Joachim Meyerhoff

Toon alleen recensies op Leestafel van Joachim Meyerhoff in de categorie:
Joachim Meyerhoff op internet:
  Categorie: Recensies Volwassenen

Ach, deze leegte, deze verschrikkelijke leegte Ach, deze leegte, deze verschrikkelijke leegte


Dit is het derde boek uit de serie 'Alle Toten fliegen hoch'.
Vreemd genoeg is dit verhaal het zesde deel in de serie theaterstukken, waar de boeken op gebaseerd zijn. In elk boek speelt de dood een rol.

In het eerste boek 'Amerika', dat nog niet vertaald is, overlijdt z'n broer. In het tweede boek 'Wanneer wordt het eindelijk weer zoals het nooit geweest is', overlijdt z'n vader en in dit boek overlijden z'n grootouders, die ook centraal staan in het verhaal. Evenals bij het eerste boek, gaat dit boek vooral over een bepaalde periode in het leven van de auteur. Ging het eerste boek over z'n verblijf in de VS, dit boek gaat over de tijd dat hij bij z'n grootouders in München doorbracht. Hier studeerde hij namelijk aan de toneelschool.

Wat ook in dit boek weer opvalt is met hoeveel liefde hij schrijft over mensen wier gedrag misschien afwijkt van wat we als normaal zouden beschouwen. De grootouders hebben hun eigenaardigheden, waar je als lezer misschien wel eens om moet lachen, maar ze worden door de auteur nooit belachelijk gemaakt. De eigenaardigheden van de mensen, geven ze karakter en maken ze tot wat ze zijn, mensen die je bijblijven.

Het boek begint met een beschrijving van de dagen in het huis van z'n grootouders, opgehangen aan de genuttigde dranken. Voor het ontbijt begon men om 9 uur met een glas sekt en na het ontbijt werd met een volgend glas sekt, de berg medicijnen weggespoeld. Later werd de sekt steeds vaker vervangen door champagne. Om een uur volgde dan de warme maaltijd, met witte wijn. Tussen twee en vijf uur werd er gerust en om zes uur was het dan tijd voor de whisky, terwijl grootmoeder voor die tijd ook nog thee met een flinke scheut rum consumeerde. Bij de avondmaaltijd was het tijd voor de rode wijn en de dag werd afgesloten met Cointreau.

Min of meer tot z'n eigen verbazing wordt de schrijver toegelaten tot de toneelschool, hoewel de audities niet echt een succes voor hem lijken te zijn. Verhalen over z'n verblijf op de toneelschool worden afgewisseld met verhalen over z'n grootouders. Z'n grootmoeder is in het verleden een bekende actrice geweest, maar heeft al lang afscheid genomen van het toneel. In het boek werkt ze nog wel mee aan een film, waar de auteur ook een rol in krijgt. Tot z'n grote spijt ontdekt hij wel dat z'n teksten later door iemand anders zijn nagesynchroniseerd.

Z'n grootvader heeft theologie en filosofie gestudeerd en de grootouders zijn bepaald niet onbemiddeld. Ze wonen bij het park van Slot Nymphenburg en hebben een huishoudster en een tuinman, die met de bewoners oud worden. Zo nu en dan wordt er ook aan z'n verblijf in de VS en de dood van z'n broer gerefereerd.

Na drie jaar is z'n studie aan de toneelschool voltooid en moet hij op zoek naar een engagement. Dat valt nog niet mee en uiteindelijk krijgt hij iets in Kassel. Echt een succes lijkt het niet te worden, maar als hij op een gegeven moment voorstelt om de Werther (Het leven en lijden van de jonge Werther van Johann Wolfgang Goethe) op de planken te brengen, krijgt hij de kans om dit te doen. Hij maakt een eigen versie van het stuk en speelt de hoofdrol, terwijl hij z'n grootmoeder bereid vindt om als vertelster op te treden, waarvoor ze dingen op de band inspreek. Het blijft verbazen hoe het mogelijk is dat iemand, die zowel op de toneelschool, als bij z'n verblijf in Kassel, vaak de indruk wekt, niet echt voor het acteren in de wieg gelegd te zijn, uiteindelijk toch succes krijgt.

Al met al is het weer een ontroerend boek en ik hoop dat nu ook snel het eerste deel van de serie vertaald wordt, zodat de Nederlandse lezers hier ook kennis mee kunnen maken. Ik kijk al uit naar het volgende boek.

