John Biguenet

Toon alleen recensies op Leestafel van John Biguenet in de categorie:
John Biguenet op internet:
 

Oester Oester


Als je gaat zoeken naar informatie over Louisiana, zie je behalve schitterende natuurfoto’s - vooral moerassen vind je daar - ook foto’s van de olieramp die het land onlangs trof.  Die ellende begon in de jaren vijftig van de vorige eeuw.

Biguenet situeert zijn verhaal in 1957, in de wetlands van Louisiana, de wereld van oester- en garnalenvissers, bepaald geen vetpot.  De familie Petitjean en de familie Bruneau hebben jarenlang vredig naast elkaar hun kost verdiend, maar nu de oliemaatschappijen kanalen hebben gegraven van de Mississippi naar de Golf van Mexico, en er zout water door een deel van hun viswater stroomt, is de concurrentie moordend geworden. ‘Horse’ Bruneau heeft Petitjean al een paar keer leningen gegeven, met hun huis en later hun boot als onderpand.
Nu heeft hij bedacht dat een huwelijk tussen hem en Therese, de enige dochter van de Petitjeans, een goede manier is om de bezittingen te verenigen. ‘In handen krijgen’ noemt  Terry dat. Dat nooit, vindt ze, en ze lokt Horse ’s nachts naar buiten. Ze varen in een klein bootje op het water. Daar rekent ze met hem af. Maar als de man gevonden wordt, is het haar broer, de zachtaardige Alton, die de schuld krijgt. En de zoons van Horse wreken zich.  Het geweld lost niets op: het bestaan van vader, moeder en Therese Petitjean, en dat van de drie broers Bruneau is nog steeds moeilijk. Naar een ingeving van de sheriff, die zo zijn vermoedens heeft maar niets kan bewijzen, wordt de jongste broer, de meest vriendelijke en gemoedelijke van het stel, die eigenlijk ook niets te maken wilde hebben met de moord op Alton, uitgeleend aan de Petitjeans. Ze moeten deze ‘burenhulp’ wel accepteren, maar Terry vertrouwt het niet.

‘Het was licht genoeg om het flauwe kielzog van de Mathilde te zien toen Therese op het achterschip de trawlboorden en het overige tuig nakeek nadat ze waren gaan tanken en een lading ijs voor in het ruim hadden gehaald. De boot lag diep in het water en koerste langzaam, met amper draaiende motor, terug naar de monding van de vaargeul. Felix wilde niet dat zijn golfslag afslag veroorzaakte op de rivieroevers en hij maakte dan ook geen haast om het tij te halen.


Therese hoorde de zinderende bruine muggenwolken boven de modderplaten zoemen. De cicaden jengelden als een in zijn behuizing pruttelende motor die toeren maakte en van een lage octaaf omhoogschoot om vervolgens, alsof er was geschakeld, ineens weer onder aan de toonladder te beginnen. Twee krijsende meeuwen volgden de boot, nu al belust op afval.’


Het boek zit vol met dit soort beeldende beschrijvingen waarmee niet alleen de broeierige sfeer getekend wordt, maar waardoor je de hele omgeving als het ware voor je ziet. Dit is bijna al genoeg om van dit boek te genieten, maar er is ook nog het verhaal, een prachtig verhaal over de rivaliteit tussen twee families; over geheimen uit het verleden en het heden;  over liefde en verraad met op de achtergrond de oestervisserij, en de strijd tegen de armoede.

John Biguenet heeft met deze spannende roman zijn verhalenbundel ‘het open gordijn’ overtroffen. En dat was al zo mooi.


ISBN 9789089530301 | Paperback | 305 pagina's | Uitgeverij Ailantus | september 2010
Vertaald door Laura Campenhout

© Marjo, 20 oktober 2010