John Banville
Categorie: Recensies Volwassenen
De zee
Als kind woonde Max met zijn moeder in pensions in Ierland nadat zijn vader na een vreugdeloos huwelijk naar Engeland was verdwenen. Max wil later een ander en beter leven. Dat is ook de reden dat hij contact zoekt met de beter gesitueerde familie Grace, vakantiegasten in een van de zomervilla's. Hij wil erbij horen. Hij is gefascineerd door hun levenswijze, hun zelfverzekerdheid hun directheid. De familie bestaat uit mijnheer en mevrouw Grace en de tweeling Chloe en Myles.
Aanvankelijk is Max verliefd op mevrouw Grace maar zijn verliefdheid slaat over op Chloe. De bizarre, onberekenbare, verleidelijke, brutale Chloe. Myles kan (of wil) niet praten. Toch heeft de tweeling een band waar niemand tussen kan komen. Samen treiteren ze Rose het kindermeisje, ze zwemmen samen, ze 'converseren' met elkaar. Max denkt dat hij geaccepteerd wordt door de familie maar achteraf weet hij dat hij als pion gebruikt is. Zijn omgang met deze familie zal een blijvende stempel op zijn leven drukken.
Dit is in het kort het verhaal, maar het boek zou niet de Man Booker Prize 2005 winnen als dit alles was.
Banville heeft er een bijzonder verhaal van gemaakt. Alles wordt verteld vanuit Max, je leest zijn gedachten en conclusies, zijn ervaringen, zijn beleving van een traumatische gebeurtenis.
Zijn gedachten zijn niet prettig, veel is negatief, geen van de personages komt sympathiek over. Meedogenloos vertelt hij over de eigenaardigheden van de familie Grace, over het ziekbed van zijn vrouw, zijn dochter, waarvan hij aanneemt dat ze nog maagd is omdat hij haar erg lelijk vindt. Ook weet hij dat hij zelf niet perfect is. Hij is niet geworden wat hij dacht te worden als hij eenmaal geld had. Door zijn huwelijk werd hij rijk maar een man van aanzien werd hij niet, daar was hij te kleurloos voor.
Van Chloe en Myles maakt hij bijna zeewezens, Chloe heeft groene tanden, Myles zwemvliezen tussen zijn tenen, misschien dat dit hun vreemde gedrag kan verklaren? Waren zij wel écht?
Wat heel knap is van Banville is dat hij naadloos van de gebeurtenissen in die bewuste zomervakantie kan overstappen naar het sterfbed van zijn vrouw en naar het heden.
Het boek is opgedeeld in twee delen. Het eerste deel heb ik ademloos en met bewondering gelezen, prachtige zinnen, mooie gedachtegangen, je wordt meegezogen in de gedachten van de 'oude' Max die zaken reconstrueert en probeert een plek te geven.
Het tweede gedeelte is in mijn ogen een stuk minder op de laatste dertig bladzijden na. Ook hier zijn mooie zinnen maar op een of andere manier verandert de toonzetting, het wordt harder, grover.
Zo geloofwaardig als Banville in het eerste gedeelte de mijmerende, melancholieke, trieste man weet neer te zetten waarmee je meevoelt zo afstandelijk wordt het tweede deel. Het wordt zelfs een beetje gezeur, gebabbel zonder dat je begrijpt waarom dit verteld moet worden.
Gelukkig maken de laatste bladzijden weer veel goed.
De zee speelt natuurlijk een grote rol. Alles draait in feite om de zee in dit verhaal.
"Anna stierf voordat de dag aanbrak. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het moment niet mee heb gemaakt. ik was naar buiten gelopen en ademde op het het bordes van het verpleeghuis diep de zwarte, glanzende ochtendlucht in. En op dat treurige ogenblik dacht ik aan een ander ogenblik, lang geleden, in zee, die zomer.. [...]
Ik stond tot aan mijn middel in volmaakt transparant water, zodat ik onder me duidelijk het geribbelde zand van de zeebodem kon zien, piepkleine schelpjes, scherven van een gebroken krabbenschaar, en mij eigen voeten, flets en vreemd, alsof ze onder glas tentoon gesteld waren. Terwijl ik daar stond zwol de zee plotseling op, nee niet plotseling, maar in een soort machtige deining, het was geen golf, maar een soepel voortglijdende watervloed die afkomstig leek uit de diepten, alsof daar beneden iets enorm bewogen had, en ik werd eventjes opgetild, een klein stukje meegevoerd in de richting van de kust en toen weer op mijn voeten gezet, alsof er niets gebeurd was. En er was ook niets gebeurd, een gedenkwaardig niets, de grote wereld had alleen weer eens zijn onverschillige schouders opgehaald.
Er kwam een verpleegster naar buiten om me te halen, ik draaide me om, en op weg naar binnen, achter haar aan, dacht ik dat ik de zee in liep."
ISBN 9045013754 | Paperback | 223 pagina's | Uitgeverij Atlas | maart 2006
vertaald door: Jan Pieter van der Sterre.
© Dettie, augustus 2006
De zee
Max is de hoofdpersoon, hij is net weduwnaar geworden en is de grond onder zijn voeten kwijt. Vreemd genoeg gaat hij terug naar de plek waar hij ook in zijn jeugd al eens de grond kwijtraakte, een vakantiehuis aan zee.
Hij vertelt over het overlijden van zijn vrouw Anna, en over de gebeurtenissen van dat jaar aan zee. Ook is er nog het heden, de kolonel en de hospita die ook in dat huis wonen en zijn dochter Claire, die niet blij is met zijn "retraite".
Max vertelt ergens dat Max niet de naam is die zijn ouders hem gegeven hebben. Zolang als hij het zich kan herinneren heeft hij al iemand anders willen zijn. Zijn ouders maakten steeds ruzie en gingen later uit elkaar, waardoor hij en zijn moeder tot armoe gedreven werden. In die ene zomer aan zee ontmoette hij het gezin Grace, die duidelijk anders waren. Hij wilde bij hen horen, en zocht contact. Pas later beseft hij dat hij nooit echt geaccepteerd werd. Zijn aanvankelijke fascinatie voor de moeder werd door haar geridiculiseerd. Toen hij "zijn gevoelens van de moeder op de dochter overdroeg", leek Chloe iets voor hem te voelen. Maar de tragische afloop van die zomer bewijst dat het anders lag.
Later ontmoette hij Anna, zijn vrouw. Zij had geld, en daardoor kon Max lange tijd het leven leiden dat hij wenste, maar hij had al veel kansen gemist. Hun dochter Claire moet dat goedmaken voor hem, zij moet zijn gedroomde carrière waarmaken.
Maar zijn dromen vallen in duigen: Anna wordt ongeneeslijk ziek, en Claire ontmoet een man, voor wie zij de studie de studie laat..
Nu hij zich weer aan zee bevindt, met zeeën van tijd, en nogal depressief, beleeft hij de zomer van toen opnieuw. Hij realiseert zich hoe eenzaam hij altijd geweest is, deels door eigen schuld, want door zijn hang naar anders zijn heeft hij een leven van liefdeloosheid geleefd.
Zijn depressie neemt toe..als hij een documentaire ziet over de Serengeti, met olifanten daarin, vindt hij dat ze al die dieren maar dood moeten schieten. Waarom zouden zij vrolijk door mogen leven, terwijl hij niets meer heeft?
Vond ik dit boek mooi omdat het zo herkenbaar is? Willen we immers niet altijd iemand anders zijn? En mislukt dat niet altijd?
Tekenend voor de inhoud, maar ook voor de stijl:
"vannacht probeerde ik in een droom, die net weer bij me bovenkwam, mijn testament te schrijven op een machine die de letters van het woord IK mist. De I en de K dus, klein en groot."
Banville is niet aardig voor zijn personages, ze worden op een bijna kwaadaardige manier beschreven met hun slechte eigenschappen het meest belicht. Daar is een uitzondering op: de gouvernante Rose. Ik begrijp niet goed waarom dat zo is.
Het is een boek om vaker te lezen...
ISBN 9045013754 | Paperback | 223 pagina's | Uitgeverij Atlas | maart 2006
Vertaler: Jan Pieter van der Sterre.
© Marjo, augustus 2006
De zee
Ik heb het daarna meteen in de boekhandel gekocht. Het is niet tegengevallen, verre van, ik vind het zelf een zeer goed boek.
Het verhaal gaat over een man die herinneringen ophaalt aan zijn jeugd, aan het leven met zijn vrouw en ook haar dood aan de ziekte met de grote K. Als kind maakte hij kennis met een familie Grace, voor de moeder en de jongste dochter heeft hij een haast obsessieve fascinatie.
Banville schildert deze mensen met een meesterlijke pen. Hij weet als ging ander een sfeer neer te zetten, daarbij speelt in dit verhaal de zee een symbolische en letterlijke rol. Het gaat om mijmeringen over het verleden en hoe die doorwerken in het heden, zoals de relatie met zijn enige dochter.
De hoofdfiguur een kunstcriticus die bezig is aan een belangrijk boek dat maar niet wil vlotten, omdat die schimmen van vroeger hem blijven achtervolgen. Knap aan dit boek vind ik hoe Banville laat zien hoe mensen van elkaar verschillen en hoe dit kan leiden tot complexe situaties waar de communicatie droogt valt. De scenes waarbij de aftakeling van zijn vrouw centraal staat kruipen onder de huid.
Een heerlijk boek dat je aan het denken zet en in de ban houdt.
ISBN 9045013754 | Paperback | 223 pagina's | Uitgeverij Atlas | maart 2006
© Roel, mei 2006
Eclips
Telefoongesprekken met Lydia lopen helemaal fout, ze begrijpt niet wat hij aan het doen is. Hij zelf ook niet, maar hij weet wel dat hij het moet doen. Na weer een teleurstellend gesprek -Lydia zegt dat Cass, hun dochter, een geheim heeft, maar wat het is wil ze niet zeggen- legt hij de haak van de telefoon. Nu is hij alleen, denkt hij.
In een opwelling volgt hij Quirke vanaf het dorp, en ziet hoe hij via een andere ingang zijn huis ingaat. Wat hij in zijn achterhoofd wist blijkt waar: Quirke woont in het huis. En niet alleen hij, maar ook zijn dochter Lily. Dat verklaart een deel van de spookactiviteiten, maar niet alles. Cleave laat hen blijven, hij kan ook voor hen de interesse niet opbrengen. Maar gaandeweg sluipen ze toch zijn leven binnen.
En dan staat ineens Lydia onaangekondigd in huis, met een onheilsbericht.
Het is moeilijk om een verhaal na te vertellen dat er niet is. Het boek is een poging om de man Cleave te ontleden. Waarom is hij ingestort? Waarom verlaat hij zijn vrouw op deze manier? Wat is er met zijn dochter aan de hand?
Het lijkt heel erg op The Sea. Ook hier speelt de zee en de branding een grote rol, ook hier is sprake van een dochter, die uit het beeld verdwenen is. De ouders die beschreven worden doen erg denken aan het echtpaar Grace uit The Sea.. Banville was duidelijk nog niet klaar met zijn verhaal. Eclips is uit 2000, The Sea kwam een paar jaar later.
Maar het is een boek dat ik zal herlezen, er zit meer in dan ik met een keer lezen eruit haal.
ISBN 9045004615 | Paperback | 236 pagina's | Uitgeverij Atlas | 2002
Vertaald door Jan Pieter van der Sterre.
© Marjo, november 2006