N.B. Op pagina 295 staat nog een merkwaardige fout: "De dokter luisterde met de telescoop, verzocht om stilte in de kamer, luisterde en luisterde, knikte en concludeerde: 'Nu is onze Hermann vredig ingeslapen.'
Dit moet natuurlijk een stethoscoop zijn. 


ISBN 9789056725518 | Hardcover | 312 pagina's | Uitgeverij Signatuur | maart 2016
Vertaler Jan Bert Kanon

© Renate, 22 maart 2016


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Alle Toten fliegen hoch Amerika Alle Toten fliegen hoch Amerika


Alle Toten fliegen hoch
Amerika
Joachim Meyerhoff

Daar dit boek ook in het Nederlands vertaald gaat worden, iets dat met het tweede deel uit deze serie al gebeurd is, schrijf ik hier maar vast een bespreking.

In het begin van het boek is de schrijver vanuit de plaats in Sleeswijk Holstein, waar hij weliswaar niet geboren is (zoals nadrukkelijk vermeld wordt), maar wel opgegroeid is, op weg naar Hamburg, waar hij aan een selectietest deel zal nemen om voor een jaar naar de Verenigde Staten te mogen als uitwisselingsstudent, hoewel er van een echte uitwisseling geen sprake is. In de trein denkt hij terug aan gebeurtenissen uit z'n jeugd. Hij vertelt ook over z'n driftbuien, iets dat ik wel van mezelf herken. Hij schrijft dat hij nergens in uitblinkt, maar dat hij wel graag sport en dat hij graag weg wil.

Z'n oudste broer studeert in München en z'n andere broer gaat in Gießen studeren. Zelf is de schrijver de jongste van de broers. Tussen de andere kandidaten voelt de schrijver zich een buitenbeentje. Het zijn allemaal jongeren die kennelijk afkomstig zijn uit de betere klassen, goed gekleed en goed gekapt en met veel zelfvertrouwen, waarbij de schrijver, met z'n gewone bril, z'n sweatshirt, jeans en simpele sportschoenen, zich maar bleek bij af voelt steken. De ouders van de schrijver kunnen de reis naar de VS ook helemaal niet betalen, maar z'n grootouders doen dat.

Hij wil het liefst naar een grote stad, maar daar de andere kandidaten allemaal uit Hamburg komen, met uitzondering van een meisje dat uit Kiel komt, verwacht hij niet dat hij naar een gastgezin in een grote stad zal gaan. De vragen op het vragenformulier, dat bepalend zal zijn voor het gastgezin waar hij terecht zal komen, beantwoordt hij niet zo zeer naar waarheid, maar meer om voor zijn gevoel z'n kans om naar de VS te gaan, zo groot mogelijk te maken. Zo zegt hij bij allerlei vragen over hoe belangrijk bepaalde zaken voor hem zijn, dat ze onbelangrijk zijn. Zo geeft hij aan dat religie voor hem heel belangrijk is, om de kans op een gastgezin groter te maken. Een vraag die hij wel naar waarheid beantwoordt is de vraag over hoe belangrijk sport voor hem is. Hij liegt zelfs dat hij al een keer in de VS is geweest.

Hij komt terecht in Laramie in Wyoming, een staat met een oppervlakte die ongeveer gelijk is aan die van West-Duitsland, maar met ongeveer een half miljoen inwoners. Z'n gastouders zijn Stan en Hazel, die 3 zoons hebben, namelijk Bill, Brian en Donald. De eerste 2 zijn al het huis uit en Donald komt op een gegeven moment weer thuis. De schrijver deelt een badkamer met hem en Donald is de enige, met wie hij werkelijk op voet van oorlog komt te staan. Don beschouwd hem als een indringer en laat dat ook duidelijk merken.

Voor het eerste halfjaar kiest de schrijver het volgende vakkenpakket: Eerste uur, bergbeklimmen; tweede uur, Duits; derde uur, houtbewerking; vierde uur, drama. Voor het vijfde uur heeft hij eigenlijk een landbouwcursus uitgezocht, over veeteelt, maar dit wordt hem door Bill afgeraden, omdat de leerlingen echte rauwdouwers zouden zijn, die bovendien een hekel hebben aan vreemdelingen. Hij kiest dus voor Engels, mede omdat Stan opmerkt dat z'n pakket wel erg klinkt naar een half jaar vakantie en dat z'n ouders wel zullen denken dat Amerikanen lui zijn. Het laatste uur heet 'Searching for Identity' en wordt door coach Kaltenbach gegeven. Het basketbalseizoen begint pas over een paar maanden, dus de schrijver heeft in dat opzicht pech.

Coach Kaltenbach komt na een ongeluk niet meer terug op school en later komt de schrijver hem toevallig tegen in de supermarkt, waar Bill werkt. De coach vraagt hem of hij een keer met hem mee wil, als hij op bezoek gaat bij z'n broer, die in de gevangenis van Rawlins werkt. Daar voelt de schrijver wel wat voor en een paar dagen later is het zo ver. Bij het bezoek aan de gevangenis wordt ook een bezoek aan de dodencellen gebracht en daar vraagt een gevangene hem of hij hem in het Duits een brief wil sturen. De schrijver zit hiermee in z'n maag en vraagt aan de bewaker wat de man gedaan heeft. De man op de administratie weet om wie het gaat. De gevangene heet Randy Hart en is het kind van een Duitse moeder en een in Duitsland gelegerde Amerikaanse soldaat. Hij groeit op in Duitsland en komt als hij 15 is met z'n vader naar Wyoming. Hij gaat ook in het leger en wordt in Duitsland gestationeerd. Daar overvalt hij een tankstation, waarbij hij 2 mensen dood. Na een vlucht van bijna 2 jaar wordt hij in Griekenland opgepakt. In Amerika wordt hij ter dood veroordeeld en Duitsland probeert hem een paar keer uitgeleverd te krijgen. Hij zit inmiddels 16 jaar in de gevangenis in Wyoming. Uiteindelijk ontstaat er een intensieve correspondentie tussen de twee, die een verrassende afloop kent.

Op een dag dat het gesneeuwd heeft, zit de schrijver in z'n kamer als de telefoon gaat. Even later wordt hij door Hazel gehaald, die hem verteld dat het z'n vader is. Dat is vreemd, omdat het dinsdagavond is en ze normaal altijd alleen op zondag bellen. Z'n vader verteld hem dat z'n middelste broer bij een auto-ongeluk om het leven is gekomen. Hij moet natuurlijk terug naar Duitsland, maar het duurt nog 4 dagen voor hij kan vertrekken en voor die tijd gaat hij nog met z'n gastgezin naar het Yellowstone Park.
Als hij terugkeert in Duitsland wordt hij met z'n rouwende familie geconfronteerd. De dood van hun zoon heeft z'n ouders flink aangegrepen. Ook voor Josse, zoals de schrijver door z'n vader genoemd wordt, is het niet gemakkelijk, maar voor z'n ouders lijkt het allemaal nog erger te zijn. Na 3 weken keert hij dan ook terug naar z'n gastouders in Laramie. Deze terugreis verloopt niet zonder problemen. Op het vliegveld in New York, moet hij de nieuwe wandelschoenen, die hij van z'n vader heeft gekregen, uittrekken en dit zorgt voor heel wat problemen. Als hij uiteindelijk in een vliegtuig naar Denver zit, blijkt dat er wat schapenuitwerpselen aan z'n schoenen zaten.

De kerstdagen worden over het algemeen beschouwd als een tijd waarin de meeste uitwisselingsstudenten het meeste last van heimwee hebben. De schrijver is echter blij dat hij niet bij z'n ouders is, omdat hij dan hun verdriet ook nog zou moeten dragen. Als hij in januari na een avondtraining terugkomt bij z'n gastouders, is iedereen in het zwart gekleed en kijkt men naar de TV. Z'n eerste gedachte is dat er weer iemand van z'n familie overleden is, maar men blijkt onder de indruk te zijn van de ramp met de Challenger.

Na een jaar keert de schrijver terug naar Duitsland en hij merkt op dat hij graag nog een jaar had willen blijven. Het laatste hoofdstuk speelt zich weer in Duitsland en aan het eind bezoekt hij het graf van z'n broer.

Het boek geeft een vrij nuchter verslag van het verblijf in Wyoming en ondanks het feit dat bepaalde zaken misschien vreemd aandoen, geeft het nergens het gevoel dat de schrijver zich constant loopt te verbazen. Hij neemt de zaken zoals ze zijn en als hij zich ergens over verbaasd, laat hij dat niet echt merken. In het verhaal zitten ook veel herinneringen aan de jeugd van de schrijver verwerkt. Al met al vond ik het een mooi boek en verschillende personen zijn onder m'n huid gekropen. Ik zou willen weten hoe het ze verder is vergaan.


ISBN 9783462044362 | Paperback | 336 pagina's | Kiepenheuer & Witsch | februari 2013

© Renate, 03 juli 2015


Lees de reacties op het forum en/of reageer:

 

Wanneer wordt het eindelijk weer zoals het nooit geweest is Wanneer wordt het eindelijk weer zoals het nooit geweest is


De vader van Joachim - de ik-verteller Josse in het boek - is de directeur van Hesterberg, een kliniek  in Sleeswijk-Holstein, voor jeugdige psychiatrische patiënten en lichamelijk gehandicapten. ‘Schizo’s, spasten, mafketels, mongolen en lijpo’s’ worden ze door de jongens genoemd. Sommigen wonen er hun hele leven, omdat je het hen niet kon aandoen hen weg te sturen van de plek waar ze zich thuis voelen.
Het huis waarin het gezin woont staat midden tussen de gebouwen. Het is bepaald geen normale omgeving waarin de jongen opgroeit samen met zijn twee oudere broers, maar voor hem is het zo normaal dat hij zich rustig in slaap laat wiegen door het geschreeuw van de patiënten.

Het relaas begint als Josse een jaar of zeven is, en eindigt als hij na de dood van zijn vader een laatste keer het terrein bezoekt. Het is geen roman met een spanningsboog, maar een chronologische opeenvolging van anekdotes.
We lezen over de vreemde jeugd van Josse, hoe vertrouwd hij is met mensen die er anders uitzien, die zich anders gedragen. Met sommigen is er een goed contact: als zijn vader jarig is komen ze gezellig op zijn verjaardag. Er is een haast hilarisch verhaal over de hond, met wie hij een bloedbroederschap sluit, hetgeen tussen baasje en hond in plaats van een innige vriendschap juist een vertrouwensbreuk teweegbrengt.

Humor zit er overigens volop in het boek, maar het is wel humor met een tragische ondertoon. Het is vooral de vader die veel voorkomt in de verhalen. De man met de forse buik, de man met de snor, die op zijn veertigste besluit een totale ommezwaai te maken: niet meer zo veel eten, niet meer roken en gaan sporten. Hoe dol zijn vader was op het vragenspel met de hele familie waarbij iedereen vragen kreeg over zijn eigen specialisme, en dat altijd gewonnen werd door zijn vader. Over het vakantiehuisje, met ook daar buren die niet helemaal normaal waren, en bij wie zijn vader zich ‘dus’ betrokken voelde.

De jongen wordt ouder, en de verhalen veranderen. Begint het met beschrijvingen van bijzondere voorvallen in zijn jeugd, en met belevenissen met de patiënten, later worden het verhalen over de realiteit. De wereld is anders dan hij dacht, en de rol van zijn vader daarin is niet altijd even positief. Wat niet zo vreemd is - want is dat niet bij de meeste mensen zo? - hij ontdekt dat het leven van zijn moeder en dat van zijn vader niet was zoals hij het zag. De wereld die voor hem zo normaal, zo fijn was, blijkt door anderen zeer eigenaardig gevonden te worden. En pas als hij niet meer om de buitenwereld heen kan, beseft hij dat het inderdaad niet normaal is als iemand je constant wil omhelzen, of als iemand praat als ‘owatzietdietaarterlekkeruitikwordnietgoed.’

Het is een autobiografische roman, hetgeen inhoudt dat er ook verzonnen is. In het eerste verhaal vindt de jongen, zeven jaar oud, het lichaam van een dode man. Hij ontdekt dat de waarheid niet altijd geloofd wordt. En dat hij juist door te overdrijven en zijn verhaal te veranderen, wèl geloofd wordt.  Ook leert hij dat mensen smeuïge details willen horen, al of niet verzonnen. Hoe meer hoe liever.

Moeten we zijn boek ook zo lezen? In de grond is het een waargebeurd verhaal, maar de lezer weet niet wat klopt en wat er bij verzonnen is. Een autobiografie is een relaas vol feiten. Joachim Meyerhoff heeft er voor gekozen een mooi verhaal te schrijven, hetgeen helemaal gelukt is. De kern is de waarheid, en als het niet waar is, is het mooi verzonnen!

Het is het tweede deel van een serie, waarin hij nog meer over zijn leven vertelt. Over de dood van zijn broer, over zijn grootouders.
Joachim Meyerhoff (1967) is in Duitsland een bekende acteur.


ISBN 9789056725082 | Paperback | 336 pagina's | A.W. Bruna Uitgevers | februari 2015
Vertaald uit het Duits door Josephine Rijnaarts

© Marjo, 08 juni 2015


Lees de reacties op het forum en/of reageer: