Het einde van de punk in Helsinki
Jaroslav Rudiš

De hoofdpersoon van dit boek is Ole, die een soort café heeft in een naamloze stad in het oosten van Duitsland.

Als Ole 17 jaar is, vormt hij samen met Frank de punkband Automat. Ole heeft als bijnaam 'Sid', naar Sid Vicious van The Sex Pistols. In 1987 reizen de vrienden naar Tsjechoslowakije, om een optreden van de beroemde Duitse punkband Die Toten Hosen bij te wonen. Bij dit concert ontmoet Ole het Tsjechische punkmeisje 'Nancy'. Haar echte naam komen we in dit boek niet te weten. Ze is vooral aanwezig in de herinneringen van Ole, terwijl we haar leren kennen door de dagboekfragmenten, die in het boek zijn opgenomen. Ze zijn rauw en ongepolijst en laten zien hoe lastig het leven is voor een buitenbeentje onder het communisme van de jaren 80. De ramp in Tsjernobyl heeft z'n weerslag op de streek waar 'Nancy' woont en die in het dagboek 'Het dal van leeghoofden' wordt genoemd. Waarschijnlijk heeft 'Nancy' ook met de gevolgen van de ramp te maken.

Het café van Ole heet Helsinki, naar de plaats waar Automat bij een toer door Scandinavië nooit geweest is. Ze zouden er geweest zijn, als Sid op de veerboot naar Finland geen Duitse krant had gezien, waarin hij las dat hun manager 'Malcolm' (een bijnaam die waarschijnlijk gebaseerd is op Malcolm McLaren, de manager van The Sex Pistols), waaruit blijkt dat 'Malcolm' ook de codenaam van hun manager bij de Stasi was. Dit zorgt voor ruzie en een vechtpartij, waarna men 'Malcolm' in Turku achterlaat, terwijl men zelf teruggaat.

Het is een triest boek, dat vooral ook laat zien dat het leven na de val van de muur ook z'n tekortkomingen heeft. Tegen het einde van het boek zit een aantal zwarte bladzijden, waarop in het wit een soort manifest te lezen valt. Het hele manifest, dat 16 pagina's beslaat is als één, wat verwarde zin geschreven. Van wie dit manifest afkomstig is, blijft onduidelijk, hoewel je aan het eind van het boek wel een redelijk vermoeden hebt. Het boek begint en eindigt met een stuk cursief gedrukte tekst over een naamloze ik-figuur, die terugkeert naar de Tsjechische grens bij Beieren. Aan het eind van het boek wordt ook duidelijk om wie het gaat.

Jaroslav Rudiš (1972) schrijft romans, filmscenario's, toneelstukken, liedteksten en organiseert samen met de dichter Igor Malijevksý een maandelijks literair cabaret in Praag. Met zijn debuutroman Nebe pod Berlínem (De hemel onder Berlijn; 2002) won hij de prestigieuze Ji?í Orten-prijs voor jong literair talent. Groot succes kende Rudiš met Alois Nebel, een graphic novel-trilogie die hij samen met striptekenaar/muzikant Jaromír 99 maakte en o.a. in het Duits, Pools en Engels vertaald is. De door Tomáš Lu?ák geregisseerde verfilming van Alois Nebel won in 2012 de Europese Film Prijs voor beste lange animatiefilm. Momenteel treedt Rudiš regelmatig op met de Kafka Band, een rockband die op basis van Franz Kafka's klassieker Het Slot een muziekprogramma heeft gemaakt.Klik hier.

ISBN 9789491737169 | Paperback | 335 pagina's | Uitgeverij Nobelman | januari 2016
Vertaald door Edgar de Bruin

© Renate, 06 maart 2016

Lees de reacties op het forum en/of reageer: