Joop Waardeloo

Toon alleen recensies op Leestafel van Joop Waardeloo in de categorie:
Joop Waardeloo op internet:

 

Waardeloos Waardeloos
Het rauwe leven van Joop Waardeloo (met foto's)


De heer Waardeloo is hier zelf aan het woord. Alsof hij tegenover de lezer zit, lui achteroverleunend in zijn makkelijke stoel, iets te drinken en te roken bij de hand, vertelt hij het verhaal van zijn leven. Hij speelt met zijn naam, Waardeloo. Maakt er Waardeloos van, hetgeen hem ook best wel vaak in het gezicht gegooid zal zijn, als je dat levensverhaal hoort, pardon... leest.

"Ik ben Joop Waardeloo, geboren op 31 juli 1928 in de Van Speijkstraat nr 52, eerste verdieping, te Rotterdam. Ik ben nu 77 jaar, en het was beter geweest als mijn vader zijn kwakkie op het fornuis had gespoten, dan zou mijn leven met een sisser afgelopen zijn geweest. Want die achternaam Waardeloo, daar kan een groet S achter: waardeloos, dat is mijn leven geweest."


Dit zet meteen de toon: een beetje cynisch, een tikkie zelfmedelijden, maar ook bravour.
Wat dan volgt geeft een aardig beeld van een Rotterdamse belhamel. Zijn vader is een slapjanus. Hij is werkloze van beroep, en dan ook nog een die zijn uitkering grotendeels verzuipt. Zijn inwonende broer gaat met zijn vrouw naar bed, de vader weet het, maar doet niets, want behalve steun van de gemeente Rotterdam is de steun van de broer hard nodig om het gezin van zeven personen in leven te houden. Joop leert ook al snel hoe hij aan voedsel of aan geld moet komen, hij wordt een kleine crimineel, en ontkomt ook niet aan gevangenisstraf, al is dat zolang hij minderjarig is een opvoedingsgesticht.
Hij krijgt nauwelijks tot geen scholing, wat vooral te maken heeft met het feit dat leren en stilzitten aan hem niet besteed is. Er werd in die tijd vrij snel slaag uitgedeeld op school, iets wat deze jongen niet pikte. Het liep van kwaad tot erger, en dat gold ook voor het leven dat hij daarna leidde. Hij ging van het ene baantje naar het andere, allemaal zwaar, vaak gevaarlijk werk. En helaas: zag hij een kans om wat achterover te drukken, dan deed hij dat. Vooral in de oorlogsjaren heeft hij zo het gezin steeds aan voldoende eten geholpen.
Met zijn eigen gezin ging het allemaal niet veel beter: ook toen was het vallen en opstaan. Maar opstaan deed hij altijd weer, niet kapot te krijgen die man! Hij betuigt daarvoor zijn dankbaarheid aan zijn vrouw, Jopie, met wie hij ruim vijftig jaar samen is.

De toon van het boek deed me erg denken aan een radio-interview. Alsof het verhaal dat hij vertelt opgenomen is en zo van het bandje uitgeschreven. Dat heeft wel wat.
Misschien dat hij zijn leven graag anders gezien had, maar ondanks alle ellende klinkt er toch ook wel een beetje trots doorheen. 'Kijk mij, ik heb het toch maar gered'.
Ik heb het met plezier gelezen, vooral ook omdat het een beeld geeft van Rotterdam in de vooroorlogse tijd en de bezettingstijd, gezien door de ogen van een echt Rotterdams schoffie.


ISBN 9067281874 | Paperback | 207 pagina's | Stichting Uitgeverij Papieren Tijger | 2006

© Marjo, maart 2007


Lees de reacties op het forum en/of reageer: