Joanne Harris

Toon alleen recensies op Leestafel van Joanne Harris in de categorie:
Joanne Harris op internet:
 

Blauwe ogen Blauwe ogen


Online is alles mogelijk. Het verlegen meisje wordt een scherpzinnige moordenaar; de gestoorde man doet zich voor als een jonge vrouw, er zijn talloze voorbeelden bekend van hoe je gezeten achter je scherm een ander mens kan zijn. Van dat gegeven maakt Joanne Harris dankbaar gebruik. Zij schotelt de argeloze lezer de blogs voor van twee mensen. De een is ‘blueeyedboy’. We gaan er voor het gemak maar even van uit dat achter deze naam een man zit. Dat doet hij in ieder geval voorkomen: hij schrijft verhalen in een openbaar blog. Over een roerige jeugd, over de mensen om hem heen, zoals zijn moeder en broers. En over hoe hij kans ziet een eind te maken aan diverse levens en dat op een ongeluk laat lijken.

Dit blog is openbaar en er wordt op gereageerd door mensen, die net als hij gebruik maken van schuilnamen. Daarnaast schrijft blueeyedboy op een blog dat niet openbaar is. Je zou er van uit kunnen gaan dat wat hij daar schrijft ‘dus’ de realiteit  is, zoals hij die meemaakt. Maar daarover slaat de twijfel snel toe.

‘Het is maar fictie, protesteert hij. Hij heeft nog nooit iemand vermoord. En toch zijn  ze daar… zijn bekentenissen in verhaalvorm.’


Op het openbare blog is een van degenen die reageert iemand die zich ‘Albertine’ noemt. Een vrouw waarschijnlijk, want ook zij heeft een privéblog. Toch: met al die verdichtsels en verzinsels, is alles mogelijk…
Om het nog ingewikkelder te maken, is onze jongen met de blauwe ogen zo bedreven in de ICT-techniek dat hij andermans computers weet te kraken! Om toch een idee te geven waar het plot over gaat, de inleiding:

‘Er was eens een vrouw met drie zoons en heetten Zwart, Bruin en Blauw. Zwart was de oudste zoon, humeurig en agressief. Bruin was het middelste kind, verlegen en saai. Maar Blauw was de lieveling van zijn moeder. En hij was een moordenaar.’


Het is razend knap dat de schrijfster zelf al deze al dan niet waarheden uit elkaar kan houden, want als lezer ben je op een gegeven moment compleet de weg kwijt. Je hebt geen flauw idee meer wat er nu waar is en wat niet. Niet alleen door dat verstoppertje spelen achter het scherm, maar ook nog door de wendingen die er wel degelijk zijn in het verhaal dat zich daarachter afsleept.  Je leest verbijsterd verder, omdat je wil weten hoe het nu eigenlijk zit, maar het duurt tot echt de laatste pagina’s voor dat een beetje gaat dagen. En dan wil je eigenlijk het hele verhaal opnieuw lezen, omdat je dan alles pas kan begrijpen. Walgelijk knap verhaal dus!
En laten we ook niet vergeten dat deze schrijfster kan schrijven:

‘De schrijver was een oudere journalist die Jeffrey Stuarts heette, en als hij al een ziel had, ving ze daar geen spoortje van op. Zijn stem was voortdurend iets te luid, percussieachtig aan vallend, als gedroogde erwten in een schaal, en hij rook naar Old Spice-aftershave die te erg zijn best deed om de onderliggende geur van zweet en gefrustreerde ambitie te overstemmen.’


ISBN 9789032511883 | Paperback | 447 pagina's | Uitgeverij De Kern | oktober 2010
Vertaald door Monique de Vré

© Marjo, 05 november 2010


Lees de reacties op het forum en/of reageer: