Janneke Holwarda

Toon alleen recensies op Leestafel van Janneke Holwarda in de categorie:
Janneke Holwarda op internet:
 

Maan op de heenweg Maan op de heenweg


In 2010 mochten we het verrassende debuut van Janneke Holwarda (1953) begroeten: Zeesteen. ECI bekroonde het boek terecht en er waren in bladen jubelende kritieken.
Er zijn echter meer schrijvers, die geweldig debuteren maar daarna wegzakken in het moeras van de literaire middelmaat of erger. Met enige spanning nam ik dus het tweede boek van Holwarda ter hand:
Maan op de heenweg.

Het verhaal speelt begin 20e of zelfs eind 19e eeuw. Hoofdpersoon is Dirkje, een meisje dat naar haar oma is genoemd. Dirkje leeft in het begin van het verhaal nog gewoon bij haar vader en moeder. Zij hebben elkaar tijdens toneelspel ontmoet. Vader is kleermaker, hij kan goed tegen alleen zijn en werkt hard om een bescheiden salaris binnen te halen. Moeder - Ali - speelt toneel; is eigenlijk hoedenmaakster maar drinkt vreselijk veel en doet het, als het even kan met andere mannen. Moeder gaat vaak naar het café, als vader in zijn werkplaats is en Dirkje moet dan mee:

'Haar lippen zijn rood als bloed en haar tanden ertussen groot en geel. Ze pakt me bij mijn armen sleurt me naar de deur. 'Liegbeest', sist ze, precies zo hard dat ik het goed kan horen en precies zo zacht dat de man - die weer achter de toonbank staat - het niet kan horen.'


Het is duidelijk, de moeder geeft alleen om zichzelf en verdrinkt haar frustraties. Het kind, Dirkje, is een overlever. En dat is zij op een heel knappe manier. Eigenlijk is ze haar moeder de baas. Ze kent haar zwakke plekken. De moeder ziet bijvoorbeeld slecht maar draagt uit ijdelheid geen bril op de fiets. Dat leidt ertoe dat ze mensen op een vreemde manier groet:

'Ik heb deze vage manier van zwaaien afgekeken van mijn moeder. Ze gebruikt hem als ze niet zeker weet of de ander kent - mijn moeder is slecht in gezichten - of als ze niet wil dat iemand anders - bijvoorbeeld vader - erachter komt dat ze iemand kent. Dan houdt ze haar hoofd scheef, ze trekt haar mond in een halve glimlach, haar ogen kijken in de verte en haar opgestoken hand gaat langzaam een paar keer heen en weer.'


Dirkje leert zichzelf onzichtbaar te maken voor haar moeders woede-uitbarstingen. Soms verstopt ze gewoon de bril van moeder en andere keer zoekt ze haar toevlucht bij oma, die een pension runt en een mysterieuze Indische huisknecht heeft, Resort, die haar op een vreemde manier helpt met kruiden, spreuken en andere tovermiddelen. Dirkje knipt haar paardenstaart af en hangt die aan de schuur.

'De schaar knarst, mijn vingers doen pijn van het knijpen. Het gaat niet in één keer. Ik moet wel vijf keer knippen dus het zal wel scheef worden, maar dat geeft niet. De staart is eraf. Ik leg de schaar terug op tafel en sluip weg met de staart in mijn hand. Thuis sla ik hem met een spijker vast aan de deur van de schuur. Dat houdt het onheil uit het huis, zegt Resort.'


Via deze Resort probeert ze zich te beschermen en behoudt ze een gedeelte van de kinderlijke magie, voor het overige is ze een kleine redderende volwassene, waarvoor we allengs steeds meer sympathie krijgen omdat ze de moeilijkste situaties weet te klaren. Bedreigende situaties vooral. De moeder is redelijk agressief en de vader te slap om in te grijpen. Gelukkig heeft Dirkje hulp van de drieling, drie meisjes uit de buurt met dezelfde kleren, die haar trouw helpen en enige vrolijkheid schenken. Aan hen laat Dirkje haar grootste schat, een wilde bloem, zien en ze sluiten een innige vriendschap.
Ze schaamt zich voor haar moeder en daar is de titel ook aan ontleent wanneer ze de moeder weer eens ladderzat uit een kroeg heeft gehaald staat er:

'We lopen in de nacht over de Loolaan naar huis, ik voorop. Mijn moeder klampt zich aan mijn schouder vast, ik moet moeite doen om haar in het rechte spoor te houden, ze zwabbert en ze moppert. De maan verschuilt zich achter de wolken. Het is goed zo: maan op de heenweg als ik alleen ben, en diep duister op de terugweg met haar.'


Wat de moeder doet kan het daglicht en het maanlicht niet verdragen.

Op een dag vertrekt de vader en er ontspint zich een gesprek tussen moeder en dochter:

'Ik heb de indruk,' zeg ik 's avonds tegen mijn moeder, 'ik heb sterk de indruk dat mijn vader hier niet meer woont.' Ik leg de klemtoon op 'sterk' en op 'vader' Mijn moeder is gevoelig voor zulke taal. We staan in de keuken bij het aanrecht. Vader is er niet, wat mijn theorie bevestigt. 'Het lijkt me een juiste kijk op de zaak.'Ze kijkt mij niet aan. Ze kijkt naar het brood en ik ook. Ik zie hoe het broodmes even in het brood blijft steken.'


Een gesprek op volwassen niveau waarbij de moeder het onderspit delft, overtroefd wordt door haar dochtertje. Op een dag lijkt er wat licht op te flikkeren aan het eind van de tunnel. Een paar tantes komen op bezoek nadat Dirkje een brief heeft beantwoord. De moeder wilde dat niet, ze weet ook niet dat ze zullen komen, dat heeft Dirkje verborgen gehouden. Moeder verstopt zich dronken op het toilet. De tantes kijken in de chaos van het vervuilde en verwaarloosde huisje rond, maar vertrekken zonder Dirkje mee te nemen. Ze durft dat uiteindelijk op het beslissende moment ook niet te vragen. Bovendien is er een zusje geboren, dat veel huilt en scheel is. Dirkje zorgt voor haar. Kan ze daarom toch niet weg?
Op een dag doet moeder het weer eens met een andere man en Dirkje wordt wakker, denkt dat haar vader teruggekomen is. Hij heeft overigens wel contact gezocht maar is afgewezen. Hierna besluit Dirkje weg te gaan. Hoe ze dat wil doen en of het lukt moet de lezer zelf maar ervaren. Het eind van het verhaal is spannend en onverwacht.

Janneke Holwarda heeft een strakke persoonlijke stijl van schrijven.  Ze schetst de emoties vanuit de ik-persoon Dirkje en glijdt nergens uit in sentimenteel gebrabbel. Gezien het thema een uitzonderlijke prestatie. Natuurbeschrijvingen zijn dun gezaaid, maar dienen om de gevoelens van Dirkje te onderstrepen. In de verte doet het boek denken aan Herfstmelk van de Duitse Anna Wimschneider. Een roman over een boerenmeisje dat de verantwoordelijkheid krijgt over een groot gezin in de oorlog. Holwarda's geschiedenis is echter veel meer document over het innerlijk behang van een meisje, dat weet te overleven. Op de laatste bladzijde staat:

'Met dit boek heb ik het kind
dat mijn moeder is geweest
een stem willen geven.'


Ik zou als ik de moeder van Holwarda was erg trots zijn op mijn dochter. Wat een geweldig boek!


ISBN 9789460680472 | Paperback | 155 pagina's | Uitgeverij Marmer | september 2013

© Karel Wasch, 08 oktober 2014


Lees de reacties op het forum en/of reageer: