zijn uitgestapt.’


‘We dragen altijd een stukje van diegenen die we liefhebben met ons mee.’


ISBN 9789032512224 | Gebonden | 319 pagina's | Uitgeverij De Kern | maart 2011

© Marjo, 26 april 2